Verslag van een bijeenkomst : Afsprakenlijst van het Interparlementair Koninkrijksoverleg (IPKO) januari 2020
33 845 Interparlementair Koninkrijksoverleg
AA/ nr. 36
AFSPRAKENLIJST INTERPARLEMENTAIR KONINKRIJKSOVERLEG JANUARI 2020
In het Presidiumoverleg van 7 januari 2020 zijn de onderstaande afspraken herbevestigd,
dan wel gemaakt:
– dat het presidium bestaat uit de voorzitters van de parlementen (behalve van Nederland),
de voorzitters van de commissies en de griffiers;
– dat de Statenvoorzitters van Aruba en Curaçao en de commissievoorzitters van Nederland
de delegatieleiders zijn en de afsprakenlijst ondertekenen;
– dat de commissievoorzitters woordvoerders van de delegaties zijn, maar tijdens discussies
meerdere leden van de delegaties het woord kunnen voeren;
– dat de commissievoorzitters en de Statenvoorzitters deelnemen aan de persconferentie;
– dat indien een delegatie een afwijkend standpunt heeft, dit wordt vermeld in de afsprakenlijst.
Daarbij wordt verwezen naar de toelichting op dit standpunt, die wordt opgenomen in
een bijlage die formeel geen onderdeel uitmaakt van de afsprakenlijst. Afwijkende
standpunten worden voorafgaand aan de persconferentie schriftelijk gedeeld met de
andere delegaties. Van een afwijkend standpunt van een deel van een delegatie wordt
geen aantekening opgenomen;
– dat alle delegaties kunnen deelnemen aan een werkgroep. Nederland is trekker van een
werkgroep indien het een specifiek onderwerp met betrekking tot Caribisch Nederland
(BES-eilanden) betreft;
– dat de delegaties maximaal 15 minuten de tijd krijgen om intern beraad te plegen;
– dat het Reglement van Orde van het gastland geldt, bijvoorbeeld met betrekking tot
interruptie van sprekers en persoonlijke feiten;
– dat de Voorzitter van het IPKO de tijd in de gaten houdt, opdat elke delegatie evenveel
tijd krijgt om haar standpunten naar voren te brengen;
– dat het organiserende land de werkbezoeken in het IPKO vaststelt en regelt, waarbij
de gastdelegaties tijdig gevraagd wordt suggesties te doen;
– dat schriftelijke standpunten van individuele leden en/of fracties niet formeel tijdens
het IPKO zullen worden ingebracht;
– dat de plenaire beraadslagingen van het IPKO in beginsel openbaar zijn en dat wordt
gezorgd voor een uitzending via internet. De werkbezoeken en de presidiumvergaderingen
zijn in beginsel besloten;
– dat het programma van het IPKO wordt vastgesteld door het presidium. Wijzigingen in
of aanvullingen op het programma dienen eerst te worden goedgekeurd door het presidium.
Ontvangst
De delegaties nemen kennis van het bericht van verhindering van de delegatie van de
Staten van Sint Maarten, in verband met de verkiezing van de Staten van Sint Maarten
op donderdag 9 januari 2020. Alle delegaties, inclusief die van Sint Maarten, hebben
vooraf het belang van (het doorgaan van) het IPKO onderschreven.
Het presidium zal contact opnemen met het nieuwe parlement van Sint Maarten teneinde
de deelname van het land aan het volgende IPKO van 9 t/m 12 juni 2020 definitief te
kunnen bevestigen. De Staten van Sint Maarten worden door de delegatie van Curaçao
op de hoogte gesteld van de uitkomsten van het IPKO.
Presentatie van recente ontwikkelingen per land
De delegaties nemen met belangstelling kennis van de presentaties van de commissievoorzitters
van Aruba en Curaçao, alsmede de delegatieleider van Nederland inzake de recente economische,
sociale, financiële en politieke ontwikkelingen van de drie landen binnen het Koninkrijk.
Daarbij komen uiteenlopende kwesties aan de orde, zoals – voor Aruba – de gevolgen
van de situatie in Venezuela en de inspanningen om economie, overheidsfinanciën en
rechtsstaat te versterken, en – voor Nederland – de Brexit, de stikstofproblematiek,
krapte op de arbeidsmarkt en onrust onder boeren en in publieke sector. Nederland
staat ook voor de uitdaging om de economische en sociale ontwikkelingen (zoals armoedebestrijding)
in Caribisch Nederland in goede banen te leiden. Curaçao kampt net als Aruba met de
grote aantallen ongedocumenteerden uit Venezuela en de gevolgen daarvan. Er zijn voor
Curacao ook positieve ontwikkelingen te noemen, zoals de transitie naar een nieuw
ziekenhuis, de uitbreiding van de luchthaven en de groeiende toeristensector. Dit
laat onverlet dat veel aandacht uitgaat naar de raffinaderij, de banksector, de toenemende
werkeloosheid en de teruglopende economie.
Terugkoppeling voortgang werkgroepen plenair
Voortgang werkgroep SDG People
Er is gesproken over armoede en effectieve armoedebestrijding in de vier landen van
het koninkrijk. Standaardisatie van de data en methoden met betrekking tot de relevante
SDG’s is van belang; de werkgroep geeft in overweging via de regeringen de CBS-en
in de landen te verzoeken deze standaardisatie ter hand te nemen.
Het is van belang herstel en stabilisatie van de economie te bevorderen op de eilanden
door toerisme-opleidingen te ontwikkelen, zo mogelijk samen met de andere landen,
en door in te zetten op diversificatie van de energieopwekking. Het ene land is hierin
verder dan het andere en de potentiële bronnen lopen uiteen; dat biedt mogelijkheden
om elkaar bij te staan. Zo is de zon op de eilanden een grote bron van duurzame energie,
deze wordt benut maar deze benutting kan nog sterk groeien.
Ook is gesproken over kansen in het onderwijs. Samenwerking tussen de landen is en
blijft belangrijk (zoals ook blijkt uit de voorlichting van DUO in de landen en de
voorbereiding op studie in Nederland). De werkgroep stelt voor dat de delegaties hun
resp. regeringen vragen om de toegankelijkheid tot staatsexamens voor inwoners van
Aruba, Curaçao en Sint Maarten te verbeteren, bij voorbeeld door het kunnen laten
afnemen van deze examens in deze landen zelf, voor de leerlingen die onder het Nederlandse
systeem vallen. Voorts constateren deze delegaties dat het toerisme en de horeca momenteel
de grootste groeifactoren zijn in de economie van de landen in het Caribische deel
van het Koninkrijk, en dat het daarom wenselijk is dat jongeren uit deze landen een
gecombineerde publieke horeca-toerisme vakopleiding (deels) in het Caribisch deel
van het Koninkrijk kunnen volgen. Zij roepen hun regeringen op hiertoe samen te werken
met de hotel- en toerismeopleidingen in Nederland om dit te realiseren.
Voortgang werkgroep SDG Planet /Prosperity
Er is gesproken over de bevolkingsdruk in de diverse landen; alle vier landen hebben
daar om uiteenlopende oorzaken mee te maken.
De werkgroep onderschrijft het belang van diversificatie van (duurzame) energieopwekking.
In Nederland is het beoogde en gewenste aandeel duurzame energie in de totale opwekking
nog niet behaald. In de andere landen worden duurzame bronnen als zon en wind beter
benut; verdere benutting is wenselijk.
Vergelijkbare cijfers zijn belangrijk; de ontwikkeling van de SDG’s in de landen moet
naast elkaar kunnen worden gelegd om een goede vergelijking te kunnen maken. De werkgroep
neemt op zich om eind maart 2020, als de SDG-rapportages over 2019 binnen zijn, een
matrix te maken, om voor zover mogelijk deze vergelijking te maken, zodat conclusies
kunnen worden getrokken en opties voor vervolgstappen kunnen worden bezien. Het lid
Bosman is initiatiefnemer.
Voortgang werkgroep Integriteit van bestuur
Tijdens het IPKO van juni 2019 is besloten dat de behandeling van SDG16 bij de werkgroep
integriteit zal worden ondergebracht. Ter voorbereiding op het IPKO januari 2020 is
een overzicht opgesteld dat aanknopingspunten bevat voor het gesprek over integriteit
tussen de parlementen dat onder meer refereert aan instrumenten ter bevordering van
integriteitsborging binnen de EU en in de Cariben. Dit overzicht zal ter kennisneming
aan het IPKO ter hand worden gesteld.
De werkgroep stelt dat, omdat de landen in het Koninkrijk bij herhaling worden geconfronteerd
met issues en incidenten op het vlak van integriteit van bestuur, de handhaving van
deze integriteit een permanente inspanning van de betrokken parlementsleden vergt.
Dit geldt ook voor het parlement als instituut. De parlementen van het Koninkrijk
kunnen ook waar het gaat om integriteit elkaar inspireren, motiveren en bijstaan.
Om die reden zal de werkgroep Integriteit van bestuur een inventarisatie (laten) maken
van de integriteitsregels en -voorzieningen zoals die thans gelden voor de parlementen
in het Koninkrijk (« het maken van een foto»). Vervolgens zal de werkgroep deze inventarisatie
op hoofdlijnen spiegelen aan bestaande (internationale) regels en criteria op het
vlak van integriteit van bestuur. Zo nodig laat de werkgroep zich hierbij assisteren
door de griffies, danwel door expertise van buitenaf (bij voorbeeld een universiteit).
De werkgroep zal de resultaten hiervan, zo mogelijk voorzien van een advies, ter agendering
voor het IPKO van januari 2021 voordragen.
Verder vraagt de werkgroep aandacht voor de omstandigheden waaronder veroordeelden
en preventief gehechten in het Caribisch deel van het Koninkrijk gedetineerd worden.
Voor al deze gebieden geldt dat er nog veel te winnen is als het gaat om alternatieven
voor detentie, zoals het gebruik van elektronisch toezicht, het toepassen van werk-
en leerstraffen en het benutten van de mogelijkheden voor resocialisatie.
Zowel qua kennis als qua voorbereidings- en uitvoeringscapaciteit, maar ook financieel
is het onhaalbaar om op korte termijn tot verbetering van de detentiesituatie te komen.
Ook voor alternatieven voor detentie en voor resocialisatie geldt dat wederzijdse
hulp en bijstand binnen het Koninkrijk dringend gewenst is.
Het IPKO roept de betrokken ministers in de vier landen van het Koninkrijk (die elkaar
overigens in de week van 13 januari tijdens het Justitieel vierpartijenoverleg ontmoeten)
op om een taskforce op te richten die voorstellen moet doen om de detentieomstandigheden
in het Caribisch deel van het Koninkrijk te verbeteren. Deze taskforce moet tevens
voorstellen formuleren ten aanzien van alternatieven voor detentie en resocialisatie
van ex-gedetineerden. Het verzoek aan de bewindslieden is om voor het einde van 2020
een rapportage hierover voor te leggen aan de afzonderlijke parlementen van het Koninkrijk.
Voortgang werkgroep Statuut
De werkgroep memoreert het belang van overeenstemming over de verdeling en invulling
van lands- en Koninkrijksverantwoordelijkheden tussen de landen: welke verantwoordelijkheden
dragen de landen zelf en welke gezamenlijk? Meer duidelijkheid op dit punt geeft meer
aanknopingspunten hoe kwesties die in het geding zijn, door de regeringen kunnen worden
opgepakt, bijvoorbeeld in de vorm van een vierlandenoverleg of anderszins.
De werkgroep stelt voor dat in de landen zelf nader wordt gesproken over de invulling
van lands- en Koninkrijksverantwoordelijkheden, om daarbij de bevolkingen te betrekken
en de besprekingen hierover op het volgende IPKO voort te zetten, en dat daarover
zo mogelijk voor 2021 door de regeringen van de landen een visie wordt gepresenteerd.
Bespreking «Wederzijdse verkiezingswaarneming»
De delegaties hebben kennisgenomen van de binnen de landen aanwezige gebruiken met
betrekking tot verkiezingswaarneming. De delegaties onderschrijven het grote belang
van standaard internationale verkiezingswaarnemingsmissies bij verkiezingen in hun
landen. Verkiezingswaarnemingen hebben – zoals te doen gebruikelijk – ten doel te
observeren of de verkiezingen in een land vrij en eerlijk verlopen, en daarover te
rapporteren. Aldus kunnen zij een bijdrage leveren aan het versterken van vrije en
eerlijke verkiezingen in de vier landen van het Koninkrijk.
De delegaties hebben geen overeenstemming kunnen bereiken over een vorm van structurele
verkiezingswaarneming door parlementariërs binnen het Koninkrijk.
Presentatie crisiscoördinator Curaçao
De crisiscoördinator Curaçao verzorgt een presentatie om de aard en omvang van de
problematiek rond de instroom van ongedocumenteerden uit Venezuela te schetsen. Elementen
daaruit: de instroom verloopt op allerlei manieren, met inbegrip van duur betaalde
illegale overtochten, en vindt plaats via allerhande locaties langs de kust en het
vliegveld. Het tegengaan hiervan is complex. De gevolgen laten zich voelen in de arbeidsmarkt
en arbeidsomstandigheden, prostitutie, wijkverloedering, geweld en criminaliteit (waaronder
moorden) maar brengt ook een volksgezondheidsprobleem met zich mee. Verder heeft e.e.a.
gevolgen voor de werkgelegenheid en de overheidsfinanciën, en legt het een groot beslag
op de capaciteit van de overheidsdiensten.
De 6.000 tot 16.000 ongedocumenteerden vormen daarmee mogelijk circa 10% van de bevolking
en blijven veelal buiten beeld van de autoriteiten, met alle gevolgen vandien.
ICRC en IOM zijn betrokken, met name ter kennisuitwisseling. Hun prognose is dat er
eind 2020 wel eens 21.000 ongedocumenteerden op Curacao aanwezig zouden kunnen zijn.
De sancties tegen Venezuela hebben de economie zwaar getroffen, onder andere door
het stil liggen van de raffinaderij en het wegvallen van het toerisme uit Venezuela.
Enkele jaren terug is de Taskforce 2017 ingesteld, met als oogmerk monitoring, bundeling
van krachten en het beter op elkaar doen inspelen van de drie lijnen van beperking
van de instroom: op zee, aan de kust en binnen het land. In koninkrijksverband is
sprake van een tweewekelijks overleg tussen de vier landen en betrokken NGO’s. De
regering van Curaçao zal worden verzocht nader inzicht te geven in wat zij eerder
aan ondersteuning heeft gevraagd, maar niet heeft gekregen.
Er is op afzienbare termijn een nieuw bijstandsverzoek te verwachten; het gaat daarbij
om mensen en middelen.
Bespreking «Situatie in Venezuela»: rapportage uit de vier ad hoc groepen
De groepen benadrukken het belang van effectieve buitenlandse druk op Venezuela, onder
andere vanuit Nederland. Regionale samenwerking is van belang. Niettemin zijn nadere
afspraken met andere buurlanden van Venezuela, zoals Colombia, over de opvang niet
snel te verwachten. De sanctiewetgeving tegen Venezuela wordt door de regeringen van
alle landen van het Koninkrijk nageleefd.
Verandering binnen Venezuela is niet snel te verwachten. Dit impliceert dat een snelle
oplossing in de opvanglanden, waaronder de ABC-eilanden, niet in zicht is. Tevens
is de instroom niet gemakkelijk te verminderen.
De delegaties zijn het er over eens dat inhumane opvang moet worden tegengegaan.
Vanuit de gezamenlijke betrokkenheid van de landen binnen het Koninkrijk zijn stappen
mogelijk en gewenst met betrekking tot het invullen van de verantwoordelijkheden door
de onderscheiden landen. Samenwerking is het motto. De delegaties kunnen elkaar daarbij
helpen door de noden en wensen ten aanzien van wederzijdse hulpverlening inzichtelijk
te maken, zodat die met de eigen regeringen kunnen worden besproken, onder meer in
de wetenschap dat het gezamenlijk gewicht van het Koninkrijk van belang is voor een
effectieve samenwerking met andere landen in de regio. Via het Koninkrijk kunnen ook
EU-fondsen worden aangeboord.
De huidige situatie op de Benedenwindse eilanden is te betitelen als een crisis; wellicht
kunnen de landen van het Koninkrijk tot een gezamenlijk gedragen crisis-organisatie
(mogelijk inclusief NGO’s) komen, zodat met (nog meer) sense of urgency gewerkt kan worden aan concrete oplossingen.
Bespreking Milieu/Energie/Klimaat/Natuur: terugkoppeling uit de vier ad hoc groepen
Groep Natuur
Natuurbescherming betreft regelgeving, handhaving en draagvlak, en dus ook betrokkenheid
van maatschappelijke organisaties. Integratie van economie en duurzaamheid kan belangen
verenigen en daarmee een toekomstbestendige economie borgen. Als voorbeeld kan de
toerismesector gelden: indien toerisme het milieu en de natuur schaadt, lijdt vervolgens
het toerisme zelf schade.
De sleutel tot dit alles is bewustwording.
De groep stelt voor om tijdens het komende IPKO (juni 2020 in Nederland) contact te
hebben met de Waddenacademie, die zich op een dergelijke bewustwording richt. De Waddenacademie
draagt door bundeling van kennis inzake ecologie, cultuurhistorie, economie, klimaat
en water bij aan de duurzame ontwikkeling van het Waddengebied, waar de waarden van
de natuur en het landschap aan de basis staan van identiteit, welvaart en welzijn
van bewoners, ondernemers en bezoekers.
Groep Milieu
Elk land kent flinke uitdagingen. Op Aruba betreffen deze onder meer de vuilstort
Parkietenbos. Oplossingen liggen in het slimmer omgaan met afval, zoals omvorming
van plastics in olie. Recent zijn een plastic tassenverbod en wegwerpplasticverbod
van kracht geworden.
Andere dilemma’s betreffen de nadelige gevolgen van overtoerisme (ook in Amsterdam
bekend) en het werken aan bewustwording.
Nederland kampt, naast andere klimaatproblemen, met de stikstofuitstoot. Dit speelt
in de landbouw, maar ook de bouw en het verkeer kampen met de gevolgen. Verder speelt
de verspreiding van pfas (niet afbreekbare stoffen in de grond). Via noodwetgeving
is tussentijds «stikstofruimte» gecreëerd (onder ander vermindering van de maximumsnelheid).
Nadere maatregelen volgen later dit jaar.
Curaçao staat voor de uitdaging tot een meer duurzame raffinaderij te komen, in samenwerking
met de nieuwe exploitant. Ook dit land kampt met plasticproblematiek.
Bonaire koerst richting blue destination, maar de weg daar naartoe is nog lang. Actueel is het vraagstuk hoe het open landschap
te beschermen, een vraag die ook op Curaçao voorligt.
Net als op Curaçao en Aruba is er nog geen oplossing voor het sargassum-vraagstuk.
Saba geldt als de «unspoiled Queen». Het bewustzijn van het belang van duurzaamheid
is groot.
Op Statia is sprake van minder bewustzijn op dit punt; de regeringscommissaris zet
daarom in op een beleid dat meer in het teken staat van duurzaamheid, onder andere
door autowrakken te verwijderen en door het tegengaan van erosie.
Groep Energie
Aruba is van plan om het akkoord van Parijs te implementeren, door in te zetten op
duurzame energie, in het bijzonder windenergie. Nieuwe apparaten zijn zuiniger, en
werken ook op gas, niet alleen op benzine. Gratis opladen is hier en daar mogelijk,
maar het aanbod van elektrische auto’s is te gering. Aruba bevordert elektrisch rijden
door lagere invoerrechten en een lager tarief voor motorrijtuigenbelasting. Voor het
hele Caribische gebied geldt dat door de beschikbare zonne-energie en de kleine schaal
de elektrische auto de toekomst heeft, tegen lagere kosten.
Curaçao zet onder meer in op zonnepanelen op scholen, maar veel meer duurzame opties
zijn mogelijk, onder andere het opwekken van energie uit zeewater in combinatie met
winning van drinkwater. Curaçao stelt prijs op bijstand bij de overgang op elektrische
auto’s.
Nederland zet in op windenergie, met name op zee. Op land is windenergie in de praktijk
omstreden. Kernenergie is nog niet aan de orde. Privé zonnepanelen geven hier en daar
veiligheidsproblemen (brandgevaar). De transitie naar duurzame energie gaat gepaard
met de afbouw van de winning van het Groninger gas.
Groep Klimaatverandering
Dit thema heeft veel raakvlakken met energie en milieu. Een klein eiland kan slechts
een kleine bijdrage leveren aan de oplossing, maar de eilanden hebben wel te maken
met de gevolgen. De landen in het Caribische deel van het Koninkrijk kunnen wel een
voorbeeldfunctie hebben.
Aruba en Curaçao pakken dit op door beter gebruik van natuurlijke energiebronnen,
zoals zon, wind en water. De landen verkeren nog in de transitiefase. Het is noodzakelijk
om je als land voor te bereiden op de zeespiegelstijging. Een voorbeeld hiervan is
het vermijden van het plaatsen van vitale functies in potentieel kwetsbare gebieden.
Verder is het noodzakelijk te stoppen met het lozen van ongezuiverd water in zee.
Daarnaast is het belangrijk om in het kader van de transitie van energie en water
het mogelijk te maken dat huishoudens en bedrijven zelf deze nieuwe energie op kunnen
wekken. Bij water speelt wel nog het thema van de volksgezondheid.
Werkbezoeken
De delegaties spreken hun hartelijke dank uit aan de ontvangende instanties die de
werkbezoeken in het kader van het IPKO mogelijk hebben gemaakt en zo vriendelijk waren
om de delegaties desgevraagd de benodigde informatie te verstrekken.
Werkbezoek aan de barakken van de vreemdelingenbewaring SDKK
Op donderdagochtend brengen de delegaties een werkbezoek aan de barakken van de vreemdelingenbewaring
SDKK. Daar ontvangen zij een presentatie van de directie van het instituut en het
Ministerie van Justitie van Curaçao. Sedert lang wordt Curaçao door Venezolanen bezocht,
aanvankelijk voor het doen van inkopen en bijvoorbeeld voor het aankopen van dollars,
hoewel sommigen ook strafbare feiten pleegden. In de laatste vijf jaar is de illegale
binnenkomst van Venezolanen toegenomen en zou ook hun betrokkenheid in de criminaliteit
zijn gegroeid.
Het aantal op Curaçao gedetineerde vreemdelingen per jaar groeide tussen 2015 en 2017
van 715 naar 1.532 personen. Deels door de grenssluiting met Venezuela daalde dit
aantal in 2018 naar 1.056. Hiervan zijn 625 man en 431 vrouw. Zo’n 15% van hen wordt
bij de overtocht per boot onderschept door de kustwacht.
Vreemdelingen die zijn gedetineerd, worden in beginsel zo snel mogelijk teruggestuurd.
Het streven is dit binnen twee weken te doen. Venezuela werkt daar in beginsel aan
mee. Niettemin is verwijdering soms moeilijk door het ontbreken van de juiste documentatie
zoals een geldig paspoort. In 2018 voerden Venezolanen de ranglijst aan van verwijderde
migranten: in totaal 824 personen.
De juridische titel van de vreemdelingenbewaring is een bestuurlijke maatregel met
als doel verwijdering. Curaçao kent geen asielprocedure in de eigenlijke zin van het
woord. Het land is geen partij bij het VN-Vluchtelingenverdrag. Bescherming kan enkel
worden ingeroepen via een beroep op artikel 3 van het EVRM-verdrag, het non-refoulementbeginsel.
Deze procedure wordt uitgevoerd door met name de ministeries van Justitie en Sociale
Zaken. Veruit de meeste Venezolanen doen geen beroep op bescherming; het doel van
het verblijf op Curaçao is vooral economisch van aard. Indien zij worden vastgezet,
maken zij daarom geen bezwaar tegen verwijdering. Al was het maar om na verwijdering
opnieuw te proberen Curaçao binnen te komen. Beroep doen op bescherming kan leiden
tot bewaring van langere duur in verband met de te volgen procedure.
Om de vreemdelingenbewaring adequaat vorm te geven is berekend dat ongeveer 100 plaatsen
nodig zijn, rekening houdend met instroom en verwijdering. Op dit moment is de capaciteit
44 plekken en deze capaciteit zal binnen anderhalf jaar worden uitgebouwd naar 70
plaatsen. De instroom is echter niet gelijkmatig, soms zijn er pieken in de vreemdelingenbewaring
en wordt er ook gebruikgemaakt van andere oplossingen zoals bewaring op andere locaties
en gebruikmaking van detentieplaatsen. Minderjarigen worden in beginsel onder toezicht
geplaatst.
De vreemdelingen krijgen relevante formulieren in het Nederlands, maar zouden op de
hoogte worden gesteld van de inhoud daarvan. Rechtsbijstand is mogelijk. De medische
dienst van de gevangenis is belast met medische verzorging. Ondanks personeelstekorten
zou men doorgaans in de behoefte kunnen voorzien.
In samenwerking met het Rijksvastgoedbedrijf en Dienst Justitiële Inrichtingen zijn
plannen ontwikkeld om bij de vreemdelingenbewaring van groepshuisvesting over te gaan
naar compartimentering, voor een betere beheersbaarheid met verschillende regimes:
de grote zalen worden omgebouwd tot afzonderlijke cellen. In een cel zouden twee tot
vier personen kunnen worden ondergebracht. De compartimentering is op dit moment voor
de helft gerealiseerd voor wat betreft het mannendeel. De andere helft en het realiseren
van de vernieuwde bewaring voor vrouwen en gezinnen volgt binnen ca 1,5 jaar. Het
totaal aan beschikbare plaatsen bedraagt dan 70, dat is voldoende voor 2.000 behandelingen
per jaar.
Aansluitend worden de delegaties in de gelegenheid gesteld om de vreemdelingenbarakken
te bezoeken. Daar zijn op dit moment zeven Venezolaanse mannen in bewaring gesteld
die een beroep hebben gedaan op artikel 3 EVRM. De delegatie krijgt de gelegenheid
met hen te spreken over de situatie waarin zij verkeren, het verblijf in de barakken,
de stand van zaken in hun procedure en de juridische bijstand die zij al dan niet
ontvangen. De drie vrouwen die in detentie zaten zijn niet gesproken vanwege tijdsgesprek;
die zitten in het vrouwengedeelte van het Huis van Bewaring.
Werkbezoek aan het Curaçao Medical Center (CMC)
De delegaties worden onder meer ontvangen door de dagelijkse leiding, die een presentatie
voor de delegaties verzorgt.
De plannen voor een nieuw te bouwen ziekenhuis ter vervanging van het oude SEHOS dateren
uit 2008. In 2014 is gestart met de bouw op de huidige locatie en in 2018 was de ruwbouw
gereed. Sedertdien is het gebouw ingericht en op 15 november is het CMC operationeel
geworden. Het betreft een algemeen ziekenhuis, primair bedoeld voor Curaçao maar met
een ondersteunende functie voor Aruba, de BES-eilanden en Sint Maarten. Het ziekenhuis
heeft 24 medische specialismen en 1.265 fte medewerkers. Het beslaat een oppervlakte
van 37.100 m2.
Het initiële projectbudget bedroeg ANG 421,8 miljoen, maar dit is ruimschoots overschreden.
De voorzitter van de Raad van Bestuur geeft in zijn presentatie een overzicht van
de componenten van deze extra kosten, deels veroorzaakt door de nieuwe locatie met
bijbehorende vertraging.
Uit de presentatie blijkt voorts dat de voornaamste financieringsbron ANG 422 miljoen
via (U)SONA (Obligatieleningen Nederland) was. Daarnaast is sprake van ANG 62 miljoen
voorschotten van de overheid en ANG 128 miljoen aan leningen. Daarnaast vanaf de opening
gelden via het Zorgbudget met SVB en facturatie aan particuliere verzekeraars, benevens
andere inkomsten.
De transitie van het oude SEHOS naar het CMC is ondersteund vanuit het Erasmus MC
in Rotterdam. Ten einde de exploitatie van het CMC ondanks meerkosten bij ingebruikname
mogelijk te maken, worden door de SVB besparingen gerealiseerd door minder medische
uitzendingen naar het buitenland, minder vrijgevestigde specialisten, het terugbrengen
van de medicatiekosten en laboratoriumkosten. De hogere bijdrage bij ingebruikname
van het CMC wordt aldus grotendeels gecompenseerd.
Er worden cijfers verstrekt die inzicht geven in het aantal operaties (416), poliklinische
afspraken (16.387), opnames (4.778) en verpleegdagen (15.813) in de periode 15 november
2019 – 2 januari 2020.
Tot slot worden een aantal terreinen genoemd waarop het CMC nog verbeteringen kan
doorvoeren, waaronder ICT en drie afdelingen die nu nog ondergebracht zijn in het
oude SEHOS.
Aansluitend worden de delegaties in groepen rondgeleid door personeel van het CMC
over de verschillende afdelingen van het ziekenhuis.
Agendapunten volgend IPKO
De agendapunten zullen in een volgend presidiumoverleg worden bepaald.
Willemstad, 10 januari 2020
J.E. Thijsen (Voorzitter Staten van Aruba)
W.W. Millerson (Voorzitter Staten van Curaçao)
J.M. Paternotte (Staten-Generaal Nederland)
BIJLAGE I LEDEN VAN DE DEELNEMENDE DELEGATIES
DELEGATIE STATEN VAN ARUBA
Hr. J.E. Thijsen
Hr. R.G. Tjon
Hr. M. Sneek
Hr. H. Tevreden
Hr. R. Croes
Mw. L. Christiaans- Yarzagaray
Hr. E. Vrolijk
Hr. R. Candelaria
Hr. E. Croes
Hr. R. Arends
Hr. M. Lampe
Mw. D. Lejuez
Hr. H. Hek (Griffier)
DELEGATIE STATEN VAN CURACAO
Hr. W. Millerson
Mw. A.M. Pauletta
Hr. Y. Schoop
Hr. G. Pisas
Hr. M. Rojer
Hr. R. Calmes
Hr. J. Cordoba
Mw. M. Moses
Hr. S. Cijntje (Griffier)
NEDERLANDSE DELEGATIE
Tweede Kamer
Hr. J.M. Paternotte (Delegatieleider; voorzitter vaste commissie Koninkrijksrelaties)
Hr. A. Bosman
Hr. M. de Graaf
Hr. C.J.L. van Dam
Mw. A.E. Diertens
Mw. N. Özütok
Hr. A.A.G.M. van Raak
Mw. A.H. Kuiken
Hr. T.N.J. de Lange (Griffier)
Hr. J. Pot (kenniscoördinator)
Eerste Kamer
Hr. P. Rosenmöller (vicedelegatieleider; voorzitter vaste commissie Koninkrijksrelaties)
Hr. A.J.A. Beukering (ondervoorzitter vaste commissie Koninkrijksrelaties)
Mw. A. Jorritsma-Lebbink
Mw. M.G.H.C. Oomen-Ruijten
Mw. C. Moonen
Hr. F.J. Bergman (Griffier)
BIJLAGE II PROGRAMMA INTERPARLEMENTAIR KONINKRIJKSOVERLEG 7 T/M 10 JANUARI, WILLEMSTAD,
CURACAO
DINSDAG 7 JANUARI 2020
09.00 – 10.00 uur
Delegaties
Ontvangst
09.15 – 09.45 uur
Delegatieleiders en commissievoorzitters
Presidiumoverleg
10.00 – 10.30 uur
Opening
Welkomsttoespraak door voorzitter IPKO, gevolgd door:
– korte speech door delegatieleider Aruba
– korte speech door delegatieleider Nederland
10.45 uur
Groepsfoto
11.00 uur
Opening vergadering door voorzitter IPKO
11.00 – 12:30 uur
Presentatie van recente ontwikkelingen per land
11.00u Presentatie Aruba incl. vragen en antwoorden
11.30u Presentatie Curaçao incl. vragen en antwoorden
12.00u Presentatie Nederland incl. vragen en antwoorden
12.30 – 14.00 uur
Lunch aangeboden door de Voorzitter van de Staten
14.00 – 14.45 uur
Bespreking voortgang werkgroepen
In werkgroepverband
15.00 – 16.00 uur
Terugkoppeling voortgang werkgroepen plenair
15.00u: Voortgang werkgroep SDG People
15.15u: Voortgang werkgroep SDG Planet/Prosperity
15.30u: Voortgang werkgroep Integriteit van bestuur
15.45u: Voortgang werkgroep Statuut
16.00 – 17.00 uur
Bespreking «Wederzijdse verkiezingswaarneming»
17.30 – 18.30 uur
Borrel aangeboden door de Gouverneur van Curaçao
WOENSDAG 8 JANUARI 2020
10.00 uur
10.15 uur
10.15 – 13.00 uur
Presidiumoverleg
Heropening vergadering door voorzitter IPKO
Bespreking «Situatie in Venezuela»
Met inleiding van Taskforce Rampenbestrijding
13.00 – 14.00 uur
Lunch
14.00 – 16.00 uur
19.00 – 22.00 uur
Bespreking «Milieu/Energie/Klimaat»
Culturele avond
DONDERDAG 9 JANUARI 2020
09.00 uur
Werkbezoek barakken vreemdelingenbewaring SDKK
12.30 – 14.00 uur
14.30 – 16.30 uur
Lunch
Werkbezoek Curacao Medical Centre (CMC)
17.00 – 18.00 uur
Beleefdheidsbezoek CG USA
VRIJDAG 10 JANUARI 2020
Afsluiting
09.30 – 10.00 uur
Delegatie-overleggen
10.00 – 10.30 uur
Presidiumoverleg
10.45 – 11.45 uur
Vaststelling afsprakenlijst
12.00 – 13.00 uur
Lunch op eigen gelegenheid
13.00 – 14.00 uur
Ondertekening afsprakenlijst en persconferentie
BIJLAGE III SAMENSTELLING IPKO-WERKGROEPEN
Werkgroep SDG People
Mw. A.V. Pauletta (Curaçao, rapporteur)
Hr. M.N.J. Rojer (Curaçao)
Mw. M.C. Moses (Curaçao)
Hr. J.L. Cordoba (Curaçao)
Hr. M. Lampe (Aruba)
Mw. L. Christiaans-Yarzagaray (Aruba)
Hr. E.G.A. Vrolijk (Aruba)
Mw. A.H. Kuiken (Nederland)
Mw. A.E. Diertens (Nederland)
Hr. P. Rosenmöller (Nederland)
Mw. M.G.H.C. Oomen-Ruiten (Nederland)
Werkgroep SDG Planet / Prosperity
Hr. A. Bosman (Nederland, rapporteur)
Mw. N. Özütok (Nederland)
Hr. A.J.A. Beukering (Nederland)
Mw. C. Moonen (Nederland)
Hr. R.A. Arends (Aruba)
Mw. D.R.Y. Lejuez (Aruba)
Hr. E. Croes (Aruba)
Hr. R.F. Calmes (Curaçao)
Hr. Y. Schoop (Curaçao)
Hr. G.S. Pisas (Curaçao)
Werkgroep Integriteit van bestuur
Hr. R.G. Tjon (Aruba, rapporteur)
Hr. A.M. Sneek (Aruba)
Hr. R. Candelaria (Aruba)
Hr. R.S. Croes (Aruba)
Hr. C.J.L. van Dam (Nederland)
Hr. J. Recourt (Nederland)
Mw. A. Jorritsma-Lebbink (Nederland)
Mw. A.V. Pauletta (Curaçao)
Hr. W.W. Millerson (Curaçao)
Werkgroep Statuut
Hr. R. Ganzevoort (Nederland, rapporteur)
Hr. R.F. Calmes (Curaçao)
Hr. Thijsen (Aruba)
Hr. R.G. Tjon (Aruba)
Mw. S. Jacobs (St Maarten)
Hr. C. Peterson (St Maarten)
Hr. A.A.G.M. van Raak (Nederland)
Mw. A.E. Diertens (Nederland)
NB: voor wat betreft de SDG-werkgroepen en de werkgroep Integriteit van bestuur zijn
de leden van de Staten van St Maarten niet in dit overzicht opgenomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.M. Paternotte, voorzitter van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties -
Mede ondertekenaar
T.N.J. de Lange, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.