Lijst van vragen : Verslag houdende een lijst van vragen inzake wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
2019D50234 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, belast met het voorbereidend
onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm
van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Rog
De adjunct-griffier van de commissie, Witzke
Nr.
Vraag
1
Welk deel van het handhavingsbudget wordt besteed aan veilig werken?
2
Hoeveel onderschrijding van de € 826 miljoen kan worden doorgeschoven naar volgend
jaar? Kan in een overzicht worden aangegeven welke onderschrijding kan worden doorgeschoven
naar volgend jaar en welke niet?
3
Waarom kost het vormgeven van de herstelactie kindgebonden budget meer tijd dan verwacht?
4
Wat gebeurt er met het geld dat vrijkomt uit de onderuitputting van de sectorplannen
en Dienstverlening Werkzoekenden en projecten Samenwerking en Regie Arbeidsmarkt (DWSRA)?
5
In hoeverre is te verwachten dat het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
ook dit jaar meer onderuitputting zal hebben dan de eindejaarsmarge toelaat?
6
Is er een analyse beschikbaar van de oorzaken van de structurele onderuitputting bij
het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid?
7
Hoe kan bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onderuitputting in
de komende jaren worden voorkomen/beperkt?
8
Wat ligt ten grondslag aan de opwaartse bijstelling bij de definitieve beschikkingen
bij het Lage-inkomensvoordeel (LIV) en Loonkostenvoordeel (LKV)?
9
Wat is er precies herschikt onder de noemer «inkomensoverdrachten: vakantiedagen»?
10
Hoeveel bedrijven maken voor hoeveel werknemers gebruik van het LIV, jeugd-LIV en
LKV? In welke sectoren zitten deze bedrijven?
11
Kunt u alle individuele mutaties onder «Subsidies/ opdrachten/ bijdrage andere begrotingen/
bijdrage agentschappen» individueel uitsplitsen?
12
Kan verklaard worden dat de uitgaven aan toeslagen op de Wet Werk en Inkomen naar
Arbeidsvermogen (WIA)-uitkeringen zijn toegenomen?
13
Zal het bedrag van de onderbenutting over 2019 van € 16,1 miljoen, waarvan de sectorplannen
en DWSRA de belangrijkste zijn, beschikbaar blijven voor de doelgroep?
14
Waar wordt het verschil tussen de uitgaven en de verplichtingen van € 11,9 miljoen
precies door veroorzaakt?
15
Kunt u een overzicht geven van de geraamde en uiteindelijk gerealiseerde uitgaven
aan de Toeslagenwet voor de verschillende regelingen als WIA, Werkloosheidswet (WW)
en Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) over de afgelopen
vijf jaar tussen de begroting, voorjaarsnota en najaarsnota?
16
Wat is de reden voor de structurele neerwaartse bijstellingen bij de Toeslagenwet?
17
Hoe verhouden de uitgaven aan de Toeslagenwet onder artikel 2 zich tot de uitgaven
onder andere artikelen, zoals de WIA en Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering
(WAO) die ook onder artikel 3vallen?
18
Welke sociaal economische initiatieven in Caribisch Nederland worden ondersteund met
de extra € 2,3 miljoen?
19
Kunt u toelichten of er wel/geen sprake is van een onderlinge relatie tussen de stijging
op de toeslagen enerzijds en verlaging van de uitgaven WAO anderzijds, en indien wel
hoe?
20
Hoeveel mensen ontvangen een uitkering via de WAO?
21
Wat zijn de oorzaken van de lagere instroom in en hogere uitstroom uit de WAO?
22
Hoeveel mensen ontvangen een uitkering via de Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten
(IVA)?
23
Wanneer wordt het onderzoek naar taalachterstand als reden voor arbeidsongeschiktheid
afgerond?
24
Hoeveel personen ontvangen een uitkering via de Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten
(WGA)?
25
Hoeveel personen ontvangen een uitkering via de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering
Zelfstandigen (WAZ)?
26
Hoeveel personen ontvangen een Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten eigenrisicodragers
(WGA-ERD)-uitkering?
27
Hoe verhoudt de instroom in de WGA van eigenrisicodragers zich tot de instroom vanuit
verzekerde werkgevers?
28
Wat is de reden dat het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) verwacht
minder budget nodig te hebben voor re-integratietrajecten en voorzieningen voor de
WIA, WAO en WAZ?
29
Wat zijn de gemiddelde kosten van een re-integratietraject vanuit de WIA, WAO en WAZ?
30
Hoe vaak is een re-integratietraject vanuit de WIA, WAO en WAZ succesvol?
31
Is bekend hoe het komt dat het aandeel eigen risicodragers in de WGA lager is dan
waar eerder rekening mee is gehouden, welke gronden/redenen hieraan ten grondslag
zouden kunnen liggen, en of er een verband is met het ongelijke speelveld op de hybride
markt?
32
Waardoor is er in 2019 naar verwachting minder budget nodig voor de inkoop van re-integratieprojecten
en voorzieningen Wajong? Kan het afwijkende bedrag voor de onderuitputting op de Wajong
in de Najaarsnota 2019 en de suppletoire begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
respectievelijk € 16,4 miljoen en € 14,8 miljoen verklaard worden?
33
Kunt u de algemene toelichting onder beleidsartikel 4 nader toelichten in verhouding
tot de bedragen bij de miljoenennota en najaarsnota?
34
Hoeveel jongeren werken er via de Wajong?
35
Hoeveel extra jongeren zijn er via de Wajong aan het werk bij opstellen van de najaarsnota
in relatie tot de lagere uitkering?
36
Hoeveel extra uren worden er gewerkt waardoor de uitkering € 14,8 miljoen lager uitvalt?
37
Kunt u toelichten waarom er in de Najaarsnota 2019 wordt aangegeven dat er een onderuitputting
op de Wajong is van € 16,4 miljoen (op pagina 53) en in de suppletoire begroting Sociale
Zaken en Werkgelegenheid € 14,8 miljoen?
38
Hoe kan de toename van het aantal uitkeringen via de Inkomensvoorziening Oudere Werklozen
(IOW) verklaard worden?
39
Hoeveel personen ontvangen een IOW?
40
Wat wordt betaald uit de post «subsidies» waarop een neerwaartse bijstelling is van
circa € 2,7 miljoen onder artikel 5?
41
Wat is de reden voor de neerwaartse bijstelling op de post «scholing Werkloosheidswet»?
42
Hoeveel scholingstrajecten voor mensen in de WW zijn de afgelopen vijf jaren toegekend?
43
Hoeveel personen ontvangen een WW-uitkering en hoe heeft dit aantal zich de afgelopen
vijf jaar ontwikkeld?
44
Wat is de oorzaak van het toegenomen aantal nul-uitkeringen in de WW en hoe vaak is
een boete/maatregel hiervan de oorzaak?
45
Hoe lang duren nul-uitkeringen in de WW gemiddeld?
46
Hoe kan het hogere aantal uitzendkrachten dat een beroep doet op de Ziektewet (ZW)
verklaard worden?
47
Wat is de planning van de uitvoering van de Organo Psycho Syndroom (OPS)-regeling?
48
Wat is de reden van vertraging van de OPS-regeling?
49
Welk deel van de hogere uitgaven aan ZW-uitkeringen wordt veroorzaakt door de hogere
instroom van uitzendkrachten en waar wordt het andere deel door verklaard?
50
Wat is de reden dat de OPS-regeling nog niet operationeel is?
51
Wanneer is de OPS-regeling wel operationeel en welke gevolgen heeft de onderuitputting
in 2019 voor uitgaven in volgende jaren?
52
Wat zijn de – uitgesplitste – redenen voor de hogere uitkeringslasten in de ZW?
53
Hoeveel personen ontvangen een Wet Arbeid en Zorg (WAZO)-uitkering?
54
In hoeverre is sprake van samenhang tussen de uitgaven aan de WAZO in de afgelopen
vijf jaar en het geboortecijfer?
55
Kunt u toelichten wat de redenen zijn van de vertraagde invoering van de OPS-regeling
en wat eventuele consequenties zijn voor betrokkenen (behoudens de constatering dat
daarom in 2019 nog geen uitkeringen plaatsvinden)?
56
Hoe komt het dat het aantal uitzendkrachten dat een beroep doet op de ZW sterk is
toegenomen?
57
Kunt u verklaren dat de geraamde nabetalingen voor kinderopvangtoeslagen over voorgaande
toeslagjaren naar beneden worden bijgesteld?
58
Bestaat er al iets van een voorziening voor de compensatie van de zogenaamde Combiteam
Aanpak Facilitators (CAF)-11-zaken, gerelateerde schade en compensatie? Kan toegelicht
worden wat de betrokkenheid en rol van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
is in dit dossier?
59
Kunt u de forse toename van uitgaven aan de kinderopvangtoeslag ten opzichte van de
begroting 2019 toelichten?
60
Wat is de reden voor de lagere uitgaven aan het project verbeterplannen aan kinderopvangtoeslag?
61
Kunt u aangeven waarom er minder wordt uitgegeven aan het project verbeterplannen
kinderopvangtoeslag? Is het doorvoeren van het project minder kostbaar dan gedacht
of loopt het project minder goed of minder snel?
62
Hoeveel personen ontvangen een uitkering via de Algemene Ouderdomswet (AOW)?
63
Wat is de gemiddelde leeftijd van de personen die een AOW-uitkering ontvangen?
64
Hoe hoog is de gemiddelde AOW-uitkering nu en ten opzichte van vijf en tien jaar geleden?
65
Hoeveel gezinnen krijgen later compensatie door het doorschuiven van de herstelactie
van het kindgebonden budget naar 2020?
66
Welke complexiteit gaat gepaard met de herstelactie kindgebonden budget waardoor er
extra tijd nodig is om het te herstellen?
67
Wanneer zijn alle herstelacties kindgebonden budget naar verwachting verricht?
68
Welke mogelijke belemmeringen zijn nog een risico waardoor verder uitstel mogelijk
is?
69
Welke afwegingen spelen nog mee om te bepalen of iemand recht heeft op de herstelactie
kindgebonden budget?
70
Wat is het gemiddelde opbouwpercentage van mensen die nu een AOW-uitkering ontvangen?
71
Hoe hoog is de gemiddelde Algemene Nabestaandenwet (ANW)-uitkering?
72
Wat is de gemiddelde leeftijd van mensen die een ANW-uitkering ontvangen?
73
Hoe lang ontvangen mensen gemiddeld een ANW-uitkering?
74
Welk deel van de neerwaartse bijstelling van het kindgebonden budget wordt veroorzaakt
doordat het voorschot beter aansluit bij de definitieve toekenning en welk deel komt
doordat de gemiddelde uitkering lager uitvalt?
75
Welke uitvoeringsgegevens leiden tot de neerwaartse bijstelling van de uitvoeringskosten
UWV van € 16,4 miljoen?
76
Hoe lang ontvangen mensen gemiddeld een ANW-uitkering?
77
Waardoor wordt de € 17 miljoen onderuitputting op de post leningen bij Dienst Uitvoering
Onderwijs (DUO) veroorzaakt? Is hier een oorzaak in het beleid voor aan te wijzen
of in de ontwikkeling van het aantal inburgeraars?
78
Waar wordt de € 30,9 miljoen onderuitputting op beleidsartikel 13 in deze najaarsnota
voor bestemd?
79
Kunt u toelichten waardoor de verwachte onderuitputting bij het Centraal Orgaan opvang
asielzoekers (COA) van € 3,7 miljoen wordt veroorzaakt?
80
Waarvoor was de bijdrage aan gemeenten bedoeld, waarvan nu achteraf een onderuitputting
van € 7 miljoen wordt verwacht en waar wordt dit door veroorzaakt?
81
Is de overboeking naar het Gemeentefonds voor de decentralisatieuitkering pilots verdere
integratie op de arbeidsmarkt (VIA) aan voorwaarden verbonden of is dit een generieke
uitkering waarbij gemeenten zich niet over de besteding van het gehele ontvangen bedrag
hoeven te verantwoorden?
82
Wat ligt ten grondslag aan de lagere raming voor leningen voor inburgering? Komt dat
door een lager gemiddeld bedrag of lagere aantallen?
83
Waarvoor gaat het restant van circa acht ton dat niet uitgegeven is aan handhaving
gebruikt worden?
84
Welk deel van het handhavingsbudget wordt besteed aan eerlijk werken?
85
Van wie zou het bedrag van –/– € 0,6 miljoen moeten worden ontvangen, gezien het feit
dat de raming is aangepast met dit bedrag en niet meer wordt verwacht dat dit bedrag
binnen zal komen?
86
Kan toegelicht worden waarom een bedrag van € 29,1 miljoen wordt afgeboekt, omdat
een aantal reserveringen zoals voor de Fraudewet en voor uitvoeringskosten in het
zelfstandigen zonder personeel (ZZP)-dossier, niet meer tot uitbetaling komen in 2019?
Waarom is dit laatste het geval? Waarom komen deze reserveringen niet meer tot uitbetaling?
87
Kunt u toelichten waaraan de resterende € 8,778 miljoen op onvoorziene beleidsuitgaven
naar verwachting wordt besteed?
88
In hoeverre heeft het uitstel in de uitvoering van het ZZP-dossier, waarvoor de reserve
uit 2019 wordt afgeboekt, budgettaire consequenties voor 2020?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.R.J. Rog, voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
E.M. Witzke, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.