Lijst van vragen : Verslag houdende een lijst van vragen over wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
2019D50033 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, belast met het voorbereidend
onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm
van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden. De vragen zijn op 5 december
2019 voorgelegd aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister
voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media.
De voorzitter van de commissie, Tellegen
De adjunct-griffier van de commissie, Arends
Nr.
Vraag
1
Kan er een overzicht gegeven worden van alle lectoraten in Nederland?
2
Kan er een overzicht per instelling voor hoger onderwijs gegeven worden met alle lectoraten?
3
Hoeveel lectoraten zijn er in Nederland?
4
In hoeverre zijn lectoraten in het buitenland actief en in hoeverre worden deze door
het Ministerie van OCW gefinancierd?
5
Welke definitie van een lectoraat hanteert het Ministerie van OCW?
6
Welke lectoraten worden met privaat geld gefinancierd en vanwaar is dit geld afkomstig?
7
Wat is de status van de uitvoering van het convenant aanpak lerarentekort?
8
Zijn er investeringen uit het convenant lerarentekort die al in 2019 worden gedaan?
9
Wanneer worden de middelen uit het convenant lerarentekort uitgegeven, uitgesplitst
naar aparte posten?
10
Kan de € 150 miljoen voor primair onderwijs in 2020 worden geïnvesteerd, aangezien
het samenhangt met de cao en de vastgelopen cao-onderhandelingen?
11
Zijn de investeringen in de werkdrukverlaging in het voortgezet onderwijs verbonden
met dezelfde afspraken als de werkdrukmiddelen in het primair onderwijs, zodat het
apart moet worden verantwoord in het jaarverslag en de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad
instemmingsrecht heeft op dat deel van de begroting?
12
Uit welke meevallers op de OCW-begroting wordt de intensivering van € 11,2 miljoen
op de zij-instroom gedekt?
13
Waarom is de € 14,2 miljoen niet opgenomen in de najaarsnota?
14
Welke kosten heeft uw ministerie in 2018 en 2019 gemaakt ten behoeve van (leden van)
het Koninklijk Huis? Welk bedrag is voor dergelijke uitgaven ten behoeve van (leden
van) het Koninklijk Huis precies gereserveerd in uw begroting van 2020?
15
Kunt u een nadere toelichting geven op de bijstelling naar beneden van de rentedragende
lening (€ 130 miljoen) en het collegegeldkrediet (€ 20 miljoen) wat betreft de realisatiegegevens
die afwijken van de eerdere inschatting en de beleidsmatige achtergrond hiervan?
16
Op welke wijze zijn de diverse uitgavenposten van het convenant aanpak lerarentekort
gedekt uit de najaarsnota, uitgesplitst naar aparte posten en nader toegelicht wat
uit welke onderuitputting, herschikking en kasschuif komt?
17
Is het extra bedrag voor de regeling zij-instroom (voor po, vo en mbo) 2019 ad € 14,2
miljoen opgenomen in de najaarsnota 2019 en dus toegevoegd aan de OCW-begroting 2019?
Zo ja, onder welke post is dit extra budget voor de regeling zij-instroom (voor po1, vo2 en mbo3) 2019 opgenomen in de najaarsnota 2019 en waarom is dit budget niet toegelicht in
de bijlage 2 van de najaarsnota, de zogenaamde verticale toelichting? Zo nee, waarom
is dit extra budget voor de regeling zij-instroom (voor po, vo en mbo) 2019 dan niet
opgenomen in de najaarsnota 2019, ondanks de toezegging van de ministers in hun brief
van 1 november 2019 betreffende «Extra investering in het funderend onderwijs» (Kamerstuk
31 293, nr. 488)?
18
Hoeveel volwassen zij-instromers hebben in 2019 gebruik gemaakt van de subsidieregeling
praktijkleren?
19
Welke overwegingen liggen eraan ten grondslag dat er bij de inzet van de incidentele
middelen uit meevallers niet is gekozen om een deel daarvan te doen toekomen aan het
wetenschappelijk onderwijs, terwijl iedereen het er toch over eens is dat ook daar
de druk onaanvaardbaar hoog is?
20
Wat zijn precies alle mee- en tegenvallers?
21
Hoeveel geld uit het «convenant extra geld voor werkdrukverlichting en tekorten onderwijspersoneel
in het funderend onderwijs 2020–2021» is er vrijgemaakt middels deze najaarsnota?
Waar wordt dit geld specifiek aan uitgegeven en is het structureel of incidenteel
geld?
22
Waar zijn de meevallers op de begroting aan uitgegeven?
23
Hoe zijn de tegenvallers op de begroting gedekt?
24
In hoeverre zouden scholen voor voortgezet onderwijs onderwijsgeld doelmatiger kunnen
besteden indien deze zouden afstappen van het systeem dat leerlingen plaatst in een
schoolsoort op basis van hun prestaties voor hun zwakste vakken maar hen voortaan
vakken laat volgen op verschillende niveaus afhankelijk van hun talent en prestaties
daarvoor, zodat doubleren van een heel schooljaar niet langer nodig is bij onvoldoende
resultaten voor enkele vakken op één vaststaand niveau? Biedt de vigerende onderwijswetgeving
scholen ruimte om daarmee kleinschalig te experimenteren? Of zou daarvoor een wijziging
van onderwijswetgeving nodig zijn?
25
In hoeverre biedt de OCW-begroting scholen voor primair onderwijs nu de financiële
mogelijkheid om conform artikel 9, lid 13 van de Wet op het Primair Onderwijs de thuistaal
van kinderen in te zetten als voertaal ter ondersteuning van het onderwijs, als hun
ouders het Nederlands niet goed beheersen?
26
Hoeveel studenten hebben in 2017, 2018 en 2019 gebruik gemaakt van de subsidieregeling
praktijkleren?
27
Hoeveel SBB4 erkende leerbedrijven zijn er in 2017, 2018 en 2019 geweest?
28
Hoe verklaart u de noodzaak dat de omzet van het moederdepartement zo royaal werd
verhoogd voor werkzaamheden voor onderhoud en vervanging van ICT-systemen en ook de
apparaatskosten in verband met onderhoud en vervangingen van de ICT-systemen en extra
kosten bereikbaarheid zóveel zijn gestegen, in een tijd dat het primaire proces van
het onderwijs door het lerarentekort structureel zwaar onder druk staat? Welke overwegingen
liggen ten grondslag aan deze prioritering?
X Noot
1
po: primair onderwijs
X Noot
2
vo: voortgezet onderwijs
X Noot
3
mbo: middelbaar beroepsonderwijs
X Noot
4
SBB: de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
O.C. Tellegen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
M.H.R.M. Arends, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.