Motie : Motie van de leden Van Raan en Van Haga over streven naar zo min mogelijk biomassacentrales en voorkomen van wildgroei
35 300 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2020
Nr. 72
                   MOTIE VAN DE LEDEN VAN RAAN EN VAN HAGA
            
Voorgesteld 20 november 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Kamer met de motie-Ouwehand (35 334, nr. 13) heeft uitgesproken dat er geen wildgroei van biomassacentrales mag komen;
constaterende dat het kabinet in de beantwoording van de schriftelijke vragen (2019D46736) heeft aangegeven dat decentrale overheden alle «hernieuwbare» opties, waaronder
                  biomassacentrales, kunnen overwegen;
               
van mening dat deze decentrale besluitvorming wildgroei in de hand werkt;
verzoekt de regering, nationaal de regie te houden over de hoeveelheid (en het totaal
                  vermogen aan) biomassacentrales;
               
verzoekt de regering, verder te streven naar zo min mogelijk biomassacentrales en
                  concreet aan te geven hoe zij de wildgroei aan biomassacentrales gaat voorkomen,
               
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Raan
Van Haga
Indieners
- 
              
                  Indiener
 L. van Raan, Tweede Kamerlid
- 
              
                  Medeindiener
 W.R. van Haga, Tweede Kamerlid
