Brief Presidium : Brief van het Presidium over de Parlementaire ondervragingscommissie ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen (POCOB)
35 228 Parlementaire ondervraging ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen
Nr. 2
BRIEF VAN HET PRESIDIUM
Aan de leden
Den Haag, 31 oktober 2019
Het presidium deelt u hierbij mee dat de Parlementaire ondervragingscommissie ongewenste
beïnvloeding uit onvrije landen (POCOB), bij brief van 17 oktober 2019, tot het oordeel
is gekomen dat het vorderen van schriftelijke inlichtingen en documenten op grond
van artikel 5 en 6 Wet Parlementaire Enquête (Wpe) nodig is voor de vervulling van
haar taak.
Het presidium legt daarnaast ter besluitvorming aan u voor een voorstel van de parlementaire
ondervragingscommissie ter verhoging van de begroting. Als gevolg van de uitloop die
samenhangt met de vordering van schriftelijke stukken zal de begroting moeten worden
opgehoogd. Aangezien de parlementaire ondervraging onder de Wet op de parlementaire
enquête 2008 (Wpe) valt, komen de uitgaven van de parlementaire ondervraging ten laste
van de Rijksbegroting. Dit heeft dus geen gevolgen voor het beschikbare kennis- en
onderzoeksbudget van de Kamer.
Het presidium stelt u voor om in te stemmen met dit begrotingsvoorstel.
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, K. Arib
BIJLAGE BRIEF VAN DE PARLEMENTAIRE ONDERVRAGINGSCOMMISSIE ONGEWENSTE BEÏNVLOEDING
UIT ONVRIJE LANDEN
Aan het presidium
Den Haag, 17 oktober 2019
Namens de Parlementaire ondervragingscommissie ongewenste beïnvloeding uit onvrije
landen (POCOB) (hierna: Commissie) wil ik de Kamer mededelen dat de Commissie tot
het oordeel is gekomen dat het vorderen van schriftelijke inlichtingen en documenten
op grond de artikelen 5 en 6 van de Wet op de parlementaire enquête 2008 (hierna:
Wpe) nodig is voor de vervulling van haar taak. De inzet van deze bevoegdheid heeft
gevolgen voor de planning en begroting. Daarom wil de Commissie de Kamer hierbij toestemming
vragen om de planning en begroting te wijzigen.
De Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft op 2 juli 2019 besloten tot instelling van
de Parlementaire ondervragingscommissie naar ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen
(POCOB). De parlementaire enquête wordt uitgevoerd binnen de kaders van het Tijdelijk
protocol parlementaire ondervraging (Kamerstuk 34 400, nr. 2). Een parlementaire ondervraging is daarin gedefinieerd als een «kortlopende parlementaire enquête gericht op het verkrijgen van mondelinge inlichtingen
door middel van het horen van personen onder ede.»
1
Doel van deze parlementaire ondervraging is meer inzicht te krijgen in ongewenste
beïnvloeding van maatschappelijke en religieuze organisaties in Nederland, zoals moskeeën,
uit onvrije landen en inzicht te krijgen in effectieve maatregelen om deze invloed
te doorbreken (zie: Kamerstuk 35 228, nr. 1).
Inzetten artikelen 5 en 6 van de Wpe
Op grond van de artikelen 5 en 6 van de Wpe kunnen schriftelijke inlichtingen/documenten
worden gevorderd. Het Tijdelijk protocol brengt gelet op het niet-bindende karakter
ervan geen beperkingen aan in de bevoegdheden van de Commissie. Wel dient de Commissie
op grond van artikel 3 van het Tijdelijk protocol de Kamer hierover drie weken voor
de toepassing van deze bevoegdheid op de hoogte te stellen. De Commissie geeft daar
middels deze brief uitvoering aan.
Op basis van de werkzaamheden tot dusver heeft de Commissie besloten een aantal casussen
te betrekken bij de openbare verhoren. De voorbereidende werkzaamheden hebben haar
tevens doen besluiten dat het noodzakelijk is om ter voorbereiding op de openbare
verhoren schriftelijke inlichtingen/documenten te vorderen. De genoemde casussen zijn
de basis waarover de Commissie schriftelijke inlichtingen/documenten wenst te vorderen.
De Commissie zal de bevoegdheid beperkt inzetten, zodat zij binnen de kaders en gedachte
van het Tijdelijk protocol blijft opereren. Op deze manier kan de Commissie binnen
het instrument van de parlementaire ondervraging de onderzoeksopdracht zo optimaal
mogelijk uitvoeren.
Planning
Gelet op het bovenstaande zal de planning van de Commissie moeten worden aangepast.
Het eerdere streven om de ondervraging in november/december te doen plaatsvinden wordt,
gezien de termijnen die met het vorderen van stukken gepaard gaan en de verwerking
daarvan, verplaatst naar februari. De verwachting is dat de Commissie niet eind februari,
maar in april haar eindverslag aan de Kamer kan aanbieden.
Gewijzigde planning
Activiteit
oude planning
nieuwe planning
Instelling Parlementaire ondervragingscommissie
2 juli 2019
Idem
Staf verzamelt en analyseert relevante informatie
zomerreces
idem
Inlezen, casusbepaling, al dan niet vorderen stukken, bepalen van uit te nodigen getuigen
en deskundigen die de commissie wil horen, verhoor- en mediatraining
September
oktober-december
Uitnodigen getuigen en deskundigen en voorbereiden vragenlijsten verhoren
Oktober
december-januari
Uitvoeren verhoren
November
februari
Opstellen en aanbieding verslag
Voor het kerstreces
april
Evaluatie, evt. debat over verslag met Kamer en dechargeverlening
Januari, februari 2020
april, mei
Begroting
Als gevolg van de uitloop zal de begroting met € 20.000 moeten worden opgehoogd.
De begroting komt daarmee uit op € 120.000. De financiering vindt plaats conform de
Wpe (voor de Tweede Kamer betekent dit externe financiering).
De voorzitter van de Parlementaire ondervragingscommissie ongewenste beïnvloeding
uit onvrije landen, Rog
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K. Arib, Voorzitter van de Tweede Kamer