Brief commissie : Brief van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken inzake een voordracht van een lid voor de Afdeling Klachtbehandeling van de CTIVD
35 181 Voordracht ter vervulling van een vacature voor de afdeling klachtbehandeling van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD)
Nr. 2
BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 september 2019
Naar aanleiding van de brief van de Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
van 5 april 2019 (Kamerstuk 35 181, nr. 1), die door u in handen van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken is gesteld,
bericht de commissie u als volgt. Genoemde brief bevat het verzoek om een voordracht
op te stellen ten einde te voorzien in een vacature in de afdeling klachtbehandeling
van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) die
is ontstaan door het ontslag van de heer mr. J.L. Burggraaf.
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft in haar vergadering van 18 april
2019 besloten een Benoemingscommissie (BC) uit haar midden samen te stellen bestaande
uit de leden Van Raak (voorzitter), Den Boer, Van Gent, Van der Molen en Özütok.
De BC heeft zich op 5 september 2019, verstaan met de Commissie van Aanbeveling (CvA)
bestaande uit de vice-President van de Raad van State, de President van de Hoge Raad
en de Nationale ombudsman. In het gesprek zijn de wervingsactiviteiten van de CvA
en de aanbevelingslijst die zij op basis daarvan heeft opgesteld en bij brief van
15 juli 2019 aan de BC heeft overgelegd, besproken. In de aanbevelingslijst heeft
de CvA de personen gepresenteerd die zij gekwalificeerd acht voor de vervulling van
de vacature.
De BC spreekt haar waardering uit voor de wijze waarop de CvA haar wettelijke taak
heeft uitgevoerd en daarbij een vruchtbare samenwerking, met behoud van ieders verantwoordelijkheid,
heeft mogelijk gemaakt.
De BC heeft vervolgens op donderdag 19 september 2019 met alle personen die door de
CvA benoembaar worden geacht een gesprek gevoerd. Op basis van deze gesprekken en
gelet op de overwegingen van de CvA ten aanzien van de onderscheiden kandidaten heeft
de BC de onderstaande voordracht kunnen opstellen.
De voordracht1:
1. de heer mr. dr. E. Kok
2. de heer mr. F.C. Berg
3. de heer P. Limpens LL.M
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken is in haar vergadering van donderdag 3 oktober
2019 door de BC vertrouwelijk geïnformeerd over bovenstaande voordracht. De vaste
commissie voor Binnenlandse Zaken heeft vervolgens met de voordracht ingestemd.
Op grond hiervan moge ik u namens de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken verzoeken
deze voordracht aan de Kamer ter goedkeuring voor te leggen.
De voorzitter van de commissie, Ziengs
De griffier van de commissie, Roovers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Ziengs, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
C.J.M. Roovers, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.