Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de voortgangsrapportage ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch Nederland
35 000 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2019
Nr. 69
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 16 september 2019
De vaste commissie voor Koninkrijksrelaties heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de brief
van 27 juni 2019 over de voortgangsrapportage ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch
Nederland (Kamerstuk 35 000 IV, nr. 61).
De vragen en opmerkingen zijn op 10 juli 2019 aan de Staatssecretaris van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid voorgelegd. Bij brief van 13 september 2019 zijn de vragen
door de Staatssecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Paternotte
De griffier van de commissie, De Lange
Inleiding
Hierbij bieden wij u, mede namens de Minister-President, de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties, de Minister van Financiën, de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit, de Minister van Economische Zaken en Klimaat, de Staatssecretaris
van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport de antwoorden aan op de vragen van enkele fracties bij de voortgangsrapportage
ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch Nederland van 27 juni 20191.
Ook informeren wij uw Kamer met deze brief over de uitvoering van de motie van het
lid Kuiken c.s.2 die op 4 juli jl. door de Tweede Kamer is aangenomen. Met de motie Kuiken c.s. wordt
de regering verzocht om financiële inspanningen, subsidies, investeringen, ambities,
tegemoetkomingen, gedaan door alle departementen, op Bonaire, Saba en Sint Eustatius
aan de Kamer te rapporteren met daarin, naast alle bestede bedragen, ook wat het effect
van deze financiële inspanningen, subsidies, investeringen en tegemoetkomingen op
het niveau van de vaste kosten van levensonderhoud op Bonaire Saba en Sint Eustatius
is en noodzakelijke aanpassingen te doen met als doel de vaste lasten te laten dalen.
Hiermee wordt ook invulling gegeven aan het verzoek van mevrouw Kuiken tijdens de
stemming over de motie om een brief van het kabinet waarin staat hoe de verschillende
departementen de motie gaan uitvoeren3.
Algemeen
Het kabinet heeft met belangstelling kennisgenomen van de vragen die de leden van
de fracties van de VVD, de SP en de ChristenUnie hebben gesteld over de voortgangsrapportage
ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch Nederland. Het kabinet dankt de leden van de fracties
voor hun inbreng. Voor de beantwoording van de vragen is de volgorde van het verslag
aangehouden. De oorspronkelijke tekst van het verslag is integraal opgenomen en cursief
weergegeven. Na de passages met de vragen en opmerkingen volgt telkens de reactie
van het kabinet op de daarvoor weergegeven passages.
Inbreng van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de voortgangsrapportage
ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch Nederland. Nu de oplossingen voor het vaststellen
van een sociaal minimum en het verbeteren van de bestaanszekerheid in het Caribisch
deel van het Koninkrijk bij meerdere departementen zijn belegd, hebben de leden van
de VVD-fractie verdeeld over diverse departementen nog vragen en opmerkingen. Deze
vragen en opmerkingen zijn per departement gecategoriseerd.
Ministerie van Algemene Zaken
Bent u het met de leden van de VVD-fractie eens dat de eilanden Bonaire, Saba en Sint
Eustatius een eigen positie hebben binnen het Nederlandse staatsbestel?
Ja. Daarom zijn deze eilanden ook niet opgenomen in het gewone Nederlandse territoriale
decentralisatie stelsel, bestaande uit provincies en gemeenten, maar zijn de eilanden
als openbare lichamen ingesteld. Door inrichting van de eilanden Bonaire, Sint Eustatius
en Saba als openbaar lichaam, in plaats van als gemeente, wordt de bijzondere positie
van de eilanden in het Nederlandse staatsbestel tot uitdrukking gebracht.
Deelt u de mening van de leden van de VVD-fractie dat de eilanden Bonaire, Saba en
Sint Eustatius hun eigen wetgeving hebben en dat deze kan, en soms ook moet, afwijken
van de Europees Nederlandse wetgeving? Zo niet, waarom niet?
Ja. De bijzondere positie van de eilanden houdt in dat er op de drie eilanden – die
deel uitmaken van het Nederlandse grondgebied – regels kunnen gelden die afwijken
van de rechtsorde in het Europese deel van Nederland (zie artikel 132a, vierde lid,
van de Grondwet). Bij aanvang van de nieuwe staatsrechtelijke positie binnen Nederland
is hoofdzakelijk de Nederlands-Antilliaanse regelgeving in de openbare lichamen van
toepassing gebleven. Een Nederlandse wet is in principe niet van toepassing in de
openbare lichamen, tenzij de toepasselijkheid expliciet bij wet is geregeld of daaruit
volgt. Afwijkingen op de Nederlandse wetgeving kunnen noodzakelijk zijn gezien onder
andere de bevolkingsomvang van de drie eilanden, de grote afstand met Nederland en
het insulaire karakter.
De eilanden Bonaire, Saba en Sint Eustatius worden vaak aangeduid met de afkorting
BES, waarmee wordt gesuggereerd dat alle eilanden eenzelfde problematiek kennen. Ook
de wetgeving voor de eilanden is gebaseerd op het idee dat de BES-eilanden gelijk
zijn. De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat ieder eiland uniek is en dat
ieder eiland oplossingen nodig heeft die toegespitst zijn op de problematiek van ieder
eiland afzonderlijk. Deelt u deze mening? Zo niet, hoe ziet u de positie van de eilanden
afzonderlijk?
Ja, indien de noodzaak tot differentiatie is aangetoond, kan op grond van de Wet openbare
lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba onderscheid worden gemaakt tussen de openbare
lichamen. In de praktijk zet het kabinet ook in op maatwerk per eiland indien nodig.
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
De Staatssecretaris van EZK gaf tijdens het Algemeen Overleg BES van 13 juni jl. (Kamerstuk
35 000 IV, nr. 67) aan dat het ministerie al heel veel doet voor de eilanden. Kunt u aangeven, indachtig
de unaniem aangenomen motie van het lid Kuiken c.s. (Kamerstuk 35 000 IV, nr. 62), welke financiële inspanningen, subsidies, investeringen en tegemoetkomingen door
uw departement zijn gedaan op Bonaire, Saba en Sint-Eustatius en ook aan de Kamer
rapporteren, naast alle bestede bedragen, wat het effect is van deze financiële inspanningen,
subsidies, investeringen en tegemoetkomingen op het niveau van de vaste kosten van
levensonderhoud op Bonaire, Saba en Sint-Eustatius? De leden van de VVD-fractie zijn
daarnaast benieuwd welke noodzakelijke aanpassingen gedaan zullen worden, indachtig
de unaniem aangenomen motie Kuiken c.s., met als doel de vaste lasten te laten dalen.
In de vraag wordt verwezen naar uitspraken van de Staatssecretaris van Economische
Zaken en Klimaat op het gebied van telecom. In de beantwoording wordt daarom ingegaan
op telecom. Op pagina 22 en verder worden voor elektriciteit en kosten van levensmiddelen
conform de motie Kuiken c.s. de financiële inspanningen, subsidies, investeringen,
ambities, tegemoetkomingen op Bonaire, Saba en Sint Eustatius aan de Kamer gerapporteerd.
In 2015 zijn de tarieven voor de kosten die de toezichthouder op het gebied van telecom
aan concessiehouders rekent, substantieel verlaagd. Deze verlaging betreft kosten
voor toezicht (retributiekosten), verlaging van kosten voor het gebruik van frequentieruimte
(waarbij het met name mobiele concessiehouders betreft) en verlaging van kosten voor
straalverbindingen. Daarnaast is administratieve lastenverlichting doorgevoerd waardoor
concessiehouders minder gegevens aan de toezichthouder hoeven door te geven. Ook dit
leidt tot een financiële besparing. De verlaging van kosten en administratieve lasten
verschilt per concessiehouder. Ruwweg gaat het om een verlaging van 750.000 euro voor
de concessiehouders gezamenlijk.
Daarnaast is medio 2016 een eenmalige subsidieregeling opengesteld voor het verbeteren
van telecomnetwerken in Caribisch Nederland. Voorwaarde voor verstrekking van de subsidie
was dat de subsidie zou worden aangewend voor het opwaarderen naar een hogere technologische
standaard, het verbeteren van de capaciteit, het vergroten van de robuustheid of redundantie
en het realiseren van telecommunicatievoorzieningen voor gezondheid en onderwijs ten
faveure van de eindgebruiker. Het totale toegekende subsidiebedrag bedroeg 1.371.496,11
euro. Bij drie van de vijf aanvragers is het maximale bedrag van 300.000 euro toegekend.
De andere twee aanvragers hebben 281.146,11 euro en 190.350 euro aan subsidie toegekend
gekregen.
Begin dit jaar zijn de vergoedingen voor het frequentiegebruik nogmaals substantieel
verlaagd, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2017.
In bovengenoemde gevallen is een appèl gedaan op de concessiehouders om de financiële
bijdrage voor investeringen door te berekenen in de tarieven voor de eindgebruikers.
Hier is gehoor aangeven door een verbreding van de aangeboden datastroom (internetsnelheid)
door verschillende operators in plaats van in een tariefverlaging.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat constateert dat de genoemde maatregelen,
de verlaging van bovengenoemde tarieven en de subsidieregeling, een extra impuls hebben
gegeven aan het verbeteren van de telecommunicatie-infrastructuur en de daarop geboden
diensten in Caribisch Nederland. De marktpartijen laten zien dat zij voortdurend aandacht
hebben voor verbetering van de kwaliteit van dienstverlening, o.a. door verglazing,
introductie van moderne standaarden (4G) en vergroting van internetsnelheden. Marktpartijen
hebben in persuitingen verwoord dat dit mede mogelijk werd door subsidie van het agentschap.
Gegeven de beperkte schaal van de eilanden is en blijft het een grote uitdaging om
telecomdiensten aan te bieden op basis van een moderne standaard tegen een aanvaardbaar
tarief. Op verschillende manieren wordt ingezet op lagere tarieven. Zoals eerder aangegeven
wordt ingezet op een aanpassing van het Besluit Opgedragen Telecomdiensten voor 1 januari
2020. Met de aanpassing van dit besluit kan ook worden gestuurd op de tarieven die
gelden voor data (internet)4. Het is niet in te schatten of en hoeveel de tarieven zullen dalen. Na de aanpassing
van het besluit zal de Staatsecretaris van EZK de ACM vragen om de kosten georiënteerdheid
van de tarieven te onderzoeken. ACM zal de resultaten naar verwachting het eerste
kwartaal van 2020 opleveren. In hoeverre dit zal leiden tot lagere tarieven moet uit
het onderzoek blijken. Feit is dat door de beperkte schaalgrootte er hogere kosten
worden berekend aan eindgebruikers. Op dit moment zijn er geen aanwijzingen dat de
aanbieders overwinsten maken. Een belangrijk gegeven hierbij is dat de prijs voor
IP-transit over de zeekabels, een belangrijke kostenpost, buiten de invloedssfeer
van de overheid ligt.
Verder werkt het Ministerie van EZK toe naar een herziening van delen van de Wet op
de Telecommunicatievoorzieningen BES. Uiteraard wordt dit gedaan in consultatie met
de eilanden. Dit zal ervoor zorgen dat consumenten op de eilanden beter worden beschermd.
Dit kan een stimulans zijn voor betere dienstverlening. De Staatssecretaris van Economische
Zaken en Klimaat streeft er naar de voorstellen voor de wetswijziging volgend jaar
in uw Kamer te hebben liggen.
Mochten de inspanningen uiteindelijk niet tot het gewenste resultaat leiden, zal worden
bezien wat aanvullend kan worden ondernomen.
Op Saba zijn er 600 huishoudens, op Sint Eustatius 1.200 huishoudens en op Bonaire
7.000 huishoudens. Kunt u aangeven hoe investeringen in grote projecten zoals energie
en telecom verdeeld worden over de huishoudens van de verschillende eilanden? Welk
effect hebben de investeringen op de inkomenspositie van de inwoners van de verschillende
eilanden? Kunt u een rekenvoorbeeld geven van een investering of subsidie gedaan op
een van de eilanden en daarbij aangeven welk gunstig effect deze investering of subsidie
heeft gehad op het vrij besteedbaar inkomen van de inwoners van de eilanden?
Uit een analyse van de prijs-kwaliteitsverhouding van de goedkoopste abonnementen
blijkt dat de afgelopen jaren de prijskwaliteitsverhouding is verbeterd voor zowel
vast als mobiel internet. Concessiehouders investeren in vernieuwingen, zodat zij
via hun netwerken meer data aanbieden op Bonaire in combinatie met de mogelijkheid
van een lagere prijs (uitrol VDSL, 4G).
De lokale aanbieder op Sint Eustatius heeft bijvoorbeeld met de eenmalig subsidie
in 2016 het netwerk kunnen verglazen en biedt daardoor betere dienstverlening aan.
In 2016 werd op St Eustatius voor een snelheid van 756 kbps voor 75.42 USD per maand
betaald, nu is het goedkoopste abonnement van 5 Mbps beschikbaar voor 75,42 dollar
USD (66,66 euro) per maand. Op Bonaire is ook een grote verglazingsactie doorgevoerd.
In 2016 was het tarief voor 5 Mbps 75,95 USD, nu is het goedkoopste abonnement van
10 Mbps beschikbaar voor 65,95 USD per maand (58,28 euro).
De verbeterde prijs-kwaliteit verhouding heeft echter geen tot zeer beperkt effect
op het besteedbare inkomen omdat de kosten doorgaans gelijk of marginaal lager zijn
geworden.
Kunt u indachtig de unaniem aangenomen motie Kuiken c.s. antwoord geven op het volgende
verzoek: «...verzoekt de regering, om financiële inspanningen, subsidies, investeringen
en tegemoetkomingen gedaan door alle departementen op Bonaire, Saba en Sint Eustatius
aan de Kamer te rapporteren met daarin, naast alle bestede bedragen, ook wat het effect
van deze financiële inspanningen, subsidies, investeringen en tegemoetkomingen op
het niveau van de vaste kosten van levensonderhoud op Bonaire, Saba en Sint-Eustatius
is en noodzakelijke aanpassingen te doen met als doel de vaste lasten te laten dalen.
Voor het antwoord op deze vraag verwijst het kabinet naar de uitvoering van de motie
Kuiken c.s.
Kunt u aangeven hoe uw ministerie omgaat met de verschillende overheids-NV’s die op
de eilanden posities hebben die een rol spelen bij het tot stand komen van kosten
van levensonderhoud op de eilanden, zoals energie, water en telecom? Op welke wijze
kunnen de lokale overheden hun rol spelen om bij deze overheids-NV’s te komen tot
kosten verlaging?
Conform de toezegging in het Algemeen overleg van 13 juni jl. zal de Staatssecretaris
van EZK in gesprek gaan met aanbieders en de eilandbesturen om samen te bezien hoe
de dienstverlening doelmatiger kan worden uitgevoerd. De lokale overheden zijn aandeelhouders
van de concessiehouders die gevestigd zijn op de eilanden.
Ziet het Ministerie van EZK kansen om op de eilanden een proef te doen met bijvoorbeeld
Ocean Thermal Energy Conversion? Deze energieopwekking maakt gebruik van het verschil
van watertemperatuur aan de oppervlakte en diep onder water. Een bijproduct van deze
techniek is drinkwater dat weer de verantwoordelijkheid is van het Ministerie van
I&W. Daarnaast kan deze techniek ook gebruikt worden voor koeling. In combinatie met
het Ministerie van LNV zou hiermee bijvoorbeeld glastuinbouw een kans kunnen maken
op de eilanden. Hoe beziet u deze mogelijkheid? Hoe zien uw collega’s van I&W en LNV
deze mogelijkheid? De leden van de VVD-fractie horen graag een gezamenlijke afweging
en een gezamenlijk antwoord zodat niet ieder betrokken ministerie apart een afweging
maakt.
OTEC is een technologie waarvan de ontwikkeling in de pilot- en demonstratiefase is.
Er zijn wereldwijd weinig bedrijven actief in onderzoek en ontwikkeling van OTEC.
Onlangs heeft een Nederlands bedrijf zich bij het Ministerie van Economische Zaken
en Klimaat gemeld met de intentie een proefproject op Bonaire uit te voeren. De zee
bij Bonaire is bijzonder gunstig voor OTEC omdat al op drie kilometer uit de kust
koud diepzeewater beschikbaar is. Desalniettemin blijft de aanleg van een OTEC-installatie
op Bonaire een groot en gecompliceerd project waarin kilometerslange pijpen over de
zeebodem worden gelegd, en een unieke centrale zal moeten worden gebouwd om uit warm
en koud water elektriciteit te maken. Het kabinet waardeert het dat een Nederlands
bedrijf de intentie heeft deze technologie verder te brengen. EZK heeft daarom gewezen
op het bestaan van de Demonstratieregeling Energie-innovatie (DEI) waarvoor het bedrijf
een subsidieaanvraag kan indienen. Dit is mogelijk omdat het Ministerie van Economische
Zaken en Klimaat in 2018 de DEI ook heeft opengesteld voor Caribisch Nederland. Een
eventuele aanvraag zal objectief door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)
op zijn merites beoordeeld worden. Ook zal de geproduceerde elektriciteit afgenomen
moeten worden door de eilandelijke distributeur die het daartoe zou moeten inpassen
in de bestaande productiemix.
Koud diepzeewater kan ook gebruikt worden voor de productie van drinkwater of directe
koeling. Drinkwater is geen bijproduct van de elektriciteitsproductie. Het Ministerie
van EZK laat het aan het bedrijf over om het project te beperken tot elektriciteitsproductie
of het uit te breiden met drinkwaterproductie of directe koeling. Bij deze afweging
speelt mogelijk een rol dat de beste locatie voor aanlanding van koud diepzeewater
en elektriciteitsproductie de noordwesthoek van Bonaire is waar ook de huidige elektriciteitscentrale
staat. Dit is op aanzienlijke afstand van de hoofdleidingen van het drinkwaternet
en van economische bedrijvigheid die gebaat kan zijn bij directe koeling.
Vanwege de noodzaak om een kilometerslange pijplijn in zee aan te leggen, is OTEC
op kleine schaal niet haalbaar. Hierdoor is OTEC op Saba en Sint Eustatius niet of
minder aantrekkelijk. De zee is daar ook minder gunstig voor OTEC.
Het internet op de eilanden is zeer kostbaar, waarbij prijzen van US$ 180.- per maand
geen uitzondering zijn. Dit terwijl internet van belang is voor onderwijs, economie
en de overheid. Hoe kunt u er zorg voor dragen dat de kosten van het internet naar
een kostenniveau gaan dat past binnen de kosten van levensonderhoud op de eilanden?
Als u van mening bent dat die kosten niet naar beneden kunnen en het een inkomensprobleem
is kunt u dan aangeven waarom dat zo zou zijn, en is uw collega van SZW dat met u
eens? De leden van de VVD-fractie zouden graag een gecombineerd antwoord van beide
ministeries ontvangen.
Gegeven de beperkte schaal van de eilanden is en blijft het een grote uitdaging om
telecomdiensten aan te bieden op basis van een moderne standaard tegen een aanvaardbaar
tarief (daarbij zijn er geen er op dit moment geen aanwijzingen dat de aanbieders
overwinsten maken). Een belangrijk gegeven hierbij is dat de prijs voor IP-transit
over de zeekabels, een belangrijke kostenpost, buiten de invloedssfeer van de overheid
ligt. Zoals in de eerdere antwoorden aangegeven is en wordt op verschillende manieren
ingezet op lagere tarieven. De verbeterde prijs-kwaliteit verhouding als resultaat
van eerdere inspanningen heeft echter geen tot zeer beperkt effect op het besteedbare
inkomen omdat de kosten doorgaans gelijk of marginaal lager zijn geworden. Mochten
de inspanningen uiteindelijk niet tot het gewenste resultaat leiden, zal worden bezien
wat aanvullend kan worden ondernomen.
Hierbij moet worden aangemerkt dat een abonnement van 180 dollar per maand tot de
duurste abonnementen behoort. Het goedkoopste abonnement op Saba van 1,5 Mbps is beschikbaar
voor 49 dollar (43,30 euro) en het duurste van 12 Mbps is beschikbaar voor 179 dollar
(158,21 euro) per maand. Het goedkoopste abonnement op Sint Eustatius van 5 Mbps is
beschikbaar voor 75,42 dollar (66,66 euro) en het duurste van 40 Mbps is beschikbaar
285 dollar (251,90 euro) per maand. Het goedkoopste abonnement op Bonaire van 10 Mbps
is beschikbaar voor 65,95 (58,28 euro) en het duurste is beschikbaar voor 100 Mbps
85,95 dollar (75,96 euro).
Postbezorging is een probleem van en naar de eilanden. Er wordt nu onderzoek gedaan
naar de redenen. Vertragingen van postbezorging van soms enkele weken zijn niet acceptabel.
Waarom hebben de eilanden geen postcode? Een postcode is ook nodig voor het invullen
van veel online documenten. Dit gekoppeld aan het dure internet maakt dat het voor
de inwoners van Bonaire, Saba en Sint Eustatius steeds moeilijker wordt om online
zaken te doen, bestellingen te doen en commerciële activiteiten te ontplooien.
Omdat PostNL niet verantwoordelijk is voor de postbezorging op de BES zijn er geen
postcodes ingevoerd. Het postcodesysteem is eigendom van PostNL. Het Ministerie van
BZK ondersteunt de openbare lichamen bij het verbeteren van de adreskwaliteit en van
de bevolkingsadministraties op Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Ministerie van Financiën
Inwoners van Bonaire, Saba en Sint Eustatius kunnen nu blijkbaar een online bankrekening
openen. Kunt u per eiland aangeven in hoeverre dit het geval is? Zijn de kosten passend
bij de lokale levensstandaard? Hoe verhouden de kosten voor een internetbankrekening
zich tot het besteedbaar inkomen op Bonaire, Saba en Sint Eustatius? Kunt u dit per
eiland differentiëren en de kosten van internet per eiland ook koppelen aan het inkomen
van mensen op de verschillende eilanden? Als u van mening bent dat die kosten niet
naar beneden kunnen en het een inkomensprobleem is kunt u dan aangeven waarom dat
zo zou zijn en is uw collega van SZW dat met u eens? Als u van mening bent dat de
kosten van internet de grootste factor zijn, is uw collega van EZK dat met u eens?
De leden van de VVD-fractie zouden graag een gecombineerd antwoord ontvangen van de
betrokken ministeries.
Op zowel Bonaire als op Saba en Sint Eustatius zijn banken actief die de mogelijkheid
tot online bankieren aanbieden. Deze service wordt doorgaans gratis aangeboden en
de kosten vallen daarmee onder de reguliere kosten voor een betaalrekening. Op Bonaire
liggen de maandelijkse basiskosten voor een consumentenbankrekening tussen de US$
1 en US$ 10 per maand. Op Saba en Sint Eustatius zijn de kosten circa US$ 10 respectievelijk
US$ 4,50 per maand. Naast basiskosten rekenen banken in Caribisch Nederland kosten
per transactie, met name indien geld overgemaakt wordt naar een andere bank. Dit geldt
zowel voor regulier bankieren als voor internetbankieren. In onderstaande tabel zijn
de kosten ten opzichte van het besteedbaar inkomen opgenomen. De kosten voor internetbankieren
afgezet tegen het besteedbaar inkomen op de eilanden wijken niet substantieel af van
de kosten in Europees Nederland.
In de Kamerbrief Stand van zaken bancaire dienstverlening BES-eilanden van de Minister
van Financiën wordt ingegaan op de ontwikkelingen op het gebied van het elektronisch
betalingsverkeer in Caribisch Nederland5. Eind van dit jaar wordt uw Kamer geïnformeerd over verdere voortgang op dit gebied.
Bonaire
Sint Eustatius
Saba
Europees Nederland
Gemiddeld besteedbaar inkomen in 2015
US$ 31.100
US$ 36.100
US$ 31.400
€ 38.600
Basiskosten bankrekening per maand (inclusief internetbankieren)
MCB: US$ 1.10
Banco di Caribe: US$ 2.07
Orco Bank: US$ 3.50
RBC: US$ 10
WIB: US$ 4,50
RBC: US$ 10
ABN AMRO: € 1,55
RABO: € 1,55
ING: € 1,55
SNS: € 2,75
Triodos: € 3,00
Kosten internet per maand
Het goedkoopste abonnement van 10 Mbps is beschikbaar voor 65,95 (58,28 euro) en het
duurste is beschikbaar voor 100 Mbps 85,95 dollar (75,96 euro).
Het goedkoopste abonnement van 5 Mbps is beschikbaar voor 75,42 dollar (66,66 euro)
en het duurste van 40 Mbps is beschikbaar voor 285 dollar (251,90 euro).
Het goedkoopste abonnement van 1,5 Mbps is beschikbaar voor 49 dollar (43,30 euro)
en het duurste van 12 Mbps is beschikbaar voor 179 dollar (158,21 euro).
De kosten voor internet liggen tussen € 25 (20 Mbps) en € 66 (500 Mbps).
Internetpenetratie
75.1%
68.1%
Niet bekend
98%
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Een ontwikkelde landbouwsector is van groot belang voor gezond eten, lagere kosten
voor levensonderhoud en het geeft werkgelegenheid. Op welke wijze zet uw ministerie
vaart achter landbouwprojecten? Op welke termijn zijn er concrete ontwikkelingen te
melden? Welke ruimte krijgt landbouw op de verschillende eilanden? Hoe werkt het lokale
bestuur actief mee om de landbouw alle ruimte te geven?
Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) werkt al langere tijd
samen met de openbare lichamen aan de landbouwontwikkeling op Bonaire, Saba en Sint
Eustatius. Hierbij wordt gewerkt aan een integrale aanpak zodat de projecten niet
alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de land- en tuinbouw maar ook
een bijdrage levert aan het toerisme en de instandhouding van de natuur. Binnen deze
integrale benadering passen ook projecten zoals op het gebied van herbebossing, educatie
over gezonde voeding en gezonde lifestyle. Financiering van de projecten vindt plaats
vanuit de Regeling Bijzondere uitkering Natuur en het Plattelandsontwikkelingsprogramma
Bonaire. Ook wordt dit jaar in samenwerking met de eilanden een integraal natuurbeleidsplan
opgesteld waarin aandacht wordt besteed aan landbouw en alternatief landgebruik. De
Kamer zal hierover eind van het jaar over geïnformeerd worden.
Vanuit de Regio envelop zet het kabinet aankomende tijd in op armoedebestrijding en
versterking van de infrastructuur. Zo realiseert het kabinet samen met het bestuur
van Saba een hydroponic farm op het eiland. Hydroponics heeft als teeltvorm ten opzichte
van traditionele grondlandbouw een aantal voordelen, zoals efficiënter watergebruik,
minder ongedierte en een hogere productie door snellere groei waardoor meerdere oogsten
per jaar mogelijk zijn. Met deze alternatieve landbouwmethode kan de eigen voedselproductie
op het eiland worden verhoogd. Een constantere aanvoer, versere producten, nauwelijks
vervoerskosten en naar verwachting veel minder voedselverlies hebben een positief
effect op het prijsniveau en betere beschikbaarheid van gezonde voeding.
Op Bonaire ondersteunt het Ministerie van LNV vanuit de Regio envelop de professionalisering
van de geitenhouderij en de renovatie van het slachthuis. Momenteel vindt begrazing
door loslopende geiten in het publieke domein plaats. Als gevolg worden gronden kaalgevreten.
Hierdoor treden erosie en afspoeling op die verdere verwoestijning van het eiland
in de hand werken. Door de afspoeling wordt het koraal aangetast, dat uiteindelijk
negatieve gevolgen heeft voor het toerisme. Het ontwikkelen van andere vormen van
landbouw zoals akkerbouw wordt hierdoor belemmerd omdat deze gronden ook begraasd
worden. Met de professionalisering van de geitenhouderij wordt op het eiland samen
met bestuurders, vertegenwoordigers vanuit de geitenhouderij, het toerisme en kennisinstellingen
gewerkt aan het op termijn niet meer vrij laten grazen van de geiten maar deze te
houden binnen de hekken en te laten voeren met veevoeder dat centraal op het eiland
wordt geproduceerd. Het project levert daarmee een bijdrage aan het verduurzamen van
de landbouw en het toerisme. Daarnaast werkt het Ministerie van LNV samen met het
bestuurscollege aan de renovatie van het slachthuis. In de keten is een goed functionerend
slachthuis van essentieel belang. Het huidige gebouw is sterk verouderd en voldoet
niet meer aan de huidige eisen van de borging van hygiëne, dierenwelzijn en voedselveiligheid.
De veehouderijketen zal zonder een goed functionerend slachthuis nooit duurzaam en
professioneel kunnen zijn. Onlangs heeft het ministerie LNV een projectleider aangesteld
die ter plaatse in overleg met het openbaar lichaam Bonaire beide processen de komende
jaren gaat begeleiden.
Voor de verdere ontwikkeling van landbouw, visserij en natuur is een verhoging van
de kwaliteit van de ambtelijke organisatie een essentiële voorwaarde. Momenteel wordt
op Bonaire in overleg met het openbaar lichaam en LNV gewerkt aan de opstelling van
een plan van aanpak voor de herinrichting van de Dienst Landbouw, Veeteelt en Visserij
opgesteld, dat naar verwachting in september gereed zal zijn. Dit is ook onderdeel
van het Bestuursakkoord Bonaire tussen het Rijk en het Openbaar Lichaam Bonaire. Met
de uitvoering van dit plan kan een start worden gemaakt met het verhogen van de kwaliteit
van dit uitvoeringsapparaat, zodat op termijn alle functies op het gebied van landbouw,
veeteelt en visserij adequaat kunnen worden uitgevoerd. Naar verwachting zal binnen
het huidige personeelsbestand niet iedereen over de benodigde kwalificaties beschikken
die de toekomstige organisatie zal vragen. Hierbij speelt LNV een faciliterende rol.
Met de ontwikkeling afgelopen jaar van een leergang op mbo-1 niveau heeft LNV een
start gemaakt met Groen onderwijs. De komende tijd gaat LNV samen met betrokkenen
vanuit het onderwijsveld op het eiland werken aan de ontwikkeling van een leergang
Groen onderwijs op mbo-2 niveau. Stakeholders op het eiland geven aan dat er behoefte
is aan verjonging van de landbouwsector. Passend onderwijs op mbo-2 niveau wordt daarbij
voorgesteld om daarmee jongeren te enthousiasmeren om voor de landbouw te kiezen.
Dit initiatief wil LNV graag ondersteunen. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
is voornemens om de BES-eilanden begin september te bezoeken om daarmee ook het belang
van alle bovenstaande ontwikkelingen te onderstrepen.
Is er al zicht op de besteding van de 1 miljoen dollar per jaar die besteed is aan
de LVV op Bonaire?
Zoals door de Staatssecretaris van BZK op eerdere vragen van uw Kamer bij brief van
18 april 2018 (Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 1818) is aangegeven is de Dienst LVV een primaire verantwoordelijkheid van het openbaar
lichaam Bonaire. Het Ministerie van LNV richt zich met faciliterende activiteiten
vooral op de toekomstige organisatie. Zo wordt op Bonaire momenteel door het openbaar
lichaam en LNV gewerkt aan de opstelling van een plan van aanpak voor de herinrichting
van de Dienst Landbouw, Veeteelt en Visserij opgesteld, dat naar verwachting in september
gereed zal zijn.
Welke alternatieve landbouwmethodes worden actief aangepakt op Bonaire, Saba of Sint
Eustatius? Ik doel hierbij op aquacultuur, zout water landbouw, de kweek van eigen
gewassen etc.? Zijn Nederlandse kennisinstituten hierbij aangesloten? Welke zijn dat
en welke resultaten hebben zij geboekt? Welke resultaten verwachten zij in de toekomst
te behalen?
Zoals eerder is aangegeven wordt op Saba een hydroponic farm als alternatieve landbouwmethode
gerealiseerd. Afgelopen jaar is er een boek verschenen waarin aan de hand van foto’s
bewoners wordt gestimuleerd om in de eigen achtertuin gewassen te gaan telen. Dit
boek is zowel in het Nederlands, Engels als Papiamentu vertaald en inmiddels aan de
besturen van de andere eilanden overhandigd. Daarnaast zijn diverse initiatieven en
onderzoekstrajecten waarin gezocht wordt naar alternatieve teeltmogelijkheden. Hierbij
is onder andere Wageningen Universiteit betrokken.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Per 1 juli is beleid voor uitzending bij zwangerschap vastgesteld. Bij een medische
uitzending voor een bevalling is er volgens de Regeling aanspraken zorgverzekering
BES geen recht op begeleiding, maar vanwege de maatschappelijke en sociale impact
van een bevalling vergoedt het ZVK de vlucht van één begeleider. De leden van de VVD-fractie
begrijpen niet waarom er geen recht op begeleiding zou zijn. Kunt u uitleggen waarom
een vrouw met een medische indicatie, er is dus mogelijk een probleem met de zwangerschap,
géén begeleiding mee zou kunnen krijgen vanuit de zorgverzekering? Kunt u aangeven
waarom u van mening bent dat de kosten die gemaakt moeten worden door de partner of
een direct familielid niet vergoed worden door de verzekering? Waarom bent u dan wel
van mening dat het een maatschappelijke en sociale impact heeft als er geen begeleiding
mee kan? Waarom is de wet dan toch zo beperkend op dit punt? Bent u van mening dat
het dragen van de kosten van de begeleiding een verantwoordelijkheid is van de partner
of directe familie? Hoe ziet u de kosten voor de begeleiding in het licht van verlies
aan inkomen als men van het eiland af moet en het gebrek aan inkomen in het algemeen
om deze reiskosten te dragen? Als u van mening bent dat die kosten van de begeleiding
niet naar beneden kunnen of een verantwoordelijkheid zijn van de begeleiders zelf
en het daarmee een inkomensprobleem is, kunt u dan aangeven waarom dat zo zou zijn
en is uw collega van SZW dat met u eens?
Eerder is uw Kamer geïnformeerd over de begeleiding bij medische uitzendingen6. In de regeling staan geen voorzieningen specifiek voor de begeleiding bij zwangerschappen.
In de regeling staat dat in geval van medische uitzending de reis- en verblijfkosten
van één begeleider van de verzekerde wordt vergoed, indien de huisarts of behandelend
medisch specialist daartoe heeft geadviseerd of bij specifieke gevallen bijvoorbeeld
als de verzekerde minderjarig is. Als het medisch noodzakelijk is dat medische begeleiding
mee gaat, dan is dat buiten de genoemde begeleider om. In principe zijn alle bevallingen
op Saba en Sint Eustatius, dus niet alleen de zwangerschappen met een complicatie,
een medische uitzending naar Sint Maarten. En worden de reis- en verblijfkosten van
één begeleider vergoed. De begeleider heeft geen recht op daggeldvergoeding. Voor
vrouwen op Bonaire geldt dat zij in principe op Bonaire in het ziekenhuis bevallen.
Kunt u aangeven waarom voor een minderjarig kind van Sint Eustatius dat bij een ongeval
op Sint Maarten gewond is geraakt en vanwege complicaties niet mag vliegen, geen begeleiding
van een volwassene wordt vergoed? Hoe dient de minderjarige zich dan van ouderlijke
zorg te verzekeren?
Bij verblijf in het buitenland bijvoorbeeld voor vakantie, en geen sprake is van een
medische uitzending, worden alleen de kosten van de verleende acute zorg vergoed.
Logistieke kosten zoals accommodatie, lucht- en grondvervoer blijven in dat geval
voor rekening van de verzekerde. Het is niet de verantwoordelijkheid van het Zorgverzekeringskantoor
(ZVK) om bij verblijf in het buitenland van een minderjarig kind te voorzien in de
ouderlijke zorg. Mogelijkheid zou zijn om tijdens (vakantie) reizen een particuliere
reisverzekering af te sluiten om mogelijk aanvullende dekking te geven.
Op de eilanden staat een complete tandartspraktijk klaar, kunt u aangeven waarom deze
niet gebruikt mag worden door een private tandarts? Welke wet of regelgeving staat
het gebruik van de publieke middelen van de tandartspraktijk door een private partij
in de weg? En hoe gaat u er zorg voor dragen dat die tandartszorg er wel gaat komen?
Voor de beantwoording van de vraag is ervan uit gegaan dat u uw vraag gaat over de
situatie van de tandartsenpraktijk op Saba. Over dit onderwerp is uw Kamer eerder
geïnformeerd7 Het echtpaar dat op 10 april 2018 is gestart als tandarts op Saba is conform afspraak
vier maanden gebleven. Tot nu toe is het nog niet gelukt om voor een aanvaardbaar
tarief een vaste tandarts op Saba te laten vestigen. Dit heeft met name te maken met
het geringe aantal behandelingen, waardoor een businesscase niet sluitend is. Gesprekken
met verschillende tandartsen uit Sint Maarten hebben nog niet tot een oplossing geleid,
vaak vanwege de gevraagde tarieven en de te lage frequentie van visitaties aan Saba.
Dit heeft dus niets te maken met belemmerende wet- en regelgeving of dat het zou gaan
om een private tandarts, alle tandartsen zijn privaat. Het ZVK heeft nu een afspraak
gemaakt met een tandarts van Bonaire om de komende periode de tandzorg op Saba voor
zijn rekening te nemen. De tandarts heeft inmiddels zijn eerste werkbezoek aan Saba
gebracht. Er wordt gewerkt aan een structurele oplossing.
Waarom is het voor de inwoners van Bonaire, Saba en Sint Eustatius nog steeds onmogelijk
om zich vrijwillig bij te verzekeren? Hoe gaat u er zorg voor dragen dat inwoners
van Bonaire, Saba en Sint Eustatius een vorm van vrijwillige extra verzekering kunnen
krijgen?
Zoals in de beleidsdoorlichting8 en eerdere Kamerbrief9 is vermeld is een aanvullende verzekering in Caribisch Nederland niet voorhanden.
Door de omvang van het eventuele aanvullend pakket en het relatief kleine aantal verzekerden
is het voor private verzekeraars niet interessant om aanvullende verzekeringen aan
te bieden. Deze hebben zich ook uit de markt teruggetrokken. Het is voor VWS niet
mogelijk dit bij private partijen af te dwingen. De te betalen premies zouden naar
verwachting zo hoog worden dat een groot deel van de bevolking ze niet zou kunnen
opbrengen, terwijl het meer gefortuneerde deel van de bevolking er naar verwachting
voor zou kiezen de behandelingen zelf te betalen in plaats van zich aanvullend te
verzekeren. Van een vraag gestuurd verzekeringsmodel waarbij de nadruk wordt gelegd
op marktwerking en concurrentie tussen zorgaanbieders kan op de BES-eilanden geen
sprake zijn. Daarbij ontbreekt het op de BES-eilanden aan een goed functionerende
markt waarop zorgverzekeraars met elkaar kunnen concurreren om de gunst van de verzekerde.
Daarom is per 1 januari 2011 een collectieve zorgverzekering BES ingevoerd voor iedere
ingezetene, waardoor eenieder gelijkelijk toegang heeft tot zorg, met een breed pakket.
En is ervoor gekozen geen nominale premie in te voeren, vanwege de ongewenste inkomenseffecten
die zouden ontstaan.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Inwoners van Bonaire, Saba en Sint Eustatius kunnen geen Nederlandse programma’s kijken
via internet omdat het IP-adres dat niet toelaat. Bent u van mening dat het mogelijk
moet zijn om op Bonaire, Saba en Sint Eustatius zonder extra kosten Nederlandse TV
te kunnen volgen via het internet? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dat op korte
termijn regelen?
Eerder zijn door uw Kamer vragen gesteld over de beschikbaarheid van de programma’s
van de Nederlandse Publieke Omroep (hierna: NPO) op de BES-eilanden10. Zoals in de beantwoording van deze vragen valt te lezen, wordt het blokkeren van
toegang tot websites van de NPO op basis van de geografische locatie van de gebruiker,
voor zover uitzendrechten dat toestaan en het technisch mogelijk is, niet meer toegepast
voor de BES-eilanden.
Het aanbod van BVN, de publieke televisiezender voor Nederlanders en Vlamingen in
het buitenland, is in Caribisch Nederland te bekijken. Dus ook in het geval er onverhoopt
toch sprake is van het geval dat het IP-adres van de betreffende kijker dat niet toelaat.
Op de website https://www.bvn.tv/ en in de BVN-app is de livestream van BVN af te spelen en is een geselecteerd aanbod
te zien van de programma’s van zowel de Nederlandse als de Vlaamse publieke omroep11.
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
Kunt u aangeven welke projecten I&W ondersteunt om de wegen te verbeteren? Op welke
termijn moeten deze projecten klaar zijn? Hoeveel lokale aannemers en werknemers zijn
betrokken bij deze projecten? De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat wegenaanleg,
-onderhoud en -verbetering vooral lokaal aanbesteed moet worden. Deelt u deze mening?
Zo nee, waarom niet? De leden van de VVD-fractie hebben al vaker aangeven dat de aanleg
van wegen niet onder een Europees Nederlandse standaard hoeft te vallen. Geen ZOAB,
matrixborden en hectometerpaaltjes om maar wat te noemen. Ook als de kwaliteit wat
minder zou zijn en er eerder dan in Europees Nederland onderhoud gepleegd moet worden
pleiten de leden van de VVD-fractie ervoor dat het lokaal wordt uitgevoerd. Wat doet
het ministerie om de kosten voor wegenaanleg op de eilanden zo laag mogelijk te houden
en kunt u daar voorbeelden van noemen?
De wegen en het onderhoud ervan zijn eilandelijke taken en horen uit het BES-fonds
te worden bekostigd. De Minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft eerder een
eenmalige impuls toegezegd voor de wegen op Sint Eustatius van € 5,6 mln. en voor
de wegen op Bonaire van € 3 mln. Daarnaast komen de eilanden in aanmerking voor € 5
mln. per jaar voor beheer en onderhoud van de infrastructuur vanuit de structurele
middelen uit het Regeerakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34). Dit wordt als volgt verdeeld: Bonaire € 2,75 mln., Sint Eustatius € 1,25 mln. en
Saba € 1 mln. jaarlijks.
Saba heeft met de structurele middelen de weg van Booby Hill naar The Level verbreed
als ook een gedeelte van de weg in St Johns gerenoveerd. Het eerste project is gedaan
door een grotere lokale aannemer, met naar schatting 8 lokale medewerkers. De renovatie
van de weg naar St Johns is door een kleinere lokale aannemer gedaan met naar schatting
5 lokale medewerkers. Ook werkt Saba met 15 man van de eigen onderhoudsploeg het hele
jaar aan het onderhoud van de wegen en de muren langs de weg.
Sint Eustatius heeft met inzet van de beschikbaar gestelde middelen het Jeems Road
project gestart als ook een klein deel van Cherry Tree project bekostigd. Het Jeems
Road project moet in maart 2020 klaar zijn. Het contract voor het Cherry Tree Road
project is door de regeringscommissaris gegund en gesloten met een joint venture van
een lokale aannemer. Het contract voor het Jeems Road project is gegund door de regeringscommissaris
aan en gesloten met een lokale aannemer. Hoeveel lokale werknemers exact zijn betrokken
is niet bekend.
Bonaire heeft plannen voor de wegen opgesteld. Bonaire wil als eerste starten met
de uitvoering van het plan voor de wegen bij de scholen. Hier worden op dit moment
voorbereidingen voor getroffen. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de afspraken
uit het Bestuursakkoord Bonaire.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat deelt de mening dat wegenaanleg, -onderhoud
en -verbetering vooral lokaal aanbesteed moet worden als uitgangspunt, waarbij bij
beperkte beschikbaarheid van lokale aannemers mogelijk ook breder moet worden gekeken.
Wegen zijn een eilandelijke verantwoordelijkheid en plannen en uitvoering van de aanleg
en beheer en onderhoud van wegen worden plaatselijk opgepakt. Europees Nederlandse
standaarden worden niet opgelegd.
De leden van de VVD-fractie hebben het Ocean Thermal Energy Conversion project aangekaart
bij het Ministerie van EZK waarbij ook drinkwater geproduceerd kan worden. Kunt u
zich erbij aansluiten om extra drinkater te genereren op de eilanden Bonaire, Saba
en Sint Eustatius? Welke investeringen of subsidies doet het ministerie om de drinkwatervoorziening
op een goed niveau te houden dan wel te brengen? Hoe zorgt u dat de kosten voor levensonderhoud
niet stijgen vanwege de investeringen in de drinkwatervoorziening? Kunt u aangeven
welk effect de inspanning van uw ministerie heeft op de inkomenspositie van de inwoners
van Bonaire, Saba en Sint Eustatius afzonderlijk?
Voor alle drie de eilanden wordt ingezet op het uitbreiden van de drinkwaterproductie.
Indien zich hiervoor goede kansen voordoen, zal hiernaar zeker gekeken worden. Voor
het project Ocean Thermal Energy Conversion wordt verwezen naar antwoord van het Ministerie
van EZK.
Het Ministerie van IenW geeft jaarlijks subsidie aan de eilanden om drinkwater betaalbaar
te houden. Dit jaar is meer subsidie verstrekt om drinkwater betaalbaar te houden.
Bovenop de structurele subsidie (€ 2,2 mln.) is in 2019 € 3,5 mln. extra subsidie
beschikbaar gesteld. Zonder subsidie van het Ministerie van IenW zullen de drinkwatertarieven
voor de minderdraagkrachtigen onbetaalbaar worden. Met de subsidie zoals deze de afgelopen
jaren is verstrekt – zowel ter verlaging van de drinkwatertarieven als ter investering
in de installaties – hebben meer inwoners toegang tot schoon drinkwater gekregen.
Op Saba is het tarief van het drinkwater dat via omgekeerde osmose wordt geproduceerd,
bijvoorbeeld gehalveerd. Op alle drie de eilanden wordt gestreefd om meer duurzame
energie te kunnen inzetten voor de drinkwaterproductie, waardoor de tarieven hopelijk
verder omlaag kunnen. Het Ministerie van IenW zet zich hiervoor samen met het Ministerie
van EZK in.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Het stemmen bij volmacht is door de verschillende bestuurders van Bonaire, Saba en
Sint Eustatius als bron van mogelijke stembusfraude gegeven. Hoe ver bent u om het
stemmen bij volmacht voor Bonaire Saba en Sint Eustatius af te schaffen?
In de evaluatie van de afgelopen verkiezingen (Kamerstuk 35 165, nr. 9) heeft de Minister van BZK het voornemen aangekondigd om na consultatie van de openbare
lichamen, een wetsvoorstel voor te bereiden in aanloop naar de eilandsraadsverkiezingen
van 2023, waarmee de volmachtregeling in Bonaire, Saba en Sint Eustatius binnen de
wettelijke kaders wordt beperkt tot de mogelijkheid van het aanvragen van een schriftelijke
volmacht. De voorbereidingen van dit wetsvoorstel worden ter hand genomen. Inwerkingtreding
is beoogd voorafgaand aan de eerstvolgende eilandsraadverkiezingen van 2023.
Kunt u, als coördinerend bewindspersoon voor de BES-eilanden, er zorg voor dragen
dat de antwoorden op de vragen niet voorzien worden van verwijzingen naar andere departementen
zonder dat het andere departement daar dan antwoord op geeft?
De bewindspersonen hebben elk, in het kader van de ministeriële verantwoordelijkheid,
de vragen die hun terreinen raken beantwoord.
Inbreng van de SP-fractie
De leden van de fractie van de SP hebben met grote interesse kennisgenomen van de
plannen over het vaststellen van een sociaal minimum op de BES-eilanden en hebben
hierover nog enkele opmerkingen en vragen. Allereerst merken genoemde leden op dat
ze blij zijn dat er eindelijk een sociaal minimum wordt vastgesteld. De leden van
de fractie van de SP vragen hoe het bedrag voor het sociaal minimum tot stand is gekomen.
Genoemde leden lezen namelijk ook dat niet de werkelijke kosten als uitgangspunt worden
genomen maar de verwachte kosten. Hoe reëel is het vastgestelde bedrag op dit moment
en wanneer wordt het verwachte bedrag gehaald?
De bedragen voor het ijkpunt sociaal minimum Caribisch Nederland zijn tot stand gekomen
op basis van de bedragen uit het rapport van Regioplan (2018). Regioplan heeft in
2018 de noodzakelijke kosten van levensonderhoud op Bonaire, Sint Eustatius en Saba
in kaart gebracht. Hieruit is gebleken dat de kosten van basale uitgaven nu voor veel
mensen hoog zijn. De kosten moeten worden teruggebracht tot een redelijk niveau. Voor
een aantal kostenposten waar van (ingezet) beleid een verlaging van de kosten wordt
verwacht, is in het ijkpunt voor het sociaal minimum daarom een bedrag opgenomen dat
afwijkt van het door Regioplan waargenomen bedrag voor de betreffende kostenpost.
Voorbeelden hiervan zijn wonen en kinderopvang. Door het meenemen van het effect van
(ingezet) beleid in de bedragen in het ijkpunt voor het sociaal minimum committeert
het kabinet zich aan het terugdringen van de noodzakelijke kosten van levensonderhoud.
De bedragen uit het rapport van Regioplan als uitgangspunt nemen voor het ijkpunt
voor het sociaal minimum zou betekenen dat het wettelijk minimumloon en de uitkeringen
substantieel verhoogd moet worden. Alvorens deze keuze te maken, die al naar gelang
de hoogte van het bedrag risico’s voor de economie en arbeidsmarkt met zich meebrengt,
wordt eerst ingezet op het verlagen van de kosten van levensonderhoud. Het doel is
dat de kosten worden teruggebracht tot een redelijk niveau zodat een situatie waarin
alle inwoners van Caribisch Nederland in de minimale kosten van levensonderhoud kunnen
voorzien.
Het ijkpunt voor het sociaal minimum is een doelstelling waar stap voor stap naar
toe wordt gewerkt. Het is op dit moment helaas niet mogelijk om een exacte termijn
vast te stellen waarbinnen de kostenverlagingen gerealiseerd zijn. Reden hiervoor
is dat het terugbrengen van de kosten tot een redelijk niveau gepaard gaat met structurele
wijzigingen. Bijvoorbeeld als het gaat om het verbeteren van de financiële toegankelijkheid
van de kinderopvang en het terugbrengen van de kosten van wonen. Ook verschilt de
termijn per kostenpost. Voor kinderopvang geldt dat vanaf komend jaar jaarlijks circa
10 miljoen euro beschikbaar is om te komen tot een stelsel voor kwalitatief goede,
veilige en betaalbare kinderopvang en buitenschoolse voorzieningen in Caribisch Nederland.
Met het geld kunnen de kosten voor de opvang naar beneden en kan de kwaliteit van
de opvang worden verbeterd. In overleg met de eilanden en passend binnen het budget
dat voor BES(t) 4 kids beschikbaar is, zal een tijdpad voor het realiseren van kostprijs
verlagende subsidies worden opgesteld. Dit wordt in het programma BES(t) 4 kids nader
uitgewerkt. Ook voor het verlagen van de kosten van wonen wordt gewerkt aan een tijdpad
voor het realiseren van de beoogde verlaging van de kosten.
Het kabinet heeft begrip voor de wens van zowel de eilanden als uw Kamer aan houvast
en zal uw Kamer informeren over het tijdpad per kostenpost als daar meer zicht op
is. De beoogde stapsgewijze verbetering is niet vrijblijvend. Met het ijkpunt voor
het sociaal minimum committeert het kabinet zich aan het verlagen van de hoge kosten
van levensonderhoud en het verbeteren van de inkomenspositie van inwoners van Caribisch
Nederland. In combinatie met de bijbehorende maatregelen zoals aangekondigd in de
voortgangsrapportage zet het kabinet daarmee deze kabinetsperiode al een aantal onomkeerbare
stappen. Aan de Tweede Kamer is daarnaast toegezegd de ontwikkelingen nauwgezet te
monitoren. De komende vijf jaar zal de Tweede Kamer jaarlijks worden geïnformeerd
over de voortgang. Hierbij zal telkens worden bezien of en zo ja welke aanvullende
stappen gezet moeten worden om de situatie voor inwoners in Caribisch Nederland te
verbeteren.
De leden van de fractie van de SP lezen verder dat «de onderstand op termijn verder
naar het ijkpunt voor het sociaal minimum zou kunnen toegroeien, waarbij rekening
wordt gehouden met de mogelijkheid van bijverdienen tot aan het wettelijk minimumloon
en de prikkel om te werken.» Genoemde leden vragen waarom de onderstand nu niet verhoogd
wordt tot het sociaal minimum omdat de onderstand toch bedoeld is als minimum om van
rond te kunnen komen. Op welke termijn wordt het niveau van de onderstand gelijkgetrokken
met het sociaal minimum? De leden van de fractie van de SP lezen dat het tempo zorgvuldig
moet worden afgewogen vanwege mogelijke negatieve effecten voor de economie en de
arbeidsmarkt. Welke effecten zijn dit? Hoe groot is de kans dat deze effecten daadwerkelijk
plaatsvinden?
Om ervoor te zorgen dat ook mensen met een uitkering kunnen voorzien in de noodzakelijke
kosten van levensonderhoud, moet de onderstand verder naar het ijkpunt voor het sociaal
minimum toegroeien. Het tempo waarin de onderstand verhoogd wordt, is afhankelijk
van een aantal aspecten.
Een verhoging van de onderstand is afhankelijk van de ruimte om het wettelijk minimumloon
verder te verhogen. Het verschil tussen de onderstand en het wettelijk minimumloon
is bepalend voor de prikkel om te werken. Een substantiële verhoging van de onderstand
los van een verhoging van het wettelijk minimumloon zorgt voor een verminderde prikkel
om te werken en zet de balans tussen rechten en plichten onder druk. Ook verhogingen
van het wettelijk minimumloon zijn niet zonder gevolgen. Een verhoging van het wettelijk
minimumloon kan een negatief effect hebben op de arbeidsvraag, de regionale concurrentiepositie
van de eilanden en de draagkracht van de economie. Dat het van belang is om zorgvuldig
om te gaan met verdere verhogingen van het wettelijk minimumloon wordt ook onderschreven
door de partijen in de Centraal Dialoog. In de reactie van de partijen in de Centraal
Dialoog op de voortgangsrapportage, waarvan uw Kamer een afschrift heeft ontvangen,
wordt aandacht gevraagd voor de consequenties van verdere verhogingen van het wettelijk
minimumloon voor de kosten voor werkgevers. Ook wordt door de partijen in de Centraal
Dialoog het belang om hierover in overleg te treden onderstreept. In de voortgangsrapportage
is daarom aangekondigd om onafhankelijk onderzoek te laten doen naar de ruimte om
het wettelijk minimumloon in de toekomst verder te verhogen en hierover met de partijen
in de Centraal dialoog in gesprek te gaan.
Voordat de onderstand naar het ijkpunt voor het sociaal minimum kan toegroeien is
het daarnaast belangrijk dat de bijverdienregeling wordt afgebouwd. Door de bijverdienregeling
kunnen onderstandsgerechtigden bijverdienen tot het niveau van het wettelijk minimumloon
naast het ontvangen van de onderstandsuitkering. De systematiek in de onderstand verschilt
hiermee in wezenlijk opzicht van de bijstand in Europees Nederland. Een aanpassing
van het systeem in de onderstand waarbij het niet langer mogelijk is bijverdiensten
buiten beschouwing te laten is op korte termijn echter niet te realiseren. De bijverdienregeling
wordt daarom geleidelijk afgebouwd in combinatie met inzet op de handhaving op het
melden van bijverdienen, het versterken van de arbeidsbemiddeling en het aantrekkelijker
maken van het werken in dienstverband, bijvoorbeeld door het verbeteren van de verlofregelingen.
Het verhogen van de onderstand tot het ijkpunt voor het sociaal minimum is afhankelijk
van de uitkomsten van het onderzoek naar de verdere ruimte om het wettelijk minimumloon
te verhogen en de voortgang op de inzet op handhaving, versterking van arbeidsbemiddeling
en het aantrekkelijker maken van werken in dienstverband. Op basis hiervan zal het
kabinet in de volgende voortgangsrapportage bezien of het mogelijk is om een termijn
te verbinden aan het verhogen van de onderstand tot het ijkpunt voor het sociaal minimum.
Dit laat onverlet dat het afgelopen jaar en komend jaar significante stappen worden
gezet om de inkomenspositie van niet-werkenden en werkenden te verbeteren. Per 1 januari
2019 zijn het wettelijk minimumloon en de uitkeringen met 5 procent verhoogd bovenop
de reguliere bijstelling op basis van de prijsontwikkeling. Daarnaast heeft het kabinet
per 1 januari 2019 de onderstand voor mensen die zelfstandig wonen verhoogd. Per 1 januari
2020 wordt de onderstand voor mensen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt dusdanig
verhoogd waardoor een volledig en duurzaam arbeidsongeschikte in de onderstand die
zelfstandig woont op maandbasis uitkomt op het wettelijk minimumloon. Ook kunnen alleenstaande
AOV-gerechtigden in aanmerking komen voor een aanvulling vanuit de onderstand.
Per 1 januari 2020 worden daarnaast het wettelijk minimumloon en de uitkeringen opnieuw
verhoogd. Op Bonaire en Saba gaat het om een verhoging van 5 procent, op Sint Eustatius
2 procent. Vanwege de mogelijke negatieve gevolgen voor de economie en de arbeidsmarkt
moet het tempo en de mate van verdere verhogingen van de onderstand en het wettelijk
minimumloon zoals gezegd zorgvuldig afgewogen worden.
Inbreng van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de voortgangsrapportage
ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch Nederland. Het is belangrijk dat ook in Caribisch
Nederland in de bestaanszekerheid van burgers wordt voorzien. Dit ijkpunt sociaal
minimum draagt daaraan bij, en de fractie van de ChristenUnie is blij dat de Staatssecretaris
hier werk van blijft maken. Wel hebben de leden van de fractie van de ChristenUnie
nog enkele vragen ter verduidelijking. Allereerst vragen deze leden of de Staatssecretaris
inzichtelijk kan maken wat de instelling van dit ijkpunt (op termijn) concreet voor
een verschil gaat maken voor de inwoners van de eilanden.
Het ijkpunt voor het sociaal minimum is een richtbedrag om te komen tot een situatie
waarin alle inwoners van Caribisch Nederland in de minimale kosten van levensonderhoud
kunnen voorzien. Het is een doelstelling waar stap voor stap naar toe wordt gewerkt.
Om de inkomenspositie van werkenden en niet-werkenden verder te verbeteren heeft het
kabinet per 1 januari 2020 een aantal nieuwe maatregelen aangekondigd. Per 1 januari
2020 wordt het wettelijk minimumloon op Bonaire, Sint Eustatius en Saba met respectievelijk
5 procent, 2 procent en 5 procent verhoogd bovenop de reguliere inflatiecorrectie.
Met de verhoging van het wettelijk minimumloon worden ook de onderstand, AOV en AWW
evenredig verhoogd. Naast de verhogingen van het wettelijk minimumloon en de uitkeringen
wordt de kinderbijslag op Caribisch Nederland per 1 januari 2020 verhoogd met ongeveer
$ 20 per maand. De definitieve bedragen worden in het najaar bekend gemaakt aan de
hand van de ontwikkeling van het consumentenprijsindexcijfer bepaald.
Om kinderen een perspectiefvolle start te bieden en ouders in staat te stellen hun
kinderen met een gerust hart naar de kinderopvang te brengen is het programma BES(t)
4 kids ingericht. Dat programma heeft tot doel te komen tot een stelsel voor kwalitatief
goede, veilige en betaalbare kinderopvang en buitenschoolse voorzieningen in Caribisch
Nederland. Daarvoor is jaarlijks circa 10 miljoen euro beschikbaar. Met het geld kunnen
de kosten voor de opvang naar beneden en kan de kwaliteit van de opvang worden verbeterd.
In overleg met de eilanden en passend binnen het budget dat voor BES(t) 4 kids beschikbaar
is, zal een tijdpad voor het realiseren van kostprijs verlagende subsidies worden
opgesteld. Dit wordt in het programma BES(t) 4 kids nader uitgewerkt.
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat de brief uiting geeft aan de
motie Van der Graaf om de stappen te bepalen die nodig zijn om een norm voor een sociaal
minimum vast te stellen. Het ijkpunt is nu vastgesteld, wat een mooi begin is. Hoe
ziet de planning eruit voor de maatregelen die moeten worden genomen om de lasten
te verlichten? Wanneer verwacht de Staatssecretaris met een concreet pakket maatregelen
te komen om deze lastenverlichting te verwezenlijken?
Door het meenemen van het effect van (ingezet) beleid in de bedragen in het ijkpunt
voor het sociaal minimum committeert het kabinet zich aan het terugdringen van de
noodzakelijke kosten van levensonderhoud. De wijze waarop de bedragen gerealiseerd
worden, is opgenomen in de bijlage bij de voortgangsrapportage ijkpunt bestaanszekerheid
Caribisch Nederland12.
Het is op dit moment helaas niet mogelijk om een exacte termijn vast te stellen waarbinnen
de kostenverlagingen gerealiseerd zullen zijn. Reden hiervoor is dat het terugbrengen
van de kosten tot een redelijk niveau gepaard gaat met structurele wijzigingen. Ook
verschilt de termijn per kostenpost. Voor kinderopvang geldt dat vanaf komend jaar
jaarlijks circa 10 miljoen euro beschikbaar is om te komen tot een stelsel voor kwalitatief
goede, veilige en betaalbare kinderopvang en buitenschoolse voorzieningen in Caribisch
Nederland. Met het geld kunnen de kosten voor de opvang naar beneden en kan de kwaliteit
van de opvang worden verbeterd. In overleg met de eilanden en passend binnen het budget
dat voor BES(t) 4 kids beschikbaar is, zal een tijdpad voor het realiseren van kostprijs
verlagende subsidies worden opgesteld. Dit wordt in het programma BES(t) 4 kids nader
uitgewerkt. Ook voor het verlagen van de kosten van wonen wordt gewerkt aan een tijdpad
voor het realiseren van de beoogde verlaging van de kosten.
Het kabinet heeft begrip voor de wens van zowel de eilanden als uw Kamer aan houvast
en zal uw Kamer informeren over het tijdpad per kostenpost als daar meer zicht op
is. De beoogde stapsgewijze verbetering is niet vrijblijvend. Met het opnemen van
bedragen in het ijkpunt die afwijken van de werkelijke kosten committeert het kabinet
zich aan het verlagen van de hoge kosten levensonderhoud. In combinatie met de bijbehorende
maatregelen zoals aangekondigd in de voortgangsrapportage zet het kabinet daarmee
deze kabinetsperiode al een aantal onomkeerbare stappen. Aan de Tweede Kamer is toegezegd
de ontwikkelingen nauwgezet te monitoren. De komende vijf jaar zal de Tweede Kamer
jaarlijks worden geïnformeerd over de voortgang. Hierbij zal telkens worden bezien
of en zo ja welke aanvullende stappen gezet moeten worden om de situatie voor inwoners
in Caribisch Nederland te verbeteren.
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat de lastenverlichting een ambitieus
plan noodzakelijk maakt. Deze leden prijzen de Staatssecretaris voor de stap om de
levenstandaarden op de eilanden aan te pakken. Wanneer verwacht de Staatssecretaris
de eerste stappen ook echt te gaan zetten? Is het ijkpunt wel realistisch ingesteld?
Met name het verschil tussen het ijkpunt en het regioplan bij wonen en elektriciteit
is groot, hoe realistisch schat de Staatssecretaris de lastenverlichting in op deze
onderwerpen?
Voor de kostenposten waar overheidsbeleid van grote invloed is en van (ingezet) beleid
een verlaging van de kosten wordt verwacht, is in het ijkpunt een bedrag opgenomen
dat afwijkt van de huidige werkelijke uitgaven en de door Regioplan waargenomen uitgaven.
De opgenomen bedragen zijn gebaseerd op een realistische inschatting van de kostenverlaging
die via beleid wordt beoogd.
De verlaging van de kosten voor deze posten zullen niet van vandaag op morgen gerealiseerd
zijn. In de voortgangsrapportage ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch Nederland zijn
nieuwe stappen aangekondigd om de kosten van levensonderhoud te verlagen. Zo is er
vanaf 2020 jaarlijks circa 10 miljoen euro beschikbaar voor de kinderopvang. Met het
geld kunnen de kosten die ouders betalen voor de opvang naar beneden en komt er meer
ruimte voor het opleiden en bijscholen van werknemers in de kinderopvang.
Op het gebied van wonen zet het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
in op het verlagen van de kosten van wonen door het vergroten van het aanbod van woningen
(door geld beschikbaar te stellen voor nieuwbouw, renovatie/onderhoud en infrastructuur),
het inwerking laten treden van eilandelijke verordeningen om huurprijzen te reguleren
en een experiment met de hypotheekgarantie Bonaire, waarvan ook huishoudens, die nu
via een particuliere verhuurder een woning huren, gebruik kunnen maken. De komende
periode vindt daarnaast onderzoek plaats naar de modaliteiten om voor de sociale huursector
en de particuliere huursector een invulling aan een systeem voor een tegemoetkoming
in de huurlasten te geven, rekening houdend met de (uitvoeringstechnische) mogelijkheden
op de eilanden. In 2020 kan dan worden besloten in welke vorm een huurbijdrage kan
worden geïntroduceerd.
Voor elektriciteit moet worden aangemerkt dat in de bedragen voor elektriciteit in
het ijkpunt voor het sociaal minimum geen kostenverlagend effect van beleid is meegenomen.
Voor de bedragen voor elektriciteit in het ijkpunt voor het sociaal minimum is uitgegaan
van de werkelijke kosten op basis van de huidige tarieven en gemiddeld verbruik. Deze
bedragen wijken af van de bedragen van Regioplan.
Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) zet zich ook de komende jaren
verder in om de betaalbaarheid van elektriciteit te verbeteren. EZK brengt samen met
het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de mogelijkheden in kaart
voor leningen voor investeringen in duurzame energie om de kosten voor elektriciteit
voor inwoners van Caribisch Nederland op termijn te verlagen. Op termijn wordt weliswaar
een kostenverlagend effect verwacht van de inspanningen om de betaalbaarheid van elektriciteit
te verbeteren, maar het is op dit moment te vroeg om de inspanningen te vertalen in
een lager bedrag voor elektriciteit in het ijkpunt voor het sociaal minimum. De ontwikkeling
wordt nauwgezet gemonitord om te bezien in welke mate beleid heeft bijgedragen aan
een verlaging van de kosten en of het ijkpunt voor het sociaal minimum bijgesteld
moet worden.
UITVOERING MOTIE KUIKEN C.S.
Wonen (BZK)
Huidige inspanningen (financiële inspanningen, subsidies en investeringen)
De huidige inspanning op het terrein van wonen betreft het overnemen van de verhuurderbijdrage
van de drie Openbare Lichamen door BZK. Dit betreft een deel van de sociale woonsector.
Het gaat om een bedrag van € 900.000,–. Verder is € 2,9 miljoen subsidie verstrekt
voor de bouw van sociale woningen en de bijbehorende infrastructuur ter hoogte van
€ 2,5 miljoen.
Effect van huidige inspanningen
Er wordt gestreefd naar een verbetering van de uitvoering van de verhuurderbijdrage
in de sociale sector. Verder wordt op termijn gestreefd naar het verminderen van de
huurlasten in de particuliere sector. Daarnaast wordt met de bouw van de woningen
beoogd om de druk op de woningmarkt te verminderen.
Ambitie om tot een verlaging van de kosten te komen
Het streven is om in de periode 2020–2025 te komen tot een verlaging van de gemiddelde
huurlasten met 50%. De gemiddelde huurlasten komen dan overeen met de bedragen zoals
opgenomen in het ijkpunt sociaal minimum, te weten 33 procent van het huidige wettelijk
minimumloon. Eerder is aan de beide Kamers aangegeven dat het Kabinet dat wil bereiken
door een vorm van tegemoetkoming in de huurlasten te realiseren.
Elektriciteit (EZK)
Huidige inspanningen (financiële inspanningen, subsidies en investeringen)
Financiële inspanningen, subsidies, investeringen en tegemoetkomingen voor Energie
in Caribisch Nederland
In de onderstaande tabel is af te lezen welke Financiële inspanningen, subsidies,
investeringen en tegemoetkomingen voor Energie in Caribisch Nederland zijn gedaan
sinds 10-10-10, welke een mogelijk prijs verlagend effect hebben op de prijs van energie
in Caribisch Nederland.
Effect van huidige inspanningen
Investeringen in productie van duurzame energie
De energievoorziening in Caribisch Nederland werkt overwegend (met uitzondering van
verduurzaming door zonne- of windenergie) op stookolie. De prijs van energie in Caribisch
Nederland is om deze reden dus sterk afhankelijk van de olieprijs. Mogelijke prijs
verlagende effecten van investeringen in productiecapaciteit (zonneweiden op Saba
en Sint Eustatius, op Bonaire betreft dit de voorgenomen investering in efficiëntere
productiecapaciteit op brandstof), komen neer op het besparen van oliekosten. Verduurzaming
(overgang naar wind- en/of zonne-energie) spaart de marginale oliekosten uit.
Na de staatkundige herziening en opsplitsing van het Gemeenschappelijk Elektriciteitsbedrijf
der Bovenwindse Eilanden NV (GEBE), heeft EZK toegezegd te helpen met het besparen
van 40% aan olie op Sint Eustatius en op Saba om te voorkomen dat de tarieven aanzienlijk
zouden stijgen op Sint Eustatius en op Saba.
Sint Eustatius
Op Sint Eustatius kan dankzij subsidie van EZK (inclusief verliescompensatie) in investeringen
in zonneweides het gebruik van dieselgeneratoren, die tot 2016 alle elektriciteit
leverden, met bijna de helft worden verminderd. Het betekent dat de bevolking en het
bedrijfsleven van Sint Eustatius hier aanzienlijk minder geld kwijt zijn aan brandstof
voor generatoren.
Naast de zonnepanelen bestaat het park uit een batterij-opslag van 5,9 MWh en een
installatie die stabiele stroomvoorziening regelt. Op jaarbasis voorziet het zonnepark
zo in 46% van de elektriciteitsbehoefte van het eiland, daarmee wordt dus ook 46%
olie bespaard.
Saba
De besparing van oliekosten op Saba is geconcretiseerd als subsidie voor verplaatsing
en modernisering van de elektriciteitscentrale en in de vorm van een «bijzondere uitkering»
van EZK aan het openbaar lichaam Saba voor de eerste zonneweide. De eerste zonneweide
op Saba betrof ongeveer 1 MWh, waarmee 20% olie wordt bespaard en bestaat uit 3.000
panelen. De tweede zonneweide op Saba betrof ongeveer 1 MWh, waarmee 20% olie wordt
bespaard en bestaat uit 3.000 panelen + veel batterijopslag. De tweede zonneweide
is gefinancierd met Europees geld en voor een kleiner deel met EZK subsidie (inclusief
verliescompensatie), in totaal wordt hiermee dus 40% olie bespaard en bestaat de energievoorziening
voor 40% uit duurzame opwek.
De oude elektriciteitscentrale op Saba is vanwege veiligheidsrisico’s verplaatst.
Zonder de subsidie had de verplaatsing ook doorgang moeten vinden waarbij de kosten
voor de verplaatsing zouden worden verwerkt in de tarieven van de afnemers van elektriciteit.
De nieuwe centrale maakt gebruik van generatoren om elektriciteit op te wekken die
14% minder olie nodig hebben dan de oude generatoren. Ook bevat de nieuwe centrale
grotere olietanks, waardoor de olie minder vaak per boot geleverd hoeft te worden.
Bonaire
EZK heeft subsidie gegeven voor het Masterplan voor de uitbreiding van productiecapaciteit.
De ingenieursbureaus DNV GL, Royal Haskoning en Berenschot hebben aan het elektriciteitsbedrijf
een integraal plan opgeleverd voor de toekomst van de water- en elektriciteitsvoorziening
op Bonaire.
Subsidie voor netbeheerkosten
De Autoriteit consument en markt (hierna ACM) reguleert de tarieven voor elektriciteit
in Caribisch Nederland. In de besluiten van de ACM worden de maximumtarieven vastgesteld
die de elektriciteitsbedrijven in Caribisch Nederland mogen rekenen aan de elektriciteitsklanten.
In Caribisch Nederland worden de kosten van het vaste tarief (netbeheer) voor elektriciteitsdistributie
verlaagd naar Europees Nederlands niveau met subsidie van EZK. Dit resulteert in het
volgende effect op de tarieven voor energie en de energierekening (afgerond).
Bonaire
Het elektriciteitsbedrijf op Bonaire heeft ongeveer 17.000 aansluiten voor elektriciteit.
Door de subsidie voor het vaste tarief daalt het vaste tarief (netbeheer) voor een
modaal huishouden in Bonaire van USD 43,17 naar USD 26,59. Een modaal huishouden betaalt
door de subsidie USD 1.400 per jaar aan energie in plaats van USD 1.600 (14% korting.
Pagabon-klanten (prepaid energie) betalen USD 1.000 in plaats van USD 1.260 (20% korting)
Sint Eustatius
Het elektriciteitsbedrijf op Sint Eustatius heeft ongeveer 1800 aansluitingen voor
elektriciteit. Door de subsidie voor het vaste tarief (netbeheer) daalt het vaste
tarief voor een modaal huishouden in Sint Eustatius van USD 49,20 naar USD 21,71.
Een modaal huishouden betaalt door de subsidie USD 1.450 per jaar aan energie in plaats
van USD 2.100 (33% korting).
Saba
Het elektriciteitsbedrijf op Saba heeft ongeveer 1200 aansluitingen voor elektriciteit.
Door de subsidie voor het vaste tarief daalt het vaste tarief voor een modaal huishouden
in Saba van USD 75,15 naar USD 15,03. Een modaal huishouden betaalt door de subsidie
USD 1.600 per jaar aan energie in plaats van USD 2.600 (40% korting).
Ambitie om tot een verlaging van de kosten te komen
Financiering in Caribisch Nederland
Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat zoekt naar mogelijkheden om financieringskosten
voor investeringen in duurzame energie in Caribisch Nederland zo laag mogelijk te
maken. Het betreft hier het onderzoeken naar mogelijkheden voor laagrentende of renteloze
leningen voor investeringen in duurzame energie in Caribisch Nederland om olie te
kunnen besparen.
Subsidie voor netbeheerkosten
In Caribisch Nederland blijft EZK de kosten van het vaste tarief voor elektriciteitsdistributie
verlagen naar Europees Nederlands niveau met subsidie van EZK.
Telecom (EZK)
Huidige inspanningen (financiële inspanningen, subsidies en investeringen)
In 2015 zijn de tarieven voor de kosten die de toezichthouder aan concessiehouders
rekent, substantieel verlaagd. Deze verlaging betreft kosten voor toezicht (retributiekosten),
verlaging van kosten voor het gebruik van frequentieruimte (waarbij het met name mobiele
concessiehouders betreft) en verlaging van kosten voor straalverbindingen. Daarnaast
is administratieve lastenverlichting doorgevoerd waardoor concessiehouders minder
gegevens aan de toezichthouder hoeven door te geven. Ook dit leidt tot een financiële
besparing. De verlaging van kosten en administratieve lasten verschilt per concessiehouder.
Ruwweg gaat het om een verlaging van 750.000 euro voor de concessiehouders gezamenlijk.
Daarnaast is medio 2016 is een eenmalige subsidieregeling opengesteld voor verbetering
van telecomnetwerken. Voorwaarde bij verstrekking van de subsidie was dat de subsidie
zou worden aangewend voor het opwaarderen naar een hogere technologische standaard,
het verbeteren van de capaciteit, het vergroten van de robuustheid of redundantie
en het realiseren van telecommunicatievoorzieningen voor gezondheid en onderwijs ten
faveure van de eindgebruiker. Het totale toegekende subsidiebedrag bedroeg 1.371.496,11
euro. Bij drie van de vijf aanvragers is het maximale bedrag van 300.000 euro toegekend.
De andere twee aanvragers hebben 281.146,11 euro en 190.350 euro aan subsidie toegekend
gekregen.
Begin dit jaar zijn de vergoedingen voor het frequentiegebruik nogmaals substantieel
verlaagd, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2017.
Effect van huidige inspanningen
De lokale aanbieder op Sint Eustatius heeft met de eenmalig subsidie in 2016 het netwerk
kunnen verglazen en biedt daardoor betere dienstverlening aan. In 2016 was op St Eustatius
een snelheid van 756 kbps beschikbaar voor 75,42 USD per maand, nu is het goedkoopste
abonnement van 5 Mbps beschikbaar voor 75,42 dollar USD (66,66 euro) per maand. Op
Bonaire is ook een grote verglazingsactie doorgevoerd. In 2016 was het tarief voor
5Mbps beschikbaar voor 75,95 USD, nu is het goedkoopste abonnement van 10 Mbps beschikbaar
voor 65,95 USD per maand (58,28 euro).
De verbeterde prijs-kwaliteit verhouding heeft echter geen tot zeer beperkt effect
op het besteedbare inkomen omdat de kosten doorgaans gelijk of marginaal lager zijn
geworden. Gegeven de beperkte schaal van de eilanden is en blijft het een grote uitdaging
om telecomdiensten aan te bieden op basis van een moderne standaard tegen een aanvaardbaar
tarief.
Ambitie om tot een verlaging van de kosten te komen
Op verschillende manieren wordt ingezet op lagere tarieven. Zoals eerder aangegeven
wordt ingezet op een aanpassing van het Besluit Opgedragen Telecomdiensten voor 1 januari
2020. Met de aanpassing van dit besluit kan ook worden gestuurd op de tarieven die
gelden voor data (internet). Het is niet in te schatten of en hoeveel de tarieven
zullen dalen.
Na de aanpassing van het besluit zal de Staatsecretaris van EZK de ACM vragen om de
kosten georiënteerdheid van de tarieven te onderzoeken. In hoeverre dit zal leiden
tot lagere tarieven moet uit het onderzoek blijken. Feit is dat door de schaalgrootte
er hogere kosten worden berekend. Op dit moment zijn er geen aanwijzingen dat de aanbieders
overwinsten maken. Een belangrijk gegeven hierbij is dat de prijs voor IP- transit
over de zeekabels, een belangrijke kostenpost, buiten de invloedsfeer van EZK ligt.
Verder werkt EZK toe naar een herziening van delen van de telecomwet. Uiteraard wordt
dit gedaan in consultatie met de eilanden. Dit zal ervoor zorgen dat consumenten op
de eilanden beter worden beschermd. Dit kan een stimulans zijn voor betere dienstverlening.
De Staatssecretaris van EZK streeft er naar de voorstellen voor de wetswijziging volgend
jaar in uw Kamer te hebben liggen. Naast aanpassing van regelgeving gaat EZK in gesprek
met aanbieders en eilanden om te zien hoe samen tot een oplossing kan worden gevonden
Mochten de acties niet tot het gewenste resultaat leiden, zal worden bezien wat aanvullend
kan worden ondernomen.
Kosten van levensmiddelen (EZK)
Huidige inspanningen (financiële inspanningen, subsidies en investeringen)
• Onderzoek naar prijzen in Caribisch Nederland (2016/2017); € 79.990. Onderzoek door
Ecorys naar oorzaken hoge prijzen voor levensmiddelen in Caribisch Nederland (Kamerstuk
31 568, nr. 193).
• Kassenproject Bonaire (2017/2018); 179.905 USD. Plaatsen van kassen op tien scholen,
bestaande uit kosten voor materiaal en scholing van docenten.
• Herstel landbouwgronden Saba (2017); 45.240 USD. Herstel landbouwgronden na orkaan
Irma.
• Kassenproject Saba; 49.000 USD (2018). Plaatsen van kassen op twee scholen, bestaande
uit kosten voor materiaal en scholing van docenten.
• Prijsvergelijker Bonaire (2018/2019)
– Verrichten prijsvergelijker: 75.000 USD. Totale uitgaven tot augustus 2019: 63.375,88
USD. Bijdrage aan Unkobon, die de prijsvergelijker verricht. Het gaat om een vergelijking
van de prijzen van een mandje van 60 basisproducten in 15 supermarkten.
– Opstellen format prijsvergelijkering: € 5.965,30.
Effect van huidige inspanningen
De bovengenoemde inspanningen vormen indirecte manieren op de prijzen van levensmiddelen
te drukken. De kassenprojecten moeten de kennis van het verbouwen van groente en fruit
vergroten en jongeren interesseren van de land- en tuinbouw. Verder zorgt dit ervoor
dat jongeren hun eigen gezonde groenten eten.
De prijsvergelijker draagt bij aan het creëren van prijsbewustzijn. De onderlinge
prijsverschillen zijn gedaald. In augustus 2018 (voor de start van de vergelijker)
was het verschil tussen de duurste en goedkoopste supermarkt 40%, in juli 2019 is
dat gedaald tot 27%. De effecten op absolute prijzen zijn lastig vast te stellen.
De prijs van levensmiddelen is afhankelijk van vele factoren (vb. inkoop- en transportkosten,
externe factoren zoals de situatie in Venezuela), waardoor het lastig is de effecten
van de prijsvergelijker te isoleren en de effecten van de vergelijker op de prijzen
voor levensmiddelen vast te stellen.
Ambitie om tot een verlaging van de kosten te komen
EZK heeft in 2017 onderzoek laten verrichten naar de prijsopbouw van levensmiddelen
in Caribisch Nederland (Kamerstuk 31 568, nr. 193). Het grootste deel van de prijs wordt bepaald door de inkoopwaarde. Een snelle substantiële
permanente verlaging van de prijs voor levensmiddelen lijkt dan ook niet haalbaar.
Een groot deel van de inkoopprijzen wordt immers bepaald door wereldmarktprijzen,
voornamelijk de prijs van voedsel en olie spelen daarin een rol. Daarbij speelt het
gebrek aan schaalvoordelen bij het importeren van levensmiddelen een rol. Een voor
de hand liggende directe maatregel als de invoering van een maximumprijs voor levensmiddelen
door het Openbaar lichaam heeft op Bonaire in het verleden niet tot het beoogde resultaat
geleid. Een dergelijke maatregel heeft alleen nut als er sprake is van hoge winsten
bij de supermarkten, uit het genoemde onderzoek blijkt dat dat niet het geval is.
In het verleden is dan ook een product uit het schap verdwenen omdat de inkoopprijs
hoger lag dan de vastgestelde maximum verkoopprijs. In het onderzoek wordt dan ook
aangegeven dat indirecte maatregelen meer effect zullen hebben. Daarom wordt vooral
ingezet op het creëren van bewustzijn, zoals over de prijsverschillen tussen supermarkten
en het verbouwen van eigen producten, zie hierover ook de brief van de Minister van
Economische Zaken van 21 september 2017 (Kamerstuk 31 568, nr.193).
Drinkwater (IenW)
Huidige inspanningen (financiële inspanningen, subsidies en investeringen)
Om drinkwater en afvalwater betaalbaar te houden heeft IenW sinds 2012 € 20 mln. subsidie
aan de eilanden verstrekt. De subsidie op drinkwater zorgt er voor dat drinkwater
betaalbaar en daarmee toegankelijk blijft voor eenieder.
In 2019 is meer subsidie verstrekt om drinkwater betaalbaar te houden. Bovenop de
structurele subsidies (€ 2,2 mln.) is in 2019 € 3.5 mln. extra subsidie beschikbaar
gesteld.
Effect van huidige inspanningen
Betaalbaar en betrouwbaar drinkwater.
Ambitie om tot een verlaging van de kosten te komen
De subsidie wordt toegekend om drinkwater betaalbaar te houden.
Met de invoering van de Wet elektriciteit en drinkwater BES (1 juli 2016) zijn kostendekkende
drinkwatertarieven ingevoerd, die hiervoor niet werden gehanteerd. Hierdoor zijn de
tarieven gestegen, aangezien deze hiervoor onder kostprijs werden vastgesteld. Om
dit te compenseren zijn de subsidies verhoogd.
Om drinkwater betaalbaar en toegankelijk te houden, wordt de Wet elektriciteit en
drinkwater gewijzigd. Het progressieve capaciteitstarief wordt opnieuw mogelijk gemaakt,
waardoor drinkwater voor minderdraagkrachtigen betaalbaar blijft. Hierdoor dragen
grootverbruikers iets bij in de kosten van drinkwater voor kleinverbruikers
Verder verhogen van de subsidie op drinkwater is niet aan de orde, omdat:
– Met de huidige IenW subsidie drinkwater in Caribisch Nederland betaalbaar is;
– Dit economisch niet effectief is en verspilling stimuleert;
– Door schaalnadelen en het ontbreken van grote zoetwatervoorraden drinkwater in Caribisch
Nederland altijd duurder zal zijn;
– De kosten voor drinkwater op Saba en Sint Eustatius in werkelijkheid lager zijn
omdat men een groot deel van het jaar gratis regenwater opvangt in de cisterne.
Maximaal 2–3 procent van het bestaansminimum wordt besteed aan drinkwater. Aan wonen
wordt 60 procent van het bestaansminimum besteed.
– Door VEI onderzoek wordt gedaan wat Sint Eustatius nodig heeft aan investeringen
voor de toekomst ten aanzien van drinkwater.
Kinderopvang (SZW)
Huidige inspanningen (financiële inspanningen, subsidies en investeringen)
In het eindrapport «Nulmeting kinderopvang Caribisch Nederland» van Ecorys1 zijn de financiële inspanningen van de openbare lichamen en het Rijk in de kinderopvang
en naschoolse opvang in de periode 2015 – 2018 opgenomen. Vanuit het Rijk gaat het
om de bedragen zoals opgenomen in Tabel I en II.
Tabel I: Integrale middelen t.b.v. kinderopvang (USD)
Tabel II: Bijdrage VWS naschoolse opvang (USD)
Daarnaast heeft het Rijk met de subsidieregeling Kansen voor alle kinderen in de periode
2017 – 2019 jaarlijks 1 miljoen euro beschikbaar gesteld om kinderen die opgroeien
in armoede meer kansen te geven om mee te doen. Een deel van de subsidie is ingezet
voor plekken voor kinderen waarvan de ouders de eigen bijdrage niet kunnen betalen.
In 2019 hebben de openbare lichamen en het Rijk het programma BES(t) 4 kids ingesteld
om tot een structurele regeling voor kwalitatief goede kinderopvang in Caribisch Nederland
te komen. Het Rijk heeft in 2019 hiervoor 4,2 miljoen euro beschikbaar gesteld. Een
belangrijk onderdeel van dit programma is gericht op het financieel toegankelijk/betaalbaar
maken van de kinderopvang en buitenschoolse voorzieningen.
Effect van huidige inspanningen op het niveau van de kosten
In het eindrapport «Nulmeting kinderopvang Caribisch Nederland» van Ecorys1 is de stand van zaken van het stelsel van kinderopvang en het stelsel van voor- en
naschoolse voorzieningen in Caribisch Nederland opgenomen. De financiële inspanningen
van de openbare lichamen en het Rijk hebben bijgedragen aan het ontwikkelen van het
huidige stelsel. Er is geen onderzoek gedaan naar het effect van de financiële inspanningen
op de kosten van kinderopvang en voor- en naschoolse opvang voor ouders.
Voor ouders die de eigen bijdrage voor de kinderdagopvang niet kunnen betalen, geldt
dat zij in aanmerking komen voor vergoeding van deze kosten via het openbaar lichaam.
Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van kindplaatssubsidies. Ook zetten kinderopvangorganisaties
subsidies vanuit het Rijk in, zoals de subsidieregeling kansen voor alle kinderen,
om plekken beschikbaar te stellen voor ouders die de eigen bijdrage niet kunnen betalen.
Ambitie om tot een verlaging van de kosten te komen
De Openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba hebben samen met de departementen
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Volksgezondheid,
Welzijn en Sport en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de ambitie uitgesproken
om te komen tot een stelsel voor kwalitatief goede, veilige en betaalbare kinderopvang
en buitenschoolse voorzieningen in Caribisch Nederland.
Vanaf 2020 is er jaarlijks circa 10 miljoen euro beschikbaar voor de kinderopvang.
Met het geld kunnen de kosten die ouders betalen voor de opvang fors naar beneden
en komt er meer ruimte voor het opleiden en bijscholen van werknemers in de kinderopvang
en kan het toezicht op de kinderopvang structureel worden ingericht.
Voor ouders die op of onder het ijkpunt voor het sociaal minimum leven wordt een beperkte
eigen bijdrage verwacht van $ 40 per maand voor 0–4 jarigen en van $ 25 per maand
voor 4–12 jarigen. In overleg met de eilanden en passend binnen het budget dat voor
BES(t) 4 kids beschikbaar is, zal een tijdpad voor het realiseren van kostprijs verlagende
subsidies worden opgesteld. Dit wordt in het programma BES(t) 4 kids nader uitgewerkt.
X Noot
1
Kamerstuk 31 322, nr. 397
Ondertekenaars
-
, -
, -
Eerste ondertekenaar
J.M. Paternotte, voorzitter van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties -
Mede ondertekenaar
T.N.J. de Lange, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.