Voorstel van wet : Voorstel van wet
35 282 Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het stellen van voorschriften ten behoeve van de toegankelijkheid van het hoger onderwijs en met betrekking tot taal in het hoger en middelbaar beroepsonderwijs (Wet taal en toegankelijkheid)
ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE WET OP HET HOGER ONDERWIJS EN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK
ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE WET EDUCATIE EN BEROEPSONDERWIJS
ARTIKEL III. WIJZIGING WET REFERENTIENIVEAUS NEDERLANDSE TAAL EN REKENEN
ARTIKEL IV. EVALUATIE
ARTIKEL V. CITEERTITEL
ARTIKEL VI. INWERKINGTREDING
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het gelet op internationalisering in het
hoger onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs wenselijk is een aantal extra waarborgen
in te bouwen rond de kwaliteit van het onderwijs en de toegankelijkheid van het onderwijs
door onder meer de voorwaarden voor het verzorgen van onderwijs in een andere taal
en de tarieven voor het instellingscollegegeld te actualiseren, en in verband daarmee
de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet educatie en
beroepsonderwijs aan te passen, dat het voorts wenselijk is in het belang van de toegankelijkheid
van het hoger onderwijs een toestemmingsvereiste te regelen voor het voeren van een
capaciteitsbeperking binnen een bachelor- of associate degree-opleiding;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE WET OP HET HOGER ONDERWIJS EN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK
De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1.1 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel cc door
een puntkomma, na dat onderdeel een nieuw onderdeel dd toegevoegd, luidende:
dd. traject:
een programma binnen een opleiding waarvan de studielast en de kwaliteiten op het
gebied van kennis, inzicht en vaardigheden die een student zich bij beëindiging van
de opleiding moet hebben verworven, gelijk zijn aan die van de opleiding.
B
Artikel 1.3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vijfde lid komt de laatste volzin te luiden: De instellingen richten zich
in het kader van hun werkzaamheden op het gebied van het onderwijs op de bevordering
van de uitdrukkingsvaardigheid in het Nederlands van studenten.
2. Twee leden worden toegevoegd, luidende:
6. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de wijze waarop
de instellingen de uitdrukkingsvaardigheid in het Nederlands van Nederlandstalige
studenten bevorderen. Per opleidingssoort als bedoeld in de artikelen 7.3a en 7.3b,
groep van studenten en opleidingsfase kunnen de regels verschillen. De regels kunnen
onder meer betrekking hebben op:
a. een niveau van uitdrukkingsvaardigheid dat onderdeel is van de kennis, inzicht en
vaardigheden die de student bij afronding van de opleiding moet hebben verworven;
b. het bieden van ondersteuning aan de student in de vorm van het organiseren van specifieke
begeleiding gericht op de uitdrukkingsvaardigheid in het Nederlands; of
c. het door de examencommissie kunnen verlenen van vrijstellingen van regels zoals vastgesteld
op grond van dit lid.
7. Bij ministeriële regeling kunnen opleidingen of groepen van opleidingen worden aangewezen,
waarvoor regels gesteld krachtens het zesde lid, niet van toepassing zijn met het
oog op de specifieke aard of de inrichting van de opleiding.
C
In artikel 2.9, eerste lid, wordt «7.50, tweede lid,» vervangen door «7.50, eerste
lid,» en wordt «7.50, derde lid,» vervangen door «7.50, tweede lid,».
D
Artikel 5.6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid, onderdeel b, vervalt «en».
2. In het derde lid wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c
door «; en» een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. taal van de opleiding, indien het instellingsbestuur op grond van artikel 7.2, tweede
lid, onderdeel c, de opleiding of een deel van de opleiding in een andere taal wil
verzorgen, alsmede de beschrijving van de inhoudelijke gronden, bedoeld in artikel
7.2, vierde lid, onderdeel a.
E
Na artikel 5.6 worden drie nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 5.6a. Toets anderstalig onderwijs
1. Het accreditatieorgaan kan aan het instellingsbestuur instemming verlenen met het
verzorgen van een opleiding of een deel van een opleiding in een andere taal dan het
Nederlands op grond van artikel 7.2, tweede lid, onderdeel c. Instemming wordt voor
onbepaalde tijd verleend. Het accreditatieorgaan vermeldt in het instemmingsbesluit
op welke datum de instemming van kracht wordt.
2. Een instellingsbestuur dat op grond van artikel 7.2, tweede lid, onderdeel c, een
opleiding of een deel van de opleiding wil verzorgen in een andere taal dan het Nederlands,
dient daartoe een aanvraag in bij het accreditatieorgaan. De aanvraag wordt gelijktijdig
ingediend met een aanvraag als bedoeld in artikel 5.6 of artikel 5.11, of met een
beoordeling of herbeoordeling als bedoeld in artikel 5.16.
3. Het accreditatieorgaan kan in verband met de instemming op de andere taal in bij
algemene maatregel van bestuur bepaalde gevallen beoordelen of sprake is van een nieuwe
opleiding als bedoeld in artikel 5.6, eerste lid. In de algemene maatregel van bestuur
worden nadere regels gesteld die in ieder geval betrekking hebben op de procedure
voor de beoordeling.
4. Het accreditatieorgaan verleent instemming indien naar zijn oordeel is voldaan aan
artikel 7.2, tweede lid, onderdeel c. Artikel 7.2, zesde lid, is van toepassing.
5. De beoordeling, bedoeld in het vierde lid, geschiedt op basis van de beschrijving
van de inhoudelijke gronden, bedoeld in artikel 7.2, vierde lid, onderdeel a. Bij
of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over
de in te dienen aanvraagbescheiden en de aanvraag- en besluitvormingsprocedure.
Artikel 5.6b. Voorwaarden instemming
1. Indien naar het oordeel van het accreditatieorgaan niet is voldaan aan artikel 7.2,
tweede lid, onderdeel c, maar tekortkomingen naar zijn oordeel binnen afzienbare tijd
kunnen worden weggenomen, kan het accreditatieorgaan besluiten dat het verzorgen van
de opleiding of het deel van de opleiding in de andere taal niet eerder geschiedt
dan nadat is voldaan aan door het accreditatieorgaan gestelde voorwaarden. Uiterlijk
twee jaar na het besluit beoordeelt het accreditatieorgaan of het instellingsbestuur
aan de voorwaarden heeft voldaan.
2. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald in welke gevallen voorwaarden als
bedoeld in het eerste lid kunnen worden gesteld en welke voorwaarden het kan betreffen.
Artikel 5.6c. Intrekking instemming anderstalig onderwijs
1. Het accreditatieorgaan kan de instemming, bedoeld in artikel 5.6a, eerste lid, intrekken
indien bij gewijzigde omstandigheden in de opleiding, naar het oordeel van het accreditatieorgaan
niet langer wordt voldaan aan artikel 7.2, tweede lid, onderdeel c. Bij algemene maatregel
van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de intrekking. Het accreditatieorgaan
vermeldt in het intrekkingsbesluit, met inachtneming van een redelijke termijn voor
het instellingsbestuur, op welke datum de intrekking van kracht wordt.
2. Artikel 7.3, zesde lid, is van toepassing.
3. Artikel 5.6a, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
F
In artikel 5.10, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel
g door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
h. het oordeel over de beoogde andere taal van de opleiding, bedoeld in artikel 5.6,
derde lid, onderdeel d.
G
Artikel 5.11, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a vervalt «en».
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door «; en» wordt na onderdeel
b een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. taal van de opleiding, indien het instellingsbestuur op grond van artikel 7.2, tweede
lid, onderdeel c, de opleiding of een deel van de opleiding in een andere taal wil
verzorgen, alsmede de beschrijving van de inhoudelijke gronden, bedoeld in artikel
7.2, vierde lid, onderdeel a.
H
Artikel 5.15, tweede lid, eerste volzin, komt te luiden:
In het geval, bedoeld in artikel 5.11, derde lid, alsmede indien zich anderszins wijzigingen
hebben voorgedaan in de opleiding, de sector, de visitatiegroep, de toevoeging aan
de graad of de taal van de opleiding, beoordeelt het accreditatieorgaan tevens de
naam, de toevoeging aan de graad en de beoogde andere taal van de opleiding.
I
In artikel 5.16, derde lid, tweede volzin, wordt «een wijziging in de naam en de toevoeging
aan de graad, bedoeld in artikel 5.15, tweede lid.» vervangen door «een wijziging
in de naam, de toevoeging aan de graad en de beoogde andere taal van de opleiding,
bedoeld in artikel 5.15, tweede lid.»
J
Na artikel 5.31 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 5.31a. Wijziging in onderwijstaal
1. In afwijking van artikel 5.6a, tweede lid, kan het accreditatieorgaan tussentijds
op aanvraag van het instellingsbestuur instemming verlenen met het verzorgen van een
opleiding of een deel van een opleiding in een andere taal dan het Nederlands op grond
van artikel 7.2, tweede lid, onderdeel c. De artikelen 5.6a tot en met 5.6c zijn van
toepassing.
2. Het accreditatieorgaan kan een commissie van deskundigen instellen die adviseert
over de aanvraag en kan een secretaris van de commissie aanwijzen.
K
Artikel 6.7, tweede lid, komt te luiden:
2. De toestemming van Onze Minister heeft betrekking op een bepaalde opleiding of een
bepaald traject.
L
In de artikelen 6.7b, tweede lid, onderdeel b, 6.7c, eerste lid, en 6.7d, onderdelen
a en b, wordt «programma binnen een opleiding als bedoeld in artikel 6.7, tweede lid,»
telkens vervangen door «traject».
M
Artikel 7.2 komt te luiden:
Artikel 7.2. Taal
1. Het onderwijs wordt gegeven en de examens worden afgenomen in het Nederlands.
2. In afwijking van het eerste lid kan aan een opleiding of een deel van een opleiding
een andere taal worden gevoerd, indien en voor zover:
a. het een opleiding of een deel van de opleiding met betrekking tot die taal betreft;
b. het onderwijs betreft dat in het kader van een gastcollege door een anderstalige docent
gegeven wordt;
c. dit naar het oordeel van het accreditatieorgaan gelet op de specifieke aard, de inrichting
of de kwaliteit van het onderwijs, meer dan het voeren van het Nederlands, in het
belang is van de student met het oog op de door hem te verwerven kennis, inzicht of
vaardigheden bij afronding van de opleiding. De artikelen 5.6a en 5.6b zijn van toepassing.
3. In geval van toepassing van het tweede lid, onderdeel c, stelt het instellingsbestuur
daarover beleid vast indien de andere taal wordt gevoerd aan de gehele opleiding of:
a. in de gehele propedeutische fase van een opleiding, bedoeld in artikel 7.8, of, indien
die fase niet is ingesteld, de eerste periode in een opleiding met een studielast
van zestig studiepunten;
b. in de gehele afstudeerfase van een opleiding;
c. aan een deel van de opleiding waarvan de studielast overeenkomt met ten minste een
vijfde deel van het totaal aantal studiepunten voor de opleiding, in geval van een
opleiding met een studielast van meer dan zestig studiepunten; of
d. aan een deel van de opleiding waarvan de studielast overeenkomt met ten minste een
derde deel van het totaal aantal studiepunten voor de opleiding, in geval van een
opleiding met een studielast van zestig studiepunten.
4. In het beleid, bedoeld in het derde lid, beschrijft het instellingsbestuur:
a. de procedure waarmee en de inhoudelijke gronden waarop wordt overgegaan tot het voeren
van een andere taal aan een opleiding of een deel van een opleiding; en
b. de wijze waarop de instelling zich inspant om de kwaliteit van het onderwijs aan de
opleiding en, ingeval het een bekostigde instelling als bedoeld artikel 1.1, onderdeel
g, betreft, de toegankelijkheid van de opleiding voor Nederlandstalige studenten te
waarborgen.
5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden voorgeschreven op welke
onderwerpen het beleid, bedoeld in het vierde lid, onderdeel b, in ieder geval betrekking
heeft.
6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan nader worden bepaald in welke
gevallen sprake is van de specifieke aard, inrichting of kwaliteit van het onderwijs,
bedoeld in het tweede lid, onderdeel c.
N
In artikel 7.3f, tweede lid, vervalt «, tweede volzin,».
O
Artikel 7.9b wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift vervalt «speciaal».
2. In het eerste lid wordt «binnen een opleiding een speciaal traject» vervangen door
«een traject».
P
Artikel 7.13, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel x vervalt «en».
2. Na onderdeel y wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel y door
«, en» een nieuw onderdeel z toegevoegd, luidende:
z. de taal waarin het onderwijs wordt verzorgd en waarin de examens worden afgenomen.
Q
Artikel 7.15, eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:
c. de differentiatie in het opleidingenaanbod en de beperkingen van de inschrijving als
gevolg van de beschikbare capaciteit of in verband met de arbeidsmarktbehoefte,.
R
In de artikelen 7.28, tweede lid, en 7.30, tweede lid, wordt «voldoende beheersing
van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs» telkens
vervangen door «voldoende beheersing van de Nederlandse taal of andere taal die nodig
is om met vrucht het onderwijs te kunnen volgen».
S
In artikel 7.29, eerste lid, wordt «voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor
het met vrucht kunnen volgen van dat onderwijs» vervangen door «voldoende beheersing
van de Nederlandse taal of andere taal die nodig is om met vrucht dat onderwijs te
kunnen volgen».
T
In artikel 7.34, eerste lid, onderdeel a, wordt «7.53, derde lid,» vervangen door
«7.53a, eerste lid,».
U
In artikel 7.43, eerste lid wordt «is het collegegeld OU, bedoeld in artikel 7.45b,
verschuldigd» vervangen door «is het collegegeld OU, bedoeld in artikel 7.45b, of
het instellingscollegegeld OU, bedoeld in artikel 7.46a, verschuldigd».
V
Artikel 7.45b wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het zesde lid tot het derde lid, vervallen het derde lid (oud)
tot en met het vijfde lid.
2. Het derde lid (nieuw) komt te luiden:
3. Het instellingsbestuur van de Open Universiteit stelt regels vast met betrekking
tot de toepassing van het eerste en tweede lid.
W
Artikel 7.46 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. De hoogte van het instellingscollegegeld wordt door het instellingsbestuur vastgesteld
en kan per opleiding, groep van opleidingen of groep van studenten verschillen.
2. Het derde lid komt te luiden:
3. Onverminderd artikel 7.3f, bedraagt het instellingscollegegeld voor studenten als
bedoeld in het eerste lid die behoren tot een van de groepen van personen, bedoeld
in artikel 2.2 van de Wet studiefinanciering 2000, of de Surinaamse nationaliteit
bezitten, ten minste het volledig wettelijk collegegeld, bedoeld in artikel 7.45,
eerste lid, en ten hoogste een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgesteld
maximumbedrag dat per groep van opleidingen kan verschillen.
3. Onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot het vijfde en zesde lid wordt
een nieuw vierde lid ingevoegd, luidende:
4. Onverminderd artikel 7.3f, bedraagt het instellingscollegegeld voor studenten als
bedoeld in het eerste lid die niet behoren tot een van de groepen van personen, bedoeld
in artikel 2.2 van de Wet studiefinanciering 2000, noch de Surinaamse nationaliteit
bezitten, ten minste een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgesteld
minimumbedrag dat per groep van opleidingen kan verschillen.
4. In het zesde lid (nieuw) wordt «dit artikel» vervangen door «het tweede tot en met
vijfde lid».
5. Na het zesde lid (nieuw) wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. De bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgestelde bedragen, bedoeld
in het derde en vierde lid, worden periodiek vastgesteld en jaarlijks volgens de consumentenprijsindex
geïndexeerd, op de wijze bij of krachtens algemene maatregel van bestuur bepaald.
X
Na artikel 7.46 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 7.46a. Instellingscollegegeld OU
1. Een student die is ingeschreven voor een onderwijseenheid bij de Open Universiteit
en die niet voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 7.45a, eerste en tweede
lid, is instellingscollegegeld OU verschuldigd.
2. De hoogte van het instellingscollegegeld OU wordt door het instellingsbestuur van
de Open Universiteit vastgesteld en kan per onderwijseenheid, groep van onderwijseenheden
of groep van studenten verschillen.
3. Het instellingscollegegeld OU bedraagt voor studenten als bedoeld in het eerste lid
die behoren tot een van de groepen van personen, bedoeld in artikel 2.2 van de Wet
studiefinanciering 2000, of de Surinaamse nationaliteit bezitten, ten minste een dertigste
deel van het volledig wettelijk collegegeld, bedoeld in artikel 7.45, eerste lid,
vermenigvuldigd met het aantal studiepunten dat een onderwijseenheid groot is en ten
hoogste een zestigste deel van een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur
vastgesteld maximumbedrag dat per groep van opleidingen kan verschillen, vermenigvuldigd
met het aantal studiepunten dat een onderwijseenheid groot is.
4. Het instellingscollegegeld OU bedraagt voor studenten als bedoeld in het eerste lid
die niet behoren tot een van de groepen van personen, bedoeld in artikel 2.2 van de
Wet studiefinanciering 2000, noch de Surinaamse nationaliteit bezitten, ten minste
een zestigste deel van een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgesteld
minimumbedrag dat per groep van opleidingen kan verschillen, vermenigvuldigd met het
aantal studiepunten dat een onderwijseenheid groot is.
5. Indien een student als bedoeld in het eerste lid gedurende een studiejaar alsnog
voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 7.45a, eerste en tweede lid, is hij
voor het resterende deel van het studiejaar op zijn verzoek het collegegeld OU, bedoeld
in artikel 7.45b, eerste of tweede lid, verschuldigd, en betaalt het instellingsbestuur
OU hem het hogere instellingscollegegeld OU, dat de student voor het restant van het
studiejaar heeft betaald, terug.
6. Het instellingsbestuur van de Open Universiteit stelt regels vast met betrekking
tot de toepassing van het tweede lid.
7. De bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgestelde bedragen, bedoeld
in het derde en vierde lid, worden periodiek vastgesteld en jaarlijks volgens de consumentenprijsindex
geïndexeerd, op de wijze bij of krachtens algemene maatregel van bestuur bepaald.
Y
In artikel 7.47, tweede lid, wordt «bij of krachtens algemene maatregel van bestuur»
vervangen door «bij ministeriële regeling».
Z
Artikel 7.50 komt te luiden:
Artikel 7.50. Andere bijdragen
1. Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat het instellingsbestuur een andere
bijdrage dan bedoeld in de artikelen 7.43 tot en met 7.49 mag verlangen van de aspirant-student
in verband met de kosten die verband houden met de inschrijving. Daarbij wordt in
ieder geval bepaald op welke soorten kosten de bijdrage betrekking heeft en welk bedrag
ten hoogste verlangd kan worden.
2. Het instellingsbestuur treft voorzieningen voor de financiële ondersteuning van degenen
voor wie de bijdrage, bedoeld in het eerste lid, een onoverkomelijke belemmering voor
de inschrijving vormt.
3. Indien het instellingsbestuur een bijdrage in verband met de inschrijving als bedoeld
in het eerste lid verlangt, stelt hij regels vast over de bijdrage en over de financiële
ondersteuning, bedoeld in het tweede lid.
AA
In artikel 7.52c wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b
door een puntkomma, een nieuw onderdeel c toegevoegd, luidende:
c. capaciteitsfixus:
maximum aantal studenten dat voor de eerste maal kan worden ingeschreven voor de propedeutische
fase van een opleiding of voor een anderstalig traject in verband met de beschikbare
onderwijscapaciteit.
BB
Artikel 7.53 wordt vervangen door zes nieuwe artikelen, luidende:
Artikel 7.53. Inspanningsverplichting beschikbare onderwijscapaciteit
In geval van een dreigend of bestaand capaciteitsgebrek aan een opleiding of een anderstalig
traject, spant het instellingsbestuur zich in om door samenwerking met daarvoor in
aanmerking komende besturen van andere instellingen en daarvoor in aanmerking komende
werkgevers of door het nemen van maatregelen of het treffen van voorzieningen een
oplossing te vinden voor het dreigende of bestaande capaciteitsgebrek.
Artikel 7.53a. Capaciteitsfixus; ministeriële toestemming
1. Onze Minister verleent op aanvraag toestemming aan het instellingsbestuur om een
capaciteitsfixus vast te stellen indien de beschikbare onderwijscapaciteit naar zijn
oordeel ontoereikend is om een onbeperkte inschrijving van studenten mogelijk te maken.
In het toestemmingsbesluit wordt het maximum aantal in te schrijven studenten vermeld.
2. Onze Minister weigert de toestemming indien het capaciteitsgebrek naar zijn oordeel
door het nemen van maatregelen of het treffen van voorzieningen binnen twee studiejaren
na het studiejaar waarin de aanvraag is ingediend, kan worden opgeheven.
3. De toestemming heeft betrekking op een opleiding of op een anderstalig traject binnen
een Nederlandstalige opleiding. De toestemming treedt twee studiejaren na het studiejaar
waarin de aanvraag is ingediend in werking en geldt voor drie opeenvolgende studiejaren.
4. Onze Minister kan in het toestemmingsbesluit een kortere geldigheidsduur vaststellen,
indien het naar zijn oordeel aannemelijk is dat het capaciteitsgebrek in minder dan
drie studiejaren kan worden opgeheven.
5. In het belang van de toegankelijkheid van de desbetreffende opleiding of het desbetreffende
anderstalige traject kan Onze Minister voorschriften verbinden aan de toestemming.
6. Onze Minister kan de toestemming met ingang van het eerstvolgende studiejaar intrekken,
indien niet langer sprake is van een capaciteitsgebrek bij de opleiding of het anderstalige
traject waarvoor de toestemming geldt.
7. Bij ministeriële regeling kunnen opleidingen of groepen van opleidingen worden aangewezen,
waarvoor een capaciteitsfixus kan worden vastgesteld zonder toestemming van Onze Minister
en waarop artikel 7.53 niet van toepassing is.
Artikel 7.53b. Uitvoeringsregels toestemmingsvereiste
1. Voor de aanvraag, bedoeld in artikel 7.53a, eerste lid, worden bij ministeriële regeling
de gronden voor weigering of toestemming nader geregeld en worden regels gesteld over
de in te dienen aanvraagbescheiden en de aanvraag- en besluitvormingsprocedure.
2. Voor een capaciteitsfixus op een anderstalig traject binnen een Nederlandstalige
opleiding wordt bij ministeriële regeling vastgesteld welk deel van het traject dient
te worden verzorgd in de desbetreffende andere taal om voor toestemming in aanmerking
te komen, en in welke gevallen sprake is van een Nederlandstalige opleiding als bedoeld
in artikel 7.53a, derde lid.
Artikel 7.53c. Selectiecriteria en -procedure
1. Het instellingsbestuur dat toestemming heeft verkregen om voor een opleiding of voor
een anderstalig traject een capaciteitsfixus vast te stellen, of daartoe in verband
met artikel 7.53a, zevende lid, geen toestemming nodig heeft, selecteert de aspirant-studenten
op grond van kwalitatieve criteria. Het aantal soorten kwalitatieve selectiecriteria
bedraagt ten minste twee.
2. Het instellingsbestuur maakt tijdig de kwalitatieve selectiecriteria en de selectieprocedure
bekend op grond waarvan de toelating zal plaatsvinden ingeval het aantal aspirant-studenten
het maximum aantal, bedoeld in artikel 7.53a, eerste lid, zou overschrijden.
3. Het instellingsbestuur stelt voor de selectiecriteria en -procedure een reglement
vast waarbij rekening wordt gehouden met de belangen van aspirant- studenten afkomstig
uit de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba onderscheidenlijk Aruba,
Curaçao en Sint Maarten.
Artikel 7.53d. Uitvoeringsregels selectieproces
Bij ministeriële regeling kunnen met betrekking tot het selectieproces in ieder geval
voorschriften worden vastgesteld voor:
a. de aanmeldingsdatum voor selectie; en
b. indien een opleiding door meer dan één instelling als bedoeld in artikel 1.2, onder
a, wordt verzorgd, het aantal selectieprocedures van een bepaalde opleiding waaraan
een aspirant-student in hetzelfde studiejaar kan deelnemen.
Artikel 7.53e. Samenloop met arbeidsmarktfixus
Indien ten aanzien van een opleiding in verband met de behoefte van de arbeidsmarkt
een ministeriële regeling als bedoeld in artikel 7.56 is vastgesteld, blijven de artikelen
7.53, 7.53a en 7.53c buiten toepassing.
CC
Artikel 7.56, tweede lid, komt te luiden:
2. De artikelen 7.53c, eerste en derde lid, en 7.53d zijn van overeenkomstige toepassing.
DD
Artikel 9.18, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
a. instemmingsrecht op de onderwijs- en examenregeling, bedoeld in artikel 7.13, tweede
lid, ten aanzien van de onderwerpen, bedoeld in onderdelen a1, b, c, d, e, g, v en
z.
EE
Artikel 9.33a, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel b wordt «artikel 7.46» vervangen door «de artikelen 7.46 en 7.46a».
2. In onderdeel d wordt «7.53, derde lid» vervangen door «7.53c, derde lid».
FF
In artikel 9.38, onderdeel b, wordt «tweede lid, onder a tot en met g en v,» vervangen
door «tweede lid, onderdelen a tot en met g, v, en z,».
GG
Artikel 10.3c, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
a. instemmingsrecht op de onderwijs- en examenregeling, bedoeld in artikel 7.13, tweede
lid, ten aanzien van de onderwerpen, bedoeld in onderdelen a1, b, c, d, e, g, v en
z.
HH
In artikel 10.20, eerste lid, onderdeel e, wordt «tweede lid, onder a tot en met g
en v,» vervangen door «tweede lid, onderdelen a tot en met g, v, en z,».
II
Artikel 10.20a, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel b wordt «artikel 7.46» vervangen door «de artikelen 7.46 en 7.46a».
2. In onderdeel d wordt «7.53, derde lid,» vervangen door «7.53c, derde lid,».
JJ
In artikel 11.11, eerste lid wordt «De commissie heeft voorts instemmingsrecht ten
aanzien van de onderwerpen in de onderwijs- en examenregeling, bedoeld in artikel
7.13, tweede lid, onder a1, b, c, d, e, g en v en adviesrecht ten aanzien van de vaststelling
of wijziging van de overige onderdelen.» vervangen door «De commissie heeft voorts
instemmingsrecht op de onderwijs- en examenregeling, bedoeld in artikel 7.13, tweede
lid, ten aanzien van de onderwerpen, bedoeld in onderdelen a1, b, c, d, e, g, v en
z en adviesrecht ten aanzien van de vaststelling of wijziging van de overige onderdelen.».
KK
In artikel 11.13, tweede lid, onderdeel e, wordt «tweede lid, onder a tot en met g,»
vervangen door «tweede lid, onderdelen a tot en met g, v, en z,».
LL
In artikel 15.2, onderdeel a, wordt na «tweede lid» ingevoegd «of artikel 7.46a, eerste
lid».
MM
In hoofdstuk 17 wordt na titel 17 een titel toegevoegd, luidende:
TITEL 18. WET TAAL EN TOEGANKELIJKHEID
Artikel 18.93. Overgangsbepaling toets anderstalig onderwijs
1. Het instellingsbestuur dat op het moment van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen
D tot en met J en M, van de Wet taal en toegankelijkheid een opleiding of een deel
van een opleiding in een andere taal verzorgt op grond van artikel 7.2, zoals dat
artikel luidde op de dag voordat de desbetreffende onderdelen in werking treden, dient
in voorkomend geval een aanvraag voor instemming als bedoeld in artikel 5.6a gelijktijdig
in met de eerstvolgende accreditatiebeoordeling, bedoeld in artikel 5.11 of 5.16 of,
indien de eerstvolgende accreditatiebeoordeling plaatsvindt binnen twaalf kalendermaanden
na de inwerkingtreding van de desbetreffende onderdelen, gelijktijdig met de eerstvolgende
accreditatiebeoordeling gerekend vanaf twaalf kalendermaanden na de inwerkingtreding.
2. De artikelen 5.6a tot en met 5.6c en 5.31a zijn van toepassing, met dien verstande
dat in geval van gestelde voorwaarden als bedoeld in artikel 5.6b, eerste lid, het
instellingsbestuur de opleiding of het deel van de opleiding blijft verzorgen in de
desbetreffende andere taal totdat door het accreditatieorgaan is beoordeeld of aan
de voorwaarden is voldaan.
Artikel 18.94. Overgangsbepaling gevolgen weigering instemming anderstalig onderwijs
1. Indien het accreditatieorgaan de aanvraag tot instemming, bedoeld in artikel 5.6a,
eerste lid, afwijst, of op grond van artikel 5.6b, eerste lid, oordeelt dat niet is
voldaan aan gestelde voorwaarden, vermeldt het accreditatieorgaan in het desbetreffende
besluit op welke datum het besluit van kracht wordt, met inachtneming van een redelijke
termijn voor het instellingsbestuur.
2. Artikel 7.3, zesde lid, is van toepassing.
ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE WET EDUCATIE EN BEROEPSONDERWIJS
De Wet educatie en beroepsonderwijs wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1.2.1, tweede lid, wordt «Beroepsonderwijs sluit aan op het voorbereidend
beroepsonderwijs en het algemeen voortgezet onderwijs.» vervangen door «Beroepsonderwijs
sluit aan op het voorbereidend beroepsonderwijs, het middelbaar algemeen voortgezet
onderwijs, beroepsonderwijs van een naastliggend niveau als bedoeld in artikel 7.2.2,
derde lid, of op het hoger onderwijs.».
B
Artikel 7.1.1. komt te luiden:
Artikel 7.1.1. Taal
1. Het onderwijs wordt gegeven en de examens worden afgenomen in het Nederlands.
2. In afwijking van het eerste lid kan aan een deel van een opleiding een andere taal
worden gevoerd, indien:
a. het onderwijs met betrekking tot die taal betreft,
b. een anderstalige gastdocent als bedoeld in artikel 4.2.1, zesde lid, het onderwijs
verzorgt, of
c. dit, gelet op de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs,
meer dan het voeren van het Nederlands, in het belang is van deelnemers voor het bereiken
van de doelstellingen voor beroepsonderwijs, bedoeld in artikel 1.2.1, tweede lid.
3. In geval van toepassing van het tweede lid, onderdeel c, legt het bevoegd gezag het
besluit tot het voeren van een andere taal en de reden hiervoor per opleiding schriftelijk
vast. Het bevoegd gezag stelt hiertoe beleid vast en beschrijft daarin:
a. de procedure waarmee en de inhoudelijke gronden waarop wordt overgegaan tot het voeren
van een andere taal voor dat deel van de opleiding, en
b. de wijze waarop de instelling zich inspant om de kwaliteit van het onderwijs aan de
opleiding te waarborgen.
4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan nader worden bepaald in welke
gevallen sprake is van een specifieke aard, inrichting of kwaliteit van het onderwijs
als bedoeld in het tweede lid, onderdeel c.
C
In artikel 7.4.8, tweede lid, wordt na de eerste volzin toegevoegd «Indien op grond
van artikel 7.1.1, tweede lid, onderdeel c, in het onderwijs een andere dan de Nederlandse
taal wordt gevoerd, wordt dat vermeld in de onderwijs- en examenregeling.»
ARTIKEL III. WIJZIGING WET REFERENTIENIVEAUS NEDERLANDSE TAAL EN REKENEN
Artikel 2, tweede lid, onderdeel d, van de Wet referentieniveaus Nederlandse taal
en rekenen komt te luiden:
d. de beroepsopleidingen, bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, van de Wet educatie en
beroepsonderwijs, met dien verstande dat voor een beroepsopleiding verschillende referentieniveaus
kunnen worden vastgesteld, en
ARTIKEL IV. EVALUATIE
Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding
van artikel I, onderdeel BB, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid
en de effecten van voornoemd onderdeel in de praktijk.
ARTIKEL V. CITEERTITEL
Deze wet wordt aangehaald als: Wet taal en toegankelijkheid.
ARTIKEL VI. INWERKINGTREDING
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat
voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 32 | Voor |
PVV | 20 | Tegen |
CDA | 19 | Voor |
D66 | 19 | Voor |
GroenLinks | 14 | Tegen |
SP | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Tegen |
ChristenUnie | 5 | Voor |
50PLUS | 4 | Voor |
PvdD | 4 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
FVD | 2 | Tegen |
Van Haga | 1 | Voor |
Van Kooten-Arissen | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.