Lijst van vragen : Verslag houdende een lijst van vragen inzake wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2019 (Incidentele suppletoire begroting inzake Urgenda)
2019D30737 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit belast met het voorbereidend
onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen
in de vorm van een lijst van vragen en antwoorden.
De voorzitter van de commissie, Kuiken
De griffier van de commissie, Haveman-Schüssel
Nr
Vraag
1
Kunt u aangeven per maatregel hoe en wanneer deze uitgevoerd wordt en wat daarvoor
nog moet gebeuren door de overheid?
2
Kunt u bevestigen dat in 1971 al geurnormen zijn gesteld en vastgelegd in de Brochure
Veehouderij en Hinderwet?
3
Kunt u bevestigen dat de in de Brochure Veehouderij en Hinderwet vastgelegde rekenmethoden
het mogelijk maakten om stank op te tellen tot een totaal stankvolume afkomstig van
een veebedrijf?
4
Kunt u bevestigen dat het totale stankvolume volgens de methodiek in de Brochure Veehouderij
en Hinderwet werd gebruikt om de afstandsnormen vast te stellen, waarbij voor woningen
in de bebouwde kom de hoogste bescherming gold en de grootste stankcirkel moest worden
aangehouden rond het beoogde bedrijf bij de toetsing of een milieuvergunning kon worden
afgegeven?
5
Kunt u bevestigen dat in de jaren »80 een aanvullende beoordelingsmethodiek is ontwikkeld
om ook woningen die omringd zijn door meerdere veebedrijven te beschermen tegen de
optelsom van stank afkomstig van verschillende bedrijven, vastgelegd in de Publicatiereeks
Lucht 46?
6
Kunt u bevestigen dat de Herziene Nota Stankbeleid uit 1994 (Kamerstuk 22 715, nr. 10, bijlage 1) als beleidsdoel had dat er in 2010 geen ernstige stankhinder meer mocht
voorkomen?
7
Klopt het dat met de invoering van de Richtlijn Veehouderij en Stankhinder 1996, die
in 1996 de Brochure Veehouderij en Hinderwet en Publicatiereeks Lucht 46 heeft vervangen,
door een wijziging van de categorie-indeling, de beschermingsniveaus zodanig werden
verlaagd dat twee- tot driemaal zoveel stankemissies konden worden toegestaan bij
omwonenden van veebedrijven? Zo ja, wat was hiervoor de reden? Zo nee, kunt u toelichten
hoe dit dan zit?
8
Klopt het dat in de Richtlijn Veehouderij en Stankhinder 1996 omrekenfactoren werden
opgenomen voor emissiearme stallen, terwijl de Raad van State deze in 1995 had verworpen
omdat niet kon worden aangetoond dat die emissiefactoren waren gebaseerd op deugdelijk
onderzoek? Zo nee, kunt u toelichten hoe dit dan zit?
9
Klopt het dat op basis van deze omrekenfactoren voor emissiearme stallen meer dieren
konden worden gehouden dan passend binnen de gegeven stankhinder-afstandsnorm, zonder
dat de daarvoor aangevraagde milieuvergunning werd geweigerd? Zo nee, kunt u toelichten
hoe dit dan zit?
10
Hoeveel veebedrijven en hoeveel stallen waren er op 1 januari 1993, uitgesplitst per
provincie?
11
Hoeveel van deze bedrijven op 1 januari 1993 waren in het bezit van een geldende milieu,
natuur- en/of omgevingsvergunning?
12
Wie was in 1993 het bevoegd gezag voor de vergunningverlening?
13
Hoeveel varkensbedrijven en hoeveel varkensstallen waren er op 1 januari 1993 in de
«belaste gebieden», ofwel de gebieden met een zeer hoge veedichtheid waar de Subsidieregeling
sanering varkenshouderijen op ziet en hoeveel daarvan waren in het bezit van een geldende
milieu, natuur- en/of omgevingsvergunning en hoeveel niet?
14
Klopt het dat met de Wet stankemissie veehouderijen in landbouwontwikkelings- en verwevingsgebieden
(Wet Stankemissie) in 2004 de bescherming tegen cumulatie van stank werd afgeschaft
voor Zuid- en Oost-Nederland? Zo ja, wat was hier voor de reden? Zo nee, hoe zit het
dan?
15
Klopt het dat met de Wet geurhinder en veehouderij in 2007 de bescherming tegen cumulatie
van stank werd afgeschaft voor heel Nederland? Zo ja, wat was hier voor de reden?
Zo nee, kunt u toelichten hoe dit dan zit?
16
Wie was er in de jaren »70, »80, »90 en »00 en wie is er nu verantwoordelijk voor
het verlenen van milieu, natuur- en/of omgevingsvergunningen in de veehouderij en
hoe waren en zijn de verantwoordelijkheden op het gebied van toetsing en handhaving
op milieu, natuur- en/of omgevingswetgeving vormgegeven?
17
Klopt het dat voor 1 oktober 2005 het Rijk het bevoegd gezag was en daarna de provincies?
Zo nee, kunt u toelichten hoe dit dan zit?
18
Hoe is de overdracht van bevoegdheid vormgegeven: welke informatie heeft het Rijk
overgedragen aan de provincies met betrekking tot veebedrijven, vergunningen, toetsing
aan milieuwetgeving en handhaving?
19
Hoeveel veebedrijven en hoeveel stallen waren er op 1 januari 2005, uitgesplitst per
provincie en hoeveel van deze bedrijven waren onderworpen aan de toetsing voor de
Natuurbeschermingswet (Nb-wet) vergunning en hoeveel niet?
20
Hoeveel varkensbedrijven en hoeveel varkensstallen waren er op 1 januari 2005 in de
«belaste gebieden», ofwel de gebieden met een zeer hoge veedichtheid waar de Subsidieregeling
sanering varkenshouderijen op ziet en hoeveel daarvan waren onderworpen aan de toetsing
voor de Nb-wet vergunning en hoeveel niet?
21
Hoeveel varkensbedrijven en hoeveel varkensstallen waren er op 1 januari 2019 in de
«belaste gebieden», ofwel de gebieden met een zeer hoge veedichtheid waar de Subsidieregeling
sanering varkenshouderijen op ziet en hoeveel daarvan waren onderworpen aan de toetsing
voor de Nb-wet vergunning en hoeveel niet?
22
Kunt u onderbouwen hoeveel de uitstoot van broeikasgassen wordt verminderd met deze
extra bijdrage aan de Subsidieregeling sanering varkenshouderij en wat daarmee de
kostenefficiëntie is?
23
Wat is uw «plan b» als de sanering van de varkenshouderij minder emissiereductie oplevert
dan is beoogd?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. Kuiken, voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede ondertekenaar
M.E. Haveman-Schüssel, griffier
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 32 | Voor |
PVV | 20 | Tegen |
CDA | 19 | Voor |
D66 | 19 | Voor |
GroenLinks | 14 | Voor |
SP | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Voor |
50PLUS | 4 | Voor |
PvdD | 4 | Tegen |
DENK | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
FVD | 2 | Tegen |
Van Haga | 1 | Voor |
Van Kooten-Arissen | 1 | Tegen |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.