Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (WSBVC) van 8 juli 2019 (Kamerstuk 21501-31-533)
2019D27626 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben enkele fracties
                  de behoefte om enkele vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Sociale
                  Zaken en Werkgelegenheid over de Geannoteerde agenda Raad Werkgelegenheid en Sociaal
                  Beleid (WSBVC) van 8 juli 2019 (Kamerstuk 21 501-31, nr. 533), Verslag van Raad WSBVC, onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 13 juni
                  2019 (Kamerstuk 21 501-31, nr. 534), Antwoorden op vragen commissie over o.a. de geannoteerde agenda Raad Werkgelegenheid
                  en Sociaal Beleid van 13 juni 2019 (Kamerstuk 21 501-31, nr. 532) en Antwoorden op vragen commissie over de toekomst van de sociale dimensie van de
                  EU (Kamerstuk 21 501-31, nr. 531).
               
De voorzitter van de commissie, Rog
De adjunct-griffier van de commissie, Kraaijenoord
Inhoudsopgave
blz.
                         
                         
                         
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
3
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
4
                         
                         
                         
II
Antwoord/Reactie van de Minister
5
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige stukken. Zij hebben
                  daarover de volgende vragen en opmerkingen.
               
Geannoteerde agenda Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (WSBVC) van 8 jul 2019
De leden van de VVD-fractie hebben de geannoteerde agenda met interesse waargenomen.
                     Zij lezen dat de Europese Commissie (hierna Commissie) aanbeveelt om de prikkels voor
                     zelfstandigen zonder personeel (zzp) te verminderen. Is de Minister van mening dat
                     met het regeerakkoord deze aanbeveling wordt ingevuld? Hoe bekijkt de Minister in
                     dat licht de conclusie die hij trekt over de zogenaamde Arbeidsovereenkomst bij laag
                     tarief (ALT), de omzetting van een opdracht in een arbeidsovereenkomst beneden de
                     15–18 euro per uur, dat deze in strijd is met Europees recht? De leden van de VVD-fractie
                     trekken de conclusie dat de politieke ambitie van de Commissie, van waaruit de aanbevelingen
                     komen, dezelfde is als Nederland maar dat de invulling ervan door Nederland op strijdigheid
                     met Europese regels duidt. Is de Minister het met de leden van de VVD-fractie eens
                     dat dit de aanbevelingen van Europa op dit punt eigenlijk relativeert?
                  
De leden van de VVD-fractie lezen dat de aanbeveling voor zzp in 2018 bestond uit
                     «de prikkels om gebruik te maken van tijdelijke contracten en zelfstandigen zonder
                     personeel verminderen» en dat de aanbeveling nu luidt «de prikkels voor zelfstandigen
                     zonder personeel verminderen». Is dit het effect van de Wet Arbeidsmarkt in Balans?
                     Hoe beoordeelt de Commissie de huidige plannen van Nederland ten aanzien van zzp’ers?
                  
Kan de Minister de Nederlandse aanpak rond de werkgelegenheidseffecten van de energietransitie
                     verder toelichten aan de hand van de concrete plannen die er nu liggen en welke hij
                     voornemens is in te brengen tijdens het debat in de Raad?
                  
Antwoorden op vragen commissie over o.a. de geannoteerde agenda Raad Werkgelegenheid
                     en Sociaal Beleid van 13 juni 2019
De leden van de VVD-fractie hebben de antwoorden op de vragen over de geannoteerde
                     agenda van de Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 13 juni 2019 met interesse
                     waargenomen. In de beantwoording heeft de Minister zich uitgelaten over de coördinatieverordening
                     883. De Minister schrijft zich te blijven inzetten om de afspraken over het werkloosheidshoofdstuk
                     dichterbij de Nederlandse inzet te brengen. Kan de Minister zijn volgende stappen
                     toelichten die hij zal nemen wanneer het nieuwe Europees parlement (EP) is geïnstalleerd?
                     Welke stappen heeft hij tot nu toe gezet met bijvoorbeeld de nieuwe Nederlandse EP-leden
                     en de huidige Commissie? Kan de Minister een overzicht geven van de acties die hij
                     heeft ondernomen?
                  
De leden van de VVD-fractie lezen in de beantwoording dat de huidige Commissie heeft
                     aangegeven in de haar resterende termijn te trachten om met de lidstaten en het nieuwe
                     EP alsnog tot een akkoord te komen. Kan de Minister toelichten welk voorstel er nu
                     voorligt? Ook schrijft de Minister het besluit van de Commissie te betreuren. Kan
                     hij dit toelichten? Zijn er meer lidstaten die dit standpunt delen?
                  
De leden van de VVD-fractie betreuren het om te lezen dat het besluit om verder te
                     gaan met het herzieningsvoorstel bij de nieuwe Commissie ligt als er geen akkoord
                     komt. Wat is de stand van zaken van dit voorstel? Kan de Minister de verhoudingen
                     en verwachtingen toelichten? Deze leden lezen dat de nieuwe Commissie het herzieningsvoorstel
                     kan aanpassen of er zelfs volledig van kan afzien als er geen akkoord komt. Kan de
                     Minister toelichten of er een nieuw herzieningsvoorstel ligt? Is er zicht op welke
                     aanpassingen de nieuwe Commissie zou willen doorvoeren? Wat zouden mogelijke wijzigingen
                     betekenen voor het standpunt van Nederland? Ook lezen de leden van de VVD-fractie
                     helaas dat de meerderheid van de lidstaten geen voorstander is van de door Nederland
                     gewenste aanpassingen in het werkloosheidshoofdstuk. Hoe gaat de Minister ervoor zorgen
                     dat wanneer er een nieuw herzieningsvoorstel komt, de Nederlandse inzet gerealiseerd
                     kan worden?
                  
De leden van de VVD-fractie zijn blij om te lezen dat de Minister zich actief zal
                     blijven inzetten om de Nederlandse inzet te realiseren. Zij lezen echter ook dat de
                     Minister van mening is dat er meer tijd zou moeten worden genomen om aan fundamentele
                     bezwaren tegemoet te komen. Over hoeveel tijd spreekt de Minister? Hoe groot acht
                     de Minister de kans dat de Commissie aan deze bezwaren tegemoet komt? Heeft Nederland
                     hiervoor steun bij andere lidstaten?
                  
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse gelezen dat de Minister in gesprek
                     is met het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) over het bijhouden van
                     beleidsinformatie op een geaggregeerd niveau. Wat is de stand van zaken van deze gesprekken?
                  
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige stukken. Zij hebben
                  daarover de volgende vragen en opmerkingen.
               
Geannoteerde Agenda Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (WSBVC) van 8 juli 2019
De leden van de CDA-fractie lezen dat het discussiedocument ten behoeve van het agendapunt
                     de economie van welzijn ten tijde van het opstellen van deze geannoteerde agenda nog
                     niet is gepubliceerd. Wanneer kan de Kamer hier alsnog kennis van nemen? De «economy
                     of wellbeing» is een breed concept. Is bekend welke concrete onderwerpen en/of maatregelen
                     op het gebied van sociale zaken, werkgelegenheid, gendergelijkheid, gezondheid en
                     onderwijs zullen worden besproken? Hebben lidstaten daar nog invloed op? Wat is de
                     Nederlandse inzet?
                  
De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister de conceptaanbevelingen op het terrein
                     van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) één-op-één overneemt of dat hij nog voornemens
                     is om wijzigingen aan te brengen ten behoeve van de definitieve vaststelling. De conceptaanbeveling
                     ten aanzien van zzp’ers is vergelijkbaar met die van voorgaande jaren (2017 en 2018).
                     Hoe duidt de Minister dit? Welke lidstaten van de Europese Unie (EU) hebben te maken
                     met vergelijkbare vraagstukken rondom zzp’ers? Waar lopen die lidstaten tegenaan?
                  
Ten aanzien van het werken als zelfstandige begrijpen de leden van de CDA-fractie
                     dat omzetting naar een arbeidscontract onder een bepaald uurtarief Europeesrechtelijk
                     niet kan. Klopt dit en kan de Minister uitleggen op grond van welke Europese wet-
                     en regelgeving dit niet mogelijk is? Ziet de Minister aanleiding dit in EU-verband
                     aan de orde te stellen?
                  
De leden van de CDA-fractie zijn benieuwd naar de opvolging van de landspecifieke
                     aanbevelingen in het kader van het Europees Semester. Hierover wisselen zij graag
                     met de Minister van gedachten op het moment dat de aangekondigde maatregelen in de
                     Kamer worden besproken.
                  
De leden van de CDA-fractie lezen dat het discussiedocument ten behoeve van het agendapunt
                     Schone planeet voor iedereen: strategische langetermijnvisie voor een klimaatneutrale
                     economie – werkgelegenheidsaspecten ten tijde van het opstellen van deze geannoteerde
                     agenda nog niet is gepubliceerd. Wanneer kan de Kamer hier alsnog kennis van nemen?
                     Hoe ziet het tijdspad ten aanzien van de inrichting van de Voorziening werkgelegenheidseffecten
                     energietransitie eruit? Deze leden lezen over de rol van de Europese Investeringsbank
                     (EIB) bij het financieren van klimaatprojecten en het mobiliseren van private geldstromen.
                     Heeft de nieuwe financieringsinstelling Invest-NL hierbij ook een rol?
                  
Verslag van Raad WSBVC, onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, van 13 juni 2019
De leden van de CDA-fractie lezen dat Nederland heeft voorgesteld om voor de besprekingen
                     van het Europees Semester te kiezen voor een thematische aanpak. Hoezeer werd deze
                     opvatting door andere lidstaten gedeeld?
                  
Al sinds 2008 spreekt de EU over het richtlijnvoorstel gelijke behandeling buiten
                     arbeid. Kern is gelijke behandeling van personen ongeacht godsdienst of levensovertuiging,
                     handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid buiten het terrein van de arbeid. Van dit
                     richtlijnvoorstel is bekend dat twee grote EU-lidstaten er niet mee kunnen instemmen
                     en het daarom geblokkeerd blijft (omdat de voor de besluitvorming benodigde unanimiteit
                     ontbreekt). Welke lidstaten zijn dit en wat zijn hun beweegredenen om niet met het
                     voorstel in te stemmen?
                  
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie danken de Minister voor de geannoteerde agenda voor de
                  WSB Raad van 8 juli en hebben daarover nog enkele vragen.
               
Geannoteerde Agenda Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (WSBVC) van 8 juli 2019
De leden van de D66-fractie kijken met interesse naar het thema «the economy of wellbeing»
                     dat het Finse Voorzitterschap wil agenderen. De Monitor Brede Welvaart kan hier een
                     interessant instrument zijn. De leden van de D66-fractie vragen of de Minister ook
                     het onderwerp kwaliteit van werk zou willen aankaarten. Op het gebied van arbeidsmarkt
                     staan er een paar duidelijke indicatoren in de Monitor Brede Welvaart: netto arbeidsparticipatie,
                     gewerkte uren, en tevredenheid met werk. Het zou interessant kunnen zijn om te kijken
                     hoe andere landen sturen op de kwaliteit van werk of hoe zij dat monitoren. Finland
                     heeft zelf bijvoorbeeld in 2012 als beleidsdoel geformuleerd dat het land in 2020
                     de beste arbeidsplaatsen van Europa moet hebben.
                  
De leden van de D66-fractie zijn daarnaast zeer geïnteresseerd in het agendapunt over
                     een strategische langetermijnvisie voor de werkgelegenheidsaspecten van een klimaatneutrale
                     economie. Deze leden vragen of de Minister naar aanleiding van de bespreking in de
                     Raad een overzicht kan geven van welke maatregelen andere landen nemen om de negatieve
                     werkgelegenheidseffecten van de overgang naar een koolstofarme economie te beperken.
                  
II Antwoord/Reactie van de Minister
               
          Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M.R.J. Rog, voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid - 
              
                  Mede ondertekenaar
S. Kraaijenoord, adjunct-griffier 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.