Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het nieuw pleegzorgkader Caribisch Nederland (Kamerstuk 31839-654)
2019D23500 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij een fractie
behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 15 mei 2019 over het nieuw pleegzorgkader
Caribisch Nederland (Kamerstuk 31 839, nr. 654).
De voorzitter van de commissie, Lodders
Adjunct-griffier van de commissie, Krijger
Inhoudsopgave
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fractie
II. Reactie van de Staatssecretaris
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fractie
Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het voorliggende
voorstel voor een nieuw pleegzorgkader Caribisch Nederland. Genoemde leden vinden
dat ieder kind een veilig en fijn thuis verdient, waar het zich gehoord, gezien en
ondersteund voelt. In sommige gevallen lukt het helaas niet om veilig op te groeien
in het eigen gezin. Het is dan fijn dat pleegouders bereid zijn om een kind in hun
eigen gezin op te vangen. Deze leden waarderen de inzet van deze pleegouders dan ook
zeer. Deze leden vinden het goed dat de Staatssecretaris stappen onderneemt om duidelijkheid
en ondersteuning te bieden zodat pleegouders een fijne plek kunnen bieden om in op
te groeien.
De leden van de VVD-fractie hebben nog enkele vragen over het voorgestelde kader.
Algemeen
De leden van de VVD-fractie vragen hoeveel pleeggezinnen er op dit moment in Caribisch
Nederland zijn. Verwacht de Staatssecretaris dat dit aantal verandert naar aanleiding
van het voorgestelde kader? Zo ja, hoeveel meer of minder pleegkinderen en pleeggezinnen
verwacht de Staatssecretaris? Genoemde leden vragen of het de verwachting is dat de
beschikbaarheid van meer pleeggezinnen leidt tot meer pleegkinderen. Wat zijn de financiële
gevolgen van de verwachte wijzigingen? Hoe worden die gevolgen opgevangen?
Voor de leden van de VVD-fractie is het belangrijk dat een kader voor pleegzorg in
Caribisch Nederland bijdraagt aan duidelijkheid en ruimte voor pleegouders, zodat
zij goede zorg aan hun pleegkinderen kunnen geven. Genoemde leden vragen dan ook wat
de reactie van de Caribische pleegouders was op het voorgestelde kader. Zijn er wijzigingen
doorgevoerd nadat het advies van de Jeugdzorg en Gezinsvoogdij Caribisch Nederland
(JGCN) met ze besproken is? Wat vinden genoemde pleegouders van het voorstel zoals
het er nu ligt? Gelet op de verschillen tussen de situatie in Caribisch en in Europees
Nederland hechten de leden van de VVD-fractie veel waarde aan hun oordeel.
De Staatssecretaris stelt voor dat het JGCN vanaf 1 september 2019 al volgens de nieuwe
kaders gaat werken. De leden van de VVD-fractie vinden dat een goed pleegzorgkader
zo snel mogelijk ingevoerd dient te worden. Genoemde leden vragen of het haalbaar
is om binnen die tijd de betrokken partijen te consulteren, hun adviezen te verwerken
en om het JGCN en de pleegouders voor te bereiden op de invoering.
De leden van de VVD-fractie vragen of de werking van deze regeling geëvalueerd wordt.
Op welk moment en op welke wijze zal deze evaluatie worden uitgevoerd?
Ondersteuning
De leden van de VVD-fractie lezen dat wordt voorgesteld om de ondersteuning aan pleegoudervoogden
in Caribisch Nederland anders in te richten dan de ondersteuning in Europees Nederland.
Als reden wordt hiervoor aangevoerd dat pleegoudervoogdij nieuw is in Caribisch Nederland
en dat er daarom ruimte moet zijn voor passende begeleiding per pleeggezin. Genoemde
leden vragen of dat voldoende reden is om pleegouders in Caribisch Nederland anders
te behandelen dan pleegouders in Europees Nederland. Waarom is het feit dat pleegoudervoogdij
nieuw is, reden om Caribische pleegouders meer ruimte te geven «om de jeugdige naar
eigen inzicht en expertise op te voeden en te verzorgen»? Hoe wordt deze «ruimte»
ingevuld en op welke wijze wordt dit vastgelegd in de pleegovereenkomst? Is het denkbaar
dat op enig moment wel wordt afgesproken om ten hoogste één gesprek per jaar te hebben?
Zo ja, wanneer is dit het geval?
Pleegkinderen hebben vaak een ingewikkelde geschiedenis, waardoor ze vaker meer begeleiding
en ondersteuning nodig hebben dan andere kinderen. De leden van de VVD-fractie vragen
hoe de extra ondersteuning voor pleegkinderen en hun pleegouders binnen het voorliggende
kader geregeld zal worden.
Financieel
Omdat de kosten voor levensonderhoud in Caribisch Nederland hoog zijn in verhouding
tot de inkomens, wordt voorgesteld om de pleegvergoeding aan te laten sluiten bij
de bedragen voor Europees Nederland. De leden van de VVD-fractie begrijpen dat de
vergoedingen verhoogd worden om pleegzorg te stimuleren. Genoemde leden vragen of
het gelijk trekken met de Europees Nederlandse vergoedingen dat bewerkstelligt. De
lonen en kosten voor levensonderhoud verschillen immers tussen Caribisch en Europees
Nederland, wat een gelijkschakeling onlogisch maakt. Ditzelfde geld voor ontwikkelingen
van lonen en prijzen.
De leden van de VVD-fractie vragen wat de te verwachte financiële macro-effecten zijn
van het voorgestelde kader en hoe die gedekt zullen worden.
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd te lezen dat de vaststelling van de bedragen
voor pleegvergoeding worden vereenvoudigd en dat de administratieve lasten verminderd
worden. Genoemde leden vragen aan de Staatssecretaris op welke manier dit zal gebeuren.
II. Reactie van de Staatssecretaris
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.J.H. Lodders, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
H.W. Krijger, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.