Motie : Motie van het lid Van Weyenberg over het uitwerken van een wettelijke uniformering van het partnerbegrip
34 996 Initiatiefnota van de leden Omtzigt en Bruins over het nabestaandenpensioen
Nr. 5
MOTIE VAN HET LID VAN WEYENBERG
Voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 27 mei 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de huidige onduidelijkheid over wie bij een pensioenfonds kan worden
aangemerkt als «partner» leidt tot schrijnende situaties waarbij een nabestaande onverwacht
geen aanspraak kan maken op nabestaandenpensioen;
constaterende dat het aandeel ongehuwd samenwonende stellen de afgelopen decennia
is toegenomen;
constaterende dat het aantal baanwisselingen gedurende een carrière is toegenomen
en daarmee vaak het aantal pensioenfondsen waar een werknemer mee te maken heeft;
overwegende dat pensioenfondsen niet alleen verschillende definities voor «partner»
hanteren maar ook verschillende eisen stellen voor het aanmelden van een partner;
verzoekt de regering, om bij de reactie op het advies van de Stichting van de Arbeid
ook het partnerbegrip te betrekken en een optie voor wettelijke uniformering van het
partnerbegrip uit te werken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Weyenberg
Indieners
-
Indiener
S.P.R.A. van Weyenberg, Tweede Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 33 | Voor |
PVV | 20 | Voor |
CDA | 19 | Voor |
D66 | 19 | Voor |
GroenLinks | 14 | Voor |
SP | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Voor |
PvdD | 5 | Voor |
50PLUS | 4 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
SGP | 3 | Tegen |
FVD | 2 | Voor |