Lijst van vragen : Lijst van vragen over het jaarverslag Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2018 (Kamerstuk 35200-XV-1)
2019D21568 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de bewindspersonen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de brief van 15 mei
2019 inzake het Jaarverslag van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
2018 (Kamerstuk 35 200 XV, nr. 1).
De voorzitter van de commissie, Rog
De adjunct-griffier van de commissie, Kraaijenoord
Nr
Vraag
1
Hoeveel versterkingsgelden in het kader van de aanpak radicalisering gaan er in 2019
naar gemeenten en regio’s?
2
Welke gemeenten en regio’s ontvangen versterkingsgelden in het kader van de aanpak
radicalisering in 2019?
3
Hoeveel inburgeringsplichtigen uit de cohorten 2013 tot en met 2016 hebben de inburgeringstermijn
van drie jaar verwijtbaar overschreden?
4
Hoeveel inburgeringsplichtigen uit de cohorten 2013 tot en met 2016 hebben een sanctie
opgelegd gekregen als gevolg van het verwijtbaar niet inburgeren binnen de gestelde
termijn en welke sanctie betreft het?
5
Hoeveel inburgeringsplichtigen uit de cohorten 2013 tot en met 2016 hebben verlenging
gekregen van de inburgeringstermijn en op welke grond?
6
Hoeveel inburgeringsplichtigen uit de cohorten 2013 tot en met 2019 zijn ontheven
van hun inburgeringsplicht en op welke grond?
7
Hoe vaak is er sinds het inroepen van de Taskforce problematisch gedrag en ongewenste
buitenlandse financiering een beroep gedaan op de expertise van de taskforce en tot
welke acties heeft dit geleid?
8
Welke sancties worden er opgelegd aan inburgeraars die frauderen tijdens het inburgeringsexamen?
9
Wanneer er naar aanleiding van een onverwachte audit of schoolbezoek door Blik op
Werk (BoW) overgegaan wordt tot een schorsing, wat is het beleid of de opvolging nadat
deze schorsing voorbij is?
10
Van hoeveel maatschappelijke en religieuze instellingen is in 2018 de algemeen nut
beogende instelling (ANBI)-status ingetrokken en om welke reden?
11
Hoeveel personen ontvingen in 2018 een uitkering in het kader van de Algemene Ouderdomswet
(AOW)? Kunt u dit uitsplitsen naar alleenstaanden en samenwonenden?
12
Hoeveel mensen ontvingen een uitkering volgens de Inkomensvoorziening Ouderen Werklozen
(IOW), uitgesplitst naar mensen die bij aanvang van de Werkloosheidswet (WW)-uitkering
60 jaar of ouder waren en gedeeltelijk arbeidsongeschikten die bij aanvang van de
loongerelateerde Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA)-uitkering 60
jaar of ouder waren?
13
Zijn er recentere cijfers over het aantal huishoudens in Nederland dat risicovolle
of problematische schulden heeft, dan de 1 tot 1,5 miljoen van het Sociaal en Cultureel
Planbureau (SCP) uit 2016? Hoe heeft dit aantal zich in 2018 ontwikkeld?
14
Hoeveel is er in 2018 uitgegeven in het kader van de subsidieregeling Kansen voor
alle kinderen? Hoeveel is er niet uitgegeven? Wat gaat er gebeuren met de middelen
die voor 2018 begroot waren, maar niet uitgegeven zijn?
15
Is het volledige arbeidsaanbod dat zich van de arbeidsmarkt heeft teruggetrokken tijdens
de crisis, nu weer terug op de arbeidsmarkt?
16
Wat kunnen de onderliggende oorzaken zijn van de huidige ontwikkeling van de inflatie?
17
Hoe vaak wordt een briefadres geweigerd aan daklozen?
18
Indien het minimumloon met 10% verhoogd wordt, hoeveel geld extra zou volgens u dan
uitgegeven worden aan de Wet tegemoetkoming loondomein (Wtl) (ondere andere aan het
Lage-inkomensvoordeel (LIV))? Kunt u uw berekening onderbouwen en uitsplitsen naar
de verschillende onderdelen van de Wtl?
19
Kunt u een vergelijking geven van de kosten van levensonderhoud in Nederland ten opzichte
van alle andere landen in Europa?
20
Waarom zijn er geen recentere cijfers beschikbaar over de beloningsverschillen tussen
mannen en vrouwen? Wordt dat niet meer gemeten? Zo nee, waarom niet?
21
Wat is de reden dat er nog geen nieuwe kerncijfers beschikbaar zijn voor de beloningsverschillen
tussen mannen en vrouwen? Wanneer komen deze wel beschikbaar? Zijn voor het Rijk wel
cijfers van recentere datum beschikbaar?
22
Wanneer worden de uitkomsten van het nader onderzoek naar een evenwichtigere kostendekkendheid
van de tegemoetkomingen aan ouders verwacht?
23
Aan wat voor soort regio-overstijgende en regiospecifieke ondersteuningsprojecten
is de beschikbare € 5 miljoen uitgegeven?
24
Welke activiteiten van de regio-overstijgende projecten in 2018 zijn niet uitgevoerd?
25
Wat is de stand van zaken van het programma sociaal domein?
26
Hoeveel sociale werkvoorzieningen zijn er sinds de invoering van de Participatiewet
gesloten? Kunt u een overzicht van namen en toelichting geven?
27
Waarom is het bij de WGA-dienstverlening wel gelukt de capaciteit uit te breiden,
maar bij de WW-dienstverlening niet? Gaat dit om andere professionals?
28
Kan de volgende zin nader worden toegelicht: «Bij de WGA speelt dat de uitbreiding
van de capaciteit wel goed is gegaan, maar dat de productiviteit van de professionals
druk zet op de ruimte om aanvullende dienstverlening te bieden.»? Wordt hiermee bedoeld
dat de professionals (nog) niet in staat zijn om de juiste dienstverlening te bieden?
Zo ja, waarom zijn ze daar (nog) niet toe in staat? Zo nee, wat wordt er bedoeld met
deze zin?
29
Wanneer verwacht u dat het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) voldoende
in staat is om de gewenste persoonlijke dienstverlening aan WW-gerechtigden en WGA-gerechtigden
te bieden?
30
Zijn de cijfers over mensen met (een risico op) problematische schulden de cijfers
uit 2014 of zijn er inmiddels nieuwe cijfers beschikbaar?
31
Welk zicht heeft u op de effectiviteit van gemeentelijke schuldhulpverlening? Welke
onderzoeken en cijfers zijn hierover beschikbaar?
32
Hoeveel gemeenten weigeren daklozen nog een briefadres?
33
Hoeveel extra inspecteurs zijn ingezet vanuit de € 13 miljoen die in 2018 beschikbaar
was voor de versterking en verbinding van de handhavingsketen?
34
Hoeveel inspecteurs zijn er nu in totaal beschikbaar voor de versterking en verbinding
van de handhavingsketen?
35
Hoeveel inspecteurs worden er naar verwachting nog geworven?
36
Hoeveel extra rechercheurs zijn ingezet vanuit de € 13 miljoen die in 2018 beschikbaar
was voor de versterking en verbinding van de handhavingsketen?
37
Hoeveel rechercheurs zijn er nu in totaal beschikbaar voor de versterking en verbinding
van de handhavingsketen?
38
Hoeveel rechercheurs worden er naar verwachting nog geworven?
39
Welke resultaten zijn tot op heden geboekt voor het ondersteunen van bedrijven bij
preventieve activiteiten op het terrein van eerlijk, gezond en veilig werken?
40
Wat zijn de huidige hoogtes van de onderstand, de Algemene Ouderdomsverzekering Caribisch
Nederland (AOV), de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en het wettelijk minimumloon
op Caribisch Nederland voor verschillende huishoudens?
41
Welk deel van de € 13 miljoen is ingezet voor werving en hoeveel extra inspecteurs
heeft dit opgeleverd?
42
Hoeveel werknemers hebben nu geen toegang tot een vertrouwenspersoon?
43
Kunt u een nadere toelichting geven op de pilot die de Sociale Verzekeringsbank (SVB)
gestart is om beslaglegging in het buitenland makkelijker te maken?
44
Hoeveel geld is begroot voor het vierjarige programma Preventie Beroepsziekten?
45
Hoeveel geld is begroot voor het monitoren of er voldoende capaciteit aanwezig is
in de asbestsaneringsmarkt om het verbod op asbestdaken te halen?
46
Hoeveel geld is begroot voor voorlichting aan werkgevers rondom chroom-6?
47
Hoeveel personen maakten in 2018 gebruik van de Algemene Nabestaandenwet (ANW)?
48
Waar worden de loon- en prijsbijstellingen bij het macrobudget participatiewetuitkeringen,
arbeidsongeschiktheid en AOW door veroorzaakt?
49
Waaruit blijkt dat ouders sterker hebben gereageerd op de intensivering van de kinderopvangtoeslag
dan verwacht? Wat kan de reden hiervan zijn?
50
Komen de lagere uitgaven aan re-integratie arbeidsongeschikten door de onderbezetting
bij het UWV?
51
Welk deel van de lagere uitgaven aan re-integratie komt doordat er minder uitkeringsgerechtigden
waren?
52
In welke sectoren is het LIV het meest uitgekeerd? Hoe ziet de loonontwikkeling in
deze sectoren eruit?
53
Hoe groot zijn de bedrijven die aanspraak hebben gemaakt op het LIV?
54
Hoeveel bedrijven hebben meer dan 50 werknemers voor wie het LIV wordt ontvangen?
55
Constaterende dat in het kader van het LIV in 2018 in totaal € 474 miljoen uitgekeerd
is aan ruim 93.500 werkgevers ten behoeve van ruim 413.000 werknemers, wat is het
aandeel 45-plussers dat LIV ontving in 2018?
56
Kunt u bij de 93.500 werkgevers die LIV hebben ontvangen een uitsplitsing geven naar
sectoren?
57
Kunt u op basis van specifieke informatie over sectoren en grootte een inschatting
maken van welk percentage (mag ook een range zijn) van de middelen voor het LIV terechtkomen
bij kleine werkgevers met minder dan 25 man personeel?
58
Welke onderzoeken en voorlichtingscampagnes zijn niet doorgegaan of pas in 2019 gestart?
59
Wat is de reden dat het aantal reactieve inspecties verder toeneemt?
60
Hoe verklaart u de relatief sterke toename van 7,5% (van 4,0% naar 4,3%) van het ziekteverzuim
in 2018 ten opzichte van 2017?
61
Hoe verklaart u de relatief sterke toename van 15,6% (van 3,2% naar 3,7%) van werknemers
met een volgens henzelf door een arts vastgestelde beroepsziekte in 2018 ten opzichte
van 2016?
62
Waarom betreft het werknemers met een volgens henzelf door een arts vastgestelde beroepsziekte?
Zijn er geen cijfers beschikbaar over het aantal werknemers met een daadwerkelijk
door een arts vastgestelde beroepsziekte? Zo nee, waarom niet?
63
Waarom ontbreken de cijfers voor 2018 met betrekking tot zelfstandigen met een volgens
henzelf door een arts vastgestelde beroepsziekte? Is de verwachting dat de sterke
stijging van 18,8% van 2014 naar 2016 zich heeft doorgezet?
64
Hoeveel inspecteurs en rechercheurs zijn er in 2018 bij de Inspectie SZW gestart?
65
Hoeveel vacatures zijn er op dit moment bij de Inspectie SZW (uitgesplitst naar functie)?
66
Hoeveel inspecteurs heeft de Inspectie SZW nog nodig om haar taak naar behoren uit
te kunnen voeren?
67
In hoeverre is in 2018 meer samengewerkt en informatie uitgewisseld met de opsporingsorganisatie
van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport?
68
Hoe verklaart u dat ondanks dat er € 13 miljoen extra beschikbaar was voor de versterking
en verbinding van de handhavingsketen, het aantal controles en onderzoeken voor het
zoveelste jaar op rij is gedaald?
69
Hoe verklaart u dat het totaal aantal inspecties en onderzoeken de afgelopen vijf
jaar met 54% is afgenomen, van 22.641 in 2014 naar 10.468 in 2018?
70
Hoeveel klachten en/of handhavingsverzoeken zijn er de afgelopen vijf jaar ingediend
bij de Inspectie SZW? Hoeveel daarvan hebben geleid tot een daadwerkelijk onderzoek
of controle?
71
Wat was vanaf 2007 tot op heden het jaarlijkse budget voor de Inspectie SZW (voorheen
Arbeidsinspectie)?
72
Wat was vanaf 2007 tot op heden de omvang (in fte’s) van de Inspectie SZW (voorheen
Arbeidsinspectie), uitgesplitst naar inspecteurs en overig (kantoor)personeel?
73
Wat was vanaf 2007 tot op heden het aantal bedrijfsbezoeken van de Inspectie SZW (voorheen
Arbeidsinspectie), uitgesplitst naar sector en in relatie tot het totaal aantal bedrijven
actief in de desbetreffende sector?
74
Wat was vanaf 2007 tot op heden het aantal opgelegde boetes of andere sancties door
de Inspectie SZW (voorheen Arbeidsinspectie)? Wat was de totale omvang van het boetebedrag?
75
Kunt u de inzet van de Inspectie SZW en de opgelegde boetes of andere sancties specificeren
voor de regio Westland?
76
Hoe verklaart u dat terwijl het budget van de Inspectie SZW met circa 50% toeneemt,
van € 103 miljoen in 2017 naar € 153 miljoen in 2022, het personeelsbestand slechts
met 40% toeneemt, van 1.125 fte naar 1.550 fte?
77
Hoe wordt de voorgenomen extra € 50 miljoen op jaarbasis per 2022 ingezet, uitgesplitst
naar personeel (extra inspecteurs en overig (kantoor)personeel) en materiële uitgaven
(waaronder ict-uitgaven)?
78
Hoeveel intakegesprekken zijn er in 2018 gevoerd en hoe groot is de stijging ten opzichte
van voorgaande jaren?
79
Hoe komt het dat de verhouding tussen actieve en reactieve inspecties in 2018 verder
onder druk is komen te staan?
80
Hoeveel opsporingsonderzoeken op het gebied van misstanden en fraude bij inburgering
zijn er verricht?
81
Staat de belofte uit het regeerakkoord van 20.000 extra beschutte werkplekken nog
fier overeind?
82
Is er vanuit u enige actie ondernomen om gemeenten te bewegen om tot een collectieve
arbeidsovereenkomst (cao) beschut werk te komen? Zijn er overleggen met de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten (VNG) geweest waar dit onderwerp ter sprake is gekomen en
wat was hier uw insteek?
83
Onderschrijft u dat de mensen die voorheen een Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening
jonggehandicapten (Wajong)-uitkering kregen en arbeidsvermogen bezitten, nu buiten
beeld vallen van alle instanties, aangezien deze groep nu opgegaan is in de Participatiewet?
Welke onderzoeken zijn beschikbaar om deze groep wel in beeld te krijgen? Wat gaat
u doen om deze groep en de consequenties van het beleid voor hen wel structureel in
beeld te krijgen?
84
Is er sprake van een significante toename van het gebruik van de no-riskpolis in 2018?
85
Krijgt de Kamer ook in de komende jaren nog gerapporteerd hoeveel banen er in het
kader van de banenafspraak bij de overheid bijkomen?
86
Welk deel van de banen in het kader van de banenafspraak betreft vaste banen? Kunt
u dit uitsplitsen voor de overheid en de markt?
87
Zijn er nu wel al realisatiecijfers bekend over het jaar 2018 van de indicatoren banenafspraak?
88
Hoe wordt binnen de businesscase voor verbreding van het beslagregister een afweging
gemaakt tussen het belang van privacy en het voorkomen van het oplopen van schulden?
Op basis van welk kader wordt deze afweging gemaakt?
89
Welke resultaten worden bedoeld in de zinsnede «De beoogde resultaten en prestaties
van deze tijdelijke middelen zijn gehaald» en op welke wijze is gemeten dat ze behaald
zijn?
90
Waar bestond de hulp uit die zo'n 150 gemeenten kregen bij het beter en sneller bereiken
van mensen met schulden door vroegsignaleringensprojecten? Wat was het resultaat van
die hulp?
91
Welke nieuwe activiteiten worden toegevoegd in het kader van het voornemen om Schouders
Eronder voort te zetten, wat kosten deze activiteiten en wat zijn de doelen en verwachte
resultaten van de activiteiten?
92
Waarom hebben in 2018 slechts 140 gemeenten meegedaan aan de benchmark armoede en
schulden? Waarom hebben de overige gemeenten niet meegedaan? Is het uw streven dat
alle gemeenten mee gaan doen? Zo ja, wanneer is dat gerealiseerd? Zo nee, waarom niet?
93
Wat is uw visie op de ontwikkeling van Publiek-Private Samenwerking (PPS) binnen de
schuldhulpverlening?
94
Waar ziet u mogelijkheden om PPS verder aan te jagen bij schuldhulpverlening? Waar
ziet u belemmeringen en/of risico’s om dit verder uit te rollen? Als u belemmeringen
ziet, wat gaat u daar aan doen?
95
Hoeveel is uitgegeven van het macrobudget participatiewetuitkeringen voor de leeftijden
60, 61, 62, 63, 64, 65 en 66 jaar voor 2014 tot en met 2018 (tabel4.2.2)? Hoeveel
van de begrote uitgaven was bedoeld voor 60-plussers? Kunnen deze uitgaven ook worden
uitgesplitst zoals in tabel 4.2.3?
96
Op welke manier zorgt de aantrekkende economie voor hogere bijstandsuitgaven (€ 33
miljoen)?
97
Hoeveel startende ondernemers ontvangen bijstand voor levensonderhoud?
98
Is de terugloop in langdurige werkloosheid merkbaar in het aantal mensen met een Inkomensvoorziening
Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers (IOAW)- of Inkomensvoorziening
Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen (IOAZ)-uitkering?
90
Hoeveel participatiewetuitkeringen waren er van 2014 tot en met 2018 voor de leeftijden
60, 61, 62, 63, 64, 65 en 66 jaar (tabel 4.2.4)?
100
Wat is de reden dat de gemiddelde toeslag in het kader van de Toeslagenwet (TW) € 800
hoger is uitgevallen dan bij het opstellen van de begroting werd verwacht?
101
Wat is de ontwikkeling van de in-, uit- en doorstroom bij de WGA en de Inkomensvoorziening
Volledig Arbeidsongeschikten (IVA) in de afgelopen jaren?
102
Hoeveel lager zijn de TW-aanvragen van Wajong-uitkeringsgerechtigden dan verwacht?
103
Hoe komt het dat de gemiddelde uitkering van werkende Wajongers licht is gedaald?
104
Wat betekent de verhoging van het minimumjeugdloon voor de gemiddelde Wajong-uitkering?
105
Hoeveel van de € 8 miljoen uit de middelen regeerakkoord zijn ingezet voor armoede
en schulden? Kunt u een overzicht geven waar deze middelen voor ingezet zijn?
106
Ten faveure van welk beleid heeft de kasschuif van € 2 miljoen van de regeerakkoordmiddelen
armoede en schulden plaatsgevonden?
107
Welk deel van de onderuitputting van € 5,2 miljoen heeft te maken met de Brede Schuldenaanpak?
Kunt u dit specificeren en verklaren?
108
Kunt u in een reeks van de afgelopen 20 jaar aangeven welk percentage mensen met een
arbeidsbeperking aan het werk was? Welke cijfers en onderzoeken hieromtrent zijn beschikbaar?
109
Hoeveel mensen die voorheen fulltime werkten hebben een Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen
(WIA)-uitkering onder bijstandsniveau?
110
Hoeveel mensen ontvangen een WIA-uitkering van een bedrag boven de € 3.660 per maand
bruto? Welk bedrag ontvangen deze mensen samen totaal per jaar?
111
Kunt u uitsplitsen hoeveel mensen een WIA-uitkering krijgen minder dan € 1.000, tussen
€ 1.000–€ 1.500, € 1.500–€ 2.000, € 2.000–€ 2.500, € 2.500–€ 3.000, € 3.000–€ 3.500,
€ 3.500–€ 4.000 en hoeveel een uitkeringsbedraq hoger dan € 4.000 krijgen?
112
Hoeveel is uitgegeven aan de verschillende arbeidsongeschiktheidsuitkeringen voor
de leeftijden 60, 61, 62, 63, 64, 65 en 66 jaar voor 2014 tot en met 2018 (tabel 4.3.2)?
Hoeveel van de begrote uitgaven was bedoeld voor 60-plussers?
113
Wat is de oorzaak van de hoge instroom in de IVA?
114
Wat is de oorzaak van de hoge doorstroom van de WGA naar de IVA?
115
Hoeveel uitkeringsgerechtigden zijn doorgestroomd van de WGA naar de IVA?
116
Kunt u een overzicht geven van de uitkeringsgerechtigden die doorstromen van de WGA
naar de IVA per leeftijdscategorie?
117
Is de hoge doorstroom van de WGA naar de IVA deels te wijten aan een verkeerde beoordeling
aan het begin van arbeidsongeschiktheid?
118
Waarom stromen uitkeringsgerechtigden minder snel uit de WIA?
119
Kan tabel 4.3.4 worden gegeven voor de leeftijdscategorie 60-plus?
Hoeveel arbeidsongeschiktheidsuitkeringen waren er van 2014 tot en met 2018 voor de
leeftijden 60, 61, 62, 63, 64, 65 en 66 jaar? Kan daarbij ook per leeftijd de in-
en uitstroom in de uitkeringen worden gegeven?
120
Kunt u in een reeks van de afgelopen 20 jaar aangeven welk percentage mensen met een
arbeidsbeperking aan het werk was?
121
Welke cijfers en onderzoeken zijn er beschikbaar over het totale percentage arbeidsdeelname
(dus inclusief sociale werkvoorzieningen, beschut werk, Wajong, mensen met een arbeidsbeperking
in de participatiewet, et cetera)?
122
Klopt het dat het aantal re-integratietrajecten bij de Wajong lager is uitgevallen
dan geraamd? Wat is daar de oorzaak van? Wat is de alternatieve besteding van het
budget geweest?
123
Welke maatregelen worden genomen om de bekendheid van ontwikkeladviezen te vergroten?
124
Waarom is de doelgroep vergroot tot alle 45-plussers?
125
Wat is de planning voor de ontwikkeladviezen voor oudere werknemers?
126
Komt er een evaluatie van de campagne om vooroordelen over werkloze vijftigplussers
bij werkgevers weg te nemen? Zo ja, wanneer? Wat is tot nu toe bekend over de effectiviteit
van deze campagne?
127
In hoeverre is de onderuitputting van het scholingsbudget voor WW-gerechtigden terug
te voeren op onbekendheid van WW-gerechtigden met de regeling?
128
Waarom is het scholingsbudget voor WW-gerechtigden een tijdelijke regeling en geen
structurele voorziening voor WW-gerechtigden?
129
Gaat u ervoor zorgen dat scholing en scholingsbudget in gelijke mate toegankelijk
worden voor alle werkenden en werkzoekenden tot de AOW-gerechtigde leeftijd, ongeacht
startkwalificatie? Kunt u uw antwoord grondig toelichten?
130
In hoeverre verschilt de toegang tot scholing en levenlanglerenkrediet voor de diverse
leeftijdsgroepen?
131
Constaterende dat slechts 22% van het scholingsbudget voor WW-gerechtigden in 2018
is uitgeput, kunt u aangeven wat de uitbreiding van de regeling precies inhoudt, naast
de reeds genoemde verhoging van de duur van een naar twee jaar en de verruiming van
het maximale toekenningsbedrag?
132
Komt er een evaluatie van de campagne om vooroordelen over werkloze vijftigplussers
bij werkgevers weg te nemen? Zo ja, wanneer is deze beschikbaar?
133
Wat is de bekendheid van het scholingsbudget onder WW-gerechtigden?
134
Hoeveel is uitgegeven aan WW voor de leeftijden 60, 61, 62, 63, 64, 65 en 66 jaar
voor 2014 tot en met 2018 (tabel 4.5.2)?
135
Kunt u verklaren waardoor veel minder mensen in aanmerking kwamen voor de Tijdelijke
regeling aanpassing Dagloonbesluit uitgesplitst naar starters, herintreders, flexwerkers
en werknemers die twee jaar ziek zijn geweest, enzovoort?
136
Kunt u specificeren welke jaaruitkeringen een andere hoogte kenden dan in de begroting
was verwacht, waardoor de realisatie € 23 miljoen hoger is uitgevallen?
137
Kunt u aangeven hoeveel WW-gerechtigden uit welke bedrijfstak komen en waar uitstromers
naartoe gaan?
138
Wat is de verklaring dat, ondanks maatregelen, het gebruik van de regelingen van het
actieplan Perspectief voor vijftigplussers € 3 miljoen lager is uitgevallen dan verwacht?
139
Hoeveel werkloosheidsuitkeringen waren er van 2014 tot en met 2018 voor de leeftijden
60, 61, 62, 63, 64, 65 en 66 jaar (tabel 4.5.6)?
140
Wordt de onderbesteding van het ontwikkeladvies doorgeschoven naar latere jaren?
141
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de mogelijkheid van ontwikkeladviezen voor oudere werknemers
breder en beter bekend wordt onder de doelgroep?
142
Wordt de € 3 miljoen onderschrijding aan ontwikkeladvies doorgeschoven naar 2019 of
2020? Zo nee, waarom niet? Kan de passage over de budgettaire verschuivingen met betrekking
tot het ontwikkeladvies nader toegelicht worden?
143
Kunnen de bedragen van de Wet Arbeid en Zorg (WAZO) in tabel 4.6.2 worden uitgesplitst
naar verlofvorm? Hoeveel is er uitgegeven per verlofvorm van 2014 tot en met 2018
en hoeveel was er begroot in 2018?
144
Hoeveel is uitgegeven aan de Ziektewet (ZW) voor de leeftijden 60, 61, 62, 63, 64,
65 en 66 jaar voor 2014 tot en met 2018 (tabel 4.6.2)?
145
Kunt u uitsplitsen welke oorzaken hebben geleid tot een hoger aantal mensen dat een
beroep deed op de ZW, naast het reeds genoemde hogere aantal flexkrachten?
146
In hoeverre wordt bijgehouden of er een relatie bestaat tussen flexwerk en het hoger
aantal flexkrachten wat een beroep doet op ZW?
147
Hoeveel mensen hebben er in 2018 gebruikgemaakt van respectievelijk het kortdurend
en het langdurend zorgverlof?
148
Kan er een overzicht worden gegeven van het aantal toekenningen uitgesplitst naar
verlofvorm op basis van tabel 4.6.7? Hoeveel toekenningen zijn er gerealiseerd voor
de jaren 2014 tot en met 2018 per verlofvorm en hoeveel toekenningen waren er begroot
voor 2018 per verlofvorm?
149
Wat is de verklaring per verlofvorm waarom er meer of minder gebruik van is gemaakt
dan begroot?
150
Hoeveel procent van de mensen die kinderopvangtoeslag hebben ontvangen in 2017, moest
in 2018 onterecht ontvangen kinderopvangtoeslag terug betalen?
151
Hoeveel uur per week gaan kinderen tussen de nul en vier jaar gemiddeld naar de kinderopvang
met toeslag?
152
Hoeveel uur per week gaan kinderen tussen de vier en twaalf jaar gemiddeld naar de
buitenschoolse opvang met toeslag?
153
Hoeveel personen bouwden in 2018 vrijwillig pensioen op in de derde pijler?
154
Wat is de reden van het hogere gebruik van de Overbruggingsregeling AOW (OBR)?
155
Constaterende dat de OBR in 2016 is uitgebreid voor mensen die met vroegpensioen zijn
gegaan, hoe verhoudt dit zich tot het feit dat er in 2016, 2017 en 2018 minder is
uitgegeven aan OBR-gelden? Hoeveel mensen kregen een OBR-uitkering in respectievelijk
2016, 2017 en 2018? Hoeveel mensen hebben een aanvraag voor een OBR-uitkering gedaan
en hoe groot is het aantal mensen dat (procentueel) is afgewezen?
156
Wat bedroeg de gemiddelde AOW-premie in 2016, 2017 en 2018?
157
Kunt u van de belangrijkste oorzaken voor het lager uitvallen van de uitgaven aan
de AOW aangeven in welke mate deze bijgedragen hebben aan het lagere bedrag?
158
Hoe komt het dat het aantal personen dat recht heeft op inkomensondersteuning AOW
gelijk is aan het aantal AOW-gerechtigden? Indien de cijfers in deze tabel onjuist
zijn, kunt u de juiste cijfers weergeven?
159
Hoe hoog was de gemiddelde inkomensondersteuning AOW in 2018?
160
Wat is de verklaring voor de grote stijging van het aantal geconstateerde overtredingen
met financiële benadeling in 2018 (tabel 4.10.3 kerncijfers AKW)?
161
Waarom is ervoor gekozen niet de loon-prijs ontwikkeling uit te keren aan het UWV?
162
Kunt u de hoogte van de bijdrage aan de sociale fondsen nader specificeren?
163
Op basis van welke criteria wordt besloten of de Verdere Integratie op de Arbeidsmarkt
(VIA)-pilots succesvol zijn en onderdeel worden van het reguliere beleid? Wanneer
wordt de Kamer hierover geïnformeerd?
164
Hoeveel pilots zijn succesvol en onderdeel van het reguliere beleid?
165
Kunt u uitsplitsen hoeveel inburgeraars examen doen op taalniveau A2 en hoeveel op
niveau B1?
166
Hoeveel kost een inburgeringstraject? Kunt u dit uitsplitsen naar voor en na de overstap
naar aanbesteding?
167
Om welke redenen zijn bepaalde inkooptrajecten voor opdrachten niet doorgegaan en
welke opdrachten betrof het?
168
Wat is de reden voor het grote verschil tussen de beoogde en de gerealiseerde cijfers
aangaande de voorbereiding van asielgerechtigde nieuwkomers op hun inburgering?
169
Wat is de reden voor het grote verschil tussen de beoogde en de gerealiseerde cijfers
aangaande maatschappelijke begeleiding door gemeenten van asielgerechtigde nieuwkomers?
170
Waarom is er sprake van een onderuitputting van de gelden voor voorinburgering wanneer
vergunninghouders juist langer in de Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA)-locaties
bleven vanwege achterblijvende plaatsing bij gemeenten?
171
Hoe ziet de huidige financieringssystematiek van maatschappelijke begeleiding van
vergunninghouders er uit?
172
Krijgen gemeenten nog steeds standaard het bedrag van € 2.370 per statushouder ongeacht
of de statushouder gebruikmaakt van deze begeleiding?
173
Maken alle gemeenten gebruik van de gelden voor maatschappelijke begeleiding om vergunninghouders
te begeleiden bij hun integratie na vestiging in de gemeente?
174
Welke voorwaarden worden gesteld aan het ontvangen van geld voor maatschappelijke
begeleiding van vergunninghouders?
175
Waar komt de onverwachte toename in de opname van het aantal leningen vandaan?
176
Waar komt de toename in het ingecalculeerde leenbedrag vandaan?
177
Wat is de definitie van voorinburgering?
178
Wat is de taakverdeling tussen COA en gemeenten in de voorinburgering?
179
Zijn er voorwaarden of stellen gemeenten voorwaarden aan de besteding van gelden voor
maatschappelijke begeleiding wanneer zij dit uitbesteden aan een andere partij?
180
Hoeveel meer examens zijn sinds eind 2017 door Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) afgenomen?
181
Wat was het gemiddelde leenbedrag in 2018?
182
Welke redenen zijn er om een lening voor de inburgeringscursus kwijt te schelden?
183
Hoeveel vergunninghouders (asielmigranten met verblijfstatus) hebben geen gebruik
kunnen maken van voorinburgering en maatschappelijke begeleiding doordat er € 54 miljoen
minder uitgegeven is aan COA dan ten tijde van de begrotingsopstelling werd voorzien?
184
Hoe verklaart u dat de kosten voor de inhuur van externen met 71% is overschreden,
namelijk € 11,3 miljoen in plaats van de begrote € 6,6 miljoen?
185
Welke automatiseringsprojecten hebben ertoe geleid dat de kosten voor de inhuur van
externen met 71% is overschreden? Waarom was dit niet te voorzien?
186
Welke maatregelen neemt u om te zorgen dat de inhuur van externen binnen de zogeheten
«Roemernorm» blijft, oftewel 10% van de totale personele uitgaven?
187
Welke kasschuiven zijn er precies doorgevoerd voor € 39,5 miljoen? Wat is de precieze
uitsplitsing daarvan?
188
Hoeveel groeide de koopkracht voor huishoudens die een plus zagen in de koopkracht
uitgesplist naar inkomenssituatie en huishoudenssamenstelling?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.R.J. Rog, voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
S. Kraaijenoord, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.