Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
35 186 Goedkeuring van de op 12 december 2016 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst inzake politieke dialoog en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Cuba, anderzijds (Trb. 2017, 19)
Nr. 5 VERSLAG
Vastgesteld 17 mei 2019
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek
van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen. Onder
het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig en afdoende zal hebben beantwoord,
acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra
De griffier van de commissie, Van Toor
Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de onderhavige
goedkeuringswet. Zij hebben nog enkele vragen hierover.
De leden van de D66-fractie hebben kennis genomen van het voorstel tot Goedkeuring
van de op 12 december 2016 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst inzake politieke
dialoog en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de
Republiek Cuba, anderzijds (Trb. 2017, 19). Wel hebben deze leden nog enkele vragen over deze overeenkomst aan de regering.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel.
De leden van de fractie van GroenLinks zijn positief over de overeenkomst inzake politieke
dialoog en samenwerking EU en Cuba. Zij hebben daar nog de volgende vragen en opmerkingen
bij.
Artikelsgewijze toelichting
Inbreng VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie vragen zich af hoeveel vertrouwen de regering heeft in
de uit deze overeenkomst volgende inspanningsverplichting van de Cubaanse regering
«om alle vormen van discriminatie te bestrijden en uit te bannen, met inbegrip van
discriminatie op grond van ras, huidskleur of etnische oorsprong, godsdienst of geloofsovertuiging,
handicap, leeftijd of seksuele oriëntatie», temeer gezien de vele berichten vanuit
Cuba over discriminatie op deze gronden en de vele asielaanvragen alhier door Cubanen
vanwege discriminatie op deze gronden in Cuba. De leden van de VVD-fractie vragen
of de regering zich de diverse berichten kan herinneren over de vele honderden Cubanen
die visumvrij een ticket boekten naar Moskou met een overstap op Schiphol en asiel
aanvroegen in Nederland? (https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/tijdens-de-tussenstop-asie…) Kan de regering cijfers verschaffen hoe vaak dit de afgelopen twee jaar is voorgekomen?
Het doel van de uit dit verdrag volgende dialoog is volgens de memorie van toelichting
«te komen tot praktische en concrete samenwerking op het gebied van mensenrechten».
Het is de leden van de VVD-fractie niet geheel duidelijk welke samenwerking op het
gebied van mensenrechten, zoals bedoeld in artikel 5, mogelijk is. Er kan een dialoog
gevoerd worden. Partijen kunnen elkaar oproepen om toe te treden tot een verdrag.
Maar welke werkelijke samenwerking, dus niet zijnde een dialoog, is er op mensenrechtengebied
mogelijk, waarbij werkelijk, zeker in dit geval, sprake is van wederzijdse samenwerking?
De leden van de VVD-fractie zijn benieuwd hoe de mensenrechtendialoog met Cuba er
de laatste jaren heeft uitgezien. Kan de regering een overzicht verschaffen van de
door Cuba in de richting van Nederland geuite kritiek tijdens de diverse Universal
Periodic Reviews en de door Nederland in de richting van Cuba geuite kritiek tijdens
de diverse Universal Periodic Reviews?
In artikel 10 leggen de partijen vast van gedachten te wisselen over eenzijdige dwangmaatregelen
met extraterritoriale gevolgen die in strijd (zouden) zijn met het internationaal
recht. Hieronder valt volgens de regering onder andere het economisch embargo van
de VS ten aanzien van Cuba. De leden van de VVD-fractie vragen of de regering kan
toelichten welk belang de EU heeft bij dit artikel en waarom ervoor gekozen is om
dit punt in de overeenkomst op te nemen?
De leden van de VVD-fractie vragen welke «instellingen van de Cubaanse overheid» worden
bedoeld in artikel 19a. Zijn er «instellingen van de Cubaanse overheid» die de regering
liever niet betrokken ziet bij de uitvoering van deze overeenkomst?
De leden van de VVD-fractie vragen of de regering van mening is dat in Cuba thans
sprake is van de in artikel 23 vermelde elementen van goed bestuur, zoals respect
voor de rechtsstaat, democratische instellingen, transparant bestuur en een inclusief
politiek proces waarin alle burgers daadwerkelijk kunnen participeren.
De leden van de VVD-fractie vragen zich af welke stappen de Cubaanse regering de afgelopen
tijd heeft gezet teneinde de rechtsstaat te consolideren, zoals bedoeld in artikel
24?
In artikel 34 komen de partijen overeen om «zo snel mogelijk te onderhandelen over
een overeenkomst tot vaststelling van de specifieke verplichtingen voor de lidstaten
van de Europese Unie en van Cuba inzake migratie, inclusief overname». De leden van
de VVD-fractie vragen zich af of er al een tijdpad voor deze onderhandelingen is voorzien?
Zo nee, waarom niet?
In artikel 51 spreken de partijen af samen te werken op het gebied van toerisme. Daarbij
lijkt vooral aandacht te bestaan voor duurzaam toerisme. Kan de regering aan de leden
van de VVD-fractie toelichten of tijdens de onderhandelingen ook aandacht is gevraagd
voor de behandeling van buitenlandse toeristen door de Cubaanse regering, aangezien
Cuba toeristen nog altijd andere (en dus hogere) tarieven rekent en zelfs een andere
munteenheid laat gebruiken?
Inbreng CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie steunen in beginsel de benadering dat engagement te prefereren
valt boven isolement. Echter, Cuba heeft nog een lange weg te gaan. De mensenrechtensituatie
onder het communistische regime blijft zorgwekkend. Mensenrechten- en politieke activisten
worden in grote aantallen geïntimideerd en gevangengenomen. Vakbonden zijn verboden.
De overheid pleegt censuur en bemoeilijkt toegang tot internet. Onafhankelijke mensenrechtenorganisaties
hebben vrijwel geen toegang tot Cuba.
Het EU-beleid ten aanzien van Cuba werd lange tijd bepaald door het Gemeenschappelijk
Standpunt uit 1996. Het bood Cuba vooruitzicht op verbeterde economische betrekkingen
maar stelde politieke hervormingen in Cuba, met name op het gebied van mensenrechten,
als voorwaarde voor volwaardige bilaterale betrekkingen. De door Cuba ingezette hervormingen
maken het mogelijk om de relatie tussen de EU te intensiveren, op basis van dialoog,
zo geeft de regering aan. Kan de regering aangeven in hoeverre de hervormingen duurzaam
gestalte hebben gekregen? Hoe heeft de mensenrechtensituatie zich ontwikkeld sinds
12 december 2016? Ziet de regering voldoende aanleiding voor volwaardige bilaterale
betrekkingen en verbetering van de economische betrekkingen?
In hoeverre wordt de rol van Cuba in de regio hierin gewogen? De leden van de CDA-fractie
maken zich grote zorgen over de steun van Cuba aan het regime Maduro in Venezuela.
Hoe verhoudt zich dit tot artikel 9 van het verdrag, waarin partijen bevestigen op
te treden tegen ernstige misdrijven waarmee de internationale gemeenschap wordt geconfronteerd,
waarbij onder meer een rol weggelegd is voor het Internationaal Strafhof en internationale
verplichtingen, waaronder het VN-handvest, leidend zijn?
Deze vragen zijn te meer relevant nu de VS nieuwe sancties en maatregelen tegen Cuba
en Venezuela aangekondigd hebben. Hoe beoordeelt de regering de berichtgeving hierover?
(https://www.nu.nl/economie/5850486/franse-minister-eu-treft-tegenmaatre…) De leden van de CDA-fractie verwerpen extraterritoriale werking van Amerikaanse
sancties tegen Europese bedrijven. De vraag is echter wel in hoeverre de EU Cuba aanspreekt
op steun aan het regime Maduro. Hoe beoordeelt de regering de beschuldiging van de
VS dat Cuba met duizenden leden van veiligheidsdiensten in Venezuela actief is (https://www.reuters.com/article/us-usa-cuba-venezuela/trumps-cuba-hawks…)? Is de regering bereid te pleiten voor druk op Cuba? Biedt het verdrag hiervoor
voldoende ruimte, inclusief de mogelijkheid van het opleggen van sancties?
Inbreng D66-fractie
De leden van de D66-fractie merken op dat de «common position» van de Europese Unie
ten opzichte van Cuba beëindigd is. Deze «common position» maakte samenwerking met
Cuba conditioneel aan verbeteringen op het gebied van mensenrechten en politieke vrijheden.
Is de regering van mening dat aan deze voorwaarden is voldaan om tot een nieuwe overeenkomst
te komen? En welke verwachtingen heeft de regering van de mensenrechtendialoog binnen
deze overeenkomst? Kan deze overeenkomst de doelstellingen ter verbetering van de
mensenrechtensituatie en politieke vrijheden beter behartigen? De eerste mensenrechtendialoog
tussen de EU en Cuba binnen dit nieuwe kader heeft al plaatsgevonden in oktober 2018.
Welke appreciatie geeft de regering aan deze dialoog? Is de regering van mening dat
deze overeenkomst de mensenrechtensituatie en de politieke vrijheden in Cuba ten goede
komt? Hoe wil de regering zich daar verder voor inzetten? Welke prioriteiten zullen
er binnen deze dialoog gesteld worden?
De leden van de D66-fractie merken op dat er zaterdag 11 mei 2019 een protest heeft
plaatsgevonden in de Cubaanse hoofdstad Havana waar honderd LHBTI-activisten aan deelnamen.
Deze demonstranten komen op voor de gelijke rechten voor homo’s, lesbiennes en transgenders.
Drie van deze demonstranten zijn gearresteerd. Hoewel de rechten voor LHBTI in Cuba
over de jaren heen zijn verbeterd, vindt discriminatie nog steeds plaats en worden
zij niet gelijk behandelt. De aan het woord zijnde leden vragen op welke manier de
regering zich voor deze groep in wil zetten binnen de nieuwe overeenkomst. Is de regering
bereid de Cubaanse overheid aan te spreken op de rechten van LHBTI, zowel vanuit het
kader van deze overeenkomst als bilateraal?
Verder hebben de leden van de D66-fractie nog enkele vragen over de timing van deze
overeenkomst. Hoe beoordeelt de regering de verslechterende verhoudingen tussen de
Verenigde Staten en Cuba, mede in het licht van de ontwikkelingen in Venezuela? Zo
hebben de Verenigde Staten recentelijk verzwaarde sancties tegen Cuba ingesteld, waar
mogelijk ook Europese bedrijven door geraakt kunnen worden. Hoe verhoudt deze overeenkomst
zich tot deze sancties? Wat kan de EU doen om te voorkomen dat Europese bedrijven
of personen door deze sancties geraakt worden?
Inbreng GroenLinksfractie
De leden van de GroenLinksfractie prijzen de inzet van Nederland ten aanzien van de
versterking en bescherming van mensenrechten in Cuba. Zij beamen dat deze inzet onlosmakelijk
verbonden is voor de betrekkingen tussen de EU en Cuba en derhalve een aandachtige
plaats verdient.
De leden van de fractie van GroenLinks vragen wat er sinds ondertekening van het PDCA
door Cuba en de EU lidstaten al is gebeurd op het gebied van versterking van mensenrechten
en het maatschappelijk middenveld in Cuba? Hoe verloopt de mensenrechtendialoog tot
nu toe en welke onderwerpen zijn hier al besproken, vragen deze leden? Wat is de inzet
van Nederland hierbij en wat verwacht zij hierop te bereiken? Welke rol speelt de
Nederlandse ambassade in Havana hierin, die met de intensivering van het postennetwerk
en met een speciale mensenrechtencomponent een rol speelt in versterking van mensenrechten
en economie in Cuba? Derhalve vragen de leden van de GroenLinksfractie welke economische
betrekkingen zijn versterkt en geopend? Graag krijgen de leden van de fractie van
GroenLinks hierover nadere toelichting.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.A. (Pia) Dijkstra, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
T.J.E. van Toor, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.