Inbreng verslag schriftelijk overleg : Nadere inbreng verslag van een schriftelijk overleg over antwoorden op vragen commissie over de ontwikkelingen ter verbetering van het borgstelsel voor woningcorporaties (Kamerstuk 29453-489)
2019D17916 NADERE INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft nog enkele vragen en opmerkingen
                  over de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 28 maart
                  2019 houdende antwoorden op het verslag van het schriftelijk overleg over ontwikkelingen
                  ter verbetering van het borgstelsel voor woningcorporaties (Kamerstuk 29 453, nr. 489).
               
De voorzitter van de commissie, Ziengs
De griffier van de commissie, Roovers
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de antwoorden op
                  het verslag van het schriftelijk overleg over de verbetering van het borgstelsel voor
                  woningcorporaties. Zij hebben nog enkele vragen.
               
De Minister geeft aan dat het WSW voornemens is om de gedifferentieerde premietarieven
                  voor 2019 nagenoeg ongewijzigd te laten ten opzichte van de tarieven die in 2019 golden.
                  De leden van de VVD-fractie vragen wat de premietarieven precies zullen worden in
                  2019 en wat de premietarieven precies zijn geweest in 2017 en 2018.
               
De Minister geeft ook aan dat het S&P bij de beoordeling in juli 2018 de verwachting
                  voor de rating van het WSW van stabiel naar negatief heeft bijgesteld. De Minister
                  geeft echter aan dat zij verwacht dat het risicovermogen van het WSW de komende jaren
                  niet onder het minimaal noodzakelijke niveau zakt en dat de beschikbare middelen van
                  het WSW voldoende zijn. De leden van de VVD-fractie vragen hoe de naar beneden bijgestelde
                  verwachting van het S&P rijmt met de verwachting van de Minister. Deze leden maken
                  zich zorgen, omdat door de verwachting van het S&P de kans groter is geworden dat
                  de achtervang van het Rijk voor het WSW wordt aangesproken. De leden van de VVD-fractie
                  vragen ook of de Minister de beoordeling van het S&P en de verslagen van de gesprekken
                  tussen het WSW en S&P naar de Kamer wil sturen. De Minister geeft aan dat de overstap
                  naar een dynamisch model door zowel haarzelf als «onafhankelijke bureaus» wordt ondersteund.
                  Deze leden vragen zich af ten eerste wie deze onafhankelijke bureaus zijn en ten tweede
                  hoe de «rating agencies» tegen deze overstap aankijken. De Minister geeft aan dat
                  het WSW zekerheden «kan» vestigen op het niet-DAEB bezit van woningcorporaties. Deelt
                  de Minister de mening van de leden van de VVD-fractie dat, gezien de naar beneden
                  bijgestelde verwachting van het S&P, het WSW zekerheden automatisch «moet» vestigen
                  op het niet-DAEB bezit? De verwachting van het WSW is dat het pas volgend jaar een
                  structureel beeld kan schetsen over de uitkomsten van het dynamische model. Deelt
                  de Minister de mening van de leden van de VVD-fractie dat, gezien de naar beneden
                  bijgestelde verwachting van het S&P, «pas volgend jaar» te laat is?
               
De leden van de VVD-fractie zijn tevreden over de nieuwe derivatenregels. De Minister
                  geeft echter aan dat Vestia in 2012 zijn derivatenportefeuille deels heeft opgelost
                  door deze af te kopen, danwel te laten omzetten in bestaande leningen. Deze leden
                  vragen voor welk deel dit wel is gebeurd en voor welk deel dit niet is gebeurd, en
                  hoeveel de verliezen zijn gestegen als gevolg van het deel waarvoor dit niet is gebeurd.
                  De leden van de VVD-fractie vragen zich tot slot af hoe dit bij Geertruidenberg is
                  gegaan.
               
De Minister geeft aan dat de verkopen van dure sociale huurwoningen (met een hoge
                  WOZ-waarde) door Vestia tot nu toe geen positief financieel effect heeft gehad omdat
                  de opbrengsten tot nu toe zijn gebruikt om dure leningen af te lossen. De leden van
                  de VVD-fractie vragen zich af wat het financieel effect zou zijn als de opbrengsten
                  zouden worden gebruikt om goedkope sociale huurwoningen (met lage WOZ) terug te bouwen.
               
**CDA
Blanco
**D66
**GroenLinks
**SP
**PvdA
**CU
**PvdD
**50PLUS
**SGP
**DENK
**FVD
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
E. Ziengs, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken - 
              
                  Mede ondertekenaar
C.J.M. Roovers, griffier 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.