Lijst van vragen : Lijst van vragen over het rapport afstemming zittingscapaciteit strafzaken (Kamerstuk 29279-496)
2019D15472 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het Rapport afstemming zittingscapaciteit strafzaken
(Kamerstuk 29 279, nr. 496).
De voorzitter van de commissie, Van Meenen
De griffier van de commissie, Hessing-Puts
Nr
Vraag
1
Hoe kan – in het licht van de verwachting dat de rechtspraak meer slagkracht krijgt
door nieuw aangestelde rechters – volledig voldaan worden aan de behoefte op grond
van het aantal zaken dat door het openbaar ministerie (OM) wordt aangeleverd? Wordt
die extra capaciteit niet volledig gebruikt door de toegenomen eisen van de professionele
standaarden? Kan worden aangegeven welk deel van de zaken nog steeds niet behandeld
zal worden?
2
In hoeverre biedt de voorgestelde uitbreiding van de capaciteit bij de rechtbanken
ruimte voor het opvangen van de investeringen in de politie en het OM die er juist
op gericht zijn het aantal opgeloste misdrijven en overtredingen te laten toenemen?
Hoe is bij een toename van het aantal zaken financieel en beleidsmatig geregeld hoe
hiermee omgegaan moet worden?
3
Waarom is het niet mogelijk de reden van niet-ontvankelijkheidverklaring te noteren?
Is het niet belangrijk dat duidelijk is welk deel van de zaken niet meer inhoudelijk
wordt beoordeeld of geseponeerd door het verstrijken van de termijn of door een lange
procedure? Moet dit niet zoveel mogelijk voorkomen worden?
4
Vinden er ook sepots plaats bij oude strafzaken (misdrijven)? Zo ja, wat wordt eraan
gedaan om dit te voorkomen?
5
Is bij de berekening van de benodigde rechters en officieren van justitie ook rekening
gehouden met de toegenomen zaakzwaarte van OM-zaken? Op welke wijze?
6
Hoe wort gehandeld in de fase voordat een wetsvoorstel in consultatie komt om meer
mogelijkheden te bieden voor onderlinge bijstand? Zijn er nu al zulke mogelijkheden?
Hoe wordt in de tussentijd gehandeld, zolang dit wetsvoorstel nog niet van kracht
is?
7
Wat wordt concreet gedaan om te bereiken dat de verhinderdata van advocaten goed geregistreerd
worden, zodat hierdoor geen belemmeringen ontstaan voor de goede voortgang van rechtszaken?
Welke taak ziet u hier voor zichzelf weggelegd?
8
Wat zijn de concrete voornemens aan de verkorting van de termijnen te werken voor
de doorlooptijd van relatief eenvoudige verzetzaken of ligt deze taak volledig bij
de gerechten?
9
Wanneer wordt invulling gegeven aan de aanbevelingen uit het onderzoek?
10
Op welke manier wordt invulling gegeven aan de aanbevelingen uit het onderzoek?
11
Is uit de analyse naar voren gekomen dat het OM kampt met een gebrek aan financiering?
Zo ja, op welk gebied of welk onderwerp is het gebrek aan financiering het meest nijpend?
Hoeveel geld zou nodig zijn om dit gebrek op te lossen?
12
In hoeverre kan het Parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM) op uniforme
wijze (straf)zaken aanbrengen bij de afzonderlijke gerechten of gelden hier afspraken
per rechtbank voor? Indien dit per rechtbank verschilt, waarom is dat dan zo?
13
Bestaan er landelijk (streef)normen als het gaat om voorraadvorming, zowel in de verschillende
stadia van het strafproces (nog te beoordelen, te appointeren, reeds gepland) als
ten aanzien van de verschillende spelers
(met name het OM en de rechtbank)?
14
Is de verwachting dat ook in 2019 strafzaken geseponeerd moeten worden vanwege de
ouderdom?
15
Wat wordt bedoeld met «strafzaken van geringe aard» in relatie tot vervolging staken
vanwege ouderdom?
16
Is het seponeren of niet vervolgen vanwege ouderdom van de zaak afhankelijk van de
zittingscapaciteit van een rechtbank? Ontstaat daarmee niet een vorm van rechtsongelijkheid
over het land?
17
Bestaan er wettelijke barrières of verhinderingen die het moeilijk of onmogelijk maken
dat rechters uit de ene rechtbank elders in het land bij een andere rechtbank bijstand
verlenen?
18
Bestaan er in het huidige systeem van financiering van de Rechtspraak barrières of
verhindering die het moeilijk of onmogelijk maken dat rechters uit de ene rechtbank
elders in het land bij een andere rechtbank bijstand verlenen? Indien een rechter
wordt ingezet buiten zijn standplaats, waar daalt de financiering voor het verrichte
werk dan neer?
19
Hoe ontwikkelt naar verwachting in de jaren 2019 en 2020 de totale voorraad van het
Functioneel Parket (FP) zich? Kunt u dit weergeven in een tabel, uitgesplitst naar
de drie categorieën voorraad, ook uitgesplitst per concentratierechtbank waar het
FP de zaken afdoet?
20
Welke rechtbanken en parketten zullen in de jaren 2019 en 2020 een lagere bezetting
aan respectievelijk rechters en officieren van justitie hebben dan de formatie hen
toestaat? Kunt u voor deze rechtbanken en parketten deze informatie in een tabel weergeven?
21
Waar was de ontoereikende zittingscapaciteit bij de rechtspraak het meest nijpend
volgens het CVOM?
22
Welke problemen ten aanzien van voorraadvorming, al dan niet administratief van aard,
bracht de invoering van de professionele standaarden met zich mee?
23
Welke problemen ten aanzien van voorraadvorming, al dan niet administratief van aard,
bracht de herziening van de gerechtelijke kaart met zich mee?
24
Wat is het aantal manuren, in ieder geval geschat, dat nodig is de aanwezige FP-voorraad
weg te werken?
25
Waardoor was er een gebrek aan capaciteit bij de kabinetten rechter-commissaris?
26
Kan het groeiend belang van forensisch bewijs, het aantal getuigen en deskundigen
op zitting en het aantal verzetsprocedures tegen strafbeschikkingen kwantitatief worden
aangetoond per jaar, van de jaren 2014 tot en met 2018?
27
Waarom wordt het verplaatsen van zaken naar een arrondissement bij tijdelijk gebrek
aan zittingscapaciteit bemoeilijkt als gevolg van de herziening van de gerechtelijke
kaart in 2013?
28
Wat staat er in die convenanten, nadat het OM en de Rechtspraak hebben onderhandeld
over de beschikbare zittingscapaciteit?
29
Waarom wordt er onderhandeld over de beschikbare zittingscapaciteit?
30
Waarom was er bij twee gerechten sprake van overcapaciteit?
31
Waarom heeft maar één van de twee gerechten overcapaciteit ingezet om de tekorten
bij een andere rechtbank te compenseren?
32
Wat heeft het andere gerecht gedaan met de overcapaciteit?
33
Hadden beiden gerechten kunnen zien aankomen dat grote strafzaken van het Landelijk
Parket (LP) en het FP niet meer aanhangig gemaakt konden worden bij hen?
34
Waarom is het aantal mega-uren in 2018 met 20% toegenomen ten opzichte van 2017?
35
Waaruit bestaat de planningsproblematiek van reguliere meervoudige zittingen (MK)
nu de MK-capaciteit door de toename van mega-uren is toegenomen?
36
Wat zijn de redenen dat de verschillende rechtbanken voorgeschreven zaaksmixen dwingend
afspreken?
37
Welke drie rechtbanken konden in 2018 min of meer volledig aan de vraag van het OM
voldoen?
38
Wat zijn de redenen dat het aantal eindvonnissen in 2018 achterblijft bij het aantal
zittingsbehandelingen?
39
Hoe komt het dat er wel een behandeling is ter zitting, maar er geen eindvonnis komt?
40
Waarom heeft het OM in 2018 1% minder enkelvoudige zittingen (EK) afgesproken?
41
Welke andere indicatoren zijn te bedenken om te kunnen meten of de beschikbare zittingscapaciteit
voldoende aansluit bij de benodigde zittingscapaciteit?
42
Wat zijn de redenen dat de doorlooptijd van instroom bij het OM naar eindvonnis bij
een rechtbank bij MK-zaken van 2015 tot 2018 met ruim 40 dagen is toegenomen?
43
Wat zijn de redenen dat de doorlooptijd van instroom bij het OM naar eindvonnis bij
een rechtbank bij EK-zaken een positieve trend laten zien?
44
Hoe komt het dat de doorlooptijd van overtredings- en misdrijfzaken bij het CVOM een
versnelling laat zien?
45
Welke meetbare effecten hebben de komst van «Verkeerstorens» als samenwerkingsverband
van het OM en de rechtbank veroorzaakt bij het optimaal op elkaar afstemmen van het
zaaksaanbod en het zittingsaanbod?
46
Wanneer wordt verwacht dat het tijdelijke tekort aan inzetbare rechters door de invoering
van de professionele standaarden in 2016/2017 is opgelost?
47
Waarom krijgt het OM de zittingen niet of onvoldoende gevuld?
48
Waarom lukt het niet goed de zaaksmixen tussen de rechtbank en het OM overeen te komen?
49
Welke oplossingen zijn denkbaar het zaaks- en zittingsaanbod veel beter op elkaar
aan te laten sluiten en gedurende het jaar sneller aan te passen?
50
Hoe wordt op korte termijn gezorgd dat in het geval het OM bij zaken die niet binnen
een jaar kunnen worden aangebracht ervoor kiest deze via een andere weg af te doen,
deze werkwijze niet zal leiden tot onterechte straffen zoals eerder aan het licht
is gekomen, gelet op het feit dat de zittingscapaciteit op korte termijn nog niet
zal verbeteren?
51
Welke oplossing of aanbeveling zal ervoor zorgen dat de negatieve financiële prikkel,
te weten dat gelet op het verschil van opbrengst van een kantonzaak en een politierechterzaak
bij capaciteitsgebrek voorrang wordt gegeven aan politierechterzaken boven kantonzaken,
wordt weggehaald zodat kantonzaken evenredig worden behandeld als politierechterzaken?
52
Hoe kan het dat de complexiteit van zaken op zitting groter wordt als eenvoudiger
politierechterzaken langs andere weg worden afgedaan, nu zaken elkaar in beginsel
onderling niet beïnvloeden?
53
Moet de zin «de eenvoudige zaken worden niet op zitting gebracht, waardoor de complexiteit
van de zaken die op zitting staan groter wordt» begrepen worden als «het aantal complexe
zaken dat op zitting staat wordt groter, omdat eenvoudige zaken niet op zitting worden
gebracht»?
54
Waarom is de opbrengst voor een politierechterzaak hoger dan de opbrengst voor een
kantonzaak?
55
Wat is de administratieve rompslomp die kwam kijken met het overhevelen van rechtercapaciteit?
56
Als oorzaak van het tekort aan zittingscapaciteit bij de Rechtspraak wordt onder andere
genoemd dat eenvoudigere zaken worden afgedaan via OM-strafbeschikking, maar het afdoen
van eenvoudige zaken zorgt er toch niet voor dat er in absolute aantallen meer ingewikkelde
zaken zijn? Als de eenvoudige zaken niet via OM-strafbeschikking zouden worden afgedaan,
dan zou het tekort aan zittingscapaciteit toch nog veel groter zijn, omdat in dat
geval niet meer alleen de relatief ingewikkeldere zaken op zitting zouden komen?
57
Kan van 2014 tot en met 2018 een percentage genoemd worden van (mega)zaken die lastig
gepland konden worden vanwege drukke agenda’s van advocaten?
58
Welke drie rechtbanken en parketten kunnen in 2019 nog steeds niet aan de vraag voldoen?
59
Hoe wordt rekening gehouden met de werkdruk en het overwerk van zittende rechters
bij het opleiden en begeleiden van rechters in opleiding?
60
Hoe wordt de aanbeveling vormgegeven dat er mogelijkheden worden geïntroduceerd voor
het verlenen van onderlinge bijstand binnen de kaders van de Wet op de rechterlijke
organisatie waarbij rekening moet worden gehouden met het belang van toegankelijke
rechtspraak?
61
Wat is de stand van zaken van de aanpassing van de Wet op de rechterlijke organisatie
waarin de mogelijkheden onderlinge bijstand te verlenen zullen worden vereenvoudigd?
Is dat wetsvoorstel al naar de Tweede Kamer gestuurd? Zo ja, wat is de naam en Kamerstuknummer
van het wetsvoorstel? Zo nee, wanneer zal dat gebeuren?
62
Wat is uw reactie op alle oplossingen en aanbevelingen die worden gegeven in het rapport?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.H. van Meenen, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
A.E.A.J. Hessing-Puts, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.