Lijst van vragen : Lijst van vragen over grondversnellingsmetingen Groningen gasveld (Kamerstuk 33529-583)
2019D13999 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat over hun brief d.d. 21 februari 2019 over de grondversnellingsmetingen
Groningen gasveld (Kamerstuk 33 529, nr. 583).
De voorzitter van de commissie, Diks
De adjunct-griffier van de commissie, Jansma
Nr.
Vraag
1
Kunt u aangeven wat de planning is voor het opleveren van het product van de werkgroep
van de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat met alle betrokken partijen, te weten het KNMI, het Staatstoezicht op
de Mijnen (SodM) en de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) en medewerking van de
NAM om consequenties in kaart te brengen, van de audit van het SodM en van de evaluatie
van het interne werkproces van het KNMI en wanneer de Kamer geïnformeerd wordt over
de uitkomsten van de bovenstaande zaken?
2
Bent u bereid de evaluatie van het interne werkproces van het KNMI met het feitenrelaas
van de gebeurtenissen en beslissingen naar de Kamer te sturen? Zo nee, waarom niet?
3
Welke verschillende soorten grondversnellingsmeters bestaan er? Welke geven het beste
beeld? Bestaat er een ideale combinatie van verschillende meters die de oorzaak van
scheuren in panden kan aangeven? Zo ja, worden deze combinaties ingezet? Waar wordt
dit wel gedaan en waar niet?
4
Bent u bereid onderzoek te doen naar een burgermeetnetwerk met een app, zoals men
op de Berkeley University in Californië heeft onderzocht? Zo ja, bent u tevens bereid
een dergelijk burgermeetnetwerk in te voeren wanneer er een positieve conclusie uit
dit onderzoek komt?
5
Wat gebeurt er met een pand bij een beving met een kracht van 4,5 op de schaal van
Richter dat volgens de prioritering van het HRA-model geen verhoogd risico loopt?
Wat gebeurt er wanneer er een licht verhoogd risico aangegeven wordt en wat gebeurt
er bij een zwaar verhoogd risico?
6
Heeft de toename van 3.000 te beoordelen panden in Groningen, zoals te lezen was op
RTV Noord op 26 maart jongstleden, te maken met de meetfouten van de versnellingsmeters?
7
Welke verbeteringen zijn er sinds juli 2018 aan het HRA-model toegevoegd?
8
Waar worden de door het KNMI verzamelde data, naast ten behoeve van het HRA-model,
nog meer voor gebruikt?
9
Welke gevolgen hebben de afwijkende data voor prioritering van het HRA-model?
10
Welke invloed hebben de meetfouten gehad op het meten van de kracht van aardbevingen
die hebben plaatsgevonden?
11
Wie fungeert in de expertgroep naast het KNMI en de NAM als de externe wetenschapper?
12
Kunt u toelichten hoe het nieuwe ondergrondmodel zich zal verhouden tot het huidige
model?
13
Wanneer vindt de audit van het SodM plaats? Op welke termijn wordt de Kamer hierover
geïnformeerd?
14
Wanneer vindt de evaluatie door het KNMI en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
plaats opdat herhaling voorkomen wordt? Hoe en wanneer wordt de Kamer over deze evaluatie
geïnformeerd?
15
Kunt u aangeven of de huidige dreigingsberekeningen zijn gebaseerd op de herstelde
versnellingsmeters? Zo ja, geldt dit voor alle beschikbare meetgegevens sinds december
2018? Zo nee, waarom niet?
16
Kunt u toelichten wat voor implicaties het nieuwe ondergrondmodel kan hebben voor
nieuwe dreigingsberekeningen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
L.I. Diks, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
R.P. Jansma, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.