Lijst van vragen : Lijst van vragen over de stand van zaken Formule 1 in Nederland (Kamerstuk 30234-207)
2019D10754 Lijst van vragen
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen
voorgelegd aan de Minister voor Medische Zorg over de brief van 5 februari 2019 over
de stand van zaken Formule 1 in Nederland (Kamerstuk 30 234, nr. 207).
De voorzitter van de commissie, Lodders
Adjunct-griffier van de commissie, Clemens
1. Kunt u nader toelichten hoe de wet- en regelgeving is verduidelijkt ten aanzien van
visum en toegangsprocedures, tewerkstellingsvergunningen, belastingen (bijvoorbeeld
btw), veiligheidsmaatregelen, internationale valuta, commerciële rechten, en telecommunicatie
en informatietechnologie? Welke stappen zijn er per afzonderlijk terrein gezet?
2. Klopt het dat het circuit Zandvoort een financiële en structurele bijdrage van 70%
van het jaarlijkse sportevenementenbudget van de rijksoverheid heeft gevraagd?
3. Klopt het dat het circuit Zandvoort in een toelichtend gesprek het verzochte bedrag
heeft verlaagd tot een jaarlijkse bijdrage van € 5 miljoen, maar daarmee nog steeds
om 50% van het jaarlijkse sportevenementenbudget aan de rijksoverheid vraagt?
4. Wat zou een (structurele) bijdrage van € 5 miljoen tot € 7 miljoen van de rijksoverheid
aan een commercieel sportevenement op het circuit van Zandvoort betekenen voor de
organisatie van andere sportevenementen in 2020, 2021 en 2022? Welke sportevenementen
zouden geen overheidsbijdrage krijgen wanneer de jaarlijkse bijdrage in 2020 voor
maar liefst 50% of 70% zou worden uitgekeerd aan één evenement? Welk negatief effect
zou dit hebben op de maatschappelijke impact van deze andere sportevenementen? Hoe
zou een dergelijke bijdrage passen in de inzet van dit kabinet op de ontwikkeling
van breedtesport?
5. Zijn er signalen dat de Nederlandse Sportraad terughoudend is met een positief advies
over andere sportevenementen omdat de raad ruimte wil houden voor een eventuele financiële
bijdrage aan de organisatie van een Formule 1 race op het circuit van Zandvoort?
6. Klopt het dat de Nederlandse Sportraad in zijn brief geen expliciet verzoek doet tot
een extra financiële bijdrage van de rijksoverheid, maar de overheid alleen vraagt
om de organisatie van een Formule 1 race te ondersteunen?
7. Klopt het dat de overheid door middel van faciliterende steun al substantieel bijdraagt
aan de organisatie van een eventueel evenement en daarmee een dergelijk evenement
ondersteunt?
8. Staat de Nederlandse overheid bekend als een betrouwbare overheid als het gaat om
het faciliteren en ondersteunen van sportevenementen?
9. Welke zaken zijn er, naast een eventuele financiële bijdrage, met name kenmerkend
voor een faciliterende overheid bij de organisatie van een sportevenement?
10. Heeft de Nederlandse Sportraad bij de rijksoverheid, u en/of uw ministerie aangedrongen
op een financiële bijdrage van de rijksoverheid voor de organisatie van een Formule
1 race op het circuit van Zandvoort? Zo ja, was hierbij sprake van een verzoek om
een structurele financiële bijdrage?
11. Kunt u toelichten hoe de evaluatie van de subsidiëring van sportevenementen wordt
ingevuld? Hoe wordt na afloop van een sportevenement getoetst dat sportevenementen
hebben bijgedragen aan de doelen die geformuleerd zijn in het beleidskader?
12. Welke bedrijven en/of aandeelhouders zijn eigenaar van Formula One Management (FOM)?
Hoe groot is de vergoeding voor de onkosten van FOM die is opgenomen in de begroting
van het bid van het circuit van Zandvoort? Welk bedrag ontvangt FOM gemiddeld van
circuits als vergoeding, onder andere voor de onkosten?
13. Was bij de oprichting van de Nederlandse Sportraad beoogd dat deze zelf contact zou
opnemen met bedrijven voor de informatie over de organisatie van een specifiek sportevenement,
voordat de raad gevraagd is zich ten behoeve van een advies te buigen over de effecten
van een desbetreffend sportevenement?
14. Kunt u bezien, gelet op het feit dat in de brede evaluatie van het beleidskader onvoldoende
ruimte is voor het meewegen van de economische impact van een sportevenement naast
de maatschappelijke impact, hoe economische impact ook substantieel meegewogen kan
worden bij de afweging voor een toekenning van een subsidieaanvraag, zodat ook jaarlijks
terugkerende evenementen met een grote economische impact in aanmerking kunnen komen
voor een subsidie?
15. Bent u bereid, gezien het feit dat u aangeeft dat het verzoek van Zandvoort onvoldoende
aansluit bij het sportbeleid van dit kabinet, in de brede evaluatie van het beleidskader
te kijken of ook opbrengsten buiten het sportdomein een plek kunnen krijgen in de
afweging om al dan niet subsidie toe te kennen, zodat sportevenementen met een grote
bijdrage aan de samenleving op andere beleidsterreinen ook voor ondersteuning in aanmerking
komen?
16. In uw brief wordt gesproken over niet kwantificeerbare ondersteuning van de overheid.
Kunt u toch globaal aangeven welke waarde de ondersteuning van de overheid minimaal
vertegenwoordigt?
17. Klopt het dat in het buitenland alle Grand Prix in de Formule I zonder uitzondering
in substantiële mate worden ondersteund door overheden? Heeft u inzicht of dit in
alle gevallen om financieel te waarderen bijdragen gaat?
18. Worden de in de brief van het circuit Zandvoort genoemde side events ook zonder bijdrage
van de rijksoverheid georganiseerd, of was een rijksbijdrage hiervoor een voorwaarde?
19. Hoeveel bezoekers verwacht de organisatie per dag?
20. Is de regio toegerust op ontvangst van deze bezoekersaantallen?
21. Is de capaciteit qua openbaar vervoer en infrastructuur voldoende?
22. Wat is de verwachte geluidshinder van het evenement?
23. Worden dezelfde normen gehanteerd als bij andere evenementen op het circuit?
24. Welke gemeente beheert de geluidsvergunning?
25. In welke omringende gemeenten wordt ook geluidshinder verwacht?
26. Wat is de verwachte geluidshinder voor het natuurgebied met als waarde «Stilte» van
dit evenement?
27. Worden effecten op gezondheid en welzijn van bewoners van omringende gemeenten ook
gemeten? Zo ja, hoe gebeurt dit?
28. Kunt u toelichten hoe u denkt dat voldaan kan worden aan de voorwaarde van FOM dat
de overheid substantieel aan het evenement moet bijdragen?
29. Mag uit deze brief geconcludeerd worden dat geen enkele aanvraag voor subsidiëring
van een commercieel sportevenement waarbij de rechten in handen zijn van een Amerikaans
beursgenoteerd bedrijf worden toegewezen? Wanneer is er sprake van een commercieel
sportevenement dat niet onder de criteria van het subsidiekader valt?
30. U schrijft dat zowel u als de Nederlandse Sportraad beide van mening zijn dat een
adviesaanvraag niet opportuun is omdat het verzoek om een politiek besluit vraagt.
Kunt u toelichten waarom de Nederlandse Sportraad alsnog wel een open brief over de
Formule I in Nederland heeft uitgebracht op 4 maart 2019 met daarin richtinggevende
adviezen?
31. Welke criteria gebruikt u om af te wegen of er sprake is van een politiek besluit
waarbij de Nederlandse Sportraad niet om advies gevraagd wordt dan wel om een advies
gevraagd wordt? Klopt het dat in beide gevallen sprake is van een politiek besluit?
32. Wat is het verschil tussen een besluit van de Minister en een politiek besluit van
de Minister?
33. Kunt u toelichten waarom een adviesaanvraag aan de Nederlandse Sportraad niet opportuun
is als een verzoek vraagt om een politiek besluit? Betekent dit dat de sportraad nooit
om advies gevraagd zal worden bij verzoeken die om een politiek besluit vragen? Hoe
verhoudt zich dit tot de Kaderwet Adviescolleges, waarbij de Nederlandse Sportraad
ook de mogelijkheid heeft om ongevraagd advies uit te brengen?
34. Deelt u de opvatting van de Nederlandse Sportraad dat als de businesscase rondkomt
deze raad zich in latere instantie ook graag buigt over (optimalisering van) de impact
van het sportevenement, zoals de raad heeft gedaan bij een groot aantal andere sportevenementen?
Zo nee, waarom niet?
35. Kunt u de uitspraak van de Nederlandse Sportraad bevestigen dat als de businesscase
van Zandvoort niet rondkomt, de Formule 1 – aldus FOM – aan Nederland voorbijgaat?
Zo nee, waarom beschikt u over andere informatie dan de Nederlandse Sportraad?
36. Gaat u in op de oproep van de Nederlandse Sportraad om met provincies en gemeenten
overleg te hebben over de wijze waarop de organisatie van het sportevenement door
de overheid kan worden ondersteund en zodanig benut dat de maatschappelijke opbrengst
maximaal is?
37. Is onderdeel van het «faciliteren» ook het nemen van maatregelen tegen overlast voor
de omgeving?
38. In hoeverre zijn de modelgaranties van 5 juli 2012 op hun actualiteit bezien en zo
nodig aangepast aan de veranderende wet- en regelgeving?
39. Zou u de meest recente versie van de modelgaranties aan de Kamer willen sturen?
40. In hoeverre is er bij de Formule 1 sprake van aanvullende garanties zoals ook aangegeven
in de brief van 5 juli 2012? Op welke terreinen zal er sprake zijn van maatwerk, omdat
er zaken zijn die specifieke aandacht behoeven vanwege bijzondere omstandigheden?
Gaat u separaat hierover afspraken maken met de organiserende instantie?
41. Wat bedoelt u met het mogelijk versnellen van procedures indien dat nodig en mogelijk
is? Om welke procedures gaat het hierbij?
42. Wie gaat het één loket vormen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.J.H. Lodders, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
H.C.R.M. Clemens, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.