Motie : Motie van de leden Van Brenk en Renkema over maatschappelijke participatie van uitkeringsgerechtigden
34 352 Uitvoering en evaluatie Participatiewet
Nr. 152
MOTIE VAN DE LEDEN VAN BRENK EN RENKEMA
Voorgesteld 7 februari 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Participatiewet voor wat betreft de tegenprestatie aanleiding blijft
geven tot verschil van inzicht tussen Rijk en gemeenten;
overwegende dat wettelijk het initiatief tot de tegenprestatie bij gemeenten ligt,
met beleidsvrijheid om te beoordelen welke maatschappelijke nuttige werkzaamheden,
wanneer en aan wie worden opgelegd;
spreekt uit dat lokaal de keuze gemaakt moet worden wat de beste manier is om bijstandsgerechtigden
te stimuleren om actief deel te nemen aan de samenleving;
spreekt uit dat het bij participatie niet moet gaan om het middel, maar om het doel
en het gewenste resultaat;
nodigt de regering uit in haar overleg met gemeenten over de tegenprestatie niet het
instrumentarium van tegenprestatie en mogelijke sanctie centraal te stellen, maar
het effectief stimuleren van uitkeringsgerechtigden tot maatschappelijke participatie
op welke manier dan ook, en de (financiƫle) middelen die gemeenten daarvoor hebben,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Brenk
Renkema
Indieners
-
Indiener
C.M. van Brenk, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
W.J.T. Renkema, Tweede Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Verworpen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 33 | Tegen |
PVV | 20 | Tegen |
CDA | 19 | Tegen |
D66 | 19 | Tegen |
GroenLinks | 14 | Voor |
SP | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Tegen |
PvdD | 5 | Voor |
50PLUS | 4 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
SGP | 3 | Tegen |
FVD | 2 | Tegen |