Lijst van vragen : Lijst van vragen over het Nationaal Preventieakkoord (Kamerstuk 32793-339)
2019D01692 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen
voorgelegd aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief
van 23 november 2018 inzake het Nationaal Preventieakkoord (Kamerstuk 32 793, nr. 339).
De voorzitter van de commissie, Lodders
De adjunct-griffier van de commissie, Clemens
Nr.
Vraag
1
Eerder diende de SP-fractie een twaalfpuntenplan in om sociaaleconomische gezondheidsverschillen
te verkleinen (https://www.sp.nl/sites/default/files/twaalfpuntenplan_verkleining_segv…). Kunt u een integrale reactie op alle afzonderlijke voorstellen geven?
2
Kunt u specifiek aangeven hoe het preventieakkoord als geheel, en dus niet enkele
losse maatregelen, substantieel en meetbaar gaat bijdragen aan het terugdringen van
sociaaleconomische gezondheidsverschillen? Bijvoorbeeld dat mensen in achterstandswijken
en een lager genoten opleiding eerder overlijden en een korter gedeelte van hun leven
een goede gezondheid hebben?
3
Welke concrete maatregelen worden genomen om de hoeveelheid zout in producten terug
te dringen? En hoe wordt dit gemeten?
4
Welke rol speelt de Kamer als het gaat over het Nationaal Preventieakkoord, nu de
Kamer nog niet heeft vergaderd over het preventieakkoord, terwijl de onderliggende
regelgeving van de diverse maatregelen, zoals de wijzing van het Tabaks- en rookwarenbesluit,
waarin onder andere het uitstalverbod wordt geregeld, al eind december 2018 bij de
Kamer is voorgehangen?
5
Kunt u een opsomming geven van alle afspraken in het preventieakkoord die vrijblijvend
zijn en waar het kabinet dus geen dwingende maatregelen kan nemen als voldoende resultaat
uitblijft?
6
Is het xtc-gebruik van jongeren een gevolg van de verhoging van de leeftijdsgrens?
7
Klopt het dat een drug als xtc voor jongeren tot 18 jaar makkelijker te krijgen is
dan alcohol, en bovendien goedkoper is? Hoeveel doden zijn er gemeld over de jaren
2010–2019 waarbij MDMA de primaire doodsoorzaak was? Hoeveel doden zijn er gemeld
over de jaren 2010–2019 waarbij MDMA was gebruikt?
8
Wat is precies de bijdrage c.q. inzet van zorgverzekeraars ten aanzien van preventie
en selectieve preventie in het bijzonder? Worden bijvoorbeeld afspraken ten aanzien
van selectieve preventie opgenomen in contracten met zorgaanbieders? Welke concrete
veranderingen zullen te zien zijn in de activiteiten van zorgverzekeraars op het gebied
van preventie?
9
Wat zijn de accijnsinkomsten van tabaksproducten over de jaren 2010–2021? Wat zijn
de accijnsverhogingen per jaar sinds 2010 en de verwachte extra opbrengsten per jaar
als gevolg van die verhogingen? Welke extra opbrengsten werden daadwerkelijk gerealiseerd?
Kunt u een tabel per jaar geven?
10
Hoeveel supermarkten c.q. voedselfabrikanten hebben in 2017 en 2018 de reclamecode
voor reclame gericht op kinderen overtreden?
11
Is het juist dat een aantal fabrikanten strakkere regels hanteert ten aanzien van
reclame gericht op kinderen dan in de code wordt voorgeschreven? Zo ja, waarom worden
de regels niet aangescherpt?
12
Wat is het verband tussen een sterkere inzet op preventie enerzijds en verhogen van
de btw op groente en fruit anderzijds?
13
Wat is de meerwaarde geweest van deelname van de levensmiddelenindustrie aan de overlegtafel
overgewicht?
14
Wat gaan de alcoholindustrie en de horeca concreet doen om problematisch alcoholgebruik
tegen te gaan?
15
Wat is de meerwaarde geweest van deelname van de alcoholindustrie en horeca-vertegenwoordigers
aan de overlegtafel problematisch alcoholgebruik?
16
Veel mensen krijgen onvoldoende slaap; dit heeft ook negatieve consequenties voor
de gezondheid. Kunt u aangeven waarom hieraan geen aandacht wordt gegeven in het preventieakkoord?
17
Uit onderzoek blijkt dat bij de invoering van een suikertaks succesvolle resultaten
worden geboekt. U gaf eerder aan het een «een interessante optie» te vinden. Waarom
is er toch niet voor gekozen een suikertaks in te voeren?
18
Waarom is ervoor gekozen om het btw-tarief op groenten en fruit te verhogen? Is dit
besluit niet tegenstrijdig met de doelstellingen van het preventieakkoord?
19
Wat is de reden dat het jaar 2040 is gekozen?
20
Is er een verklaring voor dat mensen met een beperking vaker roken en overgewicht
hebben? En gaat u specifieke maatregelen nemen voor deze groep?
21
Wordt de Kamer op de hoogte gesteld van de afspraken die worden gemaakt met gemeenten
in Caribisch Nederland over lokale preventieakkoorden?
22
Wordt de Kamer op de hoogte gebracht van de contacten met Duitsland, België en Frankrijk
die worden gebruikt om bij verdere accijnsverhoging samen met de buurlanden op te
trekken?
23
Waarom waarschuwt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) dat de
maatregelen ter bestrijding van overgewicht en drankmisbruik niet effectief zijn en
de doelen niet zullen worden gehaald? Wordt naar deze waarschuwing geluisterd? Hoe
wordt op deze waarschuwing gereageerd? Worden aanvullende scherpere maatregelen overwogen?
24
Wat wordt bedoeld met «de ambitie is buitengewoon hoog» wat betreft overgewicht?
25
Hoeveel extra watertappunten komen er op publieke plekken en bij scholen?
26
Kunt u toelichten of de maximale korting van 25% op de verkoop van alcohol (voor gebruik
elders dan ter plaatse) een bewezen effectief middel is tegen problematisch alcoholgebruik?
27
Kunt u toelichten waarom er niet is gekozen voor het centraliseren van de 30% die
nu al in de Drank- en Horecawet staat? Is 25% effectiever dan 30%?
28
In welke andere Europese landen is een maximale korting ingevoerd? Zijn de effecten
hiervan op problematisch alcoholgebruik bekend?
29
Worden de grenseffecten van de 25% maximale korting op alcohol, in combinatie met
de accijnsverhoging op tabaksproducten onderzocht? Klopt het dat alcoholhoudende drank
in Duitsland veel goedkoper is dan in Nederland? Heeft Duitsland een maximale korting?
30
Kunt u toelichten of de notificatieprocedure van toepassing is op de maximale korting
op alcohol, gezien het ingrijpen in de interne markt met deze prijsmaatregel? Zo ja,
hoeveel tijd gaat er gemoeid met deze procedure?
31
Is het doel van de evaluatie over twee jaar om het effect van de maatregel op problematisch
alcoholgebruik te meten? Welke onderwerpen worden er meegenomen in de evaluatie?
32
Wanneer vindt u deze maatregel van de maximale korting van 25% een succes?
33
Heeft er een markteffectentoets plaatsgevonden over deze prijsmaatregel van de maximale
korting van 25%? Zo nee, waarom niet?
34
Zijn studentenverenigingen die niet sportgerelateerd zijn ook meegenomen in de besluitvorming
van het akkoord met betrekking tot problematisch alcoholgebruik?
35
Wanneer worden de resultaten die met Koninklijke Horeca Nederland (KHN) worden gemonitord,
(her)overwogen? Is er een tijdsspanne om de Kamer hierover te informeren?
36
Wat gaat de voedings- en levensmiddelenindustrie concreet doen om overgewicht en obesitas
terug te dringen? Wat gaat u doen als in 2021 blijkt dat de voedings- en levensmiddelenindustrie
niet voldoende hebben gedaan om dit terug te dringen?
37
Hoe worden de € 23 miljoen voor 2019 en 2020 en de € 10 miljoen voor 2021 precies
verdeeld?
38
Bent u bekend met het rapport van het RIVM «E-sigaret aantrekkelijkheid voor rokers
en niet-rokers» waarin wordt geconcludeerd dat in tegenstelling tot andere gebruikersgroepen,
jongeren die geen e-sigaret gebruiken vinden dat e-liquids met nicotine onaantrekkelijk
zijn, juist vanwege angst voor het verslavende effect?
39
Het RIVM geeft aan dat de gewenste effecten op de samenleving nog buiten bereik blijven
en zodoende de ambities van het Nationaal Preventieakkoord met dit pakket aan maatregelen
niet binnen de planning worden gehaald. Behalve op het gebied van roken. Waarom neemt
u op de andere onderwerpen, obesitas en problematisch alcoholgebruik, geen bewezen
effectieve maatregelen?
40
Kunt u aangeven waarom niet alle afspraken meegenomen zijn in de quickscan van het
RIVM? Wat betekent dit voor de resultaten en voorspellende waarde van de quickscan?
41
In dit proces is een quickscan van het RIVM van zes A4'tjes gebruikt, op basis waarvan
grote constateringen zijn gedaan over het pakket aan maatregelen ten opzichte van
de ambities voor 2040. Kunt u aangeven hoe wordt geborgd dat in de toekomst onderzoek
uitgebreider/gedegener plaatsvindt om conclusies te verbinden aan effectiviteit en
impact van dit akkoord?
42
Waarom heeft het RIVM in de quickscan de interventieladder vertaald naar een effectiviteitsladder?
Waarom wordt de interventieladder gebruikt om maatregelen te beoordelen op effectiviteit?
Klopt het dat de interventieladder daar helemaal niet voor bedoeld was? Hoe verhoudt
het gebruik van de interventieladder als meetinstrument van effectiviteit zich met
de tekst uit het interdepartementaal beleidsonderzoek «Gezonde Leefstijl» waarin staat:
«De positie op de interventieladder is niet gerelateerd aan de wenselijkheid of de
effectiviteit van het beleid. Wel schetst de interventieladder de mogelijkheden voor
aanvullingen op het huidige beleid. Een hogere positie op de interventieladder sluit
niet uit dat ook instrumenten lager op de ladder effectief kunnen zijn.»?
(Kamerstuk 32 793, nr. 240, bijlage, blz. 15)
43
Welke extra maatregelen zijn nodig om de ambities te halen met betrekking tot problematisch
alcoholgebruik en overgewicht?
44
Welke experts zijn geraadpleegd bij de expertsessies?
45
Komt er een tweede verkenning van de mogelijke impact van het Nationaal Preventieakkoord?
Zo ja, wanneer en wordt deze gedeeld met de Kamer?
46
Welke aanvullende acties vergen de ambities voor jongeren en zwangere vrouwen met
betrekking tot het voorgestelde pakket aan maatregelen voor roken?
47
Is een «endgame strategie» besproken bij het opstellen van het Nationaal Preventieakkoord?
48
Figuur 2 uit de quickscan van het RIVM geeft een schatting tot 2040 van respectievelijk
trend, ambitie en mogelijke impact van het deelakkoord roken. Wat zijn de onderliggende
analyses die aan deze figuur ten grondslag liggen?
49
De bijlage van het RIVM rapport geeft aan dat is uitgegaan van een verhoging van de
accijns tot € 10 in 2023. In het preventieakkoord wordt gesproken over een verhoging
van de prijs en niet de accijns tot € 10 en is deze maatregel met voorbehoud opgenomen
(Alvorens de prijs verder verhoogd kan worden tot 10 euro in 2023, zal het kabinet
in 2021 een evaluatie uitvoeren, blz.14). Wat is het effect op figuur 2 indien deze
veronderstelde accijnsverhoging niet doorgaat?
50
Het RIVM gaat er (conform het preventieakkoord, blz. 21) vanuit dat in 2020 50% van
de rokers een «serieuze stoppoging» doet en 20% daarbij gebruikmaakt van «effectieve
zorg». Is deze veronderstelde impact eenmalig in 2020? Zo niet, hoe is dit dan gemodelleerd
ten behoeve van figuur 2? Gaat het RIVM er hierbij vanuit dat deze 20% ook feitelijk
stopt en is dat als zodanig verwerkt in figuur 2?
51
Waarom is er geen financieringspagina opgenomen in het preventieakkoord c.q. geen
financiële bijlage bij het akkoord gevoegd?
52
In het Nationaal Preventieakkoord staat het volgende: «Met dit Nationaal Preventieakkoord
maken maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven, patiëntenorganisaties, zorgaanbieders,
zorgverzekeraars, gemeenten, fondsen, sportverenigingen en -bonden en het kabinet
samen een krachtig statement om een maatschappelijke beweging te starten die Nederland
nog gezonder en vitaler maakt en die aansluit bij de energie in de samenleving».
Kunt u aangeven hoe u bij de opstelling van uw plannen rekening hebt gehouden met
de energie in de samenleving? Waren er, bijvoorbeeld bij de opstelling van de plannen,
ook rokers van pijp, shag, rookloze tabaksproducten of sigaretten aanwezig? Hoe ziet
u deze plannen als van deze vertegenwoordiging van de samenleving, alsnog 23% van
de Nederlanders rookt, niemand aanwezig was of zich uit heeft kunnen spreken over
deze plannen?
53
Waarom bevat het preventieakkoord geen maatregelen om drugsgebruik te ontmoedigen?
54
Wat zijn de accijnsinkomsten van alcohol over de jaren 2010–2021? Kunnen deze uitgedrukt
worden in een tabel per jaar?
55
Wat zijn de btw-inkomsten van tabak over de jaren 2010–2021? Kunnen deze uitgedrukt
worden in een tabel per jaar?
56
Wat zijn de btw-inkomsten van alcohol over de jaren 2010–2021? Kunnen deze uitgedrukt
worden in een tabel per jaar?
57
Waarom is er niet gesproken met de rokers? Waarom hadden tabaksproducenten geen plek
aan de tafels?
58
Heeft de thematafel roken contact gehad met de tabaksgroot- en detailhandel om na
te gaan of de voorgestelde wettelijke maatregelen technisch uitvoerbaar en proportioneel
zijn? En zo nee, waarom niet? Bent u dit van plan alsnog te doen? Zo nee, waarom niet?
59
Hoe gaat u verder invulling geven aan het Nationaal Preventieakkoord? Zijn er nulmetingen
beschikbaar op alle geformuleerde doelstellingen? Welke afspraken zijn er tussen partners
gemaakt om invulling te geven aan de geformuleerde acties? Wie neemt daarin het voortouw
en welke rol ziet u daarbij voor uzelf?
60
Hoe groot is het totale budget dat u beschikbaar heeft voor de uitvoering van het
Nationaal Preventieakkoord en hoe is dat budget onderverdeeld over de verschillende
deelprojecten?
61
In internationale overleggen, zoals in de United Nations High Level Meeting on Noncommunicable
diseases (UN NHL NCD) pleit u voor brede, internationale implementatie van de «best
buys» van de World Health Organization (WHO), zoals accijnsverhoging en reclame- en
verkoopbeperkingen. Is dit een kabinetsstandpunt?
62
Wat is de rol van harm reduction in het beleid van dit kabinet? Kunt u aangeven waarom
dit niet terugkomt in het akkoord?
63
Hoe gaat u voorkomen dat dit akkoord gaat leiden tot eigen-schuld-dikke-bult-zorg?
Er zijn immers ook mensen die longkanker krijgen zonder ooit gerookt te hebben. Er
zijn immers ook mensen met een gezond gewicht die diabetes hebben. Er zijn immers
ook vrouwen die borstkanker krijgen zonder dat zij ooit alcohol gedronken hebben.
64
Hoeveel apotheken zijn er in Nederland?
65
Hoeveel huisartsenposten zijn er in Nederland?
66
Hoeveel mensen bereikt jaarlijks het Voedingscentrum? En in welke doelgroep zit zijn
bereik? Onder te verdelen naar: lagere school 4–12 jaar, middelbare school 12–18 jaar,
adolescenten 18 jaar en ouder, vanaf 30 jaar etc.
67
Op 17 januari wordt het rapport van de EAT-Lancet commissie gepresenteerd. De EAT-Lancet
commissie stelt wetenschappelijke doelen voor gezonde voeding en voedselproductie.
Deze doelen definiëren een veilige operationele ruimte die de menselijke gezondheid
en ecologische duurzaamheid garandeert. Worden de resultaten van dit rapport meegenomen
in het preventieakkoord?
68
Kunt u toelichten in hoeverre de doelen van het preventieakkoord overeenkomen met
de doelen gesteld in het EAT-Lancet rapport?
69
Aangegeven wordt dat een van de doelen is «mensen worden niet ziek(er) door stress
van opeengestapelde problemen of depressieve klachten». Door middel van welke acties
uit het preventieakkoord wordt dit doel gerealiseerd? Waarom zijn, als dit een van
de belangrijke doelen is, voor depressie geen (aparte) specifieke doelen en activiteiten
opgenomen in het preventieakkoord? Hoe zal gemeten worden of dit doel wordt gerealiseerd?
70
Is het een concrete doelstelling dat in 2040 alle kinderen en jongeren op de fiets
naar de kinderopvang, school en sportvereniging gaan? Hoe gaat u dit bereiken? Dringt
u op deze wijze niet ernstig in op de privésfeer van ouders?
71
Wat zijn de opbrengsten/kosten als er in 2040 niemand meer rookt? Het RIVM heeft toch
becijferd dat de zorgkosten alsook de kosten voor sociale verzekeringen en dergelijke
juist omhooggaan als alle rokers stoppen met roken?
72
Aangegeven wordt dat de gezondheidsverschillen tussen bevolkingsgroepen tekenend zijn.
Kan voor alle drie de thema’s aangegeven worden op welke wijze specifiek rekening
wordt gehouden met deze verschillen in de geformuleerde doelstellingen? Zal bij evaluatie
duidelijk worden of de gezondheidsverschillen tussen mensen met een hoge en een lage
sociaaleconomische status (een lage versus een hoge opleiding dan wel een hoog of
laag inkomen) zijn verkleind?
73
Wat is de verdeling van de 9 miljard euro aan zorguitgaven per jaar per onderwerp
roken, problematisch alcoholgebruik en overgewicht? Kunt u een zo uitgebreid mogelijke
specificatie geven?
74
Wat is de verdeling van de 35.000 doden per jaar per onderwerp roken, problematisch
alcoholgebruik en overgewicht? Kunt u een zo uitgebreid mogelijke specificatie geven?
75
Waarom is er niet gesproken met mensen met een lage opleiding en laag inkomen omdat
zij het zijn die in de samenleving veel slechter af zijn als het om gezondheid gaat?
Wat vinden deze mensen van dit akkoord? Hoe gaat dit akkoord hen bereiken?
76
Gesteld wordt dat gezondheidsproblemen vaak niet op zichzelf staan, maar onderdeel
zijn van een breder achterliggende problematiek. Kunt u aangeven waarom er dan nu
in het preventieakkoord toch de nadruk ligt op roken, problematisch alcoholgebruik
en overgewicht, en niet op de bredere problematiek? Als mensen met een lage opleiding
en laag inkomen slechter af zijn qua gezondheid is het dan niet zaak juist in te zetten
op werkgelegenheid en inkomensgroei?
77
Kunt u inzichtelijk maken waaruit de potentiële gezondheidswinst voor de samenleving
bestaat die met dit akkoord wordt beoogd?
78
Wat is de bron van het gegeven dat de jeugd gemiddeld op 13,2-jarige leeftijd begint
met het drinken van alcohol?
79
Op welke manier wordt er actie ondernomen om de bredere achterliggende problematiek
(schulden, armoede, werkloosheid etc.) onder mensen met een lage opleiding en laag
inkomen aan te pakken om op die manier de gezondheidsverschillen tussen bevolkingsgroepen
te verminderen?
80
Aangegeven wordt dat het Nationaal Preventieakkoord de uitdagingen aangaat door «publiek-private
samenwerking, bindende afspraken en de inzet van innovaties». Kan worden toegelicht
op welke wijze er sprake is van bindende afspraken? Welke afspraken uit het preventieakkoord
zijn precies bindend en wat gebeurt er mochten doelen niet gehaald worden?
81
Er wordt gesproken over preventiefondsen die opgericht moeten worden. Deze term komt
in de rest van het akkoord niet meer voor. Kan toegelicht worden wat precies het idee
is achter preventiefondsen en hoe deze in de praktijk in de verschillende gemeenten
vorm gaan krijgen? Welke financieringsbronnen zullen ten grondslag liggen aan dergelijke
preventiefondsen?
82
Waaruit blijkt dat de samenleving klaar lijkt voor dit preventieakkoord?
Klopt dit wel gezien de huidige stijgende trend qua overgewicht?
83
Op welke manier gaat het Rijk ervoor zorgen dat gemeenten hun rol als regisseur van
het preventieakkoord goed uitvoeren?
84
Hoe wordt ervoor gezorgd dat de medische gegevens van mensen op gezondheidsapps extra
goed beschermd worden?
85
Kunt u een indicatie geven van de ontwikkeling van de zorgkosten vanaf 1980 (met een
interval van vijf jaar) gerelateerd aan de kosten voor het genezen van roken en aan
overgewicht gerelateerde aandoeningen?
86
Aangegeven wordt dat er eenvoudige en ingewikkelde maatregelen die het stelsel raken
mogelijk zijn in het kader van preventie. Kan een overzicht gegeven worden van de
maatregelen in het preventieakkoord die het stelsel raken en maatregelen die stelselwijziging
vereisen?
87
Worden het ZonMw-Preventieprogramma 2019–2022 en het preventieakkoord met elkaar verbonden?
Zo ja, hoe?
88
Op basis van ontwikkelingen kunnen gedurende de looptijd van het preventieakkoord
wijzigingen worden doorgevoerd. Wordt de Kamer tijdig over deze wijzigingen geïnformeerd?
Op welke wijze kan de Kamer invloed hebben op de wijzigingen dan wel zelf wijzigingen
aandragen?
89
Welke overeenkomsten en verschillen zijn er in het kader van preventie met de ons
omringende landen op het gebied van preventie, onder andere op het gebied van roken
en rookloze tabaksproducten?
90
Wat zijn de consequenties als de partijen zich niet aan het akkoord houden?
91
Wie gaat de partijen/doelstellingen monitoren?
92
Kunt u toelichten aan welke extra afspraken of aanvullende thema's of projecten wordt
gedacht wanneer het gaat om het bespreken van kansen en bedreigingen voor de gezondheid
en vitaliteit?
93
Kunt u toelichten wanneer en hoe wordt bepaald of extra afspraken, aanvullende thema's
of projecten nodig zijn?
94
Kunt u toelichten wie de aansprekende ambassadeurs zullen zijn en op welk moment zij
zullen worden benoemd?
95
Kunt u aangeven wanneer de nationale visie MedTech gereed zal zijn?
96
Kunt u toelichten of monitoring van alle afspraken mogelijk is? Zo ja, hoe gaat deze
monitoring plaatsvinden?
97
Kunt u aangeven op welke wijze het kabinet de inzet van technologie en e-health met
het oog op preventie wil uitrollen?
98
Hoe wordt geborgd dat monitoring simpel/eenduidig blijft en er geen dubbelingen ontstaan?
Hoe kan er gebruik worden gemaakt van de monitoren die een ander doel hebben, maar
wel aan dezelfde onderwerpen of afspraken raken?
99
Kunt u toelichten wanneer bestaande monitoring niet voldoet, hoe deze kans wordt aangegrepen
om bestaande monitoring in samenspraak met partijen te verbeteren?
100
Om goed te kunnen controleren en onenigheid over de interpretatie van monitoringsgegevens
te voorkomen, is overzichtelijke monitoring per preventietafel wenselijk. Kunt u aangeven
hoe dit eruitziet en worden partijen meegenomen in hoe hun inzet wordt gemonitord?
101
Eens in de vier jaar maakt het RIVM een projectie met de ambities gericht op 2040.
Hoe wordt voorkomen dat 2040 als uitgangspunt continu als toetsingskader wordt gebruikt?
Bestaat er dan niet een groot risico dat de resultaten de komende jaren steeds teleurstellend
zijn omdat 2040 nog niet bereikt wordt, terwijl elke stap voorwaarts er één is en
er een continue verbetering plaatsvindt?
102
Op welke wijze komt in de monitoring terug dat de gezondheid van Nederland en de ambities
voor 2040 niet enkel afhankelijk zijn van dit preventieakkoord, maar ook van grotere
sociaaleconomische factoren zoals werkloosheid en de kwaliteit van de leefomgeving
van mensen?
103
Kunt u aangeven hoe de Nationale Wetenschapsagenda (kennisagenda preventie) wordt
betrokken bij het preventieakkoord, zodat preventiebeleid meer evidence based wordt?
Wat gaat het Ministerie van VWS doen om wetenschap/kennisinstellingen en praktijk
beter bij elkaar te brengen?
104
Wordt het RIVM in diverse onderzoeken als trusted authority aangewezen? Hoe gaat u
het RIVM uitbouwen tot trusted authority?
105
In het preventieakkoord wordt genoemd dat «onze jongste jeugd aangeeft dat om gezonde
keuzes te maken je vooral veel zelfvertrouwen moet hebben. We willen met de jongeren
nagaan wat we kunnen doen om hen mentaal weerbaarder te maken». Waar is deze uitspraak
op gebaseerd? Wat wordt gedaan om de jongste jeugd positief te benaderen en bewust
te maken van wat voeding voor hen persoonlijk betekent?
106
Waarom hebben de doelstellingen uit het preventieakkoord alleen betrekking op landelijke
gemiddelden en wordt er geen rekening gehouden met de grote verschillen in rookgedrag
tussen hoog- en laagopgeleiden?
107
Waarom is bij het formuleren van de beleidsinstrumenten om de doelstellingen van het
preventieakkoord te realiseren geen rekening gehouden met de sociaaleconomische achtergrond
en wordt er uitgegaan van gemiddelde prevalentiecijfers?
108
Waarom is er bij het pakket aan maatregelen en acties om in 2040 een rookvrije generatie
te realiseren niet met rokers gesproken?
109
Op welke manier zal het aantal verkooppunten van tabak worden teruggedrongen? In het
regeerakkoord staat dat maatregelen bewezen effectief moeten zijn. Waarop baseert
u dat deze maatregel bewezen effectief is?
110
Publicitair heeft u zich meermaals uitgelaten met termen als «oorlog tegen het roken».
Bent u voornemens tabak op termijn volledig te verbieden? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom
niet?
111
Kunt u inzichtelijk maken hoe het percentage rokers zich heeft ontwikkeld vanaf het
jaar 2000 tot en met nu? En kan daarbij tevens aangegeven worden wanneer welke tabaksontmoedigingsmaatregel
is ingevoerd?
112
Kunt u inzichtelijk maken wat de prognose tot 2040 is van het percentage rokers?
113
Kunt u inzichtelijk maken hoe het percentage rokers in Nederland zich verhoudt tot
alle andere Europese lidstaten vanaf het jaar 2000 tot en met nu?
114
Kunt u inzichtelijk maken welke andere Europese lidstaten nu de volgende maatregelen
hebben genomen (individueel of in combinatie met elkaar): neutrale verpakkingen, uitstallingsverbod,
verhoging accijns, vermindering verkooppunten, rookverbod voor e-sigaretten met en
zonder nicotine, en sluiten rookruimten? Kan tevens worden aangegeven wanneer deze
maatregelen al dan niet zijn ingevoerd?
115
Wat wordt er verstaan onder «verslaafd» in de context dat iedere week honderden nieuwe
kinderen verslaafd aan roken raken?
116
Wat wordt er verstaan onder en wat zijn de maatregelen die worden genomen om (aanstaande)
ouders te motiveren om te stoppen met roken?
117
Welke overeenkomsten en verschillen zijn er in het kader van preventie met de ons
omringende landen, onder andere op het gebied van roken en rookloze tabaksproducten?
118
Kunt u aangeven hoe de Engelse overheid omgaat met haar contact met de tabaksindustrie
waar het gaat om de rol die rookloze producten, zoals de potentieel minder schadelijke
elektronische sigaretten, kunnen spelen om het streven naar een rookvrije generatie
kracht bij te zetten?
119
Kunt u aangeven hoeveel mensen in het Verenigd Koninkrijk definitief zijn gestopt
met het roken van tabaksproducten door de inzet van o.a. dampers?
120
Waarom wordt in het Nationaal Preventieakkoord nauwelijks onderscheid gemaakt tussen
de meeste schadelijke vormen van tabaksgebruik (sigaretten en shag) enerzijds en innovatieve
rookloze producten (e-sigaretten en nieuwsoortige rookloze tabaksproducten) anderzijds?
121
Waarom staat in het preventieakkoord niets over de mogelijkheid om het gehalte aan
nicotine, de veroorzaker van de verslaving, te reduceren tot een niveau dat geen verslaving
meer veroorzaakt, waarschijnlijk de meest effectieve manier om tabaksgebruik bij jongeren
te reduceren een van dé doelen uit het preventieakkoord?
122
Zijn de maatregelen om tabaksgebruik te ontmoedigen besproken met rokers? Zo ja wat
was de uitkomst? Zo nee, waarom niet?
123
Hoe kan er sprake zijn van de term «akkoord» rondom het onderwerp roken als een gehele
sector wordt uitgesloten van de onderhandelingstafel?
124
Hoe zijn de principes van behoorlijk bestuur toegepast op het proces rondom het preventieakkoord?
125
Kunt u per maatregel – dat wil zeggen: verhoging prijs van tabaksproducten, een rook-
en tabakvrije omgeving, effectieve stopondersteuning, intensieve campagnes en product-
en verpakkingseisen – aangeven wat voor effect dit heeft gehad op het aantal rokers?
126
Heeft de thematafel roken contact gehad met de tabaksgroot- en detailhandel om na
te gaan of de voorgestelde wettelijke maatregelen technisch uitvoerbaar en proportioneel
zijn? Zo nee, waarom niet? Bent u dit van plan alsnog te doen? Zo nee, waarom niet?
127
Kunt u aangeven waar in het WHO Framework Convention on Tobacco Control (FCTC) kaderverdrag
expliciet wordt gesteld dat niet met de groothandel van tabaks- en aanverwante producten
en de exploitanten van tabaksautomaten over tabaksbeleid zou mogen worden gesproken?
128
Kunt u toelichten waarom u de brancheorganisatie voor de tabaksdetailhandel niet heeft
uitgenodigd aan de thematafel roken, terwijl zij niet valt onder de definitie van
de tabaksindustrie zoals verwoord in het Nederlandse Protocol over de wijze van omgang
met de tabaksindustrie?
(Protocol wijze van omgang met de tabaksindustrie, versie 7 maart 2016, via https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2016/03/07/protocol…, blz. 1).
129
Klopt het dat u wel in gesprek bent gegaan met de vertegenwoordigers van supermarktorganisaties
en de brancheorganisaties, en niet met de tabaksdetailhandel?
130
Klopt het dat, en zo ja, kunt u nader motiveren waarom u niet over uitvoeringstechnische
aspecten van regelgeving spreekt met de stichting Tabaks- en Zoetwarengroothandel
Nederland (TZN), de belangenorganisatie van de tabaksgroothandel en -automatenexploitanten,
ook nu u voornemens bent hun bedrijfsactiviteiten te verbieden?
131
Kunt u aangeven of er deze kabinetsperiode door u of uw ministerie wel met supermarktorganisaties
is gesproken over tabak-gerelateerde onderwerpen? En zo ja, wat is er dan besproken?
132
Het Nederlandse Protocol over de wijze van omgang met de tabaksindustrie stelt: «De
tabaksindustrie bestaat uit producenten, distributeurs en importeurs van tabaksproducten.
Onder tabaksindustrie worden ook verstaan organisaties en personen indien en voor
zover zij de tabaksindustrie vertegenwoordigen of als lobbyist voor de tabaksindustrie
optreden». Kunt u toelichten waarom u van mening bent dat de brancheorganisatie voor
de tabaksgroothandel (TZN) onder deze definitie valt en waarom deze organisatie niet
is uitgenodigd aan de thematafel roken?
(Protocol wijze van omgang met de tabaksindustrie, versie 7 maart 2016, via https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2016/03/07/protocol…, blz. 1)
133
Bent u voornemens om vanaf nu vaker met een eenzijdig samengestelde groep beleid op
te stellen? Zo ja, wat gaat dit betekenen voor de regeldruk en lasten voor (mkb-)
ondernemers?
134
Waarom wordt er niet concreter aangegeven hoe het aantal verkooppunten kan worden
teruggesnoeid, immers in andere landen zijn goede ervaringen opgedaan met een vergunningenstelsel?
Kan deze maatregel alsnog nader worden toegelicht?
135
Waarom wordt er tot 2021 gewacht met het uitvoeren van een evaluatie of prijsverhoging
tot € 10 per pakje mogelijk is? Waarom heeft het kabinet de prijsverhoging die aan
de tabakstafel is afgesproken er de laatste weken vóór het akkoord uitgehaald?
136
Waarom wordt er niet voor gekozen om sigaren en e-sigaretten ook in neutrale verpakkingen
te verpakken? Waarom word dit pas in 2022 overwogen?
137
Waarom kan er in het kader van rookvrije schoolpleinen onderscheid gemaakt worden
tussen de verschillende scholen en instellingen? Welke onderscheiden kunnen er precies
gemaakt worden en wat zijn daarvan de gevolgen met betrekking tot rookvrije schoolpleinen?
138
In het regeerakkoord staat dat maatregelen die genomen worden op het gebied van preventie
bewezen effectief moeten zijn.
Kan er per genomen maatregel aangegeven worden of en hoe deze bewezen effectief is:
– accijnsverhoging,
– uitstalverbod/rookwaren uit het zicht,
– verbod voorgevel reclame verkooppunten,
– rookwaren verpakt in neutrale verpakkingen,
– vermindering aantal verkooppunten,
– verplichte rookvrije schoolpleinen, kinderboerderijen, speeltuinen, sportverenigingen,
– verbod rookruimten, horeca,
– uitbreiding rookverbod voor e-sigaret?
139
Wat zijn de verwachte opbrengsten van de accijnsverhoging op tabak?
140
Op welke wijze worden de opbrengsten van het preventieakkoord (zoals het verhogen
van de accijns op tabak) ook geherinvesteerd in preventie en het langer in goede gezondheid
leven van mensen?
141
Bestaat de prijsverhoging tot 10 euro in 2023 enkel uit het verhogen van de accijns?
142
Heeft de invoering van plain packaging ervoor gezorgd dat er minder mensen roken in
Australië, Frankrijk en Engeland? Welk bewijs heeft u dat deze maatregel bewezen effectief
is?
143
In het Nationaal Preventieakkoord wordt gesproken dat de accijns op een pakje sigaretten
met 20 stuks zodanig wordt verhoogd dat de prijs van dat pakje met 1 euro stijgt.
Wanneer en hoe wordt deze accijnsverhoging ingevoerd?
144
Heeft het Ministerie van VWS het Ministerie van Financiën betrokken bij het voorstel
in het Nationaal Preventieakkoord voor een additionele accijnsverhoging per 2020?
145
Kunt u een overzicht geven van de accijnsverhogingen sinds 2013 tot en met heden,
de verhouding tussen de verwachte inkomsten en de uiteindelijke daadwerkelijk gerealiseerde
inkomsten? Zo nee, waarom niet?
146
Welke effecten waren er in 2013 in Nederland te zien na een soortgelijke accijnsverhoging?
147
Kunt u aangeven welke mogelijkheden er zijn om neutrale verpakkingen als individuele
lidstaat in te voeren, rekening houdende met de Europese markt?
148
Kunt u aangeven welke mogelijkheden er zijn om neutrale verpakkingen in te voeren
nu er vanuit Frankrijk een prejudiciële procedure plaatsvindt bij het Europese Hof
van Justitie?
149
Kunt u aangeven op welke wijze het aantal verkooppunten de komende jaren wordt verminderd?
150
Kunt u aangeven hoe en waar het uit het zicht halen van tabaksproducten bewezen effectief
is gebleken?
151
Kunt u aangeven hoe en waar het verbieden van reclame in en aan de voorgevel bewezen
effectief is gebleken?
152
Kunt u aangeven hoe en waar het gebruik van neutrale verpakkingen van tabaksproducten
bewezen effectief is gebleken?
153
Kunt u aangeven in welke categorie rookloze tabaksproducten geplaatst worden?
154
Bent u bekend met het rookbeleid in het Verenigd Koninkrijk (VK)? Kunt u bevestigen
dat het VK ruimschoots inzet op harm-reduction en kunt u aangeven waarom u daar niet
voor kiest? Kunt u bevestigen dat ook gezondheidsorganisaties de aanpak in het VK
ondersteunen?
155
Eerder werden sigaren uitgezonderd van nieuwe beperkende maatregelen, juist omdat
de gemiddelde sigarenroker een hele andere doelgroep betreft. Kunt u aangeven waarom
u daar in 2022 mogelijk van wilt gaan afwijken?
156
In het akkoord staat de zinsnede: «Een rook- en tabakvrije omgeving betekent ook dat
kinderen niet in aanraking komen met nieuwsoortige tabaksproducten (zoals verhitte
tabak) en e-sigaretten met en zonder nicotine». Wordt met omgeving ook de thuissituatie
bedoeld? En zo ja, in hoeverre mag volgens u ingegrepen worden in de persoonlijke
levenssfeer?
157
Kunt u toelichten wat er wordt bedoeld met het onderscheid tussen verschillende scholen
en instellingen met betrekking tot de rookvrije schoolterreinen in 2020?
158
Kunt u aangeven op welke Nederlandse bronnen het gesuggereerde verband tussen elektronische
sigaretten en het beginnen met roken is gebaseerd?
159
Wat is de reden dat rookwaren vanaf 2020 in neutrale verpakkingen worden verpakt en
voor sigaren en e-sigaretten dit pas vanaf 2022 wordt overwogen?
160
Wat is de doelstelling voor het verminderen van verkooppunten?
161
Kunt u aangeven waarom ervoor gekozen is om de e-sigaret gelijk te trekken met de
sigaret?
162
Wat zijn de consequenties als de partijen de doelstellingen niet halen?
163
Hoeveel tabaksverkooppunten zijn er in Nederland?
164
Punt 1: Prijs van een pakje stijgt met 1 euro ten opzichte van de huidige prijs. Hoe
wordt deze prijsverhoging bewerkstelligd?
165
Punt 1: «Alvorens de prijs verder verhoogd kan worden tot 10 euro in 2023, zal het
kabinet in 2023 een evaluatie uitvoeren.» Wat houdt deze evaluatie in, wie zal dit
precies gaan doen, en hoelang zal deze evaluatie duren?
166
Punt 4: Aantal verkooppunten wordt in komende jaren verminderd. Om hoeveel punten
gaat dat, en over welk tijdsbestek zal dit gaan?
167
Punten 5, 6, 7, 8 en 9: Bijvoorbeeld verbod bij o.a. kinderboerderij: hoe worden deze
verboden gehandhaafd? Wie moet daar op toezien, en wat zijn de consequenties wanneer
hier niet aan gehouden wordt?
168
Punt 8: Derdehandsrook. Houdt dit in dat bijvoorbeeld de kleuterjuf vóór haar werk
geen sigaret meer mag roken? Of moet zij zich omkleden alvorens zij aan de slag gaat?
169
Kunt u het verschil uitleggen tussen datgene wat in het akkoord geformuleerd staat
(«Alvorens de prijs verhoogd kan worden tot 10 euro in 2023, zal het kabinet in 2021
een evaluatie uitvoeren»), en de publieke uitspraken die u gedaan heeft waarin u stelt
dat de prijs daadwerkelijk naar 10 euro gaat? Heeft het kabinet met het tekenen van
het preventieakkoord concreet het besluit genomen dat de prijs naar 10 euro gaat?
170
Kunt u aangeven hoe deze additionele accijnsverhoging zich verhoudt tot het Belastingplan
2018, waarin reeds een accijnsverhoging per januari 2020 staat geschreven als onderdeel
van het 4-jaren accijnsplan?
171
Welke risico’s ziet u op de toename van illegale handel door het verhogen van de accijns
op tabaksproducten?
172
Kunt u aangeven of de aangekondigde maatregelen zoals gepresenteerd in het preventieakkoord,
waaronder neutrale verpakkingen, uitstalverbod en advertentieverbod, gedurende het
wetgevingstraject worden voorgelegd door middel van een publieke internetconsultatie
en door middel van een EU Technical Regulations Information Systems (TRIS) notificatie
procedure?
173
Kunt u aangeven wat bedoeld wordt met de term rookwaren? Klopt het dit een «nieuwe»
term is en dat deze niet in de Tabaks- en rookwarenwet voorkomt?
174
Klopt het dat onder volksgezondheidsdeskundigen, wetenschappers en regelgevers brede
consensus bestaat dat producten die worden verdampt (elektronische sigaretten, nieuwsoortige
rookloze tabaksproducten) minder risicovol zijn dan producten die worden gerookt zoals
sigaretten en shag? Zo nee, kunt u dit dan aantonen? Zo ja, wat doet u met dit standpunt?
175
Er bestaat in Nederland een grote groep volwassen rokers die het niet lukt om te stoppen.
Zou deze groep rokers gebaat kunnen zijn bij het overstappen op minder schadelijke
producten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom wordt er in het preventieakkoord geen
rekening gehouden met de rol die deze producten kunnen spelen in het terugdringen
van de schadelijke gevolgen van tabaksgebruik?
176
Kunt u aangeven hoe de afspraken eruitzien die BOinK wil maken met werkgevers? Wat
is de ambitie?
177
Wat wordt er gedaan met de inventarisatie van NUSO?
178
Wat is de reden dat niet gekozen wordt om een stelsel met vergunningen voor het verkopen
van rookwaar in te voeren?
179
Gaat het door gemeenten aanwijzen van rookvrije plekken in hun omgevingsplannen gepaard
met het instellen en (financieel) beschikbaar hebben van handhavingsmaatregelen? Bent
u van mening dat dit aan elkaar gekoppeld hoort te zijn en bent u voornemens hier
ook maatregelen toe te treffen?
180
Klopt het dat er geen afspraken zijn gemaakt over het opnemen van een rookvrije omgeving
/ rookvrije generatie in de educatie? Waarom is de kans op het voorlichten van kinderen
over een gezonde leefstijl niet in dit akkoord opgenomen?
181
Hoe denkt het kabinet een prijsverhoging tot 10 euro af te kunnen dwingen terwijl
het alleen maar invloed heeft op de hoogte van de accijns?
182
Waarom moet de tabaksindustrie niet een deel van haar hoge winsten afstaan (bijvoorbeeld
aan een tabaksverslavingsfonds) als dekking voor de kosten van de bestrijding van
de schade die tabak aanricht?
183
Wat zijn de opbrengsten/kosten als er na de forse accijnsverhoging op tabak in 2023
niemand meer tabak in Nederland koopt?
184
Welke invloed op de grensverkoop verwacht het kabinet naar aanleiding van de additionele
prijsverhoging met 1 euro in 2020 in Nederland ten opzichte van haar buurlanden Duitsland
en België?
185
Heeft u contact met de industrie over implantatie van het genoemde traceringssysteem?
Zo ja, hoe ziet dat contact er concreet uit? Zo nee, waarom niet en hoe verwacht u
dat de industrie de regels dan invoert?
186
Kunt u toelichten hoe minder aanbod van tabaksproducten bewezen effectief is om ervoor
te zorgen dat mensen niet (weer) gaan roken?
187
Kunt u aangeven hoeveel illegale sigarettenfabrieken er de afgelopen jaren in Nederland
zijn opgerold? En om hoeveel sigaretten ging het? Kunt u een specificatie per jaar
geven?
188
Kunt u aangeven wat de verwachting is van de toename van het aantal illegale sigarettenfabrieken
in Nederland na het verhogen van de prijzen op tabaksproducten?
189
Kunt u toelichten waarom er in het akkoord niet voor is gekozen om rokers te helpen
van het roken af te komen door bijvoorbeeld inzet van dampers?
190
Punt 3: Wat houdt dit uitstalverbod precies in? Wanneer een tabakszaak minder dan
75% afhankelijk is van de verkoop van tabak, mag deze dan nog op de gevel «tabakszaak»
hebben staan? Geldt dit verbod alleen voor tabaksmerken, of ook voor de term «tabak»?
191
Vallen de ondernemers die een tabaksspeciaalzaak in franchise runnen ook onder de
definitie van kleinbedrijf (tot 10 fte)?
192
Heeft er een bedrijfseffectentoets plaatsgevonden naar aanleiding van de stapeling
van maatregelen waarmee kleine zelfstandigen met een tabaksspeciaalzaak worden geconfronteerd,
zoals neutrale verpakkingen, een uitstalverbod (en daarmee samenhangend verlies van
schapinkomsten) en een verbod op reclame? Zo nee, waarom niet?
193
Heeft u onderzoek gedaan naar de effecten van de maatregelen uit het rookakkoord op
het ondernemersinkomen van een ondernemer met een tabaksspeciaalzaak, al dan niet
in franchise?
194
Kunt u aangeven wat de genoemde maatregelen voor gevolgen hebben voor het midden-
en kleinbedrijf (MKB)?
195
Bent u bereid ten aanzien van alle genoemde maatregelen een MKB-toets uit te voeren,
alvorens maatregelen daadwerkelijk in te voeren?
196
Bent u bereid ten aanzien van alle genoemde maatregelen een bedrijfseffectentoets
uit te voeren, alvorens maatregelen daadwerkelijk in te voeren?
197
Bent u bereid ten aanzien van alle genoemde maatregelen een grenseffectentoets uit
te voeren, alvorens maatregelen daadwerkelijk in te voeren?
198
Kunt u aangeven of, en zo ja hoe, andere departementen (onder andere het Ministerie
van Economische Zaken en Klimaat en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties)
betrokken zijn geweest bij de verschillende maatregelen, en wat is hun advies?
199
Heeft u een beeld van de omvang van de (beëindigings-)kosten waarmee de branche als
gevolg van het door u voorgenomen verbod op zelfbedieningstabaksautomaten wordt geconfronteerd
en bent u bereid met de branche te spreken over een compensatie van deze kosten? Zo
nee, waarom niet?
200
In hoeverre acht u het vanuit het oogpunt van kwaliteit en coherentie van wetgeving
zinvol om de verschillende, uit het Nationaal Preventieakkoord voortvloeiende wettelijke
maatregelen die betrekking hebben op de Tabaks- en rookwarenwet (uitstalverbod, reclameverbod,
neutrale verpakkingen) integraal te behandelen? Waarom wel, waarom niet?
201
Is een MKB-toets niet het geëigende middel om de impact van de maatregelen voor de
exploitanten van tabaksautomaten inzichtelijk te maken? Heeft u een dergelijke toets
uit laten voeren? Zo ja, wat waren hiervan de resultaten? Zo nee, waarom niet en bent
u bereid dit alsnog te doen?
202
Waarom wordt er met betrekking tot het uitstalverbod een uitzondering gemaakt voor
kleine zaken met meer dan 75% omzet uit tabaksproducten?
203
Wat is de stand van zaken ten aanzien van de wetgeving met betrekking tot apparaten
voor het verhitten van tabak, die u eerder aankondigde? Wordt regulering van dit product
meegenomen als onderdeel van het (eerste) wetswijzigingsvoorstel om de afspraken uit
het preventieakkoord te implementeren, zodat de nieuwe regels ook meteen op deze producten
van toepassing zijn?
204
In de nota van toelichting bij de wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit (publicatie
in het Staatsblad d.d. 19 september 2017) wordt het volgende gesteld: «Als blijkt
dat het stellen van nadere verpakkingseisen niet langer doeltreffend is ter voorkoming
van extra aandacht voor tabaksproducten, zal in het uiterste geval in de toekomst
verplichte standaardverpakkingseenheden en -buitenverpakkingen worden overwogen. Dit
sluit aan bij de toelichting op het aangenomen amendement van Bruins Slot/Volp (Kamerstuk
34 234, nr. 16) waarin is aangegeven dat standaardverpakkingen op termijn noodzakelijk zijn. Er
zal dan worden onderzocht of deze maatregel proportioneel is en wat de gevolgen hiervan
zijn voor intellectuele eigendomsrechten.» Hoe kunt u nu al concluderen dat het stellen
van nadere verpakkingseisen niet langer doeltreffend is, waarbij dit in het uiterste
geval in de toekomst zal worden overwogen, aangezien deze nadere eisen pas in juli
2018, dus nog geen vijf maanden na aankondiging in het Nationaal Preventieakkoord,
zijn ingevoerd? Kunt u aangeven of de wijziging van juli 2018 al onderzocht is? Hoe
proportioneel is daarmee het overgaan tot neutrale verpakkingen?
205
Is er onderzoek gedaan naar de proportionaliteit van de maatregelen en wat de gevolgen
zijn voor de intellectuele eigendomsrechten?
206
Hoe zullen de effecten van de accijnsverhoging en de mogelijke invloed op illegale
handel worden gemonitord?
207
Op welke wijze beoogt de Nederlandse overheid de toename van illegale handel van tabaksproducten
tegen te gaan?
208
Welke relatie ziet de Nederlandse overheid tussen de groei van het aantal illegale
tabaksfabrieken in Nederland de afgelopen jaren en het duurder maken van legale tabaksproducten?
209
Op welke wijze is het minimumomzetcriterium voor tabaksspeciaalzaken (75% omzet uit
tabaksproducten) vastgesteld? Is dit wettelijk vastgelegd? En hoe zal de overheid
hierop toezien?
210
Hoe verhoudt de omzet van 75% uit het Nationaal Preventieakkoord zich tot de wettelijke
definitie van tabaksspeciaalzaken zoals opgenomen in de Tabaks- en rookwarenwet?
211
In hoeverre is de Nederlandse overheid op de hoogte dat de meeste tabaksspeciaalzaken
voor meer dan 50% van hun omzet afhankelijk zijn van tabaksproducten en aanverwante
producten en daardoor in grote financiële problemen kunnen komen als zij dit voor
hun commercieel belangrijke product niet meer kunnen uitstallen en hun reclame-inkomsten
verliezen?
212
Heeft u een beeld van de omvang van de (beëindigings-)kosten waarmee de branche als
gevolg van het door u voorgenomen verbod op zelfbedieningstabaksautomaten wordt geconfronteerd
en bent u bereid met de branche te spreken over een compensatie van deze kosten? En
zo nee, waarom niet?
213
De exploitanten van tabaksautomaten moeten op korte termijn hun bedrijfsactiviteit
staken, hun bedrijfsmiddelen uit het veld halen en ander werk voor hun personeel vinden
en/of (een deel van) hen ontslaan, met alle complexiteit van dien. De branche zelf
geeft in de inbreng op de internetconsultatie aan hiervoor zeker tot 1 januari 2025
de tijd nodig te hebben. Waarom heeft deze branche voor deze liquidatieoperatie maar
één jaar extra overgangstermijn (in casu tot 1 januari 2022) nodig in vergelijking
tot tabaksspeciaalzaken en benzinestations die «slechts» hoeven over te gaan tot het
afdekken/uit het zicht halen van tabaksproducten? Op welke onderzoeken baseert u zich
hierbij? Heeft u hierover overleg met de branche gevoerd? Zo nee, waarom niet en bent
u nog voornemens dit te gaan doen?
214
Bent u bereid om de wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit (Kamerstuk 32 011, nr. 66) aan te houden totdat de Kamer over het Nationaal Preventieakkoord heeft gedebatteerd?
215
Waarom wordt het eerdere voornemen van het uitstalverbod met een jaar vervroegd? Heeft
u hierover overleg gehad met verkopende partijen? Zo ja, wat is hiervan de uitkomst?
Zo nee, waarom niet?
216
Kunt u aangeven wat bedoeld wordt met de zinsnede «rookwaren zijn geen normale producten»?
Kunt u voorbeelden geven van andere legale producten (anders dan tabak en alcohol
waar een leeftijdsbeperking voor geldt) die het etiket «geen normale producten» hebben
of krijgen?
217
Kunt u aangeven welke wetgevingsprocedure zal worden gevolgd inzake het aangekondigde
reclameverbod voor speciaalzaken?
218
Kunt u aangeven welke wetgevingsprocedure zal worden gevolgd inzake de aangekondigde
invoering van neutrale verpakkingen voor sigaretten en shag?
219
Kunt u aangeven in hoeverre er ten aanzien van het aangekondigde uitstal- en automatenverbod,
rekening is gehouden met bedrijfseconomische effecten voor de tabaksgroothandel en
de exploitanten van tabaksautomaten?
220
Heeft u bij de definiëring van een kleine familiezaak, zoals bedoeld in artikel 395a,
boek 2, van het Burgerlijk Wetboek, rekening gehouden met het feit dat de netto-jaaromzet
van speciaalzaken veel hoger kan uitvallen doordat tabaksproducten onderhevig zijn
aan accijnzen?
221
Heeft u contact gehad met de tabaksdetailhandel over de proportionaliteit van de eerbiedigingsconstructie?
Zo nee, waarom niet?
222
Welke berekeningen liggen ten grondslag aan de twee vrijstellingen zoals gedefinieerd
in artikel 5.9 van het ontwerpbesluit (Kamerstuk 32 011, nr. 66)?
223
Hoeveel ondernemers vallen onder de vrijstellingen zoals gedefinieerd in artikel 5.9
van het ontwerpbesluit (Kamerstuk 32 011, nr. 66)?
224
Klopt het dat van de huidige populatie tabaksdetailhandelaren er geen enkele voldoet
aan de uitzondering voor kleine bestaande tabaksspeciaalzaken (Kamerstuk 32 011, nr. 66)?
225
Kunt u een winst- en verliesrekening tonen van de speciaalzaak die valt onder artikel
5.9, lid 2, van het ontwerpbesluit (Kamerstuk 32 011, nr. 66) waaruit het volgende duidelijk wordt:
a. Omzet (Tabak en overig),
b. Bonussen,
c. Bruto winst,
d. Kosten,
e. Ondernemersloon?
226
Kent u de conclusies van het Deloitte-rapport uit 2015 over de gevolgen van een reclameverbod
in de tabaksspeciaalzaken? Zo ja, deelt u de conclusies uit dit rapport? Zo nee, waarom
niet?
227
Worden er maatregelen getroffen om de gevolgen van een reclameverbod voor de tabaksdetailhandel
op te vangen?
228
Het Nationaal Preventieakkoord stelt dat de rijksoverheid in de komende jaren zal
onderzoeken hoe het aantal verkooppunten van tabak terug te dringen valt. Er wordt
aangegeven dat «met de regelgeving voor het uitstalverbod wordt al geregeld dat sigarettenautomaten
(momenteel zijn dat er 13.000) per 2022 niet meer zijn toegestaan». Klopt het dat
er in de horeca niet alleen tabaksproducten via zelfbedieningsautomaten worden verkocht,
maar dat dit ook via verkoop over de counter en/of van achter de bar gebeurt? Kunt
u aangeven in hoeveel horecazaken er tabaksverkoop over de counter en/of van achter
de bar plaatsvindt? Heeft u zicht op het aantal horecaondernemers dat als gevolg van
het verbod op tabaksautomaten zal overstappen naar verkoop over de counter en/of van
achter de bar? Kunt u toelichten in hoeverre er een significante daling van tabaksverkooppunten
zal plaatsvinden als gevolg van het voorgenomen verbod op tabaksautomaten? Kunt u
daarnaast aangeven hoe het staat met de naleving van de leeftijdsgrens voor tabaksverkopen
in de horeca en hierbij een uitsplitsing maken naar de diverse verkoopmethoden, in
casu over de counter, via de automaat voorzien van Agecoin en via de automaat voorzien
van AgeScan?
229
Op 18 december 2018 stuurde u een ontwerpbesluit, dat naast het verbod op zelfbedieningstabaksautomaten
ook het uitstalverbod moet regelen, naar de Kamer (Kamerstuk 32 011, nr. 66). In dit ontwerpbesluit legt u een verband tussen het uitstalverbod en het verbod
op zelfbedieningstabaksautomaten. De branche geeft in haar reactie op de internetconsultatie
ter zake aan dat een dergelijk verbod op zelfbedieningsautomaten niet bijdraagt aan
de vermindering van zichtbaarheid van tabak of betere naleving van de leeftijdsgrens,
maar dat het wel disproportioneel veel schade voor de ondernemers in deze branche
veroorzaakt. Klopt het in dit kader dat:
a. de meeste automaten op plaatsen staan waar vooral volwassenen komen?
b. de automaten vergrendeld zijn en op toegang wordt toegezien door (horeca-personeel
of door ingebouwde AgeScan apparatuur)?
c. de producten de facto al aan het zicht zijn onttrokken, terwijl de meeste automaten
ook nog eens voorzien zijn van een NIX18-uiting?
d. de zichtbaarheid van tabaksproducten zich op automaten beperkt tot een geringe
afbeelding van de pakjes (inclusief gezondheidswaarschuwingen en foto’s) op de drukknoppen
van de automaat, en dat de branche heeft aangeboden deze door tekstuele indicators
te vervangen?
e. er op veruit de meeste locaties geen conflict bestaat tussen het verkopen van rookwaren
en het overige aangeboden assortiment? en,
f. de automaten in het zicht staan als gevolg van de wetgeving en niet vanwege de
voorkeuren van horeca-uitbaters of automatenexploitanten?
(Artikel 5.3 en 5.4 van het Tabaks- en rookwarenbesluit)
230
Deelt u de mening dat van alle ondernemers die met het uitstalverbod worden geconfronteerd,
de exploitanten van tabaksautomaten (en hun personeel) het hardst worden geraakt?
Heeft u met het oog hierop contact gehad met de exploitanten van tabaksautomaten over
de proportionaliteit van deze maatregel en de gevolgen ervan op de geraakte bedrijven
en hun werknemers? En zo nee, waarom niet en bent u nog voornemens dit te gaan doen?
231
Kunt u aangeven hoe realistisch het is dat tabaksspeciaalzaken gebruik gaan maken
van de uitzondering voor winkels die alleen loten, dagbladen en tabak verkopen? Heeft
u onderzocht of deze uitzondering een reëel inkomen oplevert voor de kleine zelfstandigen
in deze branche?
232
Kunt u aangeven waarom de omzetgrens van 700.000 euro in de concept algemene maatregel
van bestuur (AMvB) is toegevoegd aan de eerbiedigingsregel uit het preventieakkoord?
Is dit een realistische grens? Zo ja, hoeveel ondernemers vallen er nu nog onder de
eerbiedigingsregel?
(Kamerstuk 32 011, nr. 66)
233
Heeft u onderzocht of tabaksspeciaalzaken, die gemiddeld circa zeven meter schap moeten
afdekken, voldoende tijd hebben voor de snellere invoering van het uitstalverbod?
Heeft u onderzocht wat de bedrijfseconomische impact is van deze snellere invoering
voor deze branche, die louter uit kleine zelfstandigen bestaat?
(Kamerstuk 32 011, nr. 66)
234
Kunt u aangeven hoe realistisch het is dat de tabaksspeciaalzaken binnen twee jaar
hun winkelformule en aangezicht van de winkel kunnen aanpassen aan het uitstalverbod?
(Kamerstuk 32 011, nr. 66)
235
Het amendement Dik-Faber/Volp laat uitzonderingen van verkooppunten zoals tabaksspeciaalzaken
toe (Kamerstuk 34 470, nr. 14). Kunt u toelichten waarom er niet voor is gekozen om alle tabaksspeciaalzaken uit
te zonderen? Komen er net zo veel kinderen in een tabaksspeciaalzaak, al dan niet
in franchise, als in een supermarkt? Zo nee, waarom heeft er geen differentiatie van
maatregelen plaatsgevonden die recht doet aan de aard en omvang van sectoren en het
publiek dat er komt?
236
Hoe verhoudt het standpunt in de brief d.d. 6 juli 2018 van de ministers voor Medische
Zorg en van Justitie en Veiligheid over drugbeleid (Kamerstuk 24 077, nr. 422) dat cannabisgebruikers gestimuleerd moeten worden om cannabis te dampen in plaats
van te roken zich met het uitstalverbod voor e-sigaretten en rookloze tabaksproducten?
237
Klopt het dat het juridisch mogelijk zou zijn om in de AMvB over het uitstalverbod
te differentiëren naar productcategorieën zoals sigaren en rookloze producten?
238
Kunt u aangeven of er een bedrijfseffectentoets inzake het uitstalverbod is uitgevoerd,
met name naar de proportionaliteit van de maatregel: het verwachte effect versus de
economische impact op de tabaksspeciaalzaken? Zo ja, is de derving van schapinkomsten
meegenomen in deze analyse? Zo nee, wordt dit alsnog in kaart gebracht?
239
Kunt u aangeven of er bij de beoordeling van de proportionaliteit van het uitstalverbod
voor tabaksspeciaalzaken, rekening gehouden is met het afwezige of zeer beperkte effect
van de maatregel op de rookprevalentie, zoals blijkt uit onderzoek van Trimbos?
(Monshouwer, K., J. Verdurmen, T. Ketelaars, M.W. van Laar, «Points of sale of tobacco
products. Synthesis of scientific and practice-based knowledge on the impact of reducing
the number of points of sale and restrictions on tobacco product displays», Trimbos-institute,
Utrecht)
240
Waarom is ervoor gekozen om rookloze producten en sigaren wel uit te zonderen van
neutrale verpakkingen, maar niet van het uitstalverbod?
241
Kunt u aangeven hoe een ondernemer proactief voorlichting kan geven over e-sigaretten
en rookloze tabaksproducten als deze permanent zijn afgedekt? Of is dit niet meer
toegestaan?
242
Het uitstalverbod wordt volgens de toelichting bij het amendement Volp/Dik-Faber ingevoerd
omdat volgens de indieners van het amendement kinderen fijngevoelig zijn voor merkherkenning
(Kamerstuk 34 470, nr. 14). Betekent dit dat een uitstalverbod overbodig is nu sigaretten en shag een neutrale
verpakking krijgen?
243
Kunt u aangeven of sigaren nog proactief aan de klant getoond mogen worden als het
uitstalverbod is ingevoerd? Mag er nog proactief voorlichting over gegeven worden?
244
Kunt u toelichten hoe de display ban straks wordt gehandhaafd? Gaat de inspecteur
van de Nationale Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) straks timen hoelang de rookwaren
in het zicht zijn als de medewerker een tabaksproduct moet pakken?
245
In hoeverre kan de uitkomst van de zaak C-517-18, waarin het Europese Hof om een prejudiciële
beslissing voor neutrale verpakkingen wordt verzocht, van invloed zijn op het besluit
van u (of dit kabinet) om neutrale verpakkingen voor sigaretten in te voeren? Bent
u bereid deze belangrijke uitspraak af te wachten? Wilt u de Kamer informeren over
de uitkomst van deze hofzaak?
246
Kunt u bevestigen dat die lidstaten van de Europese Unie die neutrale verpakkingen
reeds hebben ingevoerd of daartoe wetgeving hebben aangenomen, vrijwel allemaal gekozen
hebben deze maatregel te beperken tot sigaretten en shag? Zo nee, waarom niet?
247
Kunt u bevestigen dat ook in Nederland tijdens de huidige kabinetsperiode alleen sigaretten
en shag worden voorzien van een neutrale verpakking zoals gesteld in het na afloop
van de ministerraad op 23 november 2018 gepubliceerde persbericht van de rijksoverheid?
Zo nee, waarom niet?
(«Nationaal Preventieakkoord verbetert gezondheid van alle Nederlanders», 23 november
2018, via: https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2018/11/23/nationaal-preven…)
248
Het uitstalverbod geldt niet voor speciaalzaken die alleen rookwaren, rookaccesoires,
loten en dagbladen verkopen. Tevens zullen bestaande kleine zaken met meer dan 75%
omzet uit tabaksproducten worden uitgezonderd van het uitstalverbod. Hoeveel zaken
betreft dit? Op basis waarvan zijn deze specifieke criteria bepaald?
249
Bent u bekend met het feit dat de omzet van tabak voor tabaksspeciaalzaken nog steeds
hoog is, maar de winstmarge heel klein vanwege de hoge accijnzen? Is hier rekening
mee gehouden bij het formuleren van de twee uitzonderingen voor tabakswinkels in het
rookakkoord?
250
Er zijn diverse internationale, onafhankelijke onderzoeken waaruit blijkt dat niet-rokende
jongeren niet in de verleiding komen om e-sigaretten te gebruiken. Bent u bekend met
deze onderzoeken? Zo ja, in hoeverre zijn deze onderzoeken betrokken bij de totstandkoming
van het Nationaal Preventieakkoord?
251
Er bestaat geen discussie over het feit dat jongeren geen sigaren en cigarillo’s roken.
Is er wetenschappelijk bewijs dat jongeren in de verleiding komen om te beginnen met
roken als ze e-sigaretten, sigaren of rookloze tabaksproducten zien?
252
Klopt het dat in het RIVM-rapport «Alternatieve tabaksproducten: harm reduction» wordt
gesproken over het belang van gedegen consumenteninformatie over het verschil in risico
tussen verschillende (tabaks)producten? Zo ja, waarom wordt dit genegeerd in het Nationaal
Preventieakkoord?
(Staal, Y.C.M., en R. Talhout, RIVM, «Alternatieve tabaksproducten: harm reduction?
Tabaks- en aanverwante producten die mogelijk minder schadelijk zijn dan sigaretten»,
RIVM briefrapport 2016, via: https://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/2016-0103.pdf, onder andere blz. 20, 45–50)
253
Waarom wordt ervoor gekozen om door middel van een convenant met het bedrijfsleven
te komen tot het sluiten van rookruimten en pas na drie jaar te kijken of er voldoende
voortgang is? Waarom wordt er niet direct, gelijk aan de publieke sector, voor gekozen
om rookruimten uiterlijk juli 2022 te sluiten? Wat is de stand van zaken met betrekking
tot het convenant?
254
Hoeveel geld trekt de rijksoverheid jaarlijks uit voor de campagnes: Rookvrij opgroeien,
Rookvrij zwanger en stoppen-met-roken en welk bereik verwacht u daarmee te kunnen
realiseren?
255
Waarom wordt het rookverbod niet uitgebreid voor kruidenmengsels met en zonder tabak?
256
Waarom wordt rokers de kans op een gezonder alternatief onthouden door het rookverbod
uit te breiden met de e-sigaret?
257
Weet u in hoeveel winkels e-sigaretten worden verkocht in Nederland? Hebt u gesproken
met NSO en de Esigbond over de impact van de maatregelen uit het preventieakkoord?
Zo ja, wat waren de bevindingen? Zo nee, waarom niet?
258
Bent u het ermee eens dat er bij gebruik van e-sigaretten aanzienlijk minder schadelijke
stoffen vrijkomen dan bij het roken van sigaretten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom
stimuleert u in het beleid dan niet dat rokers die niet kunnen stoppen overstappen
op e-sigaretten?
259
Bent u ermee bekend dat het onderzoek van het RIVM uit 2015 «De gezondheidsrisico's
van het gebruik van e-sigaretten» concludeert dat er gezondheidsrisico’s zijn bij
gebruik van e-sigaretten, maar dat «Deze gezondheidseffecten zijn veel minder ernstig
zijn dan die van tabak roken»? Waarom past u nauwelijks ander beleid toe voor deze
veel minder schadelijke producten?
260
Inzake gezondheidsrisico’s bij gebruik van e-sigaretten verwijst u naar een RIVM-rapport
uit 2015. Bent u bereid bewijsmateriaal over het gebruik van e-sigaretten te analyseren
uit andere landen als dit recenter wetenschappelijk bewijs is ten opzichte van onderzoeken
door Nederlandse overheidsinstituten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe ziet u dit concreet?
261
Weet u hoeveel e-sigarettengebruikers Nederland kent? Heeft u gesproken met de belangenvereniging
van e-sigarettengebruikers aangaande het preventieakkoord? Zo nee, waarom niet? Zo
ja, wat waren de bevindingen?
262
Wat vindt u van de rol die e-sigaretten hebben in het Verenigd Koninkrijk als methode
om te stoppen met roken? Hoeveel Britten zijn er overgestapt van tabak naar de e-sigaret?
Bent u bekend met de excuusbrief van mevrouw De Kanter inzake de e-sigaret? Wat is
uw reactie hierop? Bent u bereid rokers – die niet willen/kunnen stoppen met nicotinegebruik
– aan te moedigen over te stappen op rookloze producten?
263
Bent u bekend met het rapport van het RIVM «E-sigaret aantrekkelijkheid voor rokers
en niet-rokers» waarin wordt geconcludeerd «De meeste gebruikersgroepen zien de e-sigaret
als een vervanger van de tabakssigaret en een mogelijke eerste stap om te stoppen
met roken»? Ziet u een rol voor de e-sigaret als onderdeel van het anti-rookbeleid?
264
Wat vindt u van het rapport van Public Health England waarin wordt geconcludeerd dat
er vooralsnog geen bewijs is dat e-sigaretten een opstap zijn naar roken?
265
In het rapport van PHE wordt ook gesteld «vapen brengt slechts een kleine fractie
van het risico van roken met zich mee, en het geheel overstappen van roken op elektronische
sigaretten levert substantiële gezondheidswinst op». Wat vindt u van deze conclusie?
266
Kunt u aangeven hoe en waar het volledig sluiten van rookruimten bewezen effectief
is gebleken?
267
Kunt u verzekeren dat het sluiten van rookruimten in de horeca niet tot overlast op
straat zal leiden? Zo ja, hoe? Zo nee, accepteert u daarmee een groeiende overlast
voor bewoners van met name het centrum van gemeenten?
268
Er wordt over gesproken dat er samengewerkt moet worden met andere lidstaten voor
tabaksontmoediging op Europees niveau. In hoeverre is er voor dit preventieakkoord
al sprake geweest van samenwerking?
269
Wanneer zal de campagne Rookvrij opgroeien van start gaan en tot wanneer loopt deze
campagne? Welke kosten zijn hieraan verbonden?
270
Het huidige rookverbod is alleen van toepassing op het roken van tabaksproducten.
Met de voorgestelde uitbreiding wordt het roken van bestaande en toekomstige damp-
en aanverwante producten die gezondheidsschade veroorzaken verboden. Omvat de uitbreiding
hiervan ook kruidentabak? Ziet u het roken van joints ook als een aanverwant product
dat gezondheidsschade kan veroorzaken, en valt dit dus ook onder het rookverbod? Zo
nee, welk gevolg heeft het als het rookverbod wel voor tabak geldt maar niet voor
wiet?
271
Punt 11: Hoeveel subsidie kan een gemeente krijgen vanuit het Rijk?
272
Punt 11: Op basis waarvan wordt deze subsidie beoordeeld?
273
Is er gesproken met rokers met een lage sociaaleconomische status (SES) over ondersteuning,
stimulatie bij het stoppen met roken? Zo nee, waarom niet?
274
Welk bedrag is er gereserveerd voor effectieve en toegankelijke stoppen-met-rokenzorg?
275
Kunt u aangeven waarom er geen maatregelen meegenomen zijn om rokers te laten overstappen
naar genotsmiddelen die minder schadelijk zijn, zoals verscheidene rookloze alternatieven?
276
Er bestaat brede, internationale wetenschappelijke consensus over het feit dat e-sigaretten
en andere alternatieven waarbij tabak niet verbrand wordt, aanzienlijk minder schadelijk
zijn dan gewone sigaretten en shag. Heeft het kabinet onderzoek gedaan naar de resultaten
van het Britse beleid gericht op het stimuleren van (verstokte) rokers om over te
stappen op minder schadelijke alternatieven als de e-sigaret?
277
Hoe weten juist mensen uit de lage SES-groepen dat er hulp is zonder financiële drempels?
Welke acties worden ondernomen om hier bekendheid aan te geven bij deze groepen?
278
In staten met een zeer strikt anti-tabaksbeleid, zoals bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk
en Nieuw-Zeeland, wordt vanuit volksgezondheidsperspectief nadrukkelijk gekozen voor
een differentiatie in beleid tussen tabaksproducten waarbij verbranding optreedt (sigaretten
en shag) enerzijds, en minder schadelijke rookloze producten (elektronische sigaretten,
tabaksproducten die worden verwarmd in plaats van verbrand) anderzijds. Bent u bereid
serieus te onderzoeken of een dergelijke op schadebeperking gerichte aanpak ook in
Nederland opgenomen zou kunnen worden in het anti-tabaksbeleid?
(https://assets.publishing.service.gov.uk/government/uploads/system/uplo…)
(https://www.health.govt.nz/system/files/documents/pages/supporting-smok…)
279
Onderkent u dat de sterke daling van het aantal rokers in het Verenigd Koninkrijk
(rookprevalentie van 15,1% versus 23,1% in Nederland) direct verband houdt met het
gebruik van de elektronische sigaret als effectief middel om te stoppen met roken,
en dat de Britse overheid rokers via voorlichtingscampagnes actief stimuleert om over
te stappen op de elektronische sigaret? Zo ja, bent u bereid te onderzoeken of een
dergelijke aanpak ook in Nederland kan bijdragen aan versnelde vermindering van het
aantal rokers?
(https://www.nhs.uk/smokefree/help-and-advice/e-cigarettes)
280
Waarom vindt er in Nederland geen structurele evaluatie plaats van wetenschappelijk
bewijs over elektronische sigaretten en nieuwsoortige rookloze tabaksproducten en
de potentie die deze producten hebben in het terugbrengen van schadelijke gevolgen
van tabaksgebruik?
281
Klopt het dat in het RIVM-rapport «Alternatieve tabaksproducten: harm reduction» wordt
gesteld dat minder schadelijke producten een rol kunnen spelen in het verminderen
van de schadelijke gevolgen van tabaksgebruik? Zo ja, waarom wordt dit genegeerd in
het Nationaal Preventieakkoord?
(Staal, Y.C.M., en R. Talhout, RIVM, «Alternatieve tabaksproducten: harm reduction?
Tabaks- en aanverwante producten die mogelijk minder schadelijk zijn dan sigaretten»,
RIVM briefrapport 2016, via: https://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/2016-0103.pdf onder andere pagina's 17 t/m 21)
282
Hoe wordt gestimuleerd dat zorgverzekeraars zoveel mogelijk stoppen met roken buiten
het eigen risico laten? Is het correct dat het voor zorgverzekeraars mogelijk blijft
om eerstelijns stoppen-met-rokenprogramma’s onder het eigen risico te laten vallen?
283
Welk bedrag wordt er gereserveerd voor het vrijstellen van het eigen risico bij stoppen-met-rokenprogramma's
en medicatie?
284
Kunt u aangeven of, en zo ja, met hoeveel de gemiddelde premie van elke verzekerde
zal stijgen als gevolg van het vrijstellen van het eigen risico?
285
Klopt het dat in het artikel «De elektronische sigaret. Gebruik, gezondheidsrisico’s,
en effectiviteit als stopmethode» in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde wordt
gesteld dat er geen aanwijzingen zijn dat experimenteren met e-sigaretten kan leiden
tot tabaksverslaving?
(Willemsen, Marc, C., Esther A. Croes, Daniel Kotz en Onno C.P. van Schayck, «De elektronische
sigaret. Gebruik, gezondheidsrisico’s, en effectiviteit als stopmethode», Nederlands
Tijdschrift voor Geneeskunde, 21 augustus 2015, via: https://www.ntvg.nl/artikelen/de-elektronische-sigaret/volledig)
286
Klopt het dat in de Nationale Drug Monitor (2017) van het Trimbos Instituut wordt
geconcludeerd dat slechts 3% van de rokers voordat ze gingen roken eerst een e-sigaret
had gebruikt?
(Nationale Drug Monitor. Jaarbericht 2017, via: https://www.trimbos.nl/producten-en-diensten/webwinkel/product/af1568-j…, blz. 317)
287
Kunt u nader uiteenzetten waarom er in het Nationaal Preventieakkoord wordt gekozen
om de drie miljoen volwassen rokers in Nederland niet in de gelegenheid te stellen
om feitelijke informatie te ontvangen over het verminderd risicoprofiel van elektronische
sigaretten en nieuwsoortige rookloze tabaksproducten ten opzichte van sigaretten en
shag?
288
Welke tijd zijn huisartsen (extra) kwijt aan (bij)scholing en begeleiden van stoppen
met roken en preventie (waaronder voeding, sport en bewegen en leefstijl)?
289
In hoeverre vindt er een integrale benadering plaats als het gaat om voorlichting
richting jongeren inzake alcohol/roken/drugs?
290
Kunt u aangeven op welke wijze wordt gemeten welke maatregelen effectief zijn om 50%
van de rokers te stimuleren om te stoppen met roken?
291
Kunt u inzichtelijk maken wat het precieze productieverlies is van mensen die roken?
292
Waarom is de doelstelling dat in 2030 de gehele zorg rookvrij moet zijn? Waarom is
er niet voor gekozen om uiterlijk in 2025 al de gehele zorg rookvrij te hebben, aangezien
alle verslavingszorginstellingen, ggz-instellingen én ziekenhuizen uiterlijk in dat
jaar rookvrij moeten zijn volgens het preventieakkoord?
293
Waarom worden e-sigaretten niet gezien als een middel om te stoppen met roken?
294
Kunt u aangeven welke consequenties een rookvrije verslavingszorg heeft? Is er onderzocht
wat hiervoor nodig is en wat dit doet met patiënten in een verslavingskliniek?
295
Kunt u aangeven hoe vorm gegeven wordt aan de afspraak dat «zorgprofessionals en andere
medewerkers in de zorg niet roken onder werktijd en ook niet herkenbaar zijn als roker
op hun werkplek». Hoe verhoudt deze afspraak zich tot het arbeidsrecht? Kan bij wijze
van spreken de medewerker op de postkamer ontslagen worden omdat deze medewerker in
zijn/haar pauze een sigaret rookt?
296
Hoe wordt gestimuleerd dat zorgprofessionals ook in de ambulante setting hun werk
rookvrij kunnen doen?
297
Kunt u aangeven wat het betekent dat leveranciers ook aan de afspraken gehouden worden?
Wat betekent dit concreet voor de chauffeur van de vrachtwagen die materiaal komt
brengen/halen)?
298
Wat zijn de opbrengsten/kosten wanneer een kwart van de jaarlijkse tabaksdoden niet
voor zijn pensioengerechtigde leeftijd sterft?
299
Kunt u aangeven hoe de aangekondigde maatregelen van ABN/AMRO zich verhouden tot de
gebruikelijke wetgeving in financiering van ondernemingen?
300
Kunt u aangeven waarom er geen enkele vertegenwoordiger vanuit het MKB aan tafel heeft
gezeten?
301
Kunt u aangeven waarom het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat geen partner
aan tafel was?
302
Kunt u aangeven op welke manier er rekening gehouden is met de balansen van het bedrijfsleven?
303
Zijn de maatregelen om overgewicht tegen te gaan besproken met mensen met overgewicht
of obesitas? Zo ja, wat was de uitkomst? Zo nee, waarom niet?
304
Kunt u inzichtelijk maken hoe het percentage mensen met overgewicht en obesitas zich
heeft ontwikkeld sinds 1980?
305
Kunt u aangeven in welke (type) wijken één op de drie kinderen overgewicht of obesitas
heeft? En in welke (type) wijken één op de 20 kinderen? Kan inzichtelijk worden gemaakt
hoe de samenstelling van die wijken eruitziet?
306
Welke bewezen effectieve maatregelen worden volgens u door de overheid ingezet om
obesitas en overgewicht terug te dringen?
307
Bent u op de hoogte van wetenschappelijke onderzoeken waaruit blijkt dat mensen die
(verwerkt) vlees en vis eten meer kans hebben op hart- en vaatziekten, een vergrote
kans op verschillende typen kanker en diabetes 2?
308
Kunt u een uitleg geven op welke manier gezond eten, zoals groente en fruit, bevorderd
wordt als deze 3% duurder wordt?
309
Waarom is de btw-verhoging op groente en fruit per 1 januari 2019 niet geschrapt?
310
Waarom zijn er geen prijsafspraken over suikertaks gemaakt?
311
Op welke wijze worden de conclusies van het RIVM (dat het pakket van voorgestelde
maatregelen op het gebied van overgewicht, op basis van hun inschatting van de mogelijke
impact onvoldoende is om de hoge ambities waar te kunnen maken) meegenomen in het
preventieakkoord?
312
Haalt u de ambities en doelstelling met de voorgestelde maatregelen om overgewicht
en obesitas te laten dalen? Hoe houdt u de voortgang van alle ambities in de gaten?
313
Aangegeven wordt dat de ambities en doelstellingen buitengewoon hoog zijn. Waarom
is er dan voor gekozen om veel van de maatregelen die de IBO-werkgroep benoemde als
potentieel effectieve maatregelen ter preventie van overgewicht niet in te zetten
(wettelijk herformuleren van de samenstelling van voedingsproducten, beperking van
het aanbod aan ongezonde producten, veranderen van de omgeving, variëren van prijzen
van gezonde en ongezonde producten en gerichte programma’s of persoonlijke begeleiding
met aandacht voor voeding en bewegen)? Kan per genoemde maar niet opgenomen maatregel
toegelicht worden waarom deze niet is opgenomen in het preventieakkoord en of deze
maatregel tijdens de gesprekken wel is besproken?
314
Kunt u aangeven hoe met de maatregelen rekening wordt gehouden met de verschillen
binnen een bepaalde SES-groep?
315
In het akkoord staat de doelstelling om een consumptie van de hoeveelheid kilocalorieën
naar een niveau passend bij lengte, leeftijd en gezonde leefstijl te bewerkstelligen.
Hoe komt dit eruit te zien voor een gemiddeld individu? Worden de richtlijnen 2000
kcal voor vrouwen en 2500 kcal voor mannen, zoals geadviseerd door het Voedingscentrum,
niet meer gehandhaafd?
316
De horeca wordt gestimuleerd om mensen meer groenten en minder vlees voor te schotelen
als zij uit eten gaan. Is dit een wens van die mensen, de klanten? Willen die mensen
meer groente en minder vlees?
317
Met welk doel worden jaarlijks 750 medewerkers van de versafdelingen in de supermarkten
geschoold op gezonde voeding? Wat gaan zij voor extra werkzaamheden/taken verrichten?
Wat zijn de kosten van deze scholing? Voor wiens rekening zijn deze kosten?
318
Bent u het er mee eens dat de Schijf van Vijf bedoeld is om mensen te stimuleren tot
een gezond voedingspatroon?
319
Kunt u verklaren waarom er via de Schijf van Vijf gestuurd wordt op milieudoelen en
kunt u aangeven wat dit te maken heeft met een gezond voedingspatroon?
320
Kunt u aangeven hoeveel medewerkers van versafdelingen van supermarkten er zijn? Hoe
wordt geborgd dat de opgedane kennis niet direct verloren gaat wanneer medewerkers
een baan buiten de supermarkt vinden?
321
Kunt u aangeven wat de rol is van supermarkten in het extra onder de aandacht brengen
van de Schijf van Vijf?
322
Is de klimaatimpact van de producten uit de Schijf van Vijf beoordeeld? Zo ja, wat
kwam hieruit?
323
Hoe is het stimuleren door supermarkten, horeca- en cateringbedrijven van de jaarlijkse
consumptiegroei van producten uit de Schijf van Vijf, waaronder dierlijke producten,
in lijn met de plannen van het kabinet om de broeikasgasuitstoot van de landbouw terug
te dringen?
324
Op welke manier wordt het nieuwe voedselkeuzelogo geïntroduceerd om dit logo breed
gedragen te krijgen?
325
Met het Vinkje is eerder geprobeerd om een breed gedragen voedselkeuzelogo te introduceren.
Op welke manier verschilt dit nieuwe logo van het Vinkje?
326
Hoe ziet u de scholing van 750 medewerkers van versafdelingen in het licht van het
totaal aantal nieuwe medewerkers dat supermarkten per jaar aannemen?
327
Hoe verklaart u de weerstand van de supermarkten om in dit akkoord tot concrete toezeggingen
te komen, vooral op het gebied van de reductie van suiker in frisdranken?
328
Wat doen het akkoord respectievelijk het flankerend kabinetsbeleid concreet om de
consumptie van groente en fruit, de sector met de grootste achterstand in de Schijf
van Vijf, te stimuleren?
329
Wat wordt in het akkoord gedaan om de consumptie van gezonde voeding (met name groente-inname)
onder gezinnen met lage inkomens, waar problemen met gezonde eetgewoontes het grootst
zijn, te stimuleren?
330
Wat vindt u van de invoering van de suikertaks in het Verenigd Koninkrijk?
331
Kunt u bevestigen dat de suikertaks heeft geleid tot aantoonbaar minder suiker in
producten, omdat producenten hun productiemethodes hebben aangepast?
332
Wat kan uit de effecten van de suikertaks in het Verenigd Koninkrijk worden geleerd
voor de Nederlandse situatie?
333
Kunt u uiteenzetten wat het huidige verschil is in suikergehaltes van frisdranken
in het Verenigd Koninkrijk en in Nederland?
334
Hoe verhoudt de in het Verenigd Koninkrijk waargenomen suikerreductie zich in kwantitatieve
zin tot de door frisdrankproducenten in Nederland gerealiseerde en voorgenomen reductie?
335
Hoe wordt het wetenschappelijk bewijs dat een plantaardig dieet het risico op hart-
en vaatziektes verkleint geïntegreerd in het preventiebeleid?
336
Erkent u dat een (meer) plantaardig dieet goed is voor zowel de menselijke gezondheid
als voor het klimaat?
337
Bent u op de hoogte van de inhoud van de Transitieagenda Biomassa en Voedsel en van
het ontwerp van het Klimaatakkoord (21 december 2018), waarin wordt beschreven dat
de verhouding dierlijke en plantaardige eiwitten in ons dieet moet worden bijgesteld
van 60:40 naar 40:60, met daarnaast een reductie van de totale eiwitinname van 10–15%?
338
In hoeverre verwacht u dat de voorstellen uit het preventieakkoord zullen bijdragen
aan de doelstellingen met betrekking tot voedselconsumptie uit het ontwerp Klimaatakkoord?
Waar baseert u dat op?
339
Welke voorstellen op het gebied van de vermindering van de consumptie van dierlijke
eiwitten zijn er besproken tijdens het proces van de totstandkoming van het preventieakkoord?
Van welke partijen waren deze voorstellen afkomstig?
340
Hoe draagt de verhoging van de btw op groente en fruit bij aan de preventie van overgewicht?
Op welke (wetenschappelijke) bronnen is deze maatregel gebaseerd?
341
Hoe draagt het verhogen van de btw op groente en fruit eraan bij dat mensen in de
supermarkt vaker de gezonde keuze maken?
342
Klopt het dat catering- en horecabedrijven door middel van nudging en prijsbeleid
de gezonde keuze aantrekkelijker maken en supermarkten niet? Waarom is hiervoor gekozen
en op welke wetenschappelijke inzichten is dit beleid gebaseerd?
343
Erkent u dat wanneer supermarkten door middel van nudging en prijsbeleid gezonde keuzes
aantrekkelijker maken, dit een zeer grote impact zou kunnen hebben op de keuzes van
consumenten? Hoe verhoudt dit zich tot de impact van nudging en prijsbeleid bij catering-
en horecabedrijven?
344
Welke onderzoeken zijn er beschikbaar op het gebied van de relatie tussen prijs(verhoging
of verlaging) en de keuzes van consumenten in supermarkten en horecagelegenheden?
Wat zijn hierbij de conclusies en hoe worden deze ingezet in het kabinetsbeleid met
betrekking tot voedselconsumptie?
345
Hoe wordt er meer aandacht besteed aan «portiegrootte»?
346
Hoe worden ambities verwoord in de voedselagenda om tot een duurzaam gezondheidsgedrag
te komen gekoppeld aan de ambities om tot een gezond voedingspatroon te komen? Door
verandering van voedingspatronen kan namelijk een belangrijke slag in de verduurzaming
van de voedselconsumptie gemaakt worden: meer consumptie van groente en fruit, minder
dierlijke eiwitten, meer eten van het seizoen en minder producten die van ver worden
aangevoerd.
347
De wetenschap is het erover eens dat een omslag in voedingspatronen noodzakelijk is
om wereldwijde en Nederlandse uitdagingen op het gebied van voedsel het hoofd te kunnen
bieden. Dat gaat breder dan alleen met het bestrijden van overgewicht: zo eet minder
dan 85% in Nederland voldoende verse groenten en fruit. Hoe draagt het preventieakkoord
bij aan deze noodzakelijke omslag?
348
Op welke manier worden partijen verantwoordelijk gehouden voor hun inzet, bijvoorbeeld
ten aanzien van de verkoop van meer producten van de Schijf van Vijf (actie 1 en 2)?
349
Waarom wordt voor het tabaksontmoedigingsbeleid wél aangenomen dat prijsbeleid effectief
is, maar worden er geen prijsmaatregelen genomen om de consumptie van groente en fruit
positief te beïnvloeden?
350
Waar, hoeveel en op welke manier draagt de samenwerking tussen de genoemde betrokken
ministeries in concreto bij aan een grotere inname van groente en fruit?
351
Erkent u dat in de samenleving bij uitstek veel draagvlak bestaat voor gezondheidsbevordering
via de consumptie van groente en fruit, en wat gaat u gezien de beperkte impact van
het deelakkoord overgewicht aanvullend doen om de groente- en fruitinname te vergroten?
352
Welk deel van de van 2019 tot en met 2021 gereserveerde middelen voor de uitvoering
van het Nationaal Preventieakkoord wordt wanneer en op welke manier besteed aan het
bevorderen van de inname van groente en fruit?
353
Welke financiële middelen zijn vanaf 2021 en verder structureel beschikbaar voor het
bevorderen van de inname van groente en fruit?
354
Hoe wil het kabinet het stimuleren van de inname van groente en fruit verwerken in
de Landelijke Nota Gezondheidsbeleid en doorvertalen naar lokale aanpakken?
355
Op welke wijze is het ontwerp Klimaatakkoord, dat ook uitgaat van een gedragsverandering
op het gebied van gezondheid met meer consumptie van groenten en fruit, aanleiding
voor het kabinet om aanvullende maatregelen te nemen om het aandeel van groenten en
fruit in de voedselconsumptie te vergroten?
356
Hoe en wanneer wordt de minimaal € 10 miljoen aan publieke middelen die de topsectoren
Agri&Food en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen in 2019 inzetten verdeeld, en welk deel
hiervan is bestemd voor projecten op het gebied van groenten en fruit?
357
Welke middelen (bovenop de genoemde € 10 miljoen in 2019) vanuit de topsectoren Agri&Food
en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen zijn na 2019 beschikbaar?
358
Kan de opmerking van het RIVM over de conclusie van de IBO-werkgroep zo geïnterpreteerd
worden dat de impact van het deelakkoord overgewicht groter zou zijn als het akkoord
(meer) gebruik zou maken van de mogelijkheden van het variëren van prijzen van gezonde
producten (zoals groente en fruit) en ongezonde producten of van gerichte programma’s
of persoonlijke begeleiding met aandacht voor voeding, waaronder groente en fruit?
359
Op welke wijze zal de schoolmelkregeling worden meegenomen in de evaluatie van het
Convenant Sponsoring op Scholen en in het maken van afspraken om een gezonde leefstijl
in het onderwijs te faciliteren?
360
Erkent u dat, vanuit het oogpunt van de noodzakelijke vermindering van de consumptie
van dierlijke eiwitten, het stimuleren of faciliteren van schoolmelkregelingen niet
langer voor de hand ligt? Zo nee, kunt u dit toelichten? Zo ja, welke conclusies verbindt
u hieraan?
361
Welke partijen hebben deelgenomen aan de overleggen over de rol van voeding in de
totstandkoming van het preventieakkoord? Welke partijen hebben op andere wijze inbreng
geleverd over de rol van voeding en maatregelen met betrekking tot voeding in de totstandkoming
van het preventieakkoord?
362
Hoeveel geld gaat er om in kindermarketing, in totaal én uitgesplitst naar de drie
thema’s uit het preventieakkoord?
363
Waarom is er niet gekozen voor wetgeving op het gebied van kindermarketing? Is wetgeving
op het gebied van kindermarketing niet dringend gewenst om kinderen die op dat punt
nog geen zelfstandig oordeel kunnen vormen daartegen te beschermen?
364
Gaat u de effectieve maatregelen ter preventie van overgewicht, zoals benoemd in de
Quickscan mogelijke impact Nationaal Preventieakkoord van het RIVM (november 2018)
behorend bij het Nationaal Preventieakkoord, invoeren? Zo ja, welke en wanneer? Zo
nee, waarom niet?
365
Op welke manier vindt een versnelling en verbreding van de huidige lijn voor productverbetering
plaats?
366
Hoe verhouden de afspraken van het preventieakkoord deel overgewicht zich met het
Akkoord Verbetering Productsamenstelling?
367
Waarom is enkel gekozen voor vrijwillige productafspraken over suikerhoudende producten
en niet voor een belasting voor de industrie op suiker, zoals in andere landen wel
is ingevoerd?
368
Kunt u aangeven in welke landen wel gekozen is voor een belasting op suiker voor de
industrie? En wat de (eerste) effecten in deze landen zijn op de gezondheid?
369
Welke consequenties volgen als branches zich niet aan gemaakte afspraken over kindermarketing
houden?
370
Welke consequenties volgen als de industrie zich niet houdt aan gemaakte afspraken
over het terugdringen van suiker in producten?
371
Kunt u aangeven welke mogelijkheden en afspraken er zijn gemaakt om suiker, vet en
zout terug te dringen in B-merkproducten?
372
Wordt er ook extra aandacht besteed aan (het tegengaan van) digitale kindermarketing?
373
Hoe worden de uitwerkingen van het Akkoord Verbetering Productsamenstelling gecontroleerd?
374
Kunt u bevestigen dat de afspraken en maatregelen betreffende overgewicht jaarlijks
aangescherpt zullen worden, daar uit de Quickscan mogelijke impact Nationaal Preventieakkoord
van het RIVM (november 2018) blijkt dat op basis van de huidige afspraken en maatregelen
de ambities niet gehaald gaan worden?
375
Waarom zijn er geen concrete afspraken in het preventieakkoord deel overgewicht over
vermindering van verzadigde vetten en zout in bewerkte voedingsmiddelen?
376
Wat voegt de afspraak tot inperking van het gebruik van licensed media characters
toe aan de reeds bestaande toezeggingen van de sector, en waarom is gekozen voor inperking
in plaats van een verbod? Op basis van welke voedingskundige criteria wordt dit ingeperkt?
377
Waarom wordt het gebruik van branded characters alleen ingeperkt bij producten van
huismerken van supermarkten en niet bij andere producten?
378
Kunt u nader toelichten waarom branded characters op basis van WHO-criteria worden
ingeperkt en bij licensed media characters «voedingskundige criteria» worden gehanteerd?
379
Waarom sluiten de supermarkten wel aan bij de voedingskundige criteria voor kindermarketing
van de WHO en de levensmiddelenindustrie niet?
380
Hoe zal worden bevorderd dat er verdere maatregelen worden genomen tegen kindermarketing,
nu het RIVM heeft gesteld dat het beperken van kindermarketing meetbaar effect heeft?
381
Erkent u dat een belofte van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI)
uit 2016, om te stoppen met kindermarketing met gebruik van licenced characters voor
bepaalde producten, niet is nagekomen aangezien dezelfde belofte in het Nationaal
Preventieakkoord (2018) wordt opgevoerd als een nieuwe maatregel?
382
Punt 10: Hoe is de leeftijdslimiet vastgesteld op 13 jaar? Zijn er geen kinderen boven
de 13 jaar die ook die doelgroep vormen?
383
Punt 10: Er wordt gesproken over voedingskundige criteria. Wat zijn deze criterea?
En hoe wordt ervoor gezorgd dat een «portie» chocolade niet onder deze criteria gaat
vallen?
384
Het gebruik van energiedrankjes is een probleem onder jongeren. Onlangs kon men bij
een supermarkt sparen voor een miniatuurraceauto van Max Verstappen. De zegels kreeg
men onder andere bij de aankoop van blikjes Red Bull. Worden dergelijke praktijken
ook aangepakt?
385
Op welke wijze gaat u uitvoering geven aan de motie van de leden De Groot en Diertens
over kindermarketing (Kamerstuk 31 532, nr. 201)?
386
Wat wordt er precies bedoeld met een «nationaal systeem voor productverbetering»?
Welke relevante betrokkenen worden bij dit systeem betrokken?
387
Waaruit blijkt dat mensen gezonder willen eten?
388
Bent u van mening dat het eten van een broodje kroket ongezond is?
389
Kunt u aangeven welke producten die nu nog in een gemiddelde kantine verkrijgbaar
zijn, straks niet meer verkrijgbaar zijn in een gezonde kantine?
390
Kunt u aangeven welke concrete maatregelen u voor zich ziet in het werken aan een
gezonder voedingsaanbod in en rond snelwegen?
391
«In 2020 zullen er 2500 sportverenigingen aan de slag zijn met een gezonder aanbod
in de kantine.» Voorziet u financiële risico’s voor sportkantines met de invoering
van een gezonder aanbod?
392
Wat is de precieze rol van VWS bij het opstellen van de voedselkeuzelogo’s? Wanneer
wordt het onafhankelijke consumentenonderzoek uitgevoerd? In hoeverre wordt het RIVM
hierin betrokken?
393
Waaraan moeten de «best practices» voldoen om als voorbeeld gezien te kunnen worden
voor een gezonde productsamenstelling?
394
Is er een nulmeting beschikbaar die kan aangeven wat het huidige kennisniveau is van
alle inwoners van Nederland ten aanzien van de Schijf van Vijf? Wat is de Schijf van
Vijf in een nutshell?
395
In de periode 2006 tot 2012 hebben ruim 2.700 scholen deelgenomen aan het programma
smaaklessen. Daarmee zijn circa 600.000 scholieren bereikt. «Weet wat je eet» (interactief
online lesprogramma) had een bereik van 1.400 scholen en naar schatting ruim 40.000
leerlingen. Jaarlijks komt dit neer op een gemiddeld bereik van 100.000 jongeren in
de doelgroep onder 18 jaar (bron Evaluatie EZ taken Bureau Bartels, blz. 73). Is dit
de laatste studie die heeft plaatsgevonden ten aanzien van bereik of zijn er meer
recente studies? Welke studie wordt als nulmeting gebruikt en hoe wordt de Kamer over
de voortgang gerapporteerd?
396
Het preventieakkoord geeft aan met name aandacht te hebben voor kinderen en jongvolwassenen
als het gaat om bestrijden van overgewicht. Hoe worden zij op speelse manier bewust
gemaakt van wat voeding voor hen persoonlijk betekent en hoe voedsel op hun bord terechtkomt?
397
Het preventieakkoord geeft aan voort te borduren op eerdere initiatieven als Gezonde
School, JOGG, etc. Tegelijkertijd heeft de overheid programma’s gericht op duurzaamheid,
zoals ontwikkelagenda groen onderwijs, Jong leren eten, etc. Hoe verhouden deze initiatieven
zich tot elkaar? Waarom is niet gekozen voor een integrale, departementaal overstijgende
aanpak?
398
Kunt u inzicht geven in wat de Citydeal Voedsel van de gemeenten aan concrete resultaten
heeft opgeleverd? Hoe worden best practices opgepakt vanuit lokaal beleid overgenomen
in nationaal beleid?
399
Is er een nulmeting ten aanzien van het aantal gemeenten dat een voedselbeleid heeft?
Wat is uw ambitie om het aantal gemeenten met eigen voedselbeleid te verhogen?
400
Wat zijn de mogelijkheden om het schoolprogramma voor fruit zodanig structureel te
wijzigen, dat dit een grotere bijdrage zal leveren aan het stimuleren van de consumptie
van groenten en fruit op scholen? (toelichting: Een recente BBC-documentaire liet
zien dat eetpatronen in het gezin vrijwel uitsluitend in positieve zin te beïnvloeden
zijn via de kinderen en de school)
401
Kunt u aangeven op welke wijze gehandhaafd zal worden of partijen zich aan de afspraken
houden en dus stappen zetten om tot een gezondere omgeving te komen?
402
In welk jaar zullen alle schoolkantines gezond zijn?
403
Wat behelst de inzet op een gezonder voedingsaanbod in typen zorginstellingen anders
dan in een ziekenhuis?
404
Klopt het dat meer bewegen bijdraagt aan een gezonder gewicht? Bent u bereid extra
middelen ter beschikking te stellen om het bewegingsonderwijs uit te breiden? Zo nee,
waarom niet?
405
Het akkoord beoogt te bewerkstelligen dat sportaanbieders een laagdrempelig sportaanbod
aanbieden om inactieve mensen en kinderen met (vergroot risico op) overgewicht in
beweging te krijgen, waarbij geborgd is dat deelname aan deze laagdrempelige instapsporten
vloeiend overgaat in structurele sportbeoefening. Kunt u toelichten hoe de overstap
van laagdrempelige instapsporten naar structurele sportbeoefening bewerkstelligd wordt?
Wat wordt er met laagdrempelig bedoeld? Financieel laagdrempelig, minder intensief?
406
Worden de middelen van de topsectoren Agri&Food, Tuinbouw & Uitgangsmaterialen, Life
Science & Health (voor Research and Development en innovaties) ook ingezet ten behoeve
van productverbetering? Op welke wijze worden de topsectoren betrokken bij het realiseren
van de ambities van het Akkoord Verbetering Productsamenstelling?
407
Hoe verhouden de nieuwe afspraken in het kader van productverbetering die nu zijn
gemaakt in het preventieakkoord zich tot eerdere, concrete adviezen van de Wetenschappelijke
Advies Commissie (WAC)?
408
Kunt u toelichten welke specifieke doelen er meegegeven worden aan de Topsectoren
in de R&D en innovaties die bijdragen aan het terugdringen van overgewicht?
409
Welke maatregelen worden genomen om de motorische ontwikkeling van kinderen te stimuleren?
Wat wordt bedoeld met een passend aanbod?
410
Er komt een extra ondersteuningsaanbod voor kinderen met motorische problemen op basis
van bewegingsarmoede of motorische stoornissen vanaf 2019. Wat houdt dit ondersteuningsaanbod
precies in?
411
Voor mensen met een verstandelijke beperking, die meer dan gemiddeld een ongezondere
leefstijl hebben en slechtere toegang tot de gezondheidszorg, worden in 2019 en 2020
via het programma Healthy Athletes van Special Olympics 750 coaches en 2000 sporters
voorgelicht over een gezonde leefstijl. Betreft dit slechts voorlichting aan coaches
en sporters of worden aanvullende maatregelen genomen om de leefstijl van mensen met
een verstandelijke beperking te verbeteren?
412
Kunnen de concrete maatregelen om mensen met een gezondheidsachterstand aan het sporten
en bewegen te krijgen nader uitgewerkt worden? Kan daarbij tevens ingegaan worden
op de aan de verschillende maatregelen gekoppelde beschikbare budgetten?
413
Welk budget is er beschikbaar voor activiteiten/maatregelen om mensen met (een verhoogd
risico op) overgewicht aan het bewegen te krijgen?
414
Op welke wijze wordt de samenwerking tussen sport en eerstelijnszorg versterkt? Is
hier budget voor beschikbaar?
415
Kunt u aangeven hoeveel kinderen op dit moment motorische problemen hebben? Hoe verhoudt
dit aantal/percentage zich tot het aantal kinderen met motorische problemen 10 jaar,
20 jaar en 30 jaar geleden?
416
In welk jaar gebruiken alle scholen in het PO, VO en MBO het ondersteuningsaanbod
van de Gezonde School?
417
Kunt u aangeven waarom gekozen is voor het bereiken van 160.000 kinderen in het speciaal
onderwijs en 30% van de mensen met een beperking in het streven naar een inzet op
een gezonde leefstijl? Waarom is de inzet niet hoger?
418
In welk jaar is bij alle opvangorganisaties een pedagogisch professional getraind
op de Gezonde Kinderopvang, gezondheidsthema’s als voeding, sport en bewegen, buiten
spelen en sociaal emotionele ontwikkeling?
419
In welk jaar is in alle gemeenten in Nederland een aanpak voor een sluitende keten
voor kinderen met overgewicht en obesitas gestart?
420
Wat zijn de kosten van het actiever doorverwijzen naar eerstelijnszorg en sociale
voorzieningen, zoals de wijkteams, zorgprofessionals, buurtsportcoaches, sportaanbieders
en collectieve activiteiten die de gemeenten organiseren?
421
«In de periode tot 2021 worden in Nederland door het Instituut voor Natuureducatie
en duurzaamheid (IVN) en Jantje Beton 12 Gezonde Buurten gerealiseerd met nauwe betrokkenheid
van relevante partners uit het Nationaal Preventieakkoord.» Waaruit bestaat een gezonde
buurt? Op basis van welke criteria worden deze Gezonde Buurten-in-wording aangewezen?
422
Kunt u aangeven hoe het aansluiten bij het programma «Terugdringen van gezondheidsverschillen...»
zich verhoudt tot het WRR-rapport waarin gesteld wordt dat 30-jarig gecobineerdegecobineerde
eleid op het verkleinen van gezondheidsverschillen niet effectief is geweest?
423
Hoeveel budget is er beschikbaar vanuit de Zorgverzekeringswet voor de uitvoering
van de gecombineerde leefstijlinterventies? Hoeveel mensen kunnen met behulp van dat
bedrag deelnemen aan dit programma? Is het correct dat slechts maximaal 2,5% van de
doelgroep van de gecombineerde leefstijlinterventie (GLI) gebruik kan maken gezien
het budgettair kader? Waarom is er niet voor gekozen om hiervoor meer budget beschikbaar
te stellen gezien de ambitieuze (maar volgens het RIVM nu niet haalbare) doelstellingen?
424
Welke maatregelen in het preventieakkoord zijn er specifiek op gericht om mensen die
al overgewicht of obesitas hebben te helpen naar een gezonder gewicht (dus maatregelen
naast preventie en voorlichting)?
425
Welk bedrag is er gereserveerd voor het passende aanbod voor elk kind, gezin en elke
volwassene waarbij gewichtsproblematiek wordt gesignaleerd om tot een gezonde gedragsverandering
te komen?
426
Volgens het akkoord wordt er in 2030 voor elk kind, gezin en volwassene waarbij gewichtsproblematiek
wordt gesignaleerd een passend aanbod geboden om tot een gezonde gedragsverandering
te komen en is er een sluitende ketenaanpak geïmplementeerd in alle gemeenten. Kunt
u toelichten hoe een dergelijk passend aanbod eruit komt te zien? Welke consequenties
heeft dit voor monitoring en administratie?
427
Wat zijn de criteria die verbonden zijn aan de toolkit die wordt ontwikkeld voor het
opstellen van «best practices» voor de implementatie van de GLI?
428
Kunt u een stand van zaken geven van verzekeraars en regio’s waar de GLI is gecontracteerd?
429
Hoe worden mensen op toegankelijke wijze geïnformeerd over de mogelijkheden en voorwaarden
om gebruik te kunnen maken van de GLI?
430
Hoe gaat u ervoor zorgen dat verzekerden die aan de criteria van de GLI voldoen deze
ook aangeboden krijgen en dat er in alle regio’s voldoende aanbod is?
431
Kunt u een indicatie geven van de ontwikkeling van de percentages hart- en vaatziekten
en diabetes type II vanaf 1980, met een interval van vijf jaar?
432
Bent u bereid, wetende dat een aantal aandoeningen, zoals diabetes II, ook te genezen
is met gezonde en op maat toegesneden voeding, buiten de gecombineerde leefstijlinterventie,
met verzekeringsmaatschappijen in gesprek te gaan over de wijze waarop zij gerichte
voeding in plaats van medicijnen voor bepaalde aandoeningen mogen gaan vergoeden?
433
Hoe is te verklaren dat de maatregelen in het kader van overgewicht en obesitas veel
minder vergaand zijn dan bij roken? Heeft de samenstelling van de betrokken partijen
bij de onderhandelingen hier invloed op gehad?
434
Waarom is er niet voor gekozen de btw op groente en fruit te verlagen? Is dit geen
effectieve methode in de aanpak van overgewicht en obesitas?
435
Kunt u inzichtelijk maken wat het precieze productieverlies is van mensen die overgewicht
of obesitas hebben?
436
Kan – net zoals bij roken – aangegeven worden per deelnemer aan de overlegtafel overgewicht,
en dan met name voor de levensmiddelenindustrie en horeca, welke actie zij gaan ondernemen?
437
Waaruit blijkt dat alcoholgebruik onder jongeren de ontwikkeling van hun hersenen
verstoort?
438
Kunt u toelichten welke cijfers laten zien dat wanneer jongeren eenmaal gaan drinken,
ze onverminderd vaak grote hoeveelheden alcohol nuttigen? Is er in deze cijfers onderscheid
gemaakt tussen bijvoorbeeld verschillende regio’s, scholieren/studenten, opleidingsniveau?
439
Het preventieakkoord richt zich op het tegengaan van schadelijke alcoholconsumptie.
Kunt u aangeven hoeveel van het budget daadwerkelijk besteed wordt aan deze doelstelling?
440
Is er een verklaring voor het feit dat het percentage scholieren in de leeftijdscategorie
12 tot en met 16 jaar dat ooit alcohol heeft gedronken niet meer verder is gedaald
na 2015 ondanks het feit dat de minimumleeftijd is verhoogd naar 18?
441
Een groot deel van de inspanningen van het akkoord problematisch alcoholgebruik wordt
door de alcoholsector geleverd. Hoe verhoudt deze kansrijke publiek-private samenwerking
in het akkoord zich tot de inzet van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport in internationale overleggen en wordt deze samenwerking ook actief uitgedragen
in internationale gremia?
442
Kunt u van alle aangekondigde maatregelen in het alcoholakkoord aangeven in welke
mate en waar deze bewezen effectief zijn gebleken?
443
Kunt u aangeven hoe het aantal jongeren dat onder de 18 jaar drinkt zich de laatste
jaren heeft ontwikkeld en wat de prognose is voor de komende jaren?
444
Kunt u aangeven hoe het aantal ouderen dat overmatig drinkt zich heeft ontwikkeld
sinds 2012 en wat de prognose is voor de komende jaren, rekening houdende met de vergrijzing?
445
Kunt u inzichtelijk maken wat het precieze productieverlies is van mensen die overmatig
of zwaar drinken?
446
Is er een verklaring voor het feit dat hoogopgeleide vrouwen vaker drinken tijdens
de zwangerschap dan laagopgeleide vrouwen? Wat gaat u doen om dit terug te dringen?
447
Welke invloed heeft de conclusie van het RIVM, dat, wanneer gekeken wordt naar het
pakket aan voorgenomen acties en doelstellingen en deze gelegd worden naast de maatregelen
die door de IBO-werkgroep als effectief zijn beoordeeld (grote accijnsverhogingen,
beperkingen van tijd en locatie van verkoop, en intensieve persoonlijke begeleiding
bij gedragsverandering) zij zien dat deze niet of nauwelijks worden ingezet? Op welke
wijze worden de conclusies van het RIVM op dit punt meegenomen in het preventieakkoord?
Waarom zijn veel van de maatregelen die door de IBO-werkgroep als effectief zijn beoordeeld
niet of nauwelijks ingezet in het preventieakkoord? Kan hierop per maatregel apart
worden ingegaan?
448
Waarom zijn bij het onderdeel alcohol de voorgestelde acties vooral in termen van
proces en weinig in termen van output geformuleerd waardoor de impact op alcoholinname
niet kwantificeerbaar is? Hoe kan bij evaluaties beoordeeld worden of doelen zijn
gerealiseerd door middel van de in het preventieakkoord opgenomen maatregelen?
449
Kunt u aangeven hoe het (overmatig) alcoholgebruik in Nederland zich verhoudt tot
andere Europese landen?
450
Is er zicht op de exacte maatschappelijke kosten als gevolg van problematisch alcoholgebruik?
451
Hoe zijn de ambities en doelstellingen met betrekking tot problematisch alcoholgebruik
tot stand gekomen? Hebben er alternatieven op tafel gelegen?
452
Wat is de rol geweest van de horeca en alcoholproducenten bij de totstandkoming van
de ambities en doelstellingen?
453
Kunt u toelichten hoe het IJslandse preventiemodel middelengebruik er precies uitziet?
Kan inzichtelijk worden gemaakt hoe het aantal overmatige en zware drinkers door inzet
van dit model is afgenomen?
454
Hoe zijn de vijf onderdelen (alcohol en de school en studie omgeving; marketing van
alcoholhoudende drank; bewustwording en vroegsignalering; een gezonde sportomgeving;
naleving en handhaving bij leeftijdsgrens en dronkenschap) van het deelakkoord met
betrekking tot problematisch alcoholgebruik tot stand gekomen?
455
Wat is de reden voor de keuze om geen Gezonde School Coördinator aan te stellen bij
HBO-schoollocaties en universiteiten?
456
Waarom zijn de bij de Nederlandse Brouwers aangesloten brouwers de juiste partij om
studentenverenigingen te ondersteunen bij het vormgeven van een verantwoord alcoholbeleid?
457
Zijn er ook andere partijen overwogen dan de Nederlandse Brouwers om studentenverenigingen
te ondersteunen bij het vormgeven van een verantwoord alcoholbeleid?
458
Waarom heeft Nederland, anders dan de meeste andere lidstaten van de Europese Unie,
de geldende Europese regeling voor televisiereclame (Audiovisuele Mediarichtlijn),
waaronder alcoholreclame, niet geïmplementeerd in wetgeving maar als zelfregulering?
Waarom wordt er in het kader van het preventieakkoord niet alsnog voor gekozen om
over te gaan tot wetgeving?
459
Kunt u aangeven welke invloed alcoholmarketing heeft op problematisch alcoholgebruik?
Zo ja, welke directe relatie ligt er tussen marketing en problematisch alcoholgebruik?
Zo nee, waarom worden er dan diverse maatregelen aangekondigd? Kunt u per maatregel
aangeven in welke mate en waar deze maatregel bewezen effectief is gebleken?
460
Kunt u aangeven wanneer het onderzoek naar de mate waarin alcoholmarketing bijdraagt
aan problematisch alcoholgebruik is afgerond? Wie voert dit onderzoek uit?
461
Kunt u aangeven in hoeverre de genoemde maatregelen bewezen effectief zijn als er
nauwelijks kennis is over de invloed van alcoholmarketing op drinkgedrag?
462
Wat wordt er bedoeld met de zin «dit gaat verder dan dat alcoholmarketing niet gericht
mag zijn op jongeren»?
463
Waaruit blijkt dat de manier waarop de maatschappij tegen alcohol aankijkt aan het
veranderen is?
464
Waaruit blijkt dat de manier waarop in de maatschappij met alcohol omgegaan wordt
aan het veranderen is?
465
Waaruit blijkt dat de manier waarop tegen de combinatie alcoholgebruik en sport wordt
aangekeken verandert?
466
Waaruit blijkt dat de koppeling tussen sport en alcohol minder vanzelfsprekend wordt?
467
Betekent het preventieakkoord het einde van het Holland Heineken House?
468
Kunt u aangeven waarom er afspraken gemaakt worden om nog vóór 2021 met oplossingen
te komen om bereik en beïnvloeding van jongeren te voorkomen of te beperken nog vóór
er daadwerkelijk onderzoek gedaan is naar het effect van beïnvloeding?
469
Kunt u verklaren waarom maatregel twee al aangekondigd is nog voor maatregel één is
uitgevoerd?
470
Kunt u de bewezen effectiviteit van het niet langer adverteren voor alcoholhoudende
dranken bij sportvelden van amateurclubs aantonen?
471
Kunt u aangeven welke consequenties het niet langer adverteren voor alcoholhoudende
dranken bij sportvelden voor amateurclubs heeft? Kunt u financiële consequenties,
bijvoorbeeld dalende inkomsten uitsluiten? Kunt u uitsluiten dat als gevolg van dalende
inkomsten er minder sportmogelijkheden zullen zijn/ontstaan?
472
Kunt u aangeven waarom maatregel drie al getroffen wordt nog voor de maatregelen vier
en met name vijf zijn uitgevoerd?
473
Welke invloed hebben alcoholproducenten gehad op de beslissing om reclame voor alcoholvrij
bier langs sportvelden te blijven toestaan?
474
Is er bewezen dat reclame voor alcoholvrij bier geen negatieve impact heeft op alcoholgebruik?
475
«Brouwers en de Sportsector sluiten vanaf 2019 geen nieuwe contracten meer af om langs
sportvelden reclame te maken, de koppeling tussen sport en alcohol moet minder vanzelfsprekend
worden en VWS onderzoekt in hoeverre sport afhankelijk is van de sponsoring door alcoholproducenten
en welke alternatieven er mogelijk zijn.» Kunt u aangeven of dit consequenties heeft
voor de organisatie rondom bijvoorbeeld de Nederlandse delegatie naar de Olympische
spelen, waar Heineken ook een groot boegbeeld en bindende factor in is door middel
van het Holland Heineken House?
476
Punt 3: Wat zijn de gevolgen voor clubs die afhankelijk zijn van deze advertenties?
477
Punt 4 en 5: Geldt dit ook voor de Olympische Spelen?
478
Punt 4 en 5: Is het bij grote sportevenementen zoals bijvoorbeeld de Champions League
niet meer toegestaan dat bijvoorbeeld Heineken in beeld komt tijdens de wedstrijd?
479
Komt er een leeftijdsgrens voor alcoholvrij bier voor minderjarigen? Zo nee, waarom
niet?
480
Waarom wordt er gesteld dat alcoholvrij bier niet voor minderjarigen bedoeld is? Is
dit een wettelijke bepaling uit de Drank- en Horecawet?
481
Kunt u aangeven waarom alcoholvrij bier gezien wordt als een product dat niet bedoeld
is voor minderjarigen? Zijn er meer niet-alcoholische producten die impliciet toch
een leeftijdsgrens kennen?
482
In Nederland is tot nu toe gewerkt met zelfregulering. Waarom zijn de zelfregulerende
partijen niet mede-opdrachtgever van de aangekondigde evaluatie?
483
Kunt u aangeven of er een kans bestaat dat de overheid bepaalde reclames gaat afschermen
op social media? Zo ja, hoe zal worden bepaald welke reclames dit zijn?
484
Waarom wordt blurring niet verboden in het preventieakkoord, daarmee wordt immers
het aanbod verkleind? Waarom wordt blurring niet genoemd in het preventieakkoord?
Waarom wordt er geen onderzoek gedaan naar blurring?
485
Kunt u toelichten hoe de minimum unit pricing in Schotland in zijn werk gaat?
486
Bent u bekend met de zeer uitgebreide, meerjarige evaluatie van minimum unit pricing
in Schotland die door de NHS Scotland zal worden uitgevoerd, onder meer naar de effectiviteit
van de maatregel en impact op consumenten en de markt? Zo ja, wacht u de resultaten
van de Schotse evaluatie af? Zo nee, waarom niet?
487
Hoe gaat u de effecten van minimum unit pricing onderzoeken?
488
Is het mogelijk de effecten van minimum unit pricing te onderzoeken zolang het effect
van de maatregel in Schotland nog niet onderzocht is?
489
Op welke manier gaat doelstelling C1 – dat 80% van de Nederlanders van 12 jaar en
ouder in 2040 bekend is met de gezondheidseffecten van alcohol – worden gecontroleerd?
490
Kunt u aangeven welke specifieke acties u gaat inzetten tegen de zuipketen op het
platteland?
491
Wat zullen de primaire taken zijn van het nog op te richten landelijk platform vroegsignalering?
492
In welk jaar bieden alle sportverenigingen met een eigen kantine/accommodatie een
gezonde sportomgeving?
493
Kan concreet worden uitgelegd wat de maatregel «er wordt geen alcohol geschonken bij
jeugdwedstrijden» precies betekent?
494
De leeftijdsgrens voor verstrekking van alcohol wordt nageleefd. Mogen jongeren (jonger
dan 18 jaar) geen alcoholvrij bier kopen?
495
Op welke manier zal worden gecontroleerd of sportverenigingen een gezonde sportomgeving
creëren?
496
Kunt u aangeven of sportverenigingen, wanneer zij inzetten op een gezonde sportomgeving,
hulp in de vorm van financiële compensatie of begeleiding bij het opzetten van een
solide verdienmodel zullen krijgen?
497
Kunt u toelichten hoe een frisse en gezonde uitstraling van sportkantines wordt gedefinieerd?
Welke producten zullen uit het assortiment worden gebannen?
498
Waarom is ervoor gekozen dat de naleving van de leeftijdsgrens pas in 2030 op 100%
moet liggen (ook aangezien deze naleving een wettelijke plicht is)?
499
Waarom wordt er wel voor sigaretten maar niet voor alcohol voor een prijsverhoging
gekozen?
500
Kunt u toelichten op hoeveel procent de naleving van de leeftijdsgrens sinds de invoering
van de controle heeft gezeten? Kan uiteengezet worden hoe de doelstelling van 100%
naleving gehaald kan worden?
501
Op welke manier zal worden gecontroleerd of iedereen die alcohol verstrekt aan de
nader te ontwikkelen e-learnings deelneemt?
502
Punt 4: Wat valt er precies onder wederverstrekking? Voorbeeld: Geldt dit ook wanneer
een ouder een fles drank koopt waar een minderjarige ook bij zou kunnen komen zonder
toezicht? Hoe wordt dit gehandhaafd?
503
Punt 5: Wat zijn precies de nalevingscijfers in 2020?
504
Punt 5: Wat zijn de gestelde doelstellingen?
505
Punt 5: Kunt u uitleggen welke aanvullende eisen er worden gesteld?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.J.H. Lodders, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
H.C.R.M. Clemens, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.