Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (WSBVC) op 6 december 2018 (Kamerstuk 21501-31-499) en het verslag van een schriftelijk overleg over de Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (Kamerstuk 21501-31-498)
2018D56790 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben enkele fracties
                  de behoefte om enkele vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Sociale
                  Zaken en Werkgelegenheid over de geannoteerde agenda Raad Werkgelegenheid en Sociaal
                  Beleid (WSBVC) op 6 december 2018 (Kamerstuk 21 501-31,  nr. 499) en het verslag van een schriftelijk overleg over de Raad Werkgelegenheid en Sociaal
                  Beleid (Kamerstuk 21 501-31, nr. 498).
               
De voorzitter van de commissie, Rog
De adjunct-griffier van de commissie, Kraaijenoord
Inhoudsopgave
blz.
                         
                         
                         
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
3
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
4
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
4
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie
5
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
6
                         
                         
                         
II
Antwoord / Reactie van de Minister
6
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de
                  Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid op 6 december te Brussel. Zij hebben
                  hierbij een aantal vragen en opmerkingen.
               
Europese arbeidsautoriteit
De leden van de VVD-fractie hebben nog een aantal vragen met betrekking tot de Europese
                  Arbeidsautoriteit. Deze leden vragen de Minister of reeds bekend is of dit dossier
                  wordt geagendeerd als voortgangsrapportage of als een algemene oriëntatie en of hij
                  een update kan geven van de meest recente stand van zaken. Is het waar dat er geen
                  wezenlijke wijzigingen zijn opgenomen ten aanzien van het eerdere voorstel? De Minister
                  geeft aan dat er meer duidelijk is geworden over de budgettaire invulling van de Europese
                  Arbeidsautoriteit. Kan de Minister hier verder inzicht in geven? Kan de Minister het
                  verdere proces schetsen richting zowel besluitvorming als uitvoering?
               
Voorstel Europees Globaliseringsfonds (EGF)
Nederland is terecht kritisch binnen dit dossier, maar lijkt hier in de minderheid
                  te zijn. Kan de Minister aangeven hoe het krachtenveld eruit ziet en welke stappen
                  Nederland met andere lidstaten zet om de Europese Commissie tot een ander besluit
                  te brengen? Is de Minister bereid in antwoord op de voortgangsrapportage ook binnen
                  de geleding van de Raad het negatieve oordeel ten aanzien van subsidiariteit uit te
                  spreken?
               
Voortgangsrapportage Wijziging coördinatieverordening sociale zekerheidsstelsels
De leden van de VVD-fractie hebben met teleurstelling kennisgenomen van het feit dat
                  het niet gelukt is om de door Nederland gewenste aanpassingen in het hoofdstuk werkloosheid
                  opgenomen te krijgen. Deze leden hebben daarnaast met verbazing kennisgenomen van
                  het voorstel van de commissie Werkgelegenheid en Sociale Zaken (EMPL) van het Europees
                  Parlement om werknemers uit andere EU-lidstaten al na één dag werken in Nederland
                  het recht te geven op een werkloosheidsuitkering. Kan de Minister verder inzicht geven
                  in hoe de verschillende voorstellen zich verhouden tot zowel de inzet van Nederland
                  als de inzet van de Raad? Deelt de Minister de opvatting van de leden van de VVD-fractie
                  dat het verstandig zou zijn, gegeven het politieke gewicht van dit dossier en de inzet
                  van Nederland, dit dossier niet nog deze zittingsperiode af te handelen, maar dit
                  te laten aan de nieuwe Europese Commissie en de nieuwe politieke realiteit te zijner
                  tijd? Kan de Minister inzicht geven in de mogelijkheden die lidstaten hebben om de
                  kans op afronding in deze zittingsperiode maximaal te verkleinen? Is de Minister bereid
                  in de Raad aan te geven dat Nederland dit onderwerp dusdanig majeur vindt, dat dit
                  niet nog in deze zittingsperiode afgerond kan worden? Is de Minister bereid hiervoor
                  andere lidstaten als steunzender aan zijn zijde te organiseren? Kan de Minister inzicht
                  geven in het krachtenveld op dit punt? Welke andere lidstaten zijn kritisch op het
                  nog deze periode afronden van de deze verordening?
               
Hoe hoog bedraagt de Werkloosheidswet (WW)-uitkering van bijvoorbeeld een Poolse arbeidsmigrant
                  als hij in Polen een gemiddeld bruto maandsalaris van € 580 ontvangt en daar gedurende
                  tien jaar WW heeft opgebouwd, in Nederland een baan krijgt en hier het dubbele van
                  dat maandsalaris krijgt, maar na één dag wordt ontslagen? Hoe lang heeft de werknemer
                  recht op een WW-uitkering? Komen de kosten van deze uitkering geheel ten laste van
                  Nederland? Kan de Minister, mede in relatie tot de eerder geconstateerde fraude met
                  WW-uitkeringen, inzicht geven in welke mogelijkheden hij ziet om bij dergelijke mogelijkheden
                  «uitkeringstoerisme» te voorkomen? In hoeverre ziet de Minister nu nog mogelijkheid
                  om de onderhandelingen hierover te beïnvloeden richting een voor Nederland betere
                  uitkomst?
               
Voortgangsrapportage Richtlijn betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven
                     voor ouders en mantelzorgers
Kan de Minister inzicht geven in de overwegingen van het Oostenrijkse voorzitterschap
                     om tot een ruimer mandaat te komen ten aanzien van het vaderschapsverlof? Kan de Minister,
                     los van de constatering dat dit voor Nederland in de praktijk geen gevolgen heeft,
                     toelichten hoe zich dit verhoudt tot de motie van het lid Wiersma c.s. (Kamerstuk
                     34 719, nr. 6) die oproept geen verdere inbreuk op de Nederlandse sociale zekerheid te accepteren?
                     Trekt de Minister in deze nog gezamenlijk op met andere kritische lidstaten?
                  
Richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden – update
De leden van de VVD-fractie constateren dat de Richtlijn transparante en voorspelbare
                     arbeidsvoorwaarden niet op de agenda van de Raad staat, maar wel al spoedig richting
                     eindonderhandelingen gaat. Kan de Minister inzicht geven in wat er nu op tafel ligt
                     en hoe hij de kansen van Nederland schat op het aangepast krijgen van de onderdelen
                     die botsen met de Nederlandse situatie? Kan de Minister toelichten waarom Duitsland,
                     Oostenrijk en België zich onthielden van stemming?
                  
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de onderliggende stukken van
                  het schriftelijk overleg met betrekking tot de formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal
                  Beleid van 6 december 2018.
               
De leden van de PVV-fractie zijn van mening dat Nederland een soeverein land moet
                  zijn en zelf moet gaan over haar eigen arbeidsmarktbeleid en het Nederlands sociaal
                  beleid zoals kindregelingen. Het sociale domein behoort primair bij de lidstaten te
                  liggen. De Europese Commissie heeft zich dan ook niet te bemoeien met het Nederlandse
                  arbeidsmarktbeleid en de manier waarop Nederland wenst om te gaan met arbeidsmigranten
                  en fraudebestrijding. De leden van de PVV-fractie wijzen een Europese Arbeidsautoriteit
                  dan ook met klem af. De leden van de PVV-fractie verzoeken de Minister zich niet ondergeschikt
                  aan de Europese Commissie op te stellen, zich soeverein op te stellen en de Europese
                  Arbeidsautoriteit af te wijzen en derhalve iedere vorm van bemoeienis en invloed op
                  het Nederlandse beleid niet te accepteren.
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de onderliggende stukken van
                  het schriftelijk overleg met betrekking tot de formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal
                  Beleid van 6 december 2018.
               
Europese Arbeidsautoriteit
De leden van de D66-fractie vragen of de Minister het wenselijk zou vinden als de
                  Europese Arbeidsautoriteit (of het Agentschap) de Europese Commissie zou kunnen adviseren
                  om inbreukprocedures tegen lidstaten te starten. Wat zouden de voor- en nadelen kunnen
                  zijn van deze mogelijkheid? Hoe verhoudt dat zich tot het feit dat de inzet nu is
                  dat er alleen met instemming inspecties in een lidstaat kunnen plaatsvinden? Zorgt
                  dit voor voldoende mogelijkheden om fraudebestrijding serieus aan te pakken?
               
Raadsaanbeveling verbeteren toegang sociale bescherming werknemers en zelfstandigen.
De leden van de D66-fractie vragen wat de laatste stand van zaken is rond de Raadsaanbeveling
                  verbeteren toegang sociale bescherming werknemers en zelfstandigen. Deze leden vragen
                  wat naar verwachting de inzet van het Oostenrijks voorzitterschap zal zijn. Zij vragen
                  op welke punten, op basis van de laatste versie, de Minister nog wijzigingen zou willen
                  zien. Zijn dit ook punten waar meer lidstaten twijfels over hebben? Tot welke sociale
                  zekerheidsdekking roept de aanbeveling precies op?
               
Richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden
De leden van de D66-fractie vragen wat de appreciatie is van het standpunt dat het
                  Europees Parlement heeft ingenomen. Op welke punten is dit een aanscherping van het
                  voorstel van de Europese Commissie? Hoe kijkt de Minister hiernaar? Hoe kijkt de Minister
                  naar het voorstel voor een recht op grotere voorspelbaarheid van de arbeidstijd voor
                  werknemers met variabele werkuren en de verplichting tot een redelijke aankondiging
                  vooraf van de te werken uren?
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de onderliggende stukken van het
                  schriftelijk overleg met betrekking tot de Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal
                  Beleid op 6 december 2018. Zij hebben hierover nog de volgende vragen en opmerkingen.
               
Europese Arbeidsautoriteit
De leden van de SP-fractie herhalen nogmaals hun vraag wat de reactie van de Minister
                  is op de rapporteur in het Europees Parlement die erop aandringt dat lidstaten gedwongen
                  kunnen worden om mee te werken aan inspecties van de Europese Arbeidsautoriteit. Dit
                  terwijl de Minister aangeeft dat hij geen bevoegdheden wil overdragen. Hoe ziet de
                  Minister dit voor zich? Is de Minister evenals deze leden van mening dat dit de spagaat
                  weergeeft tussen enerzijds het niet willen overdragen van bevoegdheden en anderzijds
                  geen tandeloze tijger willen creëren? De leden merken op basis van eerdere inbrengen
                  van de leden van de VVD-fractie en de leden van de D66-fractie dat ook binnen de coalitie
                  deze tegenstelling aanwezig is. De leden van de SP-fractie zouden het betreuren dat,
                  om conflicten uit de weg te gaan, wordt ingestemd met een halfbakken Europese Arbeidsautoriteit,
                  dat niet meer is dan een bureaucratische moloch die in de praktijk niets voor elkaar
                  krijgt. Deze leden verwachten een uitgebreide reactie op de geuite zorgen en vragen.
               
Coördinatieverordening sociale zekerheid
Eerder al constateerden de leden van de SP-fractie dat het bereikte Raadsakkoord over
                     de Coördinatieverordening sociale zekerheid voor de Minister teleurstellend is. Zowel
                     voor wat betreft de wachttijd voor een WW-uitkering in het werkland als het werklandprincipe
                     is het de Minister niet gelukt resultaat te behalen. De leden van de SP-fractie hebben
                     de Minister recent aangesproken op de fraude met WW-uitkeringen door arbeidsmigranten
                     en gevraagd wat de invloed is van de in dit akkoord overeengekomen maatregelen op
                     het risico op fraude en handhaafbaarheid. Kan de Minister een aantal voorbeelden noemen
                     van individuele gevallen, indien het voorliggende voorstel praktijk wordt? Eerder
                     raamde de Minister de kosten van de wijzigingen waarop de Europese Commissie in het
                     oorspronkelijke voorstel inzette, op circa € 16 miljoen per jaar. Kan de Minister
                     een raming geven van de kosten waar Nederland mee geconfronteerd zou worden als de
                     positie van het Europees Parlement EU-wetgeving zou worden?
                  
Hoe oordeelt de Minister over het plan van de EMPL-commissie van het Europees Parlement,
                     dat werknemers uit andere EU-lidstaten al na één dag werken in Nederland recht hebben
                     op een werkloosheidsuitkering op basis van hun in een ander land opgebouwd arbeidsverleden?
                  
Raadsaanbeveling verbeteren toegang sociale bescherming werknemers en zelfstandigen
De leden van de SP-fractie merken op dat bij de Raadsaanbeveling verbeteren toegang
                  sociale bescherming werknemers en zelfstandigen besluitvorming bij unanimiteit geldt.
                  Wat wordt de inzet van de Minister gelet op het feit dat de Minister eerder aangaf
                  negatief te staan ten opzichte van delen van de aanbeveling? Denkt de Minister in
                  te kunnen stemmen met de nu voorliggende redactie van de tekst? Zo ja, op welke punten
                  en hoe is de tekst gewijzigd dat de Minister er nu akkoord mee kan gaan?
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de onderliggende stukken van
                  het schriftelijk overleg met betrekking tot de Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal
                  Beleid van 6 december 2018.
               
Voortgangsrapportage Wijziging coördinatieverordening sociale zekerheidsstelsels
In de EMPL-commissie van het Europees Parlement is er voor het rapport van Balas over
                  de coördinatie van sociale zekerheid gestemd. Daarin is aangenomen dat sociale zekerheidsrechten
                  die opgebouwd zijn in een ander land direct geïmporteerd kunnen worden naar het Nederlandse
                  sociale zekerheidssysteem. Is de Minister het met de leden van de PvdA-fractie eens
                  dat iedereen eerst moet bijdragen aan het sociale zekerheidssysteem voordat er gebruik
                  van kan worden gemaakt en dat de kans op misbruik minimaal moet zijn? Wat gaat de
                  Minister eraan doen om in de Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid tot een andere
                  uitkomst te komen?
               
Richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden
Er zijn steeds meer flexibele contracten, ook als het aankomt op werkroosters. De
                  leden van de PvdA-fractie zijn verheugd om te zien dat aan deze onzekerheid voor mensen
                  in oproepcontracten een einde wordt gemaakt door het Commissievoorstel herziene Richtlijn
                  transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden. Is de Minister het met de leden van
                  de PvdA-fractie eens dat mensen met contracten van korter dan acht uur per week ook
                  recht hebben op alle informatie over hun arbeidsvoorwaarden? Zo ja, wat gaat de Minister
                  doen om dit in de Raad ook aangenomen te krijgen?
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben kennis genomen van de geannoteerde agenda en de
                  onderliggen stukken.
               
Europese Arbeidsautoriteit
De leden van de SGP-fractie hebben begrepen dat het Europees Parlement de voorgestelde
                  verordening zou willen aanpassen met de mogelijkheid voor de Autoriteit om beleidsaanbevelingen
                  te doen alsmede voorstellen voor inbreukprocedures. Deze leden vragen of zij uit de
                  reactie van de Minister mogen opmaken dat dergelijke voorstellen niet op steun van
                  Nederland kunnen rekenen. Zij zouden ook graag zien dat de Minister zich inspant om
                  verruiming van het bereik van de Europese Arbeidsautoriteit door meer open formulering
                  van de kerntaak van de Autoriteit tegen te gaan. Graag vernemen zij hierop reactie.
               
Gelijke behandeling
De leden van de SGP-fractie vragen waarom de Minister een positieve houding heeft
                  ten aanzien van de Richtlijn gelijke behandeling, terwijl de Nederlandse wetgeving
                  voorziet in een volledig kader ten aanzien van gelijke behandeling. Deze leden vragen
                  waarom de Minister de opvatting van andere lidstaten niet deelt dat het voorstel uit
                  het oogpunt van subsidiariteit onwenselijk is. Zij vragen of de Minister ook van mening
                  is dat de Richtlijn niet dient te leiden tot nieuwe verplichtingen die in de Nederlandse
                  regelgeving geïmplementeerd dienen te worden.
               
Raadsconclusie gendergelijkheid
De leden van de SGP-fractie vragen of de Minister nader kan duiden wat het precies
                  verstaat onder gelijkheid en hoe deze opvatting zich verhoudt tot de inzet van andere
                  lidstaten en de inhoud die voorligt. Deze leden constateren dat de term op uiteenlopende
                  wijzen wordt geïnterpreteerd en dat daardoor veel verwarring ontstaat. Zij vragen
                  waarom het met het oog op de voorstellen niet adequater is om te spreken van emancipatie
                  en gelijke behandeling.
               
Coördinatieverordening sociale zekerheid
De leden van de SGP-fractie vragen op welke wijze de Minister de ervaringen van Uitvoeringsinstituut
                  Werknemersverzekeringen (UWV) met WW-fraude door werknemers uit andere lidstaten gebruikt
                  om juist tot aanscherping van voorwaarden en termijnen te komen. Welke inspanningen
                  zijn en worden verricht om draagvlak bij andere lidstaten te kweken?
               
II Antwoord / Reactie van de Minister
               
          Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M.R.J. Rog, voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid - 
              
                  Mede ondertekenaar
S. Kraaijenoord, adjunct-griffier 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.