Voorstel van wet : Voorstel van wet
35 084 Wijziging van enige wetten en het treffen van voorzieningen in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (Verzamelwet Brexit)
HOOFDSTUK 1. MINISTERIE VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE WET OP DE FORMEEL BUITENLANDSE VENNOOTSCHAPPEN
HOOFDSTUK 2. MINISTERIE VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
ARTIKEL II WIJZIGING VAN DE WEGENVERKEERSWET 1994
HOOFDSTUK 3 MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAATBELEID
ARTIKEL III WIJZIGING VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998
ARTIKEL IV WIJZIGING VAN DE GASWET
ARTIKEL V WIJZIGING VAN DE WET GOEDKEURING EN UITVOERING MARKHAM-OVEREENKOMST
ARTIKEL VI WIJZIGING VAN DE WET BESCHERMING OORSPRONKELIJKE TOPOGRAFIEËN VAN HALFGELEIDERPRODUKTEN
HOOFDSTUK 4. MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
ARTIKEL VII TIJDELIJKE DELEGATIEGRONDSLAG MET BETREKKING TOT SOCIALEZEKERHEIDSWETTEN
HOOFDSTUK 5. MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
ARTIKEL VIII WIJZIGING WET LANGDURIGE ZORG
ARTIKEL IX WIJZIGING ZORGVERZEKERINGSWET
HOOFDSTUK 6. SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
ARTIKEL X REGELGEVENDE BEVOEGDHEDEN TEN BEHOEVE VAN OVERGANGSSITUATIES
ARTIKEL XI INWERKINGTREDING
ARTIKEL XII CITEERTITEL
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ter voorbereiding op de terugtrekking van
het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie het wenselijk is wijzigingen in een aantal
wetten door te voeren en enkele wettelijke voorzieningen te treffen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
HOOFDSTUK 1. MINISTERIE VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE WET OP DE FORMEEL BUITENLANDSE VENNOOTSCHAPPEN
Na artikel 11 van de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen wordt een artikel
ingevoegd, luidende:
Artikel 11a
Ten aanzien van vennootschappen afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk die op het tijdstip
van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de EU voldoen aan de omschrijving
van artikel 1 geldt:
a. de opgave ter inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2, vindt plaats
binnen drie maanden na het tijdstip van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk
uit de EU;
b. de verplichting tot het opmaken van een jaarrekening en een bestuursverslag, bedoeld
in artikel 5, tweede lid, en artikel 6 zijn van toepassing ten aanzien van jaarrekeningen
en jaarverslagen betreffende boekjaren die aanvangen op of na het tijdstip van de
terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de EU;
c. artikel 4, tweede lid wordt eerst drie maanden na het tijdstip van de terugtrekking
van het Verenigd Koninkrijk uit de EU toepasselijk.
HOOFDSTUK 2. MINISTERIE VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
ARTIKEL II WIJZIGING VAN DE WEGENVERKEERSWET 1994
Na artikel 186a van de Wegenverkeerswet 1994 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 186b
Rijbewijzen, getuigschriften van vakbekwaamheid, getuigschriften van nascholing, nationale
certificaten als bedoeld in artikel 151c, vierde lid, onderdeel b, en certificaten
aantonende dat de bestuurder de basiskwalificatie heeft behaald, de nascholing heeft
afgerond, of een aantal uren nascholing heeft gevolgd, maar nog niet heeft afgerond,
die vóór het tijdstip van terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese
Unie zijn afgegeven door de daartoe bevoegde autoriteit van het Verenigd Koninkrijk
in het kader van Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december
2006 betreffende het rijbewijs (PbEU 2006, L 403) of Richtlijn 2003/59/EG van het
Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2003 betreffende de vakbekwaamheid en de
opleiding en nascholing van bestuurders van bepaalde voor goederen- en personenvervoer
over de weg bestemde voertuigen, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van
de Raad en Richtlijn 91/439/EEG van de Raad en tot intrekking van Richtlijn 76/914/EEG
van de Raad (PbEU 2003, L 226) worden ten behoeve van de uitvoering of handhaving
van bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 gestelde bepalingen met ingang van dat
tijdstip niet langer aangemerkt als documenten die zijn afgegeven door een daartoe
bevoegde autoriteit in een andere lidstaat van de Europese Unie.
HOOFDSTUK 3 MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAATBELEID
ARTIKEL III WIJZIGING VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998
Aan artikel 10Aa van de Elektriciteitswet 1998 wordt het volgende lid toegevoegd:
8. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met
betrekking tot de werking en exploitatie van een landsgrensoverschrijdend net dat
de grens met een derde land overschrijdt en de beheerder van dat net, voor zover deze
regels nodig zijn voor het functioneren en de exploitatie van dat net of voor het
functioneren van die beheerder.
ARTIKEL IV WIJZIGING VAN DE GASWET
Aan artikel 2b van de Gaswet wordt het volgende lid toegevoegd:
7. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met
betrekking tot de werking en exploitatie van een landsgrensoverschrijdend net dat
de grens met een derde land overschrijdt en de beheerder van dat net, voor zover deze
regels nodig zijn voor het functioneren en de exploitatie van dat net of voor het
functioneren van die beheerder.
ARTIKEL V WIJZIGING VAN DE WET GOEDKEURING EN UITVOERING MARKHAM-OVEREENKOMST
Aan het eind van artikel 4, tweede lid, van de Wet goedkeuring en uitvoering Markham-overeenkomst
wordt toegevoegd: «of EU-regelgeving».
ARTIKEL VI WIJZIGING VAN DE WET BESCHERMING OORSPRONKELIJKE TOPOGRAFIEËN VAN HALFGELEIDERPRODUKTEN
Aan artikel 27 van de Wet bescherming oorspronkelijke topografieën van halfgeleiderprodukten
wordt het volgende lid toegevoegd:
3. Voor oorspronkelijke topografieën die vóór de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk
uit de Europese Unie op grond van deze wet beschermd werden, wordt onder «een van
de lid-Staten van de Europese Gemeenschappen» in artikel 26 voor de duur van de bescherming
mede verstaan: het Verenigd Koninkrijk.
HOOFDSTUK 4. MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
ARTIKEL VII TIJDELIJKE DELEGATIEGRONDSLAG MET BETREKKING TOT SOCIALEZEKERHEIDSWETTEN
1. Bij algemene maatregel van bestuur kan in de Algemene Kinderbijslagwet, de Algemene
nabestaandenwet, de Algemene Ouderdomswet, de Werkloosheidswet, de Wet arbeid en zorg,
de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet kinderopvang, de Wet
op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
en de Ziektewet worden bepaald dat het Verenigd Koninkrijk na de terugtrekking uit
de Europese Unie voor de toepassing van die wetten gedurende een daarbij aangegeven
periode nog als EU-lidstaat wordt aangemerkt, en kan in die wetten overgangsrecht
worden opgenomen voor de situatie na de terugtrekking of na afloop van die periode
ter voorkoming van onevenredig nadeel voor uitkeringsgerechtigden in het Verenigd
Koninkrijk en Nederland.
2. Zo spoedig mogelijk na de totstandkoming van de algemene maatregel van bestuur, maar
uiterlijk binnen acht weken, wordt een voorstel van wet tot goedkeuring van de algemene
maatregel van bestuur aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gezonden. Indien het
voorstel wordt ingetrokken of indien een van de kamers van de Staten-Generaal tot
het niet-aannemen van het voorstel besluit, wordt de algemene maatregel van bestuur
onverwijld ingetrokken en wordt onverwijld een voorstel van wet aan de Tweede Kamer
der Staten-Generaal gezonden dat er toe strekt de bij de algemene maatregel van bestuur
vastgestelde wijzigingen ongedaan te maken.
HOOFDSTUK 5. MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
ARTIKEL VIII WIJZIGING WET LANGDURIGE ZORG
Aan artikel 6.1.2 van de Wet langdurige zorg wordt, onder vervanging van de punt aan
het slot van onderdeel l door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
m. de verstrekking van de vergoedingen, bedoeld in artikel 69c van de Zorgverzekeringswet.
ARTIKEL IX WIJZIGING ZORGVERZEKERINGSWET
De Zorgverzekeringswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 39, derde lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. de vergoedingen, bedoeld in artikel 69c;.
B
Na artikel 69b wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 69c
1. Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat het CAK aan de persoon, bedoeld
in artikel 69, eerste lid, die in het Verenigd Koninkrijk woont op de dag voorafgaande
aan de datum van terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie zonder
akkoord over de voorwaarden, een vergoeding kan verstrekken voor kosten van zorg indien:
a. de persoon op die dag voldaan heeft aan zijn verplichtingen, bedoeld in artikel 69;
b. op die dag met toepassing van een Verordening van Raad van de Europese Gemeenschappen
of toepassing van zodanige verordening krachtens de overeenkomst betreffende de Europese
Economische Ruimte een recht op de zorg of vergoeding van de zorg bestond;
c. de zorg is verleend buiten het Verenigd Koninkrijk in een lidstaat van de Europese
Unie, in een andere staat die partij is bij de overeenkomst betreffende de Europese
Economische Ruimte of in Zwitserland;
d. de verlening van de zorg op of voor die dag is begonnen; en
e. de zorg is verleend in de periode tot uiterlijk zes maanden na de datum, bedoeld in
het eerste lid.
2. Bij de ministeriële regeling, bedoeld in het eerste lid, kunnen regels worden gesteld
over:
a. de zorg waarvoor de vergoeding wordt verstrekt;
b. de voorwaarden voor het verkrijgen van de vergoeding;
c. de hoogte van de vergoeding;
d. de wijze van verstrekking van de vergoeding;
e. de aan de vergoeding verbonden verplichtingen.
3. Het CAK gebruikt voor de uitvoering van dit artikel het burgerservicenummer van de
persoon, bedoeld in het eerste lid.
4. Het CAK is bevoegd tot het verwerken van persoonsgegevens, waaronder gegevens over
gezondheid, van de persoon, bedoeld in eerste lid, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering
van dit artikel.
5. Het CAK is de verwerkingsverantwoordelijke, voor de verwerking, bedoeld in het vierde
lid.
HOOFDSTUK 6. SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
ARTIKEL X REGELGEVENDE BEVOEGDHEDEN TEN BEHOEVE VAN OVERGANGSSITUATIES
1. Bij algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële regeling van Onze Minister
wie het aangaat kunnen tot een jaar na de datum van terugtrekking van het Verenigd
Koninkrijk uit de Europese Unie, voorzieningen worden getroffen met het oog op een
goed verloop van deze terugtrekking.
2. Bij een algemene maatregel van bestuur of, indien dit noodzakelijk is in verband
met de spoedeisendheid van de voorziening, bij ministeriële regeling als bedoeld in
het eerste lid kan worden afgeweken van het bepaalde bij of krachtens de wet, voor
zover dit nodig is voor een goede tenuitvoerlegging van een bindende EU-rechtshandeling
met betrekking tot de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk, of ter voorkoming
van onaanvaardbare gevolgen daarvan.
3. Indien een voorziening als bedoeld in het tweede lid een structurele afwijking van
de wet betreft, wordt zo spoedig mogelijk een wetsvoorstel ingediend dat ertoe strekt
de wet zodanig te wijzigen dat de voorziening niet langer noodzakelijk is. Indien
een voorziening die bij ministeriële regeling is getroffen een structurele afwijking
van een algemene maatregel van bestuur betreft, wordt zo spoedig mogelijk een ontwerpbesluit
in procedure gebracht die ertoe strekt de algemene maatregel van bestuur zodanig te
wijzigen dat de voorziening bij ministeriële regeling niet langer noodzakelijk is.
4. Indien het derde lid geen toepassing vindt ten aanzien van een algemene maatregel
van bestuur of een ministeriële regeling waarbij wordt afgeweken van de wet, wordt
zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen acht weken een voorstel van wet tot goedkeuring
van de algemene maatregel van bestuur, onderscheidenlijk de ministeriële regeling
bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal ingediend. Indien het voorstel wordt ingetrokken
of indien een van de Kamers der Staten-Generaal tot het niet-aannemen van het voorstel
besluit, wordt de algemene maatregel van bestuur, onderscheidenlijk de ministeriële
regeling onverwijld ingetrokken.
ARTIKEL XI INWERKINGTREDING
1. Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat
voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
2. In het koninklijk besluit kan worden bepaald dat deze wet of onderdelen daarvan terugwerken
tot en met 30 maart 2019.
3. Aan besluiten die worden gebaseerd op een onderdeel van deze wet waaraan ingevolge
het tweede lid terugwerkende kracht is verleend, kan terugwerkende kracht worden verleend
tot en met dezelfde datum.
ARTIKEL XII CITEERTITEL
Deze wet wordt aangehaald als: Verzamelwet Brexit.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministers,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 33 | Voor |
PVV | 20 | Tegen |
CDA | 19 | Voor |
D66 | 19 | Voor |
GroenLinks | 14 | Voor |
SP | 14 | Tegen |
PvdA | 9 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Voor |
PvdD | 5 | Tegen |
50PLUS | 4 | Voor |
DENK | 3 | Tegen |
SGP | 3 | Voor |
FVD | 2 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.