Verslag van een algemeen overleg : Verslag van een algemeen overleg, gehouden op 17 april 2019, over verzekeringen taxichauffeurs
31 521 Taxibeleid
Nr. 113
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG
Vastgesteld 22 mei 2019
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat en de vaste commissie voor Financiën
hebben op 17 april 2019 overleg gevoerd met de heer Hoekstra, Minister van Financiën,
en mevrouw Van Veldhoven-van der Meer, Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
over:
– de brief van de Minister van Financiën d.d. 18 maart 2019 inzake beantwoording vragen
commissie inzake verzekeringen van taxichauffeurs (Kamerstuk 31 521, nr. 107).
Van dit overleg brengen de commissies bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, Agnes Mulder
De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, Anne Mulder
De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, Israel
Voorzitter: Remco Dijkstra
Griffier: Rijkers
Aanwezig zijn zeven leden der Kamer, te weten: Van Aalst, Gijs van Dijk, Remco Dijkstra,
Laçin, Von Martels, Öztürk en Schonis,
en de heer Hoekstra, Minister van Financiën, en mevrouw Van Veldhoven-van der Meer,
Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat.
Aanvang 14.03 uur.
De voorzitter:
Goedemiddag allemaal. Het is een paar minuten over twee. Ik heet de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat, de Minister van Financiën en de ambtelijke ondersteuning
van harte welkom. Ik heet de collega-Kamerleden ook van harte welkom, alsmede de mensen
op de publieke tribune en de mensen die bij dit algemeen overleg meekijken. Dit algemeen
overleg van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat duurt tot maximaal
16.00 uur en gaat over de verzekeringen voor taxichauffeurs. Ik moet erbij zeggen
dat dit een apart algemeen overleg is. Het komt een beetje voort uit een algemeen
overleg dat heeft plaatsgevonden op 16 april – in ieder geval dateren de notulen van
toen – en waarin de taximarkt is besproken. Er staat één stuk op de agenda en dat
is de beantwoording van enkele openstaande vragen die er waren. Dat is dus beperkt,
maar de inbreng van de Kamerleden zeker niet, verwacht ik. Zij hebben ieder twee minuten
spreektijd. Ik stel voor maximaal twee interrupties per spreker toe te staan.
Ik geef de heer Laçin van de SP als eerste het woord.
De heer Laçin (SP):
Dank, voorzitter. De afgelopen periode hebben taxichauffeurs actie gevoerd. Op 19 februari
deden ze dat met honderden hier op het Malieveld en morgen doen ze dat waarschijnlijk
met meer dan duizend in Amsterdam. En dat zegt wel wat. De noodzaak is hoog. Er moet
wat veranderen.
Ik heb de afgelopen maanden veel chauffeurs gesproken. Met stijgende verbazing heb
ik naar hun verhalen geluisterd. Ik heb daarom ook Kamervragen gesteld en dit in eerdere
debatten aangekaart, maar de Minister van Financiën geeft op het punt van taxiverzekeringen
eigenlijk aan dat hij de ontwikkelingen van de afgelopen periode, qua prijs en qua
aanbod, niet goed kent en dat hij in gesprek gaat met het Verbond van Verzekeraars.
Nu weet ik toevallig dat dit gesprek met het Verbond van Verzekeraars en een heel
aantal andere partijen binnenkort plaatsvindt. Ik wil graag van de Minister horen
wat zijn inzet is in dat gesprek. Ziet hij ook de noodzaak om snel tot oplossingen
te komen voor de taxiondernemers en de taxichauffeurs? In de wereld van de taxiverzekeringen
dreigt namelijk een monopolie te ontstaan, en dat moeten we niet willen.
Het wordt voor ondernemers en chauffeurs steeds moeilijker om een betaalbare verzekering
af te sluiten. Steeds meer verzekeraars stoppen met het aanbieden van taxiverzekeringen.
Ik heb ontzettend veel brieven gezien waarin stond dat de verzekering per 1 april
2019 zou eindigen. Dat is inmiddels ruim twee weken geleden. Chauffeurs hebben vervolgens
geen mogelijkheid meer om voor een vergelijkbare prijs een verzekering af te sluiten.
Premies die zijn gestegen van € 700 à € 800 per jaar naar € 2.500 tot € 3.000 zijn
geen uitzonderingen. En dat voor chauffeurs die soms al 30 jaar zonder schade rondrijden.
Ondernemers gaan hieraan ten onder. Hoe gaat de Minister dit stoppen?
Ook rijden er steeds meer taxi's, voornamelijk van de Ubers van deze wereld, zonder
verzekering. Met de huidige premies loont het soms om onverzekerd rond te rijden en
het risico om gepakt en beboet te worden voor lief te nemen. Dit kan niet en mag niet.
Dit heeft gevolgen voor de verkeersveiligheid. Weet de Minister hoe groot het probleem
is en hoe hierop wordt gehandhaafd?
Tot slot. Er wordt door verzekeraars geen onderscheid gemaakt tussen Uberchauffeurs
en reguliere taxichauffeurs. Wij vinden dat dit onderscheid er wel moet komen en dat
dat noodzakelijk is, ook om schades en effecten voor verschillende groepen te kunnen
registreren. Kan de Minister dit punt bespreken in het gesprek dat hij binnenkort
met de branche gaat voeren?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dat was de heer Laçin van de Socialistische Partij. Er zijn geen vragen
voor hem. Dan geef ik het woord aan de heer Schonis. Hij spreekt namens D66. Twee
minuten.
De heer Schonis (D66):
Dank u, voorzitter. Ik dank de Minister van Financiën voor het feit dat hij een keer
plaatsneemt in deze commissie.
De heer Laçin stipte het net al aan. In het vorige AO over taxi's kwam de problematiek
van onverzekerbare taxi's langs. Een van de problemen die geconstateerd werden is
dat de premies te hoog zouden zijn. De heer Laçin heeft net een aantal voorbeelden
gegeven. Ik begrijp inderdaad dat de Minister van Financiën het gesprek aangaat met
het Verbond van Verzekeraars. De heer Laçin heeft daar een aantal vragen over gesteld.
Ik heb nog een aanvullende vraag. Ik heb begrepen dat een aantal buitenlandse verzekeraars
wellicht wel interesse zouden hebben om taxi's in Nederland te verzekeren. Een van
de redenen die worden genoemd, is dat er wellicht verschil van wetgeving zou zijn.
Is dat zo? En welke wetgeving zouden we daarvoor dan moeten aanpassen?
Een andere vraag. Een van de zaken die heel erg naar voren komen, is dat het aantal
aanbieders van polissen in de taxibranche in Nederland niet heel groot is. Er zijn
vijf of zes aanbieders van dit soort verzekeringen. Bovendien zijn de groepen polishouders
ook nog eens relatief klein. Er zijn dus maar zoveel taxichauffeurs verzekerd. De
risico's sla je dus om over een relatief kleine groep. In Nederland zie je sowieso
al dat jongeren wat vaker schade rijden, maar binnen de groep taxichauffeurs zouden
de taxichauffeurs tot 24 jaar nog eens extra schade rijden. Is dat beeld bekend? Wordt
dat inderdaad onderschreven? En als dat zo is, zouden we daarop dan maatregelen kunnen
nemen?
Er zijn signalen dat relatief veel taxichauffeurs onverzekerd rondrijden. Wordt hier
specifiek op gehandhaafd? Kunnen we dat staven? Is dat zo? Is het inderdaad zo dat
taxichauffeurs significant vaker onverzekerd rondrijden dan andere autogebruikers?
Dank u wel.
De voorzitter:
Een vraag van de heer Laçin.
De heer Laçin (SP):
Het is goed om heel vaak genoemd te worden in een bijdrage van een collega. Dan heb
ik het waarschijnlijk goed gedaan, zeg ik tegen mezelf.
Ik heb een vraag aan D66. De Minister gaat binnenkort in gesprek met het Verbond van
Verzekeraars, met de ILT en met allerlei branchepartijen. Ik stipte het net zelf ook
aan. Tijdens het mondelinge vragenuur heeft de Minister op vragen van uw collega van
D66 – o nee, het was de heer Öztürk; ik was even in de war – gezegd: ik ga bemiddelen.
Maar ik vraag meer van deze Minister, omdat er een monopolie dreigt te ontstaan en
omdat de verzekeringspremies skyhigh zijn. Er moet iets veranderen. De Minister gaat
met al deze partijen aan tafel en moet snel tot oplossingen komen, maar wat verwacht
D66 van deze Minister? Dat wil ik graag van de heer Schonis weten. Wat vindt D66?
De heer Schonis (D66):
Ik zit naast DENK in de bankjes, dus ik denk dat daar de verwarring vandaan komt,
meneer Laçin. Ik heb de Minister een aantal vragen gesteld over de problematiek die
u schetst en die mij ook verteld is. Ik wil eerst weten of die problematiek inderdaad
reëel is. Op het moment dat verzekeraars uitwijken naar het buitenland ben ik wel
heel benieuwd naar de reden daarvoor; waarom zouden wij in Nederland onze zaakjes
niet op orde hebben? Dat zou ik graag willen weten.
De heer Laçin (SP):
Waar ik heel erg tegen wil waken is dat de Minister wel in gesprek gaat en met allerlei
partijen om de tafel gaat zitten – er wordt wat koffiegedronken en er worden wat afspraken
gemaakt en intenties uitgesproken – maar dat de taxichauffeur met de gebakken peren
blijft zitten. Dat moeten we niet willen. Daarom vraag ik aan de Minister om snel
met oplossingen te komen. Ik hoop dat de D66-fractie ook aan deze Minister wil vragen
om snel met oplossingen voor de chauffeurs te komen.
De heer Schonis (D66):
Op het moment dat die problemen er zijn – zo heb ik het net geschetst; zo heb ik de
vraag ook neergelegd – en de Minister zegt dat hij die problemen erkent, dan is het
natuurlijk aan hem om daar zo snel mogelijk een oplossing voor te vinden.
De heer Öztürk (DENK):
Dat is niet alleen aan hem. D66 zit in de coalitie. Het is ook aan D66 om deze Minister
tot daden te laten komen. Om KLM te redden heeft deze Minister zelfs grote ruzie gemaakt
met een land als Frankrijk. Zo ver is hij gegaan. Hij heeft bijna 1 miljard euro gemeenschapsgeld
in KLM gestopt. Dan kan D66 als coalitiegenoot toch niet zeggen: het is aan hem, dus
we laten het erbij? Of zegt u: we komen niet op voor de taxichauffeurs, maar we stellen
een paar vragen om ons een beetje te laten zien?
De heer Schonis (D66):
Meneer Öztürk, ik denk dus dat u heel blij bent met deze Minister, net als ik. Als
hij zelfs KLM durft aan te pakken... Ik ga ervan uit dat, op het moment dat de verzekeraars
niet met een goed verhaal aankomen, hij daar zeker op door zal pakken. Dus ik denk
dat we daarover niet met elkaar van mening verschillen.
De heer Öztürk (DENK):
U gaat daarvan uit, maar ik denk dat iets meer duwwerk richting de Minister nodig
is. Ik zie welke antwoorden hij heeft gegeven op de mondelinge vragen die ik heb gesteld:
ik ga bemiddelen. Dat waren niet de woorden die de taxichauffeurs wilden horen. De
taxichauffeurs wilden horen wat de Minister concreet zou gaan doen. Gaat hij de verzekeringsmaatschappijen
aanpakken? Gaat hij zo ver dat hij zelfs de maatregelen zal nemen die hij voor de
KLM heeft genomen? Is D66 bereid om deze Minister te vragen om zo ver te gaan als
bij KLM? Dat is ook een vervoerder. Of je nou mensen op de weg vervoert of in de lucht:
het is in principe hetzelfde. Het zijn beide vervoerders.
De heer Schonis (D66):
Volgens mij krijgt het begrip «luchttaxi» dan een andere betekenis. Ik denk dat we
wel even vast moeten stellen dat deze Minister bij KLM gewoon een aandeel heeft gekocht
in het bedrijf. Ik denk dat het hier niet gaat om het kopen van aandelen, bijvoorbeeld
om de verzekeraar te bewegen om de verzekeringen op orde te krijgen. Ik ga eerst eens
van de Minister horen wat hij al gedaan heeft. En daarna gaan we praten over het vervolg.
De voorzitter:
Dank u wel. Waren er meer vragen? Nee. Ik inventariseer het even. Ik zag net allemaal
handjes omhooggaan.
De heer Van Aalst, PVV.
De heer Van Aalst (PVV):
Dank u wel, voorzitter. De PVV is de échte ondernemerspartij. Daarom vinden wij het
onverkoopbaar dat ondernemers in de taxibranche vanwege verstikkende premies gedwongen
worden om maar ander werk te zoeken. Zo vertelde een taxichauffeur ons dat hij nu
nog € 385 premie per kwartaal betaalt, maar dat de premie bij een nieuwe verzekering
mogelijk wel € 2.400 zou kunnen worden. En dan is het gewoon klaar: einde werk.
Voorzitter. Waar bestaat het voortvarende werk van deze regering dan uit? Vaststellen
dat veel belangrijke informatie over de ontwikkeling van de taxiverzekering en van
de premies niet bij haar bekend is? En tot slot laat de Minister het Verbond van Verzekeraars
een uitvraag bij zijn leden doen. Poehpoeh, dat is nog eens hard optreden!
Voorzitter. Het is al duidelijk. Deze Minister en Staatssecretaris tonen opnieuw geen
enkele daadkracht om te voorkomen dat de taxichauffeurs straks worden gedwongen om
te stoppen met hun werk. Dat is te triest voor woorden.
Voorzitter. De oplossing voor het probleem zit hem in het aanpakken van de oorzaken.
Kan de Staatssecretaris of de Minister mij vertellen of het waar is dat de premies
zo stijgen omdat Uberchauffeurs er een puinhoop van maken op de weg? Kan de Staatssecretaris
haar visie geven op deze vraag? Hoe verantwoorden verzekeringsmaatschappijen hun beleid
richting de taxichauffeurs? Kan de Minister aangeven of hij hierover gesprekken heeft
gevoerd en, zo ja, wat de uitkomst van deze gesprekken was?
Voorzitter. Het is heel gemakkelijk van de regering om te zeggen dat zij de informatie
om dit probleem op te lossen niet in huis heeft, maar daar helpen we deze ondernemers
niet mee. Voorkom dat de taxichauffeur gepakt wordt door deze enorme lastenverhoging
en toon als regering eens wat lef door dit probleem aan te pakken.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan kom ik bij de heer Öztürk van DENK.
De heer Öztürk (DENK):
Voorzitter. We komen vandaag weer bij elkaar voor de taxichauffeurs. Morgen komen
zo'n 1.000 taxichauffeurs in Amsterdam bij elkaar, want zij verdienen duidelijkheid
over hun toekomst. Want dit kabinet pakt hun de bpm-vrijstelling af, dit kabinet kijkt
toe hoe de premies voor de taxiverzekeringen verdubbelen en dit kabinet stimuleert
de oneerlijke concurrentie met platformbedrijven. De onmogelijke omstandigheden van
de taxichauffeurs worden mogelijk mede veroorzaakt door dit kabinet. Dit kabinet is er voor
de multinationals en laat de kleine ondernemers helaas stikken.
Voorzitter. Het pesten van deze taxichauffeurs moet afgelopen zijn. Daarom wil ik
een dringende oproep doen aan de Minister, een dringende oproep om daadkracht te tonen,
een dringende oproep om de portemonnee te trekken, zoals hij dat ook heeft gedaan
voor KLM. Duizenden zelfstandige taxichauffeurs dreigen hun verzekering te verliezen.
De enkele verzekeraars die nog bereid zijn om te verzekeren vragen extreme bedragen.
Deze verzekeringsbedrijven verdienen geld over de ruggen van hardwerkende taxichauffeurs.
Je kan een taxichauffeur wel verplichten om een WA-verzekering te nemen, maar zorg
dan ook voor voldoende alternatieven en redelijke voorwaarden. Deze vorm van uitbuiting
moet afgelopen zijn. De Minister durfde voor KLM zelfs de strijd aan te gaan met Frankrijk,
maar hij durft de verzekeringsmaatschappijen niet aan te pakken. En dat is echt treurig.
Waarom trekt de Minister de ene vervoerder voor op de andere?
Is de Minister bereid om iets te doen om de machtspositie van de verzekeraars op de
taximarkt aan te pakken? Gaat de Minister verzekeraars aanspreken op hun acceptatiebeleid?
Waarom geen acceptatieplicht, maar wel een verzekeringsplicht?
Voorzitter, tot slot. Mijn fractie maakt zich ook zorgen over de rol van Uber. Taxichauffeurs
verdienen duidelijkheid, geen verdubbeling van hun verzekeringspremie. Want waar komt
die enorme premiestijging vandaan? Klopt het dat de ongelukken van Uberautogebruikers
worden meegenomen in de berekening van de verzekeringspremies? Zijn de taxichauffeurs
daardoor niet de dupe van de multinational Uber? DENK wil graag concrete antwoorden.
De voorzitter:
Dank u wel. Een vraag van de heer Van Aalst.
De heer Van Aalst (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Voor een groot deel ben ik het eens met het betoog van mijn
collega naast u. Dat had u waarschijnlijk niet verwacht, maar als het om ondernemers
gaat zijn wij het wat dat betreft eens. Mijn vraag aan mijn collega van DENK is de
volgende. In deze commissie voor Infrastructuur en Waterstaat gaat het om heel veel
kleine ondernemers die het regelmatig zwaar hebben. De PVV neemt het voor hen op.
Ik daag mijn collega van DENK uit om niet alleen vandaag maar ook een volgende keer
eens tijd te maken voor deze commissie, en om het op te nemen voor al die ondernemers
waar het in deze commissie om gaat. Is hij daartoe bereid?
De heer Öztürk (DENK):
Ja, dat is wel een leuke. Ik ben heel lang zelf ondernemer geweest. Ik heb het op
afstand gezet. Ik ben ook jarenlang woordvoerder ondernemen geweest. Maar sinds kort
heb ik deze portefeuille. Ik ben sinds een maand portefeuillehouder en sinds die tijd
zit ik ook hier. Ik heb begrepen dat de PVV mij graag naast zich wil hebben en samen
met mij voor de ondernemers wil opkomen. Nou, ik pak die handschoen op.
De heer Van Aalst (PVV):
Voorzitter, het maakt niet uit of hij naast mij zit of aan een andere tafel. Ik vind
het mooi als hij de volgende keer ook aanwezig is, ondanks het feit dat hij al een
maand een heleboel vergaderingen heeft gemist. Maar we zien de debatten tegemoet waar
hij wel bij aanwezig zal zijn.
De heer Öztürk (DENK):
Nou, we moeten ook racisme en discriminatie aanpakken. En we moeten ook een aantal
PVV'ers in andere commissies aanpakken, ook in de plenaire vergadering. Het kost onze
drie Kamerleden heel veel tijd om al die ellendige uitspraken van de PVV aan te pakken.
Dus soms heb ik weinig tijd om hier te komen. Excuus daarvoor.
De voorzitter:
Dan gaan we naar de heer Van Dijk namens de Partij van de Arbeid.
De heer Gijs van Dijk (PvdA):
Dank u wel, voorzitter. We hebben het in dit geval niet over DENK en de PVV, maar
over de taxi's. En er is echt wel iets aan de hand. Het gebeurt niet vaak dat taxichauffeurs
actievoeren, en in groten getale. De zorgen zijn namelijk groot, en ze komen van verschillende
kanten. Aan de ene kant gaat het over de premies, die de afgelopen jaren met tientallen
procenten zijn gestegen, ook voor taxichauffeurs die bijvoorbeeld al achttien jaar
schadevrij rondrijden. Aan de andere kant wordt het voor beginnende taxichauffeurs
bijna onmogelijk om toe te treden, omdat je bijvoorbeeld vier jaar schadevrij moet
zijn en dan ook een flinke borg en extra kosten moet betalen om überhaupt voor een
verzekering in aanmerking te komen. We hebben dus echt een probleem.
De Minister geeft in zijn antwoorden op de vragen aan dat hij met de branche in gesprek
gaat. Dat lijkt me goed. Ik ben benieuwd of de Minister daar ook met een eigen agenda
naartoe gaat. Ik zou de Minister vooral willen aanraden om eens te vragen hoe het
nou komt dat het aantal ongevallen is toegenomen. Dat zou namelijk een van de oorzaken
moeten zijn van de stijging van de premies. Ik heb wellicht een verklaring: de komst
van Uber. Wellicht kunnen de Staatssecretaris en de Minister daarop reageren. Daardoor
zijn er heel veel taxi's bij gekomen die ook heel lang door steden rijden, omdat ze
nou eenmaal niet mogen stilstaan. Het zijn beltaxi's en geen opstaptaxi's. Dat verplicht
hen eigenlijk om de hele dag in steden als Amsterdam, Rotterdam en Den Haag rond te
rijden. En als je vaak en veel rondrijdt, steeds moeër wordt en je niet aan de rust-
en rijtijden houdt, is de kans op ongelukken gewoon groter. Ik denk dus dat de toename
van het aantal taxi's en de toename van het gevaarlijk rijden door met name Ubertaxi's
een van de verklaringen zou kunnen zijn.
Ik zou de Staatssecretaris en de Minister dus willen vragen of ze ook bereid zijn
om de oorzaak van de mogelijke premiestijging aan te pakken, namelijk het ongelijke
speelveld, de concurrentie, waar de goede ondernemer onwijs veel last van heeft. Dat
betekent dat we de Taxiwet zullen moeten aanpassen, zoals ik in eerdere overleggen
al heb gezegd. We moeten echt de oorzaak aanpakken. Dan zullen we ook zien dat verzekeraars
gewoon weer netjes een normale premie zullen vragen.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan de heer Von Martels namens het CDA.
De heer Von Martels (CDA):
Dank u wel, voorzitter. Ik merk dat mijn collega's met dezelfde vragen zitten als
ik. Tijdens mijn inbreng komen die ook naar voren. Omroep Brabant meldde onlangs dat
in Brabant 118 taxi's onverzekerd rondrijden. Andere media meldden dat dat landelijk
rond de 1.150 taxi's zijn. Kan de Minister aangeven wat de exacte aantallen zijn,
wat de oorzaken zijn, hoe de Minister aankijkt tegen onverzekerd rondrijden en hoe
dit kan worden verminderd? Kan de Minister hierbij aangeven of het klopt dat steeds
minder verzekeraars bereid zijn om taxi's te dekken? En, zo ja, wat vindt de Minister
hiervan? De hoge premies lijken een oorzaak te zijn. De Minister gaf tijdens het vragenuur
aan de oplossing voor het creëren van lagere premies te zien in preventie. Hoe wil
de Minister de preventie precies verbeteren? Is de Minister al in gesprek geweest
met de branche en verzekeraars om een bemiddelende rol te spelen? Kan de Minister
daarnaast aangeven of er een koppeling is tussen de hoogte van de premie en de mate
waarin een individuele chauffeur schadevrij rondrijdt? En wie veroorzaken de schade?
Scoort Uber bijvoorbeeld hoger dan reguliere taxichauffeurs?
Tot slot heb ik vragen over een gelijk speelveld op de taximarkt. Kan de Staatssecretaris
er duidelijkheid over scheppen in hoeverre er een oneerlijk speelveld is op het gebied
van het verplicht hebben van een taximeter tussen reguliere taxichauffeurs en Uber?
En klopt het dat UberX een taxiauto mag huren en deze ook voor eigen gebruik mag inzetten?
Zo ja, hoe kijkt de Staatssecretaris hiertegen aan? Hoe kunnen taxiregels in zijn
algemeenheid beter worden gehandhaafd?
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik het voorzitterschap eventjes aan de heer Laçin, zodat ik mijn
eigen bijdrage namens de VVD kan doen.
Voorzitter: Laçin
De voorzitter:
Ik geef het woord aan de heer Dijkstra van de VVD voor zijn inbreng.
De heer Remco Dijkstra (VVD):
Ja, ik vervang de heer Ziengs.
Voorzitter. Taxirijden is leuk. Het is verantwoordelijk werk. Het is ook zwaar werk,
want je hebt lange tijden, lange dagen, en je moet ook scherp blijven. Je moet blijven
opletten. Het zijn ook ondernemende mensen. Het zijn vaak ondernemers. Die taxichauffeurs
moeten zich door ons, door de politiek, gesteund voelen. Zij verdienen het gewoon
om een normale boterham te kunnen verdienen met fatsoenlijk werk. Daarvoor is het
van belang dat de verzekeringen waar ze mee te maken hebben voor de taxichauffeurs
betaalbaar blijven. Volgens ons is een gezonde concurrentie tussen verzekeraars het
beste recept om zo'n verzekering betaalbaar te houden, want als er meer verzekeraars
zijn, dan kan de prijs ook gewoon dalen. Je moet een monopolie daarin voorkomen. Hoe
gaan we de concurrentie in de verzekeringsmarkt stimuleren om via die route lagere
premies te bewerkstelligen, vraag ik de Minister. Juist het feit dat veel taxichauffeurs
op dit moment echt moeite hebben om die premie te betalen, maakt het extra erg. Er
zijn er namelijk een aantal die dat gewoon niet doen en onverzekerd rondrijden in
Nederland. De collega's die het wel doen, worden daarmee oneerlijk getroffen. Zij
hebben zware lasten, terwijl de onverzekerde taxi's extra risico's veroorzaken. Wat
wordt er voor actie ondernomen om dat tegen te gaan? Ik begreep dat er 1.150 onverzekerde
taxi's rijden. Die moeten toch gewoon van de weg af, zou je dan zeggen.
Er wordt vaak met de vinger gewezen naar nieuwkomers in de markt, zoals Uber en Uberchauffeurs.
Zij zouden door hun manier van opereren eerder geneigd zijn om minder voorzichtig
te rijden en daardoor meer ongelukken veroorzaken. Maar het Verbond van Verzekeraars
heeft aangegeven dat Uberchauffeurs niet meer schade rijden dan andere chauffeurs.
Volgens mij moet je daar dus echt voorzichtig naar kijken en over oordelen. Laten
we eerst de daadwerkelijke oorzaken van die hogere premies voor de taxichauffeurs
eens gaan bekijken.
Tot slot stelt de Minister in een brief dat hij een uitvraag wil gaan doen bij de
leden van het Verbond van Verzekeraars om te kijken hoe dat specifiek zit. Is die
informatie inmiddels beschikbaar? En hoe gaan we daadwerkelijk handhaven op die onverzekerde
taxi's?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Dijkstra. U heeft een interruptie van de heer Öztürk.
De heer Öztürk (DENK):
Ook namens de heer Laçin, denk ik. Hij wilde eigenlijk ook een paar vragen stellen,
maar hij is nu voorzitter geworden. Voordat Uber naar Nederland kwam, hadden we deze
problemen niet. Dat is toch merkwaardig. Taxi's hadden geen verzekeringsproblematiek.
Het kabinet wilde de bpm niet afpakken. In hoeverre vindt u dat de lobby van Uber,
ook bij uw partij en het kabinet, effect heeft gehad op alle problemen die de taxichauffeurs
op dit moment ondervinden?
De heer Remco Dijkstra (VVD):
Iedere markt is altijd in ontwikkeling. Er komen altijd nieuwe partijen bij. Je ziet
dat met Airbnb bij de hotels. Je ziet dat met Uber bij de taxi's. De ICT doet haar
intrede. Dat maakt dat je als ondernemer moet veranderen. Je kunt je er ook bij aansluiten.
Ik heb begrepen dat er ook taxichauffeurs zijn die zowel voor zichzelf rijden als
voor Uber en daar flexibel in zijn. Waar het hier om gaat, is dat wij willen dat iedereen
die ondernemend is en voor eigen risico werkt, een goede boterham kan verdienen, en
dat er vooral wat concurrentie komt in die verzekeringspolissen, want die moeten gewoon
omlaag. Anders ben je al het geld dat je verdient kwijt aan die premie. Dat kan niet
de bedoeling zijn.
De heer Öztürk (DENK):
Als het gaat om de verzekeringspremie ben ik het met de VVD eens, maar als het gaat
om de concurrentie van Uber niet. Uber is een multinational. Het geld dat ze hier
verdienen gaat naar andere landen. Daar gaan ze nog meer technologie ontwikkelen en
nog meer geld verdienen over de rug van hardwerkende mensen in Nederland. En u laat
dat toe. Nog een stap verder: de VVD heeft ervoor gezorgd dat de taxichauffeurs hun
bpm kwijt zijn geraakt. Al die duizenden euro's die ze kunnen besparen bij het kopen
van een nieuwe auto, heeft u van hen afgepakt. De vraag is dus: komt u nou op voor
de kleine ondernemer, zoals de PVV dat zegt te doen, of bent u er alleen maar voor
de multinationals, voor Shell, Unilever, AkzoNobel en Uber?
De heer Remco Dijkstra (VVD):
Ik noemde net bewust Airbnb. De ondernemers zijn dan de huiseigenaren. Ook Uber is
een platform. Het is een grote organisatie; dat klopt. Maar ze leveren een platform
waarbij individuen en taxichauffeurs zich kunnen aansluiten. Ze moeten daar een vrije
keuze in hebben. Het is wel verplicht dat je je goed verzekert; daar checken ze op.
De nieuwe technologie gaat voort. Dat kun je met alle geweld tegenhouden. Je kunt
de markt afschermen. Dat is een keuze. Maar ik denk dat er veel meer kansen zijn.
Wat ik vooral wil, is dat de hardwerkende taxichauffeur gewoon een goede boterham
kan verdienen en niet geconfronteerd wordt met dit soort lastenstijgingen omdat er
weinig verzekeraars meer over zijn die taxi's willen verzekeren. Ik wil dus ook weten
wat de oorzaken daarvan zijn voordat we met de vinger gaan wijzen.
De voorzitter:
Dan heeft u nog een vraag van de heer Van Dijk.
De heer Gijs van Dijk (PvdA):
Ik wil de heer Dijkstra er vooral even op wijzen dat er in Europa een uitspraak ligt
dat Uber geen platform is maar een taxibedrijf. Ik denk dat het wel even goed is om
dat te weten.
De voorzitter:
Ik hoorde geen vraag. Wilt u daarop reageren, meneer Dijkstra?
De heer Remco Dijkstra (VVD):
Nee, ik hoorde ook geen vraag, maar dank voor de informatie.
De voorzitter:
Dan draag ik het voorzitterschap weer over aan de heer Dijkstra.
Voorzitter: Remco Dijkstra
De voorzitter:
Volgens mij zijn we dan aan het einde gekomen van de eerste termijn van de Kamer.
Ik denk dat wij even schorsen. Ja, we schorsen vijf minuutjes.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
We waren gebleven bij het algemeen overleg Verzekeringen taxichauffeurs en zijn toe
aan de beantwoording door de Staatssecretaris en de Minister. Ik geef het woord aan
de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat.
Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:
Dank u wel, voorzitter. Voor mij ligt dit algemeen overleg in het verlengde van het
vorige algemeen overleg. Ik zie inderdaad ook weer een aantal bekende gezichten op
de tribune. Ik denk dat we een goed overleg hebben gehad met elkaar, waarin we knelpunten
hebben gesignaleerd en ook het onderscheid hebben gesignaleerd tussen de legale markt,
die een aantal knelpunten kent, en de illegale markt, die verstoringen oplevert voor
de legale markt. Het punt dat daar aan snee kwam en waarvan we zeiden dat we het hier
eigenlijk niet kunnen oplossen omdat het bij de Minister ligt, was het punt van de
verzekeringen. Die vragen zal de Minister dus ook beantwoorden. Ik zal nog vragen
beantwoorden over het onderscheid in de cijfers. Daar hebben we toen wel even aan
geraakt, maar daar kan ik misschien nog iets over zeggen. Ook het level playing field
blijft een heel belangrijk punt. Daarom schets ik ook weer even het onderscheid tussen
de legale markt en de illegale markt, want op een illegale markt bereik je nooit een
level playing field, maar we moeten wel zorgen voor dat level playing field op de
legale markt. Er was ook nog een specifieke vraag over UberX.
Als eerste de vragen die bijna door u allemaal zijn gesteld. Is er nu in de cijfers
iets zichtbaar? Kunnen we dat zichtbaar krijgen? Ik denk dat de Minister daar zo meteen
ook nog iets meer over zegt, maar op dit moment zijn er nog geen cijfers of trends
beschikbaar over het aantal ongevallen met taxi's. Daarom heb ik de Stichting Wetenschappelijk
Onderzoek Verkeersveiligheid opdracht gegeven om dit te onderzoeken. Dat onderzoek
richt zich ook op de ontwikkeling van het aantal ongevallen. Dat wordt uitgesplitst
naar tijd, leeftijd van chauffeur en gemeente. De SWOV heeft aangegeven dat het waarschijnlijk
niet mogelijk is om een onderscheid te maken naar opstap- of bestelmarkt, omdat dat
niet geregistreerd wordt bij het ongeval. Maar ik hoor toch heel duidelijk de vraag
van de Kamerleden of er toch geen manier is om daar iets meer inzicht in te krijgen,
dus we gaan nog een keer kijken of we een manier kunnen vinden. Ik geef u daarover
wel een winstwaarschuwing af, want als dit niet geregistreerd wordt bij het ongeval,
is dat dus niet de bron waar we het uit kunnen halen. Wellicht kan contact met de
verzekeraars input geven aan de SWOV. Laat ik het dus zo zeggen. We doen nog een inspanningsverplichting,
want ik snap waarom u de vraag stelt. We willen weten waar het wringt om goede maatregelen
te kunnen nemen. Ik verwacht u zo rond de zomer over de uitkomsten te kunnen informeren.
Dan is er gevraagd naar het level playing field. Dat ligt in het verlengde van de
vraag of de stijgende premies komen doordat de Uberchauffeurs meer ongelukken veroorzaken.
Dat kunnen we nu dus nog niet vaststellen, maar ik vertelde u net hoe we proberen
meer inzicht te krijgen in het geheel van ongevallen op die markt. Ik denk dat ik
ook in het vorige AO heel duidelijk heb gezegd dat voor alle taxiondernemers en -chauffeurs
dezelfde landelijke regels gelden. Dan hebben we het dus over de legale markt. Dat
we de illegale markt moeten aanpakken met elkaar, daarover zijn we het allemaal eens.
Daar kom ik zo meteen nog op. Ook in de brieven van 30 augustus vorig jaar en van
14 maart heb ik daarover nog wat meer gezegd.
Het is belangrijk om een aantal landelijke regels aan te geven die worden gesteld
aan elke chauffeur: rijbewijs, vakbekwaamheid, praktijk- en theorie-examen, vog, geneeskundige
verklaring. Ook als taxiondernemer moet je een vog hebben. Er worden eisen gesteld
aan het taxivoertuig: toelatingskeuring, blauw kenteken, jaarlijkse apk taxi, maar
ook de boordcomputer taxi. Iedereen die rijdt, moet die hebben, want de boordcomputer
is belangrijk voor de handhaving van rij- en rusttijden. Dat geldt dus voor elke chauffeur
in Nederland, of het nou een Uberchauffeur is of een niet-Uberchauffeur. Er zijn ook
gevallen waarin het een combi is, dus dat mensen zowel voor Uber rijden als voor een
TTO. Overige vereisten als een maximumtarief, een taxi-informatiekaart, het aanbieden
van een ritbon, een klachtenregeling en aansluiting bij een onafhankelijke geschillenbeslechting
gelden allemaal voor alle chauffeurs. Dat is in ieder geval belangrijk om te weten.
Dan blijven er nog genoeg vragen over, maar dit is voor iedereen op dezelfde manier
geregeld.
De vraag van de heer Von Martels ging specifiek over UberX. Dat is de naam van wat
wij met elkaar Uber noemen. Daar zit dus geen onderscheid meer in. Zijn specifieke
vraag ging over de verhandelbaarheid van accounts. Dan raken we van de legale markt
op een gegeven moment richting de illegale markt. De ILT heeft een gesprek gehad met
Uber om medewerking te krijgen bij het verstrekken van gegevens ten behoeve van het
toezicht door de ILT. Afgesproken is dat de ILT bij Uber de benodigde gegevens van
Uberaccounts zal vorderen om te kunnen controleren of er sprake is van misbruik van
Uberaccounts. Uber heeft aangegeven aan een dergelijk verzoek volledige medewerking
te verlenen. Als blijkt dat een chauffeur taxivervoer aanbiedt met behulp van een
verhandeld account en die chauffeur niet beschikt over de benodigde vergunningen –
ik heb net opgenoemd waar men allemaal aan moet voldoen – dan kan ook de verpachter
van het account, dus niet alleen degene die het gebruikt maar ook degene die zijn
account op die manier ter beschikking stelt, mogelijk vervolgd worden voor het medeplegen
van illegaal taxivervoer. Ik wacht de uitkomsten van dit onderzoek af, maar ik denk
dat we dit met elkaar een ernstige kwestie vinden. Het is niet acceptabel dat iemand
die een taxirit bij Uber bestelt, niet weet bij wie hij of zij in de taxi zit. Wij
zeggen namelijk: via de app worden een aantal dingen aangeboden en daarom hoeft het
niet nog op een andere manier te worden gedaan. Maar je moet dan wel weten bij wie
je zit. Zoals ik in antwoord op vragen van de heer Van Dijk al heb aangegeven, verwacht
ik dat Uber er ook alles aan doet om die handel op te sporen. Je gaat dan namelijk
echt richting het illegale circuit en daar moeten we allemaal hard op zijn.
Tot zover, voorzitter.
De heer Van Aalst (PVV):
De beantwoording van de Staatssecretaris verbaast mij enigszins. Tijdens het afgelopen
AO hebben we inderdaad een vraag gesteld over de verhandelbaarheid van die accounts.
Ik hoor dat de Staatssecretaris dit nu wel oppakt, maar ik begrijp dat ze dat in het
verleden dus niet gedaan heeft, terwijl dit toch niet een klacht is die in het vorige
AO zomaar op tafel kwam. Deze klacht liep al veel langer en vanuit de taxibranche
kwam al vele malen de opmerking dat er wordt gerotzooid met Uberaccounts. Had de Staatssecretaris
dit dus niet gewoon al veel eerder kunnen oppakken?
Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:
Ik denk dat we hier allemaal gaandeweg helderder zicht krijgen op de problematiek.
We hebben eerst de SWOV gevraagd als logische partij voor het in kaart brengen van
die cijfers. De SWOV heeft aangegeven: dit-en-dit-en-dit kunnen we wel en dit kunnen
we niet. Omdat ik met u begrijp waarom u deze vraag stelt, heb ik gezegd dat ik nog
creatief wil kijken of we, als het niet via die bron kan, er via een andere bron meer
inzicht in kunnen krijgen. Ik herhaal dat ik daarbij een winstwaarschuwing afgeef,
maar de intentie is er zeker. Dat geldt ook voor Uber. We zien allemaal dat de problematiek
rondom Uber de laatste tijd urgenter is geworden. We hebben de ILT daarop gezet, die
gesprekken heeft gevoerd. Ik denk dat we met elkaar naar de toekomst toe gewoon goede
stappen nemen op dit punt.
De heer Van Aalst (PVV):
Ik ben het met de Staatssecretaris eens dat we naar de toekomst toe goede stappen
moeten nemen, maar ik verbaas me een beetje over het volgende. Als Kamerleden hebben
wij een controlerende taak. Dat betekent dat wij het beleid van de Staatssecretaris
controleren en per definitie eigenlijk niet aan zet zijn om het beleid uit te zetten
voor deze Staatssecretaris. Ik had toch verwacht dat ze proactief aan het werk gaat
en juist met dit soort excessen al veel eerder aan de slag was gegaan. Ze moet niet
wachten tot Kamerleden of instanties zich gaan melden en zeggen: goh, Staatssecretaris,
gaat u hier eens mee aan de slag. Ik mag toch hopen dat de Staatssecretaris proactief
genoeg is om zelf haar huiswerk te doen en ons daarvan op de hoogte te stellen, zodat
wij dat kunnen controleren. Is ze dat met mij eens?
Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:
Ik denk dat ik in het AO een heleboel stappen heb aangegeven die we proactief aan
het zetten zijn. Dat de Kamer daarnaast nog aanvullende wensen heeft, komt in menig
debat naar voren. Daar luister ik dan altijd goed naar. Als ik het nuttige wensen
vind, dan ga ik daar ook graag op in ter aanvulling van hetgeen we zelf proactief
uitzetten.
De heer Schonis (D66):
Goed om te horen dat u in gesprek bent met Uber om het verpachten van accounts aan
te pakken. Goed ook om te horen dat Uber daar gewoon aan meewerkt. Ik denk dat dat
een stukje maatschappelijke verantwoordelijkheid is dat je als bedrijf gewoon moet
nemen. Ga je dan als Staatssecretaris ook nog zover om het volgende te zeggen? «Beste
Uber, op het moment dat wij constateren dat zo'n account verpacht is en Pietje ermee
rijdt terwijl Klaasje het account heeft, verwachten wij dat jullie die accounts per
direct blokkeren.»
Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:
Er loopt nu een onderzoek, waarbij allerlei aspecten bekeken worden. Dit is ook een
aspect dat daar logischerwijs bij bekeken kan worden, maar laat ik daar nog niet op
vooruitlopen. Ik snap de vraag van de heer Schonis wel. Je wilt dat er een effectieve
prikkel is om te voorkomen dat dit te makkelijk wordt gedaan. Een strafrechtelijke
prikkel is een prikkel die altijd heel veel tijd kost, dus ik interpreteer de vraag
van de heer Schonis als volgt. Kunnen er binnen niet-wettelijke maatregelen afspraken
worden gemaakt om de verhandelbaarheid of eventuele handel in accounts zo snel mogelijk
aan te pakken? Daar kijken we naar.
De heer Von Martels (CDA):
De ongevallenregistratie is van enorm groot belang. Nou weet ik dat de nationale politie,
het Verbond van Verzekeraars en het verkeerskundig ICT-bureau VIA ook een initiatief
hebben genomen om ongevallen beter te registreren: het STAR-concept. Ik ben er niet
goed van op de hoogte of dat al is gestart of nog gaat starten, maar mocht het al
gestart zijn, dan ben ik wel benieuwd naar de eerste cijfers. Ik kan me voorstellen
dat u het antwoord niet direct weet, maar misschien kan deze vraag in tweede termijn
worden beantwoord.
Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:
De verkeersveiligheid is primair het domein van de Minister, die ook een heel verkeersveiligheidsplan
heeft aangeboden. Wellicht is er in die context met de Kamer over gecommuniceerd.
Ik zal kijken of we hier voor de tweede termijn een antwoord op kunnen krijgen. Anders
zal ik zorgen dat de heer Von Martels dat antwoord nog krijgt.
De voorzitter:
Gaat u door.
Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:
Voorzitter, daarmee was ik aan het einde van mijn beantwoording en zou ik graag het
woord willen geven aan de Minister.
De voorzitter:
Ja. De Minister van Financiën.
Minister Hoekstra:
Voorzitter, dank. Dank ook voor de gelegenheid om een keer in uw commissie te mogen
figureren. Het is ook goed om te zien dat er mensen op de publieke tribune zitten.
Die zijn meestal met geen stok naar de debatten van de commissie voor Financiën te
krijgen, maar ik zeg er meteen bij dat dat uitsluitend aan de bewindspersonen zal
liggen.
Voorzitter. We voeren dit debat naar aanleiding van berichten over de gestegen premies
voor taxiverzekeringen. Het beeld dat naar voren komt, is dat chauffeurs die hun beroep
vaak al jarenlang naar behoren en meer dan behoren uitoefenen en al jarenlang geen
schade rijden, worden geconfronteerd – ik moet eigenlijk zeggen: ook worden geconfronteerd
– met aanzienlijke premieverhogingen. Dat legt natuurlijk een beslag op hun financiële
situatie. Ik denk dat de rode draad die ik heb gehoord bij de leden van uw Kamer,
en trouwens ook bij het kabinet, is dat dit buitengewoon vervelend is omdat dit een
situatie is waarin de goeden lijden onder de kwaden. Ik realiseer me ook zeer dat
dit voor taxichauffeurs, en daarbinnen dan met name de kleine ondernemers, flinke
gevolgen kan hebben. Dat vraagt volgens mij van ons allemaal dat we bekijken wat nou
de mogelijkheden zijn om het probleem te verlichten.
Daarbij is het wel belangrijk om het probleem te ontrafelen en te kijken wat er nou
echt aan de hand is. De heer Schonis en anderen vroegen daar expliciet naar. Dat is
wel belangrijk voordat je voorsorteert op een oplossing. Het eerste is dat je wel
moet erkennen dat onderdeel van het probleem is dat er in de hele taxibranche aanzienlijk
meer schade wordt gereden dan bij het overige gemotoriseerde verkeer. Ik heb het dan
niet over een klein beetje, ik heb het dan niet over 20% of 30%, maar ik heb het dan
gewoon over een factor drie. Er wordt dus drie keer zoveel schade gereden in de taxibranche
als je het vergelijkt met het gemotoriseerde vervoer. Dat betekent ook dat je in ieder
geval zeer serieus moet nadenken over preventie. Dat is overigens niet alleen goed
voor de taxi's en de taxichauffeurs, maar het is ook goed voor de samenleving. Het
betekent gewoon dat er minder ongelukken zijn, er minder aanrijdingen zijn en er minder
schade wordt gereden. Ik ga daar zo meteen nog wat meer over zeggen. Een ander stuk
van de oplossing, dat meer bij de portefeuille van de Staatssecretaris ligt, is hoe
je illegaliteit voorkomt. Het zou zomaar kunnen dat dat ook toegevoegde waarde heeft
als je zo meteen weer naar de branche als geheel kijkt.
Van mijn kant zal ik in ieder geval aansluiten bij het gesprek met het Verbond van
Verzekeraars. Meerdere leden hebben aangegeven dat dat belangrijk is. Daar zullen
de ministeries bij aansluiten. Ik denk dat we ook serieus moeten kijken hoe we de
problemen kunnen verminderen. Ik ga daar ook zeker proberen te bemiddelen, zeg ik
in het bijzonder in de richting van de heer Laçin. De heer Von Martels vroeg daar
trouwens ook naar. Op voorhand zou ik niet al te schamper willen doen over dat overleg,
want dat is eerlijk gezegd wel in de beste Nederlandse traditie. Je constateert een
probleem en je gaat vervolgens met elkaar om de tafel zitten en kijken hoe je het
kunt oplossen, uiteraard met begrip voor eenieders positie.
Voorzitter. Ik heb de Kamer al toegezegd haar te informeren als de uitvraag van het
Verbond van Verzekeraars over de aanbieders en de ontwikkeling van de premies binnen
is. Ik hoop dat binnen een paar weken te kunnen doen. Ik vermoed dat we dan ook al
hebben gesproken met de rondetafel. Ik denk dat ik de Kamer binnen een paar weken
breder kan informeren. Ik zou de gedachte dat het heel erg zou lijken op een monopolie
toch willen nuanceren. Wat ons betreft zijn er zeker zeven aanbieders die ook taxiverzekeringen
aanbieden, maar we moeten nog meer informatie opzoeken. Ik ga dat gewoon in alle volledigheid
laten doen en zal dat dan naar de Kamer sturen. De heer Öztürk, de heer Van Aalst
en de heer Dijkstra vroegen volgens mij allemaal wanneer dat komt en wat we verwachten
dat erin staat.
Voorzitter. De heer Laçin vroeg wat de inzet van het gesprek is. We proberen onze
bijdrage te leveren aan de oplossing. We zien allemaal wat het probleem is. Ik denk
dat preventie een belangrijk onderdeel is. Je ziet dat verzekeraars vaker een convenant
sluiten in andere sectoren om te kijken hoe ze kunnen komen tot meer preventie. Ik
zei net al dat taxichauffeurs relatief veel schade rijden. Dat geldt overigens ook
voor jongeren. Dat is het domein van de Staatssecretaris, maar iedereen weet dat jongeren
aanzienlijk meer ongelukken maken en aanzienlijk meer schade rijden dan mensen die
tien, twintig, dertig jaar een rijbewijs hebben. Dat is misschien ook iets wat daarin
zou kunnen worden meegenomen.
Het tweede dat ik daar zou willen neerleggen, is de vraag of de verzekeraars meer
kunnen doen, met alle lastigheid daaromheen, ook ten aanzien van de solidariteit,
die we volgens mij allemaal hoog in het vaandel hebben staan. Kunnen we meer doen
in premiedifferentiatie? Dat is natuurlijk de volgende knop waar je aan zou kunnen
draaien. Kan je onderscheid maken tussen degenen die aankloppen? Dat moet je dan doen
op basis van objectieve en eerlijke criteria, in een poging om te zorgen dat taxichauffeurs
die eigenlijk een veel lagere premie zouden verdienen, die wellicht ook kunnen krijgen.
Ik formuleer het voorzichtig, want het is nog niet zo makkelijk. We vinden solidariteit
ook belangrijk, dus ik wil het gesprek erover aangaan. Ik hou er niet van om te «overbeloven»,
maar het is een belangrijk onderdeel van het gesprek.
De heer Von Martels vroeg hoe we de preventie gaan verbeteren. Het is aan de sectorchauffeurs
en aan de verzekeraars, maar het is typisch iets waar verzekeraars vaker op inzetten,
ook op heel andere domeinen. Ik ga voorsorteren op het gesprek dat zij moeten voeren,
maar wat meestal helpt is inzicht in het eigen rijgedrag. Wat helpt is inzicht in
situaties waarin schade wordt gereden. Maar er zijn ook allerlei andere dingen te
bedenken op het gebied van preventie. Ik wil de taxichauffeurs en de verzekeraars,
die daar zelf veel meer verstand van hebben dan ik, daarover vooral met elkaar van
gedachten laten wisselen. Mijn ervaring is wel degelijk dat het uitmaakt of de overheid
besluit, in dit geval zelfs namens twee ministeries, om aan te schuiven en aan te
moedigen in zo'n gesprek. Ik kan dus niks beloven, maar ik zou er ook niet te geringschattend
over willen doen.
De heer Gijs van Dijk (PvdA):
De Minister raakt een essentieel punt. Als je bewezen schadevrij rijdt – ik noemde
het voorbeeld van een taxichauffeur die achttien jaar schadevrij rijdt – maar toch
met een hogere premie te maken hebt, is het ook best solidair om te denken aan een
bonus de andere kant op, namelijk een lagere premie. Dat lijkt me een weg die je best
objectief zou kunnen meten en toepassen zonder de solidariteit te raken.
Minister Hoekstra:
Absoluut. Maar er zijn meerdere spijkers op de kop geslagen. De heer Van Dijk maakt
dit punt terecht, maar het is in zekere zin het klassieke dilemma bij verzekeringen.
Je wilt zorgen dat er min of meer eerlijkheid geldt onder de populatie, maar je wilt
niet differentiëren op de risico's waar mensen eigenlijk niks aan kunnen doen. Ik
noem de volksgezondheid. Op verreweg de meeste risico's wil je niet differentiëren. Maar ik maak even het overstapje
naar mijn eigen portefeuille. Een van de redenen waarom Nederland op onderdelen kritisch
is over een depositogarantiestelsel, een verzekering voor alle lidstaten waarin bankengeld
betaald wordt, is omdat er nog onvoldoende sprake is van gelijkheid tussen de verzekerden.
Het is een lang antwoord, maar ik ben het met de heer Van Dijk eens dat je met gekromde
tenen luistert naar het voorbeeld dat hij geeft. Dat voelt gewoon oneerlijk. Ik ga
dat zeker voorleggen.
De heer Öztürk (DENK):
Wat ik in dit preventieverhaal van de Minister mis, zijn de Ubergebruikers. Collega
Van Dijk heeft daarover uitgebreid vragen gesteld. Hij heeft gewezen op de vermoeidheid
en op het systeem waarmee Uber werkt. Dat betekent dat er in Amsterdam al vijf mensen
zijn overleden. Voor heel veel taxichauffeurs is dat aanleiding om te denken dat daardoor
de verzekeringspremie omhooggaat. Dat vergeet de Minister. In het kader van preventie
zou ik zeggen: durf ook Uber aan te spreken.
De Minister zit nog steeds in de bemiddelfase. Wanneer gaat hij over naar de actiefase?
Wat moet er nog meer gebeuren, Minister?
Minister Hoekstra:
De heer Öztürk zei dat ik het vergat, maar er werd door de heer Van Dijk op de interruptieknop
gedrukt. Daarom heb ik die vraag eerst menen te moeten beantwoorden. De Staatssecretaris
heeft natuurlijk al wat gezegd over Uber. Ik denk dat het verstandig is dat de verzekeraars
en de taxibranche zelf nadenken over welke criteria redelijk zijn om verder te onderzoeken.
Ik vind het lastig, want het is echt aan de Staatssecretaris, om nu al voor te sorteren
op Uber versus de rest. Misschien is dat een logisch criterium, maar dat is aan de
Staatssecretaris.
Ik proef bij de heer Öztürk gebrek aan enthousiasme of althans enige terughoudendheid
ten aanzien van het overleg. Kijk, ik ga niks garanderen, maar ik herhaal wat ik net
zei. Het maakt in de regel wel degelijk uit of je partijen bij elkaar aan tafel zet,
zeker wanneer daar ook nog meerdere politieke debatten over gevoerd zijn en er twee
ministeries aanschuiven. Wordt het een panacee? Wordt het een oplossing waarbij iedereen
highfivend de kamer uitloopt? Nee, ongetwijfeld niet, maar het is wel een heel Nederlandse
manier van doen die vaak resultaat oplevert.
Voorzitter. De heer Öztürk vroeg ook of ik bereid ben om na te denken over een acceptatieplicht.
We zijn de hele tijd op zoek naar het meest redelijke. Dit is eerlijk gezegd niet
het meest redelijke. Ten eerste betekent het dat wij als overheid verzekeraars ergens
toe gaan verplichten. Ten tweede ga je ze ook verplichten om de slechte risico's,
waar de Kamer uitvoerig over heeft gesproken, mee te nemen in het totaal. Uiteindelijk
betaalt de burger de rekening. Ik snap de zoektocht van de heer Öztürk, maar het is
uiteindelijk niet het meest redelijk.
De VVD en de SP vroegen naar de competitiviteit van de markt. Het definitieve antwoord
komt nog, maar er zijn in ieder geval zeven partijen.
De heer Schonis vroeg of het klopt dat buitenlandse verzekeraars wel zijn geïnteresseerd.
Het is mij bekend dat de sector zelf in gesprek is met buitenlandse verzekeraars.
Er zijn op dat terrein geen wettelijke belemmeringen. Voor verzekeraars geldt in de
EU gewoon de interne markt. Dat betekent dat buitenlandse verzekeraars zich op deze
markt mogen begeven.
Voorzitter. Ik heb een aantal vragen geclusterd omdat ze over dezelfde onderwerpen
gingen, maar ik meen alle vragen te hebben beantwoord.
De voorzitter:
Dat gaan we zien. De heer Schonis.
De heer Schonis (D66):
Dank, voorzitter. Ik dank de Minister voor zijn beantwoording. Het gaat om zeven aanbieders
in Nederland. Ik heb even snel gegoogeld bij Independer; zo moeilijk is het tegenwoordig
niet meer. Er zijn maar liefst 60 aanbieders van zorgpolissen voor mij. Kennelijk
is die markt dus niet zo interessant, want het scheelt maar liefst een factor tien
met een reguliere verzekeringsmarkt. Gaat de Minister in het gesprek met de bond en
de verzekeraars bekijken wat de branche zelf meer kan doen aan productdifferentiatie
om hier wat meer prikkel in te krijgen? Zeven aanbieders vind ik niet een heel grote
markt. Ik ben benieuwd naar zijn inzet op dit punt.
Minister Hoekstra:
Misschien is het goed om ook hierbij even de context te schetsen. Als je die vergelijking
wil maken, dan zal je ook moeten erkennen dat het aantal mensen dat een verzekering
moet afsluiten in het kader van de volksgezondheid van een andere orde is dan het
aantal mensen dat een taxiverzekering of een verzekering voor een auto waarmee als
taxi gereden wordt, moet afsluiten. Je moet appels met appels vergelijken. Ik wil
sowieso graag bekijken of de markt voldoende competitief is. Op basis van de eerste
informatie die ik heb, is zeven een ander aantal dan wat sommigen misschien vrezen,
namelijk maar één of twee. Ik heb op voorhand geen reden om aan te nemen dat zeven
te weinig is, maar ik ben graag bereid om ernaar te kijken in het brede onderzoek
dat we nog aan het doen zijn.
De heer Laçin (SP):
Even hierop doorgaand. Er zijn zeven aanbieders. Ik heb het zelf niet bekeken, maar
dat geloof ik. Er zijn wel twee gegevens. Het ene is dat de prijs van de premies enorm
stijgt. De Minister heeft in zijn brief van 18 maart een aantal elementen neergezet
waarom de prijs zou stijgen. Zo is het aantal schades per polis toegenomen, is het
een correctie op dalende winstmarges et cetera. Dus dat is één gegeven waarom de premie
enorm stijgt. Het tweede is dat er zeven aanbieders zijn. We weten dat dat aantal
afneemt; ik heb zelf de brieven gezien. Is het geen glijdende schaal waarbij we er
straks wel veel minder dan zeven hebben? Willen we die ontwikkeling? Of moeten we
die nu al stoppen, zodat de taxichauffeurs wel een betaalbare premie hebben? Dat is
nu niet het geval. Dat is het kernprobleem dat we moeten aanpakken. Ik vraag dan ook
samen met de heren Öztürk en Gijs van Dijk wat u daarmee gaat doen, behalve een rondetafel
organiseren met heel wat partijen.
Minister Hoekstra:
Ik begrijp de heer Laçin zo dat hij vraagt of er voldoende competitie op de markt
is, zodat de verzekeringnemers ook iets te kiezen hebben. Dat is wat we willen. Het
aantal verzekeraars is een factor daarin, maar we weten allemaal dat dit lang niet
de enige is. Soms heb je in een markt één hele dominante speler en nog een hele lange
staart. Dus het aantal zegt wel iets, maar niet alles. Ik wil de heer Laçin toezeggen
dat ik kijk naar wat de ontwikkeling op die markt is geweest. Het is wel relevant
– dat ben ik met hem eens – of je de afgelopen jaren bij wijze van spreken van twintig
naar zeven aanbieders bent gegaan of dat het aantal min of meer stabiel is. Dat zou
kunnen; dat weet ik eerlijk gezegd niet. Ik zou eraan willen toevoegen dat taxichauffeurs
in laatste instantie altijd terechtkunnen bij wat we noemen de Vereende. Die verzekeraar
is gespecialiseerd in moeilijk verzekerbare risico's. Dat is nog een laatste stukje
van het palet dat wel genoemd moet worden.
De heer Öztürk (DENK):
Maar dan moet je wel je portemonnee meenemen!
De voorzitter:
De heer Laçin heeft het woord. U krijgt zo het woord, meneer Öztürk.
De heer Laçin (SP):
Ik kan wel bevestigen wat de heer Öztürk zegt. Dat klopt. De prijzen van de Vereende
zijn enorm hoog in vergelijking met reguliere verzekeringen. Dat is een mogelijkheid
waar steeds meer taxichauffeurs toe zijn gedwongen omdat ze niet worden geaccepteerd
door andere verzekeraars. Die zeven aanbieders zijn prima, maar accepteren ze taxichauffeurs
en welke voorwaarden verbinden ze eraan? De Vereende is de laatste stap, waarin je
zowat je hele portemonnee mee moet nemen om daar verzekerd te raken. Is dat wenselijk?
Minister Hoekstra:
Ik dacht net de heer Laçin een royale toezegging gedaan te hebben, maar die wordt
kennelijk niet zo beleefd. De kernvraag is: wat is voldoende competitie? Dat is het
antwoord op de vraag waar we met elkaar naar op zoek zijn. Dan kunnen we onderscheid
gaan proberen te maken tussen die zeven, maar ik zou het zo met de heer Laçin willen
afspreken: laat ik terugkomen bij de Kamer met een overzicht van de markt, waarin
is terug te lezen hoeveel spelers er zijn en wat de trend is. Ik wil ook best nog
kijken of er nog een redelijke vergelijking te maken is met bijvoorbeeld een andere
sector of verder proberen om een appreciatie te maken. Maar ik wil wel zeggen dat
de zorg aanvankelijk verscholen zat in de gedachte dat het maar een hele kleine groep
verzekeraars is. Nu verleggen we het front en zeggen we: zijn die zeven dan eigenlijk
wel goed genoeg? Ik weet gewoon nog niet of dat reëel is. Ik zou willen afspreken
met de heer Laçin dat we echt even goed naar de feiten kijken. Die ga ik zo snel en
zo volledig mogelijk proberen aan te leveren. Ik heb de commissie inmiddels een klein
beetje leren kennen: daar zal zo nodig ook wel verder op worden doorgevraagd.
De voorzitter:
De heer Öztürk gaat dat doen.
De heer Öztürk (DENK):
Als u toch in de onderzoeksfase zit, bent u dan bereid om de AFM of de ACM te vragen
om goed onderzoek te doen in die branche over de afgelopen vijf jaar en met een rapport
te komen? Zo heeft u een min of meer onafhankelijk en gedegen onderzoek waar de Kamer
ook iets mee kan doen.
Minister Hoekstra:
De heer Öztürk zegt het terecht: niet de AFM, maar de ACM gaat hierover. Daarmee zijn
we overigens weer op het domein van de heer Wiebes beland. Hem wil ik natuurlijk graag
een volgend AO met deze commissie cadeau doen, maar voordat ik dat doe, merk ik mede
namens hem op dat we geen signalen hebben ontvangen van de ACM dat hier sprake zou
zijn van de problematiek waar de ACM zich over buigt. Dat vind ik eerlijk gezegd in
deze fase ook weer een stap te ver. Laat ik het even in een goede Merkeliaanse traditie
doen: schritt für schritt, stap voor stap. U krijgt van mij dat rapport. Ik hoop dat
dit volledig en bruikbaar is. Zo nodig hernemen we het.
De voorzitter:
Dat is afdoende. U was aan het einde gekomen van uw beantwoording. Ik kijk even of
er behoefte is aan een tweede termijn. Die is er niet bij iedereen, maar bij sommigen
wel. Ik begin bij de heer Laçin van de Socialistische Partij.
De heer Laçin (SP):
Voorzitter. Ik zal het kort houden; dat moet ook. Laat helder zijn dat ik wel blij
ben met de toezegging van de Minister. Ik vind alleen wel dat we de kern van dit debat
vast moeten blijven houden, namelijk dat taxiondernemers en -chauffeurs gewoon met
problemen zitten. Ik wil echt voorkomen dat we in een wirwar van vergaderingen, rondetafels,
ambities en convenanten terechtkomen. Ik zeg niet dat dit gaat gebeuren, maar ik wil
daar vast voor waarschuwen. We moeten snel tot oplossingen komen. We moeten kijken
hoe die markt in elkaar steekt en hoe we de taxiondernemers het best en het snelst
kunnen helpen. Ik hoop dat de Minister dit ook ziet en begrijpt. Ik wil hem voor het
gesprek met de hele sector ook helpen, dus ik wil een VAO aanvragen om misschien een
of twee moties in te dienen.
Ik heb nog twee hele kleine vragen aan de Staatssecretaris. De Staatssecretaris heeft
in het vorige debat over ov de toezegging gedaan dat zij in gesprek zou gaan met de
gemeente Amsterdam om te kijken of een TTO toegevoegd zou kunnen worden aan de taskforce.
Hoe staat het daarmee? Dat zou ik graag willen weten.
En de tweede vraag gaat over iets wat de Minister aanstipte: het toetreden van ervaren
chauffeurs. Moeten we de eisen voor het toetreden als taxichauffeur weer wat verhogen
en bijvoorbeeld weer denken aan een vakbekwaamheidseis? Wat vindt de Staatssecretaris
daarvan?
De voorzitter:
De heer Schonis.
De heer Schonis (D66):
Dank u, voorzitter. Even een praktisch punt naar aanleiding van de mededeling van
de heer Laçin. We hebben morgen al een VAO naar aanleiding van het vorige debat. Wellicht
kunnen we dit combineren; dan hebben we het ook in één keer gehad. Dat zal van de
agenda van de Minister van Financiën afhangen.
Ik ben blij met de toezegging van de Staatssecretaris dat zij Uber gaat aanspreken
op het weghalen of blokkeren van accounts op het moment dat blijkt dat er wellicht
mee gesjoemeld is.
Ik ben blij met de toezegging van de Minister van Financiën over het onderzoek en
de rapportage daarvan. Ik wil eigenlijk aan hem vragen om de toezegging nog wat uit
te breiden, namelijk dat hij met een brief komt nadat hij dat rondetafelgesprek gehad
heeft. Zo blijven wij op de hoogte van de uitkomst daarvan. Dat zijn mijn twee concrete
vragen.
De voorzitter:
De heer Van Aalst.
De heer Van Aalst (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Ik ben blij met de toezeggingen van beide bewindslieden. Het
is goed om te zien dat de Minister van Financiën ook een keer mag figureren in een
kritische commissie en dat hij dan ook ziet dat hij wat meer moet doen dan een korte
toezegging: een goede toezegging!
Voorzitter. Laat ik zeggen dat het mij enigszins verbaast dat de problematiek die
we met elkaar aankaarten, een beetje als een verrassing komt voor beide bewindslieden.
Goed, daar heb ik net al wat van gezegd.
Ik wil positief afsluiten. Ik ben blij dat ze het nu wel voortvarend oppakken. Ik
kijk uit naar de toezeggingen die de bewindslieden gedaan hebben.
De voorzitter:
De heer Öztürk.
De heer Öztürk (DENK):
Ik zie dat de SP, D66 en de PVV blij zijn, maar ik weet niet of de taxichauffeurs
blij zijn. Een van mijn vragen is of de Staatssecretaris en de Minister bereid zijn
om in al die vergaderronden en al die polderdiscussieronden ook de taxichauffeurs
goed te informeren. Misschien kan dat met een informatiebrief, met een tekst op de
website of een algemene brief om te vertellen wat de stappen zijn. Zo weten de taxichauffeurs
precies wat er gebeurt. Anders moeten wij heel veel werk doen, terwijl wij al weinig
medewerkers hebben.
Het tweede is dat je DENK niet zo blij krijgt op dit onderwerp. Waarom? Ik heb gezien
dat deze Minister best wel veel daadkracht heeft getoond als het gaat om KLM. Ik merk
gewoon dat hij niet dezelfde daadkracht en dezelfde ambities wil inzetten voor de
taxichauffeurs. Ik krijg hem helaas nog niet zover. Ik wil hem daarom nogmaals vragen
of hij bereid is om vandaag toe te zeggen dat hij bereid is om wat hij voor KLM heeft
gedaan, ook voor deze taxichauffeurs te doen.
De voorzitter:
De heer Van Dijk.
De heer Gijs van Dijk (PvdA):
Op zich een interessante gedachte. Het lijkt er bijna op dat we de taxi's gaan nationaliseren.
Ik weet niet of ondernemers dat precies bedoelen.
Dank aan de Staatssecretaris en de Minister voor de antwoorden. Ik wil snelheid en
duidelijkheid voor de goedwillende ondernemers die schadevrij rijden en die gewoon
een normale premie willen betalen. Ze willen prima die premie betalen, maar kunnen
de premiestijging van de afgelopen jaren niet verklaren. Ik ben het met ze eens. Ik
hoor ook een Minister en een Staatssecretaris die daar vragen bij stellen. Dat is
goed om te horen. Het is goed dat ze daarop terugkomen. Ik hoop dat dit zo snel mogelijk
gebeurt.
Dank u wel.
De voorzitter:
De heer Von Martels, CDA.
De heer Von Martels (CDA):
Voorzitter, dank u wel. Het is mooi dat de Staatssecretaris weer in ons midden was
en dat het indienen van een Wopkeverzoek heeft geleid tot de aanwezigheid van de Minister
hier.
Diezelfde Minister mag nu aan de bak om de branche en de verzekeraars tot elkaar te
brengen. De Minister kon helaas nog geen helder antwoord geven op de vraag welke preventieve
maatregelen moeten worden genomen om succesvol te zijn. Ik hoop dat daar echter wel
te zijner tijd antwoorden op komen.
Ik vind het heel belangrijk dat we alles in het werk stellen om ervoor te zorgen dat
er in deze branche een gelijk speelveld is en blijft bestaan. Daar raken we wat mij
betreft echt de kern mee.
De voorzitter:
Dank u wel.
Ik heb zelf geen vragen meer namens de VVD-fractie. Ik hoop wel dat de urgentie gevoeld
wordt, omdat mensen toch in de problemen komen door deze hoge premies.
Dan geef ik het woord aan de Staatssecretaris.
Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:
Dank u wel, voorzitter. Ik begin met de vragen van de heer Von Martels. Van hem was
een vraag uit de eerste termijn blijven liggen. Hij vroeg of ik bereid ben te kijken
naar de ongevallenregistratie van STAR. Dit is inderdaad een onderwerp van de Minister,
maar dank voor de suggestie. Het beeld dat we nu hebben is dat SWOV de gegevens van
STAR al benut, maar we zullen er zeker nog eventjes naar kijken.
Ik hoorde van de heer Laçin en de heer Öztürk het verzoek om de sector in den brede
goed aangesloten te houden. Ik zeg toe dat we dat zeker willen doen. We bespreken
deze problematiek; ik verwees al naar een zeker iemand op de tribune die bij mij langs
is geweest met een aantal anderen. Het is van belang om in de komende maanden een
goede aansluiting te houden met de sector. Daar ben ik dus zeker toe bereid.
De heer Laçin had een specifieke vraag over de taskforce, waarover in het vorige AO
is gesproken. We hebben dat inmiddels besproken met de gemeente. De voorzitter gaat
op korte termijn in gesprek met de TTO's over hun zorgen. Zo geven ze daar nu invulling
aan. De taskforce is van de gemeente, maar de voorzitter van de taskforce, die onafhankelijk
is, gaat met de TTO's in gesprek over hun zorgen. Zo staat het dus met die vraag van
de heer Laçin.
De heer Laçin had ook een vraag over de toetredingseisen. Zou de vakbekwaamheidseis
niet terug moeten komen? Het is van belang dat we een goed onderscheid maken tussen
de verschillende eisen. De eisen aan de vakbekwaamheid van een chauffeur gelden voor
iedereen. Ik denk dat de heer Laçin refereert aan het ondernemersexamen. Er bestaat
een aparte vergunning voor of je bekwaam bent als ondernemer, met bijvoorbeeld eisen
over of je in staat bent om je administratie goed te doen. Die eis is nou juist afgeschaft
in de context van het verminderen van de lastendruk voor de ondernemers, samen met
het afschaffen van een fysiek vergunningsbewijs en nog een aantal andere dingen. Dat
moest de ondernemers die het moeilijk hadden wat meer lucht geven en de administratievelastendruk
niet onnodig hoog maken. In die context is de vergunning voor de vakbekwaamheid als
ondernemer afgeschaft, maar de eisen aan de vakbekwaamheid als taxichauffeur gelden
voor iedereen.
De voorzitter:
Een vraag van de heer Laçin over dit punt.
De heer Laçin (SP):
Ik heb inmiddels meerdere vragen. Het gaat mij ten eerste om het onderzoek van SWOV
naar de ongevallen. Als het bekend is, wordt dan ook geregistreerd voor welke opdrachtgever
een chauffeur rijdt?
Mijn tweede punt gaat over de taskforce. Ik begrijp dat de Staatssecretaris dat heeft
doorgeleid naar de gemeente, want de taskforce is van de gemeente, maar het uitdrukkelijke
verzoek was om TTO's aan te laten sluiten bij het gesprek waar Uber bij zit. Nu worden
er separate gesprekken gevoerd. Ik zou liever zien – ik denk de taxichauffeurs zelf
ook – dat er een gezamenlijk gesprek plaatsvindt, zodat alle gedachten in die taskforce
gedeeld kunnen worden.
De ondernemerseis is afgeschaft om meer lucht te creëren, maar dat heeft ervoor gezorgd
dat je taxichauffeur bent als je € 1.500 aftikt en een vog aanvraagt. Dat is wat ik
begrijp van de chauffeurs zelf. Ik denk dat we die ontwikkeling niet moeten willen.
Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:
Ik ga niet het hele lijstje met eisen herhalen die gesteld worden aan een chauffeur,
maar een praktijk- en theorie-examen voor vakbekwaamheid moeten behaald worden. Daarnaast
zijn er de eisen van een vog, een geneeskundige verklaring en natuurlijk een rijbewijs.
Je moet dus een vakbekwaamheidsexamen halen, zowel praktijk als theorie.
Ik heb over het onderzoek van SWOV gezegd dat het moeilijk is om bij een ongeval de
opdrachtgever te achterhalen, omdat dit niet wordt geregistreerd. Ik heb aangegeven
dat ik wil kijken of er een andere manier is om daar iets meer inzicht in te krijgen.
Wellicht dat dit via de verzekeraars geanonimiseerd toch iets meer kan. Ik heb toegezegd
dat ik verder wil kijken dan de huidige ongevallenregistratie of we toch op de een
of andere manier iets meer een beeld kunnen krijgen. We zijn hier allemaal op zoek
naar feiten, om op basis van die feiten te kunnen zien waar het nou echt knelt. Alleen
dan kun je effectief beleid maken. Ik ga dus mijn best doen om die feiten zo helder
mogelijk voor u te krijgen.
Dan over de TTO's. Het gesprek van de voorzitter van de taskforce met de TTO's is
de eerste stap. Ik begrijp en hoor ook het uitdrukkelijke verzoek of het niet goed
zou zijn om met alle partijen tegelijkertijd om tafel te zitten. Daar kan ik me zeker
iets bij voorstellen, maar laat dat eerste gesprek nou eerst eens plaatsvinden. Het
zou dan een volgende stap kunnen zijn. Maar de opmerking, het verzoek en de wens zijn
genoteerd.
De voorzitter:
Het woord is aan de Minister.
Minister Hoekstra:
Voorzitter. De heer Laçin begon met nog eens te benadrukken hoe serieus het probleem
is. De heer Dijkstra en de heer Van Dijk sloten zich daarbij aan. Ik wil daar alleen
maar een dikke streep onder zetten. Volgens mij was dat ook precies waarmee ik begon.
Het is volgens mij ook precies de reden waarom we dit debat hebben. We zien allemaal
dat het voor de goeden, dus voor degenen die weinig schade rijden maar wel met zeer
hoge premies opgescheept zitten, gewoon echt ingewikkeld is. Daar ben ik het hartgrondig
mee eens.
De heer Laçin had het ook nog over helpen in combinatie met een VAO. Dat is aan de
Kamer, maar nu ik nog eens nadenk over helpen: ik weet niet of ik het helemaal boven
aan de lijst zou zetten.
De heer Schonis vroeg een brief naar aanleiding van het overleg. Dat lijkt me heel
nuttig, dus dat zeg ik de Kamer toe. Het verbond is daartoe ook graag bereid, is mij
inmiddels geworden. Ik denk dat het heel nuttig is, want dan kan iedereen zien wat
er is gewisseld, wat er afgesproken is en welke vervolgstappen er eventueel genomen
kunnen worden.
De heer Van Aalst had het nog over de commissie voor Financiën. Laat er geen enkel
misverstand bestaan over of men daar voldoende kritisch is, anders raak ik van de
regen in de drup. Het ging mij uitsluitend over de belangstelling die er voor sommige
debatten was, maar dat lag uitsluitend aan mijzelf.
De heer Öztürk maakt opnieuw de vergelijking, die hij ook plenair al een keer gemaakt
heeft, met Air France-KLM. Ik zag geen heel groot enthousiasme op de publieke tribune,
net als de heer Van Dijk, voor de suggestie dat ik een aandeel zou nemen bij de meeste
taxiondernemers. Ik waardeer de sector zeer. In de gesprekken die ik weleens vanaf
de achterbank heb gehad – de meeste chauffeurs maken van hun hart geen moordkuil –
is nooit langsgekomen dat zij willen dat de overheid zich wat meer met hen bemoeit.
De heer Öztürk (DENK):
Dat is ook de vraag niet, zoals u weet.
Minister Hoekstra:
Oké, dan heb ik dat verkeerd begrepen.
De heer Öztürk (DENK):
Mijn punt is dat u wel aandelen van verzekeringsmaatschappijen kunt kopen; dat is
wel mogelijk. Het gaat erom dat u de creativiteit, de daadkracht en het lef toont
zoals u bij KLM heeft gedaan. Daar gaat het om. Dat is de essentie.
Minister Hoekstra:
Die aanmoediging heb ik dan wel goed gehoord. Maar zonder overdrijven: het lijstje
met aanbiedingen van dingen die ik nog zou moeten kopen, is ver over de 100. Deze
stond er nog niet op, maar deze week heb ik alweer een IT-bedrijf en een sinaasappelfabriek
verzameld. Ik ga dus enige terughoudendheid betrachten, want het is wel het geld van
de burger.
Met de heer Van Dijk was ik het al zeer eens ten aanzien van de premiedifferentiatie.
Hij onderstreept nogmaals de zorgen.
De heer Von Martels vroeg nog een keer naar preventie. Ik heb een heel voorzichtige
eerste poging voor gedaan wat dat zou kunnen zijn, maar ik realiseer me zeer dat de
sector, dus de chauffeurs zelf en ook de verzekeraars, beter in staat zijn om met
elkaar te bepalen wat zou kunnen helpen dan ik even snel bij een AO. Welke dingen
zijn dragelijk voor de sector? Welke dingen zijn in de ervaring van de verzekeraars
effectief? Volgens mij ben ik niet behulpzaam bij dat gesprek als ik daar twee of
drie dingen over zeg, want misschien duw ik ze daarmee precies de verkeerde richting
uit. Daar zit mijn voorzichtigheid in.
Voorzitter, dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. We komen bijna tot een einde, maar niet dan nadat ik de toezeggingen heb
opgelezen. U moet even goed luisteren.
– De Staatssecretaris heeft de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid
opdracht gegeven voor onderzoek naar de ongevallen waarbij een taxi is betrokken.
Zij vraagt na of er een onderscheid gemaakt kan worden tussen de opstap- en de belmarkt.
De resultaten van het onderzoek worden voor de zomer verwacht.
Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:
Ik heb aangegeven dat SWOV mij inmiddels heeft laten weten dat niet te kunnen, maar
dat ik ga kijken of we op andere wijze daar toch wat meer inzicht in kunnen krijgen.
De voorzitter:
Ja. Dan de volgende toezegging.
– De Minister stuurt over enkele weken de informatie toe die is toegezegd in een brief
van 18 maart jongstleden. Dat betreft de uitvraag onder leden van het Verbond van
Verzekeraars.
– De Minister zegt de heer Laçin toe dat hij een overzicht stuurt van de markt van verzekeraars
en de trend binnen de taxiverzekeringenbranche.
Zit daar eventueel een termijn bij?
Minister Hoekstra:
Misschien kan het in één keer. Ik heb het ook over het werk dat anderen moeten doen.
Dat is altijd makkelijk beloven. Zo mogelijk combineer ik het.
De voorzitter:
Prima. De volgende toezegging.
– De resultaten van het overleg met het Verbond van Verzekeraars volgen in een brief
aan de Kamer.
Daarvoor geldt dan hetzelfde.
Minister Hoekstra:
Zeker.
De voorzitter:
Ik hoor naast mij: rond de zomer. Er is een VAO aangevraagd door de heer Laçin van
de Socialistische Partij. Ik dank de Kamerleden, de Staatssecretaris, de Minister
en iedereen die interesse had.
Sluiting 15.16 uur.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
A. (Anne) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
M.Y. Israel, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.