Brief regering : Toezegging gedaan tijdens het debat over het pakket aan maatregelen ter bestrijding van antisemitisme van 25 september 2025, over de bewapening van de Mobiele Eenheid (ME)
29 628 Politie
28 684
Naar een veiliger samenleving
Nr. 1299
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 november 2025
Ik vind het van groot belang dat leden van de Mobiele Eenheid (ME) toereikend zijn
uitgerust met beschermende kleding en middelen om veilig op te kunnen treden bij openbare
ordeverstoringen en geweld. Zeker bij heftige rellen waarbij grof geweld wordt gebruikt
moet de ME beschikken over adequate geweldmiddelen, zodat snel en effectief kan worden
opgetreden. De agenten in de Mobiele Eenheid staan in de frontlinie en ik hecht er
zeer aan dat zij goed zijn uitgerust voor deze belangrijke taak. Met een groep ME-ers
in Den Haag ben ik hierover in gesprek gegaan, waarbij de impact op de betrokken agenten
van de geweldsincidenten tijdens de anti-immigratiedemonstratie op 20 september jl.
grote indruk op mij heeft gemaakt.
Tijdens het debat met uw Kamer op 25 september jl. is ook gesproken over de bewapening
van de Mobiele Eenheid (ME). Tijdens dit debat zijn moties aangenomen van het lid
Stoffer en van de leden Yeşilgöz-Zegerius en Bikker.1 In mijn appreciatie van de laatste motie heb ik toegezegd dat ik met de politie na
zou gaan of de bewapening van de Mobiele Eenheid nu voldoende is, omdat het immers
aan de korpschef is om mij te verzoeken om een bepaald geweldsmiddel toe te kennen.
Ik heb ook meegegeven dat er een breed onderzoeksprogramma loopt naar openbare ordemanagement,
in welk kader in een aantal pilots het effect van aanvullende geweldsmiddelen worden
beproefd en dat ik mij er voor zal inzetten dat dit spoedig wordt uitgerold, indien
mogelijk nog dit jaar. Afhankelijk van de uitkomsten van onderzoek en pilot volgt
besluitvorming over aanvullende bewapening.
Ik heb met de korpschef gesproken over het geweld dat is gebruikt bij en rond demonstraties
tegen agenten. Wie geweld gebruikt, wie politiemensen belaagt en intimideert, wie
hulpverleners aanvalt, is bezig met onacceptabel gedrag. Geweld en intimidatie raakt
mensen, en dus ook politieagenten. Onze agenten zijn geen anonieme gezichten in een
uniform. Ze zijn ook mens. Zij worden letterlijk en figuurlijk geraakt door deze geweldplegingen.
Geweld tegen politieagenten is onder alle omstandigheden onaanvaardbaar, onacceptabel
en volkomen ontoelaatbaar.
We hebben ook gesproken over het belang van aanvullende bewapening voor de ME en over
de door uw Kamer aangenomen motie Yesilgöz-Zegerius en Bikker en ik heb de korpschef
verzocht voorstellen voor pilots te doen.
De politie heeft mij in dit kader op 5 november jl. verzocht om toestemming te verlenen
voor het operationeel beproeven van de volgende geweldmiddelen door de ME, voor de
duur van (maximaal) twee jaar:
1. De politie wil in een pilot alle leden van de Mobiele Eenheid zo spoedig mogelijk
uitrusten met een grotere dispenserunit pepperspray met een groter bereik (6 tot 7 meter) dan het reguliere busje pepperspray waarmee agenten nu standaard zijn uitgerust.
De werkzame stof en de concentratie hiervan is identiek aan de reguliere pepperspray.
Deze pilot heeft als doel een extra middel te onderzoeken dat ingezet kan worden ter
afwending van direct gevaar voor het leven van personen of voor het ontstaan van zwaar
lichamelijk letsel. Bij ernstige ordeverstoringen waarbij zo’n situatie ontstaat,
zou dit middel gebruikt kunnen worden omdat hiermee de agressor tijdelijk wordt gestopt
en op afstand kan worden gehouden. Daarnaast heeft dit middel ook ten doel om de eigen
positie te kunnen behouden zodat andere hulpverleners hun werk kunnen doen.
2. De politie wil de toepassing van traanverwekkende stoffen in de waterwerper onderzoeken, en vraagt mij om toestemming om dit operationeel te mogen beproeven. Een beproeving
met deze middelen heeft tot doel om gewelddadige groepen op afstand te kunnen houden
en/of hun gewelddadig gedrag te doen stoppen. Dit is ter afwending van direct gevaar.
Tijdens het handhaven van de openbare orde, waarbij geweld wordt gebruikt tegen de
ME, zou het middel ook tactisch kunnen worden ingezet om groepen de toegang tot een
bepaald gebied te ontzeggen, of uit een bepaald gebied te verwijderen, door het opwerpen
van een nevel aan traanverwekkende stoffen.
De politie verzoekt tevens te onderzoeken hoe de daadwerkelijke inzet van de waterwerper
en CS-traangas lager kunnen worden gemandateerd. De politie zal, naast het operationeel
beproeven van bovenstaande middelen onder 1 en 2, verkenningen laten uitvoeren naar
de inzetmogelijkheden, beperkingen en risico’s met betrekking tot het gebruik van luchtdrukwapens en naar het gebruik van markeerstoffen in de waterwerper. Hiermee is het mogelijk om individuele tegenstanders op afstand een pijnprikkel
toe te brengen en/of met een kleurstof te markeren, om ze later ter aanhouding te
kunnen herkennen. Afhankelijk van de uitkomst van deze verkenningen kunnen technische
beproevingen uitgevoerd worden, wat betekent dat dergelijke middelen in een gecontroleerde
afgeschermde omgeving worden beproefd. Hiervoor zal de politie t.z.t. een separaat
toestemmingsverzoek indienen.
De politie heeft mij laten weten dat de nieuwe bussen pepperspray zo snel mogelijk
aan de Mobiele Eenheid kunnen worden uitgereikt.
Er wordt gestreefd om de pilot met betrekking tot het mee mengen van traangas in de
waterwerper eveneens zo snel mogelijk uit te voeren. Alles is erop gericht om de pilots
met deze middelen in december te laten starten. De verkenning van het gebruik van
het luchtdrukwapen en van markeerstoffen in de waterwerper zullen meer tijd vergen.
Dat is noodzakelijk omdat er v.w.b. deze geweldmiddelen een zorgvuldige (veiligheids)afweging
moet worden gemaakt. Omdat het – voor Nederland – om nieuwe geweldmiddelen gaat, zal
een eventuele operationele pilot ook vergen dat deze middelen worden aangekocht en
dat de ME hiervoor eerst deugdelijk wordt getraind. Om die reden zal een operationele
pilot op korte termijn niet in de rede liggen.
Ik ben voornemens de politie de gevraagde toestemming te verlenen, en wel voor de
periode van twee jaar en heb de korpschef laten weten zeer te hechten aan voortvarendheid
van de verkenningen en technische beproevingen van het gebruik van luchtdrukwapens
en het gebruik van markeerstoffen in de waterwerper. Ook zal de politie verkennen
of het gebruik van camera’s, waaronder op ME-schilden, een nuttige aanvulling op de uitrusting kan zijn. Ik hecht eraan dat de politie
een goede (tussen)evaluatie uitvoert op grond waarvan aanpassingen kunnen worden gedaan
in de te beproeven middelen, dan wel dat er besluitvorming kan plaatsvinden over het
vervolg van de beproevingen of over opname van het beproefde middel in de standaard
bewapening van de Mobiele Eenheid. In lijn met de motie Stoffer zullen de experts
in het lopende onderzoeksprogramma bij deze evaluatie betrokken worden. Hiermee acht
ik de motie Stoffer en de motie Yeşilgöz-Zegerius en Bikker afgedaan.
Ik heb er vertrouwen in dat deze pilots en verkenningen bijdragen aan de adequate
bewapening van de Mobiele Eenheid en zal uw Kamer in het Halfjaarbericht Politie op
de hoogte houden van de voortgang van de pilots en de verkenningen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F. van Oosten
Indieners
-
Indiener
F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid