Brief regering : Verslag Landbouw- en Visserijraad van 27 en 28 oktober 2025
21 501-32 Landbouw- en Visserijraad
Nr. 1732
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID
EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 november 2025
Op 27 en 28 oktober 2025 vond de Landbouw- en Visserijraad (hierna: Raad) plaats in
Luxemburg. Middels deze brief informeren wij de Kamer over de uitkomsten van deze
Raad.
Verslag Landbouw- en Visserijraad d.d. 27–28 oktober 2025
Vangstmogelijkheden voor 2026 in de Oostzee
De Europese Commissie (hierna: Commissie) stelde met het oog op de slechte situatie
van de visbestanden in de Oostzee voor enkele visbestanden zoals kabeljauw en Botnische
haring, voor om de vangstmogelijkheden lager vast te stellen dan de wetenschappelijke
adviezen van de Internationale Council for the Exploration of the Sea (ICES). Ten algemene heeft de Staatssecretaris aangegeven dat het voor Nederland van
belang is dat visserijen duurzaam worden beheerd. De Staatssecretaris heeft daarbij
uitgelegd dat dit voor Nederland betekent dat vangstmogelijkheden in lijn met de pijlers
van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) en in principe conform wetenschappelijke
adviezen van ICES moeten worden vastgesteld, maar dat mogelijke sociaaleconomische
gevolgen van vangstbeperkingen en het verdienvermogen van vissers daarbij wel goed
moeten worden meegewogen. Daarbij sprak hij zich, samen met enkele andere lidstaten,
uit tegen een te rigide toepassing van de meerjarenplannen en de 5%-regel. De meeste
lidstaten rondom de Oostzee konden het Commissievoorstel niet rijmen met de sociaaleconomische
doelstellingen van het GVB en wilden vasthouden aan de wetenschappelijke adviezen
van ICES.
In de nacht van dinsdag 27 oktober op woensdag 28 oktober werd een akkoord bereikt
op de vangstmogelijkheden voor de Oostzee. Eén lidstaat stemde tegen.
Het overeengekomen compromis houdt voor sommige bestanden nog steeds in dat de vangstmogelijkheden
onder het wetenschappelijk advies zijn vastgesteld, maar het is wel een verhoging
ten opzichte van het Commissievoorstel. Voor Botnische haring is daarbij afgesproken
dat ICES om een nieuw advies gevraagd zal worden, op basis van meer recente data.
Wanneer het nieuwe advies daar aanleiding toe geeft, kan de Commissie een voorstel
doen voor tussentijdse aanpassing van de vangstmogelijkheden voor Botnische haring.
Ook werd er voor kleinschalige, gerichte kustvisserij een derogatie toegekend op het
verbod op gerichte visserij voor westelijke Baltische haring, evenals vorig jaar.
Jaarlijkse ICCAT-vergadering te Sevilla, Spanje op 17–24 november 2025
Commissaris Kadis gaf aan zich in de jaarvergadering van International Commission for the Conservation of Atlantic Tunas (ICCAT) te willen inzetten voor duurzaam beheer van de visbestanden die onder het
beheer van de Regionale Visserijbeheerorganisatie (RFMO) vallen en zich te willen
uitspreken tegen het heropenen van vaste afspraken over quotaverdeelsleutels. Bij
dit punt heeft de Staatssecretaris zich ingezet voor duurzaam beheer van de visbestanden
op grond van wetenschappelijk advies en gepleit voor het duurzaam gebruik van mariene
bronnen. Hij vroeg daarbij aandacht voor de sociaaleconomische gevolgen van maatregelen
en voor het versterken van de bescherming van zeezoogdieren (zoals haaien en zeeschildpadden)
die vaak bijvangst zijn. Een andere lidstaat benadrukte ook dat belang en riep in
dat kader met name op tot een betere bescherming van de kortvinmakreelhaai. Met name
het vasthouden aan de verdeelsleutels is een belangrijke prioriteit voor veel lidstaten.
Een lidstaat riep op tot een herziening van de interne Europese verdeelsleutel van
blauwvintonijn, nu deze soort steeds noordelijker voorkomt en vaker slachtoffer wordt
van bijvangst. Commissaris Kadis gaf daarop aan stevige maatregelen te willen voorstellen
in ICCAT tegen het ontvinnen van haaien. Deze aanpak wordt ondersteund door de betrokken
lidstaten.
Diversenpunt Ierland – Urgente oproep tot actie in de Europese Unie om de Noordoost
Atlantische pelagische bestanden te redden
Ierland uitte met steun van Nederland en drie andere lidstaten grote zorgen over de
dalende pelagische visbestanden en het aanhoudende onvermogen om afspraken te maken
over robuuste quotaverdeelsleutels. Als gevolg daarvan vindt al jarenlang overbevissing
plaats, met nu dus zeer sterk dalende bestanden als gevolg. Een zesde lidstaat sprak
zich tijdens de Raad ondersteunend uit. Deze lidstaten riepen de Commissie op maatregelen
voor te bereiden als de situatie niet verbetert en verwezen daarbij naar de recent
aangenomen gewijzigde verordening 1026/2012 betreffende bepaalde maatregelen met het
oog op de instandhouding van visbestanden ten aanzien van landen die niet-duurzame
visserij toelaten. De Staatssecretaris heeft in dit kader nogmaals gevraagd om de
visserij-onderhandelingen mee te nemen in de bredere buitenlandse betrekkingen met
desbetreffende landen. Commissaris Kadis gaf aan de zorgen van de lidstaten te delen
en erkende de urgentie om afspraken te maken over verdeelsleutels. Commissaris Kadis
zal zelf alle middelen inzetten die hij tot zijn beschikking heeft om dit probleem
op te lossen en vroeg de lidstaten ook om hun eigen diplomatieke kanalen in te zetten.
Diversenpunt Commissie – Jaarverslag Visserij van Commissaris Kadis
Commissaris Kadis gaf een toelichting op de vorderingen ten aanzien van de vereenvoudigingsambitie,
zoals deze is vastgelegd in zijn missiebrief van 17 september 2024. De voornaamste
prioriteit van de Commissie wat vereenvoudiging betreft is de evaluatie van het GVB
die commissaris Kadis in het voorjaar van 2026 verwacht op te leveren. Verder verwees
de commissaris naar de afspraken over de digitalisering van rapportageverplichtingen
in de nieuwe controleverordening. Met betrekking tot de voortgang op implementatie
en handhaving verwees hij onder andere naar lopende ingebrekestellingen, die op veel
vlakken al tot verbetering zouden hebben geleid. Ten slotte benadrukte commissaris
Kadis dat hij werkt aan de aangekondigde nieuwe oceaanwet (Ocean Act) en het daarin
meenemen van goede al bestaande ontwikkelingen. Hierbij noemde hij het Greater Northsea Basin Initiative, dat Nederland en Frankrijk gezamenlijk hebben opgestart. De Staatssecretaris steunde
de vereenvoudigingsambitie van de commissaris, maar gaf ook aan dat enkel de digitalisering
van bestaande controleverplichtingen niet voldoende is. Veel lidstaten lieten hetzelfde
geluid horen. De nieuwe controleverordening bevat ook veel nieuwe rapportageverplichtingen
en houdt, aldus verschillende lidstaten, daarmee een uitbreiding van administratieve
lasten in. De Staatssecretaris riep de commissaris op om de huidige uitwerking van
de Controleverordening Visserij (COM (2018) 368 final) aan te grijpen om de ambitie
verder te realiseren. Verschillende lidstaten benoemden nog andere prioriteiten voor
de vereenvoudigingsopdracht, zoals de weeg- en traceerbaarheidsverplichtingen, de
disproportionele uitwerking van de maximale tolerantiemarges tussen logboekgegevens
en daadwerkelijk aanlandgewicht, de meerjarenplannen (waaronder het verwijderen van
de 5%-regel), belemmeringen voor de energietransitie in de huidige steunverordening
(EMFAF) en de onwerkbaarheid van de aanlandplicht.
Marktsituatie
Voorafgaand aan de bespreking van de marktsituatie presenteerde de Oekraïense vicepremier
voor Europese en Euro-Atlantische integratie, Taras Kachka, in de Raad de ontwikkelingen
ten aanzien van import en export tussen Oekraïne en de Europese Unie (EU). De vicepremier
gaf aan dat hij verwachtte dat de export naar de EU weer groter zal worden wanneer
de nieuwe diepe en brede vrijhandelsovereenkomst (DCFTA) tussen de EU en Oekraïne
inwerking is getreden op 29 oktober 2025. De DCFTA biedt Oekraïne mogelijk ook weer
kansen om de export richting het mondiale Zuiden te hervatten en ook kansen voor de
EU om kwaliteitsproducten naar Oekraïne te exporteren. De Oekraïense vicepremier gaf
verder aan dat er nog wel een aantal struikelblokken zijn voor Oekraïne. Zo komen
er veel Oekraïense landbouwers om aan de frontlinie, ook door de inzet van drones.
Desondanks hoopt Oekraïne op een goede oogst. Oekraïne heeft afgelopen jaar ook veel
producten uit de EU geïmporteerd, met een totaalwaarde van 3,1 miljard euro, waarvan
1,2 miljard euro aan agrofood. Ook koopt Oekraïne bijvoorbeeld gewasbeschermingsmiddelen
in uit de EU. Commissaris Hansen benadrukte de wederzijdse voordelen van de voortzetting
van de strategische samenwerking.
Daarna presenteerde Commissaris Hansen de ontwikkelingen op de landbouwmarkten. De
handelsbalans van de EU blijft positief en de prijzen blijven over het algemeen stabiel.
Dit neemt niet weg dat de voedselinflatie hoger is dan de gemiddelde inflatie, mede
door hoge inputprijzen voor onder meer kunstmest en energie. Op dit moment ziet de
Commissie dierziekten als grootste risico voor voedselzekerheid in de EU.
Nederland gaf aan het belangrijk te vinden de economische samenwerking met Oekraïne
en de EU verder uit te bouwen en liet weten verheugd te zijn dat er een goede balans
is gevonden tussen de belangen van de Europese en Oekraïense boeren bij de vernieuwing
van de handelsafspraken. Het grootste gedeelte van de andere lidstaten sprak ook steun
uit voor Oekraïne en de nieuwe DCFTA. Ook gaf Nederland aan dat het belangrijk is
om Oekraïne te blijven ondersteunen met het overnemen en implementeren van EU-wetgeving,
om ook effectieve handhaving mogelijk te maken. Ook daarin werd Nederland gesteund
door meerdere lidstaten. Nederland helpt bijvoorbeeld met het toezicht op dierenwelzijnsstandaarden
op boerderijniveau en in slachthuizen door het faciliteren van studiebezoeken aan
Nederlandse handhavingsautoriteiten.
Verder heeft Nederland – net als een aantal andere lidstaten – zorgen uitgesproken
over de mogelijke impact van de Chinese antidumpingheffingen op de EU-markt voor varkensvlees.
Ten aanzien van het akkoord tussen de EU en Mercosur-landen heeft Nederland een studievoorbehoud
geplaatst. Het akkoord werd ook door andere lidstaten opgebracht, waarbij er lidstaten
waren die steun voor het akkoord uitspraken, en lidstaten die hun zorgen uitten. Veel
lidstaten spraken zich nog uit over de situatie van rijst, die op dit moment moeilijk
ligt. Volgens die lidstaten komt dat door de concurrentie van productie in derde landen
die niet dezelfde productiestandaarden naleven als de EU. Enkele lidstaten gaven aan
dat de wijnmarkt, naast de importheffingen van de Verenigde Staten, ook last heeft
van de geelbladziekte. Diezelfde lidstaten riepen op tot snelle aanname van het pakket
met maatregelen ten aanzien van de wijnsector. Het is wachten op besluitvorming in
het Europees Parlement over het «wijnpakket», waarna de trilogen tussen de Raad, het
Europees Parlement en de Commissie kunnen beginnen. Veel lidstaten gaven aan op dit
moment te kampen met dierziektes. Verder gaven meerdere lidstaten aan dat zij willen
dat de Commissie de resterende import van meststoffen vanuit de Russische Federatie
en Wit-Rusland moet stopzetten of desbetreffende importtarieven moet verhogen en de
overbevissing door de Russische federatie moet stopzetten.
De Commissie erkende daarnaast dat de EU zich beter moet voorbereiden op de gevolgen
van klimaatverandering en andere onzekerheden, en gaf aan dat er voor dit soort risico’s
ruimte is vrijgemaakt in de nieuwe GLB-voorstellen om daarmee om te gaan.
Diversenpunt Hongarije, Slowakije en Roemenië – Gezamenlijke brief over efficiënte
vrijwaringsmaatregelen in handelsakkoorden
Hongarije, Slowakije en Roemenië deden een gezamenlijke oproep tot de verbetering
van vrijwaringsmaatregelen in handelsakkoorden voor lidstaten grenzend aan Oekraïne
om de negatieve effecten op hun landbouwmarkten tegen te gaan. Deze lidstaten gaven
aan dat de landbouwmarkten in de lidstaten niet voldoende worden beschermd tegen concurrentie
van derde landen in de handelsakkoorden die worden afgesloten en gaven aan zich zorgen
te maken over de DCFTA met Oekraïne en over het Mercosur-akkoord. De oproep kreeg
niet veel bijval van andere lidstaten. Andere lidstaten gaven over het algemeen aan
de DCFTA te verwelkomen. Nederland gaf aan, evenals een paar andere lidstaten, het
belangrijk te vinden om te blijven kijken naar de cumulatieve effecten van handelsakkoorden.
De Commissie wees nogmaals op de grote exportkansen voor de EU en de grote steun voor
het DCFTA met Oekraïne in de Europese Raad. Ook gaf de Commissie aan dat Oekraïne
maar beperkte concessies had gekregen.
Gemeenschappelijk Landbouw Beleid na 2027: Groene architectuur
Naar aanleiding van de Commissievoorstellen over het toekomstige Gemeenschappelijk
Landbouwbeleid (GLB) van juli 2025 (Kamerstuk 22 112, nr. 4147), organiseerde het Deens voorzitterschap een rondetafelgesprek over de groene architectuur
van het GLB. Commissaris Hansen presenteerde de inzet van de Commissie ten aanzien
van de groene maatregelen voor de zogenoemde agro-milieu-klimaatacties binnen het
GLB voor de periode van 2028 tot en met 2034, waar onder andere de eco-regeling en
het agrarisch natuur- en landschapsbeheer toe behoren.
Nederland gaf aan zorgen te hebben over de nieuwe voorstellen van de Commissie. Daarbij
heeft Nederland benadrukt dat het gelijke speelveld bij de invulling van groene maatregelen
moet worden geborgd door bij de berekening van de nationale enveloppen in de nieuwe
voorstellen rekening te houden met nationale opgaven op het gebied van stikstof, klimaat
en milieu. Dat waren meerdere lidstaten met Nederland eens. Andere lidstaten gaven
ook aan zorgen te hebben over het beschikbare budget voor groene maatregelen en het
gelijke speelveld bij de uitvoering van de groene maatregelen. Daarnaast heeft Nederland
aandacht gevraagd voor innovatie als instrument om het nitraatprobleem aan te pakken.
Verder heeft Nederland de Commissie verzocht om de uitwerking van het Do No Significant Harm-principe eerder dan eind 2026 te publiceren, zodat de agrarische sector voldoende
tijd heeft om de praktische implicaties daarvan te bestuderen. Dit was een andere
lidstaat met Nederland eens. Commissaris Hansen gaf aan deze punten in overweging
te nemen tijdens de onderhandelingen.
Een groot aantal lidstaten greep dit moment aan om, op initiatief van Oostenrijk,
een duidelijk signaal af te geven richting de Commissie dat zij van mening zijn dat
de huidige twee-pijlerstructuur van het GLB behouden moet blijven en dat zij zich
zorgen maken over of er voldoende financiële middelen beschikbaar zullen zijn voor
het GLB. Ook werd door verschillende lidstaten benadrukt dat zij het er niet mee eens
zijn dat besluitvorming over het GLB plaatsvindt in andere Raden. In dat kader noemde
men ook de zorgen over de mogelijke implicaties van de voorgestelde koppeling tussen
de landspecifieke aanbevelingen die de Commissie aan elke lidstaat doet in het kader
van het Europees Semester en de te ontvangen middelen door de lidstaten.
Diversenpunt Commissie – Generatievernieuwing in de Landbouw
Op 21 oktober 2025 publiceerde de Commissie haar strategie voor generatievernieuwing
in de landbouw. De strategie omvat een samenhangend pakket van acties om generatievernieuwing
te stimuleren, zoals het opstellen van een nationale strategie en een bestedingsdoelstelling
van minimaal 6% van het GLB-budget (post 2027) voor investeringen in generatievernieuwing.
Nederland heeft aangegeven de strategie te verwelkomen en generatievernieuwing cruciaal
te vinden voor een sterke en toekomstbestendige landbouw. Dat waren bijna alle lidstaten
met Nederland eens. Nederland heeft ook aangegeven dat Nederland de strategie nog
steeds aan het bestuderen is, maar dat Nederland wel al positieve elementen ziet,
waaronder het voorstel om 6% van het beschikbare GLB-budget te oormerken voor jonge
landbouwers. Een aantal lidstaten gaf aan twijfels te hebben bij die 6%, omdat zij
nog niet kunnen overzien of zij dit bedrag werkelijk kunnen behalen in hun toekomstig
Nationale en Regionale Partnerschapsplannen (NRPP). Ook had een aantal lidstaten moeite
met het afschaffen van de basispremie voor pensioengerechtigde boeren. De problematiek
rondom vergrijzing in de agrarische sector en het platteland werd door vrijwel alle
lidstaten herkend. Een aantal lidstaten benadrukte ook nog het belang van de rol van
vrouwen in de landbouw. Begin december 2025 zal de Kamer met een BNC-fiche worden
geïnformeerd over het kabinetsstandpunt over de strategie voor generatievernieuwing.
Diversenpunt Commissie – Jaarverslag Landbouw van Commissaris Hansen
Commissaris Hansen presenteerde voor het eerst de voortgangsrapportage over vereenvoudiging,
implementatie en handhaving op de beleidsterreinen van landbouw, plattelandsontwikkeling
en voedsel voor de periode 1 januari tot en met 31 juli 2025, en gaf aan zijn op dialoog
gerichte werkmethode te willen voorzetten. Ook gaf hij aan dat hij bezig is met een
vereenvoudigingsslag ten aanzien van wetgeving over biologische productie. Nederland
heeft aangegeven de vereenvoudigingsambitie van Commissaris Hansen te steunen, de
voortvarende manier waarop hij te werk gaat te waarderen en blij te zijn dat hij vervolg
geeft aan de strategische dialoog van vorig jaar. Nederland heeft de commissaris daarbij
aangemoedigd om ook de dialoog aan te gaan over onderwerpen zoals de Nitraatrichtlijn
en het gewasbeschermingsbeleid. Daarbij heeft Nederland ook aangegeven dat Nederland
graag constructief meedenkt over verdere vereenvoudiging. Het merendeel van de andere
lidstaten was ook positief over de gemaakte stappen van de Commissie en de omnibus
voor landbouw. Een lidstaat opperde nog om met de vereenvoudigingsblik te kijken naar
de richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken en een andere lidstaat keek uit naar de
nieuwe wetgeving voor biologische productie. Eén lidstaat riep op om het pakket aan
wetgevingsmaatregelen ten aanzien van de wijnsector nog te vereenvoudigen, en te hopen
op een spoedig politiek akkoord.
Diversenpunt Slovenië – Gezamenlijke verklaring over veerkracht van de landbouw in
het Middellandse Zeegebied
Slovenië deed, namens een groep van negen lidstaten in het Middellandse Zeegebied
(MED9), een oproep tot het verbeteren van de veerkracht en klimaatbestendigheid van
de landbouw in de EU en verzocht om een Europees debat over mogelijke oplossingen.
Het Middellandse Zeegebied is bijzonder kwetsbaar voor klimaatverandering, wat resulteert
in bijvoorbeeld hevige hittegolven, maar ook overstromingen en dierziekten. Volgens
de MED9 raakt hierdoor de voedselzekerheid van de EU in het gedrang en daarom deed
de groep een oproep tot proactief risicobeheer in de EU, meer steun voor klimaatadaptatie
en voor de transitie naar meer veerkrachtige systemen. Daarbij noemden deze lidstaten
ook het belang van waterbeheer en adaptieve teelten. Ook riep een lidstaat op om het
extra verzekeren op EU-niveau van dit soort risico’s voor de landbouw mogelijk te
maken mogelijk te maken en riep een ander op om het bewustzijn over klimaatadaptatie
te vergroten. Commissaris Hansen reageerde dat de nieuwe voorstellen voor het Meerjarig
Financieel Kader na 2027 mogelijkheden bieden om te investeren in klimaatadaptatie
en de risico- en crisisbeheersmaatregelen te versterken.
Diversenpunt Duitsland – Recente uitbraak hoog pathogene aviaire influenza
Duitsland diende tijdens de Raad een diversenpunt in waarin het zijn zorgen uitte
over de recente uitbraak van hoog pathogene aviaire influenza, oftewel de vogelgriep,
in Duitsland. Het gaf aan conform EU-wetgeving alle besmette dieren en dieren met
hoge kans op besmetting te hebben gedood, maar dat desondanks de besmettingen nog
niet waren gestopt. Bovendien worden dit jaar voor het eerst ook kraanvogels ernstig
getroffen. Duitsland riep daarom op om de bioveiligheid in de EU te vergroten. Duitsland
werd gesteund door twee andere lidstaten, waarvan een aangaf de huidige maatregelen
niet voldoende te vinden. De Commissie reageerde hierop met suggesties voor maatregelen,
zoals vaccinatie en het isoleren van pluimvee.
Diversenpunt Letland – Adresseren van uitdagingen implementatie van de Ontbossingsverordening
(EUDR)
Letland agendeerde een diversenpunt, waarbij de lidstaat de Commissie opriep tot uitstel
van de inwerkingtreding van de EUDR, en deed voorstellen tot aanpassing van de EUDR.
Op 21 oktober 2025 publiceerde de Commissie een nieuw voorstel om de EUDR te vereenvoudigen
en de lasten voor met name kleine bedrijven te verlichten. Hierdoor waren de interventies
van lidstaten gericht op zowel het voorstel van de Commissie als de voorstellen van
Letland. Letland kon op steun van veel lidstaten rekenen ten aanzien van het pleidooi
voor uitstel van de inwerkingtreding van de EUDR met een jaar. De Letse oproep tot
het introduceren van een «geen-risico» categorie werd door enkele lidstaten gesteund.
Het Commissievoorstel werd niet met enthousiasme ontvangen, maar gaf aanleiding voor
lidstaten om verschillende ideeën te opperen over hoe het zou moeten worden gewijzigd.
Nederland plaatste een studievoorbehoud. Het kabinet zal de Kamer spoedig informeren
over de kabinetspositie ten aanzien van het Commissievoorstel. Commissaris Kadis adviseerde
de lidstaten om de besluitvorming over het Commissievoorstel de hoogste prioriteit
te geven. Indien er geen tijdig besluit wordt genomen zal de huidige (ongewijzigde)
verordening zoals gepland op 1 januari 2026 in werking treden.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
Mede ondertekenaar
J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur