Brief regering : Afgifte vergunning voor export militair materieel naar Zuid-Korea
22 054 Wapenexportbeleid
Nr. 468
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS EN MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 november 2025
Conform het op 10 juni 2011 per brief gemelde aangescherpte wapenexportbeleid (Kamerstuk
22 054, nr. 165) en de motie van het lid El Fassed c.s. van 22 december 2011 over verlaging van de
drempelwaarde voor de versnelde parlementaire controle bij specifieke wapenexportaanvragen
naar € 2.000.000,– (Kamerstuk 22 054, nr. 181), ontvangt uw Kamer onderstaande informatie over een door Nederland afgegeven vergunning
ter waarde van € 8.500.000,– voor uitvoer van militair materieel naar Zuid-Korea.
Een Nederlands bedrijf heeft onlangs een exportvergunning verkregen voor de uitvoer
van een voortstuwingssysteem voor een marineschip (inclusief installatie en technische
bijstand) naar Zuid-Korea.
De ontvanger en eindgebruiker van dit bevoorradingssysteem is de Zuid-Koreaanse marine.
Het systeem wordt geplaatst op een marineschip, dat zal worden ingezet voor het bevoorraden
en ondersteunen van andere marineschepen op zee.
De aanvraag is getoetst aan de acht criteria van het EU Gemeenschappelijk Standpunt
inzake wapenexport.1 Deze toetsing, waarvan de essentie ten aanzien van de meest relevante criteria hieronder
wordt weergegeven, leidde tot het afgeven van de vergunning op basis van de volgende
argumenten:
Handhaving regionale stabiliteit (criterium 4)
Toetsing aan criterium 4 is negatief indien er een duidelijk risico bestaat dat de
te leveren militaire goederen ingezet zullen worden voor agressie jegens een ander
land of het met kracht bijzetten van territoriale aanspraken.
Hoewel er tussen Noord- en Zuid-Korea formeel nog een wapenstilstand van kracht is
en er geen vredesakkoord getekend is, toont Zuid-Korea zich consequent gecommitteerd
aan het diplomatieke spoor.
Sinds het afroepen van de Staat van Beleg in december 2024 zijn er weinig wijzigingen
geweest in de relatie tussen Noord- en Zuid-Korea. Sinds zijn aantreden op 4 juni
heeft president Lee Jae-myung herhaaldelijk aangegeven de spanningen op het verdeelde
Koreaanse schiereiland te willen verminderen. Als blijk van goede wil verbood Lee
het verspreiden van anti-Noord-Koreaanse pamfletten richting het noorden en beëindigde
hij de luidsprekerpropaganda langs de grens. Ondanks deze stappen heeft Noord-Korea
de mogelijkheid tot dialoog afgewezen. Desalniettemin lijkt de situatie stabiel te
blijven.
Gezien de aard van de goederen (voortstuwingssysteem), het eindgebruik (bijdragen
aan de voortstuwing van een marineschip) en de constructieve diplomatieke houding
van Zuid-Korea t.a.v. het conflict met Noord-Korea, is het risico beperkt dat deze
transactie gebruikt zal worden voor agressie jegens een ander land of het met kracht
bijzetten van territoriale aanspraken. Toetsing aan criterium 4 is positief.
Ten aanzien van de overige zeven criteria gelden geen bijzonderheden, ook deze zijn
positief getoetst.
De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
A. de Vries
De Minister van Buitenlandse Zaken,
D.M. van Weel
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. de Vries, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken