Brief regering : Afgifte vergunning voor export militair materieel naar Indonesië
22 054 Wapenexportbeleid
Nr. 467
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS EN MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 november 2025
Conform het op 10 juni 2011 per brief gemelde aangescherpte wapenexportbeleid (Kamerstuk
22 054, nr. 165) en de motie van het lid El Fassed c.s. van 22 december 2011 over verlaging van de
drempelwaarde voor de versnelde parlementaire controle bij specifieke wapenexportaanvragen
naar € 2.000.000,– (Kamerstuk 22 054, nr. 181), ontvangt uw Kamer onderstaande informatie over een door Nederland afgegeven vergunning
ter waarde van € 100.500.000,– voor uitvoer van militair materieel naar Indonesië.
Een Nederlands bedrijf heeft onlangs een exportvergunning verkregen voor de uitvoer
van radarsystemen naar Indonesië.
De ontvanger en eindgebruiker van deze radarsystemen is de Indonesische marine. De
systemen worden geplaatst op Indonesische korvetten in het kader van modernisering
van de Indonesische marinevloot. De genoemde schepen worden ingezet ter bescherming
en bewaking van de Indonesische territoriale wateren en de exclusieve economische
zone.
De aanvraag is getoetst aan de acht criteria van het EU Gemeenschappelijk Standpunt
inzake wapenexport.1 Deze toetsing, waarvan de essentie ten aanzien van de meest relevante criteria hieronder
wordt weergegeven, leidde tot het afgeven van de vergunning op basis van de volgende
argumenten:
Mensenrechten (criterium 2)
Bescherming van mensenrechten is in Indonesië grondwettelijk vastgelegd; naleving
is op verschillende terreinen een punt van zorg, bijvoorbeeld in de Papoea provincies
waar naast intimidatie, willekeurige arrestaties en detentie van de inheemse bevolking,
ook slachtoffers vallen door geweld gebruikt door lokale gewapende groepen. De Indonesische
marine is, voor zover bekend, niet betrokken bij bovengenoemde mensenrechtenschendingen.
Gelet op de aard van de goederen (radarsystemen) en de eindgebruiker (de Indonesische
marine) bestaat er geen duidelijk risico dat de te leveren goederen zullen worden
ingezet voor binnenlandse onderdrukking, dan wel ernstige schendingen van mensenrechten
of het humanitair oorlogsrecht. Toetsing aan criterium 2 is daarom positief.
Handhaving regionale stabiliteit (criterium 4)
Toetsing aan criterium 4 is negatief indien er een duidelijk risico bestaat dat de
te leveren militaire goederen ingezet zullen worden voor agressie jegens een ander
land of het met kracht bijzetten van territoriale aanspraken.
Indonesië heeft een aantal lopende grensgeschillen met verschillende buurlanden. Deze
geschillen worden via diplomatieke kanalen en/of internationaalrechtelijke mechanismen
opgelost. Van escalatie is geen sprake.
China betwist een deel van de Indonesische Exclusieve Economische Zone bij de Natuna-eilanden,
maar niet het Indonesisch eigendom van deze eilanden. De korvetten, waarvoor de systemen
in de huidige aanvraag zijn bestemd, zullen naar verwachting voornamelijk worden ingezet
voor antismokkel en antipiraterij-operaties, alsook voor andere legitieme maritieme
ordehandhavingstaken, zoals het patrouilleren van de vele maritieme grenzen van Indonesië.
Het risico op inzet voor agressie richting andere landen is gering gelet op de diplomatieke
en vreedzame opstelling van Indonesië.
Gelet op het bovenstaande bestaat er geen duidelijk risico dat de huidige transactie
bijdraagt aan agressie of het met kracht bijzetten van territoriale aanspraken. Toetsing
aan criterium 4 is positief.
Ten aanzien van de overige zes criteria gelden geen bijzonderheden, ook deze zijn
positief getoetst.
De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
A. de Vries
De Minister van Buitenlandse Zaken,
D.M. van Weel
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. de Vries, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken