Brief regering : Duurzame chemie
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
32 852
Grondstoffenvoorzieningszekerheid
30 196
Duurzame ontwikkeling en beleid
Nr. 1540
BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI EN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR
EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 oktober 2025
In een toekomstbestendige en circulaire economie speelt de chemie een sleutelrol.
De chemische industrie is voor Nederland een sector van groot strategisch en economisch
belang. De sector is onderdeel van het grootste chemiecluster van Europa (het ARRRA
cluster)1 en levert een belangrijke bijdrage aan ons verdienvermogen en strategische autonomie.
De chemie draagt bij aan meer dan 96% van alle in Nederland gefabriceerde producten
en is daarmee toeleverancier voor vitale sectoren als defensie, gezondheid, voeding
en energie, en de hightech maakindustrie. Tegelijkertijd is de sector ook cruciaal
voor het sluiten van de kringloop van materialen en dus om te komen tot een circulaire
economie. De sector staat echter voor grote uitdagingen; door hoge (energie) kosten,
toenemende mondiale concurrentie en het steeds groter wordende belang om te verduurzamen.
Door deze druk op het concurrentievermogen zijn er een aantal bedrijven die hebben
aangekondigd investeringen uit te stellen of op te schorten, bijvoorbeeld in de Rotterdamse
haven. Het kabinet streeft er naar het voor bedrijven gemakkelijker te maken om in
Nederland rendabel en duurzaam te investeren én tegelijkertijd als land in te zetten
op de grondstoffen transitie en het vergroten van autonomie.
Daarom zet het kabinet in op het verduurzamen van de industrie, als de beste manier
om te komen tot een sterke chemiesector die bijdraagt aan welvaart, weerbaarheid en
open strategische autonomie. In de chemie betekent verduurzamen: het duurzamer maken
van energie- en grondstoffengebruik. Om richting te geven aan een toekomstbestendige
chemie heeft het kabinet het bijgevoegde overkoepelend economisch Perspectief voor de chemiesector opgesteld. Centraal staat de vraag welke chemische industrie past bij de comparatieve
voordelen die Nederland te bieden heeft, binnen de context van de mondiale ontwikkelingen
in de sector. Daarbij wordt ook rekening gehouden met effecten op betaalbaarheid,
gelijk speelveld en bedrijvigheid. Hoe de grondstoffentransitie binnen de chemie vorm
kan krijgen is, in samenwerking met de sector en belanghebbenden, verder uitgewerkt
in de Visie op duurzame koolstof in de chemische industrie. Beide beleidsdocumenten worden met deze brief aangeboden aan de Kamer.
Huidige omstandigheden
De documenten zijn tot stand gekomen in een periode waarin de chemie in Europa onder
grote druk staat. Bedrijven kampen met hoge energieprijzen en toenemende concurrentie
van goedkopere producten uit landen met overproductie. Meerdere bedrijven hebben inmiddels
sluitingen aangekondigd (zoals Tronox en LyondellBasell in Rotterdam), of uitstel
van gepland onderhoud (zoals Dow Chemicals in Terneuzen). Investeringen in verduurzaming
zijn momenteel niet altijd lonend door een stagnerende marktvraag, hoge (energie)
kosten, een gebrek aan vraag naar duurzamere producten en het ontbreken van infrastructuur
en (milieu)ruimte. Zonder aanvullend beleid is er door deze omstandigheden een groot
risico op ongecontroleerde afbouw. Door de verwevenheid van chemiebedrijven zal dit
grote impact hebben op het verdienvermogen in de industriële clusters, waarbij het
risico bestaat op domino-effecten van omvallende bedrijven. Ook zal opbouw van duurzamere
alternatieven niet van de grond komen.
Om de concurrentiekracht van de Nederlandse chemie te behouden in een klimaatneutrale
en circulaire toekomst, is de afbouw van het gebruik van fossiele koolstof en het
vergroten van grondstoffenefficiëntie essentieel. Hiermee wordt ook de afhankelijkheid
van fossiele grondstoffen verkleind. Nederland wil het gebruik van fossiele grondstoffen
richting 2050 minimaliseren2. Voor de chemie betekent dat een verschuiving van fossiele koolstofbronnen naar duurzame
koolstofbronnen, zoals secundaire grondstoffen (recyclaat), duurzame biogrondstoffen
en CO2. De visie op duurzame koolstof in de chemische industrie focust op deze grondstoffentransitie,
zowel aan het begin van de keten als aan het eind door het sluiten van de kringloop
met recycling. De visie geeft richting aan de industrie door een transitiepad naar
een circulaire chemie te schetsen.
Verduurzamen van de chemische sector is niet iets dat Nederland geïsoleerd kan oppakken.
De sector is logistiek grondig verweven met het ARRRA-cluster en speelt daarmee een
centrale rol binnen de sector in Europa. In het recent gepubliceerde European Chemicals
Action Plan kondigt de Europese Commissie maatregelen aan voor het versterken van
de Europese productie door 1) veerkracht te versterken; 2) energieaanbod te verzekeren,
decarbonisatie te ondersteunen en te verschuiven naar een schone en circulaire economie;
3) markten te creëren en innovatie te promoten; en 4) regelgeving te simplificeren.3 Nadere uitwerking wordt verwacht in de Industrial Decarbonisation Accelerator Act,
de Circular Economy Act, de Bioeconomy Strategy update en de Ecodesign for Sustainable
Product Regulation. Deze Europese maatregelen sluiten goed aan bij de visie en het
perspectief die in deze brief worden geschetst en bieden aanknopingspunten voor de
ontwikkeling van een nationale beleidsagenda.
Perspectief voor de chemie
Het kabinet ziet twee kansrijke ontwikkelingen voor een groen verdienvermogen in de
Nederlandse chemie:
Groene Basischemie op basis van bio- en circulaire grondstoffen en duurzame halffabricaten, gebruikmakend
van de sterke logistieke positie, bestaande assets en infrastructuur en hoogwaardige
kennis. Deze ontwikkeling betekent onder andere:
• De transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie, in combinatie met de
huidige mondiale economische context, zal mogelijk resulteren in een kleinere, maar
verduurzaamde basischemie in Nederland.
• Fossiele grondstoffen worden gaandeweg ingewisseld voor duurzame koolstof (secundaire
grondstoffen, biogrondstoffen en in de toekomst ook CO2). Het is onzeker welk deel van de meest intensieve processtappen in Nederland zullen
plaatsvinden4. Voor de chemie betekent dat, naast lokale productie, mogelijk gedeeltelijke import
van voorbewerkte halffabricaten zoals blauwe en groene (bio-)pyrolyseolie, methanol,
ethanol en ammoniak en ook suiker. Deze halffabricaten kunnen in Nederland worden
verwerkt, waardoor bestaande installaties hun functie behouden.
• Nieuwe ketens op basis van biogrondstoffen en circulaire materialen worden opgebouwd
om deze halffabricaten en nieuwe, efficiënte biopolymeren hier te produceren op basis
van Europese biogrondstoffen en circulaire materialen.
Geavanceerde Chemie gericht op functionele toepassingen met hoge toegevoegde waarde. Geavanceerde chemie
maakt gebruik van de sterke kennispositie en nabijheid van hoogwaardige markten met
regionaal specifieke vraag in eindsectoren zoals de hightech-, farma-, voedingsmiddelen-
en defensie-industrie die Nederland heeft. Deze bedrijfstak levert nu nog een relatief
kleine bijdrage aan de omzet van de totale chemiesector in Nederland. Hier is veel
potentieel voor opbouw. Deze ontwikkeling betekent onder andere:
• Opbouw van minder energie-intensieve processen.
• Voor opbouw van duurzame geavanceerde chemie zijn ook toeleveringsketens van groene
basischemicaliën en halffabricaten nodig.
Deze kansrijke ontwikkelingen gaan gepaard met verscheidene risico’s en randvoorwaarden
waaraan moet worden voldaan. Voor opbouw van groene basischemie is het van belang
voort te kunnen bouwen op de bestaande infrastructuur, integratie in de clusters en
het kennisniveau. Geavanceerde chemie is minder locatie gebonden. Voor beide groeirichtingen
geldt dat realisatie van de randvoorwaarden essentieel is. Denk hierbij onder andere
aan voldoende aanbod van betaalbare groene energie, infrastructuur en ruimte (zowel
fysiek als wet- en regelgeving), voldoende aanbod van geschoold personeel, een aantrekkelijk
investeringsklimaat en snelle vergunningstrajecten. Daarnaast zijn er zijn situaties
waar omwonenden veel overlast ervaren van chemische industrie.
Mogelijke maatregelen
Op grond van het verrichte onderzoek dragen de volgende eerder aangekondigde maatregelen
in samenhang bij aan een succesvolle transitie richting de twee kansrijke ontwikkelingen
in de chemische sector:
• Het stimuleren van het verdienvermogen en toekomstperspectief van productie van schone
en duurzame materialen door middel van groene marktcreatie, bijvoorbeeld door middel
van normering op EU-niveau. Het is daarbij van belang aandacht te hebben voor een
gelijk speelveld binnen Europa en het wereldwijde gelijke speelveld te versterken
in EU verband
• Inzet op en waar nodig bijstelling van bestaande financieringsinstrumenten gericht
op het tot stand brengen van investeringen in duurzame productiecapaciteit in NL.
○ Het stimuleren van investeringen in emissiereductie en de grondstoffentransitie voor
de meest toekomstbestendige installaties.
○ Inzet op (Carbon Capture Storage) CCS, waarbij de nadruk op korte en middellange termijn
ligt op verduurzaming van bestaande installaties in de industrie en op langere termijn
op koolstofverwijdering.
○ Inzet op opbouw van nieuwe productie-installaties voor circulaire- en biogrondstoffen,
en nieuwe ketens voor de verwerking daarvan naar efficiënte, functionele materialen,
waaronder biopolymeren. In de toekomst speelt ook CO2 via CCU een toenemende rol.
• Het vinden en stimuleren van nieuwe synergie in de industriële clusters door de optimale
inzet van reststromen en halffabricaten, gericht op de samenhang van de gehele, circulaire
keten. Hierbij moet rekening worden gehouden met beperkte beschikbaarheid van fysieke
en milieuruimte, personeel en hernieuwbare energie.
• Blijvend, en gecoördineerd investeren in innovatie bij academische en toegepaste onderzoeksinstellingen
en bij bedrijven, met speciale aandacht voor het opschalen van producten naar de markt
en met de Kennis en Innovatieagenda (KIA) chemie5 als richtinggevend document.
• Industriebeleid gericht op uitbreiding van bestaande bedrijven in geavanceerde chemie
en opbouw van nieuwe industrie in deze hoogwaardige groeimarkten, zowel door het gericht
aantrekken van buitenlandse productie- en R&D-centra in dit segment als opschaling
van Nederlandse innovaties.
• Meer ruimte bieden voor experimenteren met en opschalen van nog onbewezen innovatieve
technologieën op kleine schaal.
• Inzet op het vergroten van het aanbod van duurzame koolstofdragers.
Daarnaast is het van belang blijvend in te zetten op belangrijke randvoorwaarden voor
de industrie als geheel:
• Inzet op voldoende kosteneffectieve energie en infrastructuur voor energie, grondstoffen
en CCS binnen en buiten de industriële clusters, via bestaande MIEK projecten.
• Het borgen van voldoende fysieke en milieuruimte voor verduurzaming van bestaande
industrie en voor nieuwkomers in de industriële clusters.
• Inzetten op het omscholen, aantrekken en ontwikkelen van voldoende gekwalificeerd
personeel.
Visie op duurzame koolstof in de chemie
Koolstof is een fundamentele bouwsteen voor de chemie. De sector gebruikt fossiele
koolstofdragers, zoals aardolie en aardgas, voor zowel de energie die nodig is in
haar productie als voor het gebruik als grondstof. Deze fossiele koolstofdragers zijn
grotendeels afkomstig uit het buitenland. Door gebruik te maken van koolstof afkomstig
uit duurzame bronnen, zoals secundaire grondstoffen (bijvoorbeeld plastic recyclaat),
duurzame biogrondstoffen en afgevangen CO2, worden fossiele afhankelijkheden afgebouwd en schonere grondstoffen efficiënter
(her)gebruikt. De grondstoffentransitie in de chemie is belangrijk voor Nederland:
als de basis groen, circulair en autonoom is, kan de volledige productieketen daarop
voortbouwen. De chemie heeft daarmee een sleutelrol voor circulariteit.
De chemie verandert door de grondstoffentransitie van een relatief simpel en decennialang
geoptimaliseerd systeem met fossiele grondstofstromen, naar een complexer systeem
met verschillende duurzame grondstoffen. De opbouw en ombouw van de routes en de opschaling
van de benodigde technieken kost tijd. De grondstoffentransitie in de chemie zal in
2050 nog niet zijn voltooid, maar de markt is dan wel veranderd.
De visie onderscheidt drie hoofdroutes voor de overstap naar duurzame koolstof, namelijk:
1. Directe vervanging van fossiele koolstof door duurzame koolstoffen in bestaande petrochemische installaties, zoals in naftakrakers.
2. Alternatieve productieroutes met duurzame koolstof naar bestaande chemische producten, zoals bio-methanol.
3. Nieuwe chemie waarbij duurzame koolstof via nieuwe routes wordt verwerkt tot nieuwe materialen
of producten, zoals bio-polymeren.
Transitiepad
Er zijn vijf belangrijke onzekerheden en ontwikkelingen die uiteindelijk leidend zullen
zijn voor het slagen van de transitie naar duurzame koolstof, namelijk: de economische
situatie, de volumeontwikkeling van duurzame koolstofbronnen, technologische ontwikkelingen,
de tijdshorizon en de eventuele benodigde (Europese) beleidsinterventies.
Al deze onzekerheden en ontwikkelingen vragen om monitoring en hun eigen respons,
waarbij tijdige sturing nodig is om de gewenste ontwikkelingen te laten plaatsvinden.
Het kabinet wil de balans vinden tussen de verantwoorde afbouw van fossiele grondstoffen
en de tijdige ombouw en opbouw van gebruik van duurzame koolstoffen. Chemiebedrijven
zijn onderling sterk verbonden door uitwisseling van energie, grondstoffen, halffabricaten
en (rest)producten binnen en buiten de clusters. Er moet zorg voor worden gedragen
dat de fossiele chemie niet sneller verdwijnt, dan dat de nieuwe chemie die daar (deels)
op gestoeld zal zijn kan opbouwen.
Beleidsstrategie
Het kabinet zet voor de hoofdroutes in op opbouw van de nieuwe routes en nieuwe chemie; ombouw van de bestaande chemie voor directe vervanging; en gecontroleerde afbouw van het gebruik van fossiele grondstoffen.
Voor het realiseren van deze transitie in Nederland zijn grote investeringen nodig.
De keuze om in Nederland te investeren hangt af van vele factoren, die samengevat
kunnen worden als het investeringsklimaat. Een grote factor in de investeringsbeslissing
is de zekerheid van voldoende marktvraag naar groene producten. Het kabinet zet daarom,
zoals ook in het perspectief voor de chemie beschreven, actief in op vraagcreatie
in Europese beleidspakketten. Zo kondigt de Europese Commissie in het recent gepubliceerde
European Chemical Industry Action Plan meerdere beleidsinitiatieven aan om de transitie
naar een schone en circulaire economie te stimuleren, door onder andere marktcreatie
en het promoten van innovatie.
Het kabinet zet naast vraagcreatie in op het creëren van een Europese markt voor (producten
gemaakt van) duurzame koolstoffen, waarbij reststromen en grondstoffen op Europees
niveau zijn geharmoniseerd en gestandaardiseerd voor het vergemakkelijken van handel.
Nederland pleit hier al langer voor en staat hierin niet alleen in Europa. Zo heeft
Nederland in het voorjaar van 2024 al het initiatief genomen voor een Joint Statement on a European Sustainable Carbon Policy Package. Mede ondertekend door Spanje, Frankrijk, Tsjechië en Ierland, roept Nederland op
tot marktcreatie voor duurzame producten, het vergroten van het aanbod van duurzame
grondstoffen en een wereldwijd gelijk speelveld.
Om deze transitie te laten slagen is ook voortdurend, gericht overheidsbeleid nodig
voor het verzekeren van de hierboven genoemde randvoorwaarden.
De visie is opgesteld in nauwe samenwerking met belanghebbenden, waaronder brancheorganisaties,
kennisinstellingen en NOG’s. Ook is onafhankelijk expertadvies ingewonnen over de
toekomstige koolstofchemie en het duurzame grondstoffengebruik6, en zijn verschillende onderzoeken gedaan naar de haalbaarheid en mogelijke transitiepaden
om fossiel grondstofgebruik te minimaliseren in 20507,
8. Deze onderzoeken zijn als bijlage bij deze brief toegevoegd. De visie op duurzame
koolstof in de chemische industrie is in mei in internetconsultatie gebracht. De reacties
van respondenten9 zijn verwerkt in de definitieve versie van de visie.
Beleids- en uitvoeringsagenda
De visie en het perspectief schetsen wat de opgaven zijn, maar werken nog niet uit hoe deze worden gerealiseerd. Voor de implementatie van deze beleidsdocumenten zal een
beleids- en uitvoeringsagenda met acties voor de overheid en de sector worden uitgewerkt
voor de komende vijf jaar. Dit is aan een volgend kabinet.
Voor de implementatie van de visie en om aangesloten te blijven bij de actualiteit
wordt een jaarlijkse voortgangsdialoog met de sector en keten georganiseerd, zodat
de behoefte aan bijsturing kan worden bepaald. Ook wordt de voortgang jaarlijks gemonitord
en geëvalueerd via de Monitor Energiesysteem, de Energienota en de Routekaart Nationaal
Plan Verduurzaming Industrie (NPVI). Tot slot dient er elke vijf jaar een evaluatie
en actualisatie van de visie plaats te vinden.
Motie lid Dassen (Volt)
Gezien de mogelijke rol van groene bijmengverplichtingen voor het stimuleren van verduurzaming,
wordt geeft het kabinet via deze brief invulling aan de motie van lid Dassen10 om te onderzoeken of een groene bijmengverplichting voor goederen die onder CBAM
(Carbon Border Adjustment Mechanism) en de chemische basisindustrie vallen kan worden vormgegeven. Recent onderzoek van
CE Delft11 beveelt voor het opbouwen van groene markten aan om aan te sluiten bij lopende Europese
beleidsinitiatieven om normering op productniveau verder uit te werken. Dit onderzoek
is breder dan alleen chemie en behandelt ook andere basisindustriesectoren zoals staal,
aluminium en cement. Het onderzoek wordt als bijlage bij deze brief bijgevoegd.
Samenhang met andere beleidstrajecten
Deze brief bouwt voort op de brieven ruimte voor industrieclusters12 en toekomstperspectief op de energie-intensieve industrie13. De genoemde kansrijke ontwikkelingen vormen een uitwerking van de groeimarkt innovatieve
chemie zoals benoemd in de brief industriebeleid14. Het circulair materialen plan werkt het beleid voor afval- en circulaire grondstoffen uit. Ook wordt gewerkt aan
een actieplan aanbod duurzame koolstofdragers ter vergroting van het grondstoffen aanbod. Het actieplan zal wat later dan oorspronkelijk
gepland, naar verwachting in Q1 2026 met de Kamer worden gedeeld. De visie brandstoffen en chemiegrondstoffenproductie, waarin het kabinet aangeeft hoe zij de transitie in deze nauw aan de chemie verwante
sector vorm wil geven, wordt uitgesteld naar 2026. Daarnaast wordt een nationale
biogrondstoffenstrategie ontwikkeld, gericht op het vergroten van duurzaam aanbod, optimaal gebruik en de
hoogwaardige toepassing van biogrondstoffen.
Het kabinet wil dat de chemiesector niet alleen nu, maar ook in de toekomst concurrerend
blijft in een steeds veranderende en sterk internationaal georiënteerde markt. De
chemie vormt immers een belangrijke pijler van de economie en levert essentiële producten
en grondstoffen waar we dagelijks gebruik van maken. Met het Perspectief voor de chemie en de Visie op duurzame koolstof in de chemie wil het kabinet duidelijk maken welke mogelijkheden er zijn voor duurzame chemie in
Nederland. Dit als basis voor verdere ontwikkeling van een chemische industrie die
zowel economisch concurrerend als duurzaam is.
De Minister van Klimaat en Groene Groei,
S.Th.M. Hermans
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
A.A. Aartsen
Indieners
-
Indiener
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei -
Medeindiener
A.A. Aartsen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat