Brief regering : Reactie op onderzoek Significant APE over het hoge btw- tarief op logies per 1-1-2026
32 140 Herziening Belastingstelsel
Nr. 283
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 oktober 2025
Tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen heeft uw Kamer de motie Vermeer1 aangenomen waarin wordt gevraagd om een reactie op het onderzoek van Significant
APE, waarin wordt toegelicht hoe rekening is gehouden met gedragseffecten in de raming.
Daartoe zal ik eerst kort stilstaan bij de uitkomsten van de impactanalyse, waarna
ik zal ingaan op de wijze waarop gedragseffecten worden meegenomen in de raming.
Uitkomsten impactanalyse
Significant APE heeft op basis van verschillende methodes een analyse uitgevoerd naar
de verwachte gevolgen van de btw-verhoging op logies van 9% naar 21%.
Uit de data-analyse blijkt dat consumenten bij kleine prijsverhogingen waarschijnlijk
in zeer beperkte mate minder overnachtingen boeken. Uit de enquête blijkt dat consumenten
prijsgevoelig zijn bij een btw-verhoging naar 21%. Significant APE geeft hierbij aan dat het effect in werkelijkheid
waarschijnlijk kleiner is dan volgt uit het enquêteonderzoek omdat mensen hun toekomstige
gedrag vaak overschatten. De lagere vraag naar overnachtingen leidt tot een afname
van de omzet van hotels en vakantieparken. Significant APE schat dat een eventueel
omzetverlies af zal hangen van segment, regio en type vakantie. Zo zijn budgetovernachtingen
prijsgevoeliger dan overnachtingen in het luxesegment.
Gedragseffecten in de raming
Net als uw Kamer hecht ik eraan dat ramingen voldoen aan de eisen van zorgvuldigheid
en accuraatheid. Het is mijn overtuiging dat de raming voor het afschaffen van het
verlaagde btw-tarief op logies daaraan voldoet. De raming is volgens de geldende standaarden
opgesteld en gecertificeerd door het Centraal Planbureau.
De effecten van de btw-verhoging op logies op het aantal overnachtingen werken op
verschillende wijze door in de budgettaire raming. Bij ramingen voor btw-maatregelen
wordt aangenomen dat sprake is van een constante spaarquote. Dit betekent dat wanneer
mensen minder uitgeven aan overnachtingen, zij meer gaan uitgeven aan andere (btw-belaste)
goederen of diensten. Denk bijvoorbeeld aan een dagje extra winkelen of naar de dierentuin.
Per saldo leidt dit dan niet tot een derving van btw-inkomsten. Voor overnachtingen
die naar het buitenland verschuiven ligt het anders. Daarvoor is aangenomen dat de
btw voor 75% wordt doorberekend in de prijs en sprake is van een vraagelasticiteit
van –0,75. Dat wil zeggen dat de vraag met 0,75% afneemt als de prijzen met 1% stijgen.
Deze waarden sluiten aan bij het basisscenario in het onderzoek van Significant APE.
Bij de raming van budgettaire effecten van belastingmaatregelen geldt als basisregel
dat alleen de directe effecten van de maatregel op de grondslag van de betreffende
belasting zelf meegenomen worden, zonder de macro-economische doorwerking daarvan.
Dit is lijn met de begrotingsregels en staat ook in de CPB-publicatie over gedragseffecten
bij belastingmaatregelen2. De reden hiervoor is dat macro-economische effecten zeer onzeker zijn en bovendien
lastig toe te rekenen zijn aan een maatregel. Ook kunnen tegelijkertijd positieve
effecten optreden. Bijvoorbeeld, wanneer consumptie verschuift van logies naar andere
goederen en diensten, zoals hiervoor beschreven, stijgen de belastinginkomsten in
die sectoren ook mee.
Tot slot
Deze btw-verhoging dient om een breed koopkrachtpakket te financieren. Daarnaast bestaat
er een breed gedeelde opvatting dat er iets gedaan moet worden met de grote hoeveelheid
negatief geëvalueerde fiscale regelingen. Het verlaagde btw-tarief voor logies is
niet doelmatig en voldoet niet aan het toetsingskader fiscale regelingen: de regeling
heeft geen eenduidig geformuleerd doel en de noodzaak voor financiële interventie
is, zoals ook blijkt uit de evaluatie van de verlaagde btw-tarieven uit 2023, niet
aangetoond. De invoering van het verlaagde btw-tarief is in 1969 gerechtvaardigd met
«de zwakke concurrentiepositie van Nederland ten gevolge van klimatologische omstandigheden».
Het kabinet is van mening dat het klimaat op dit moment geen belemmering vormt voor
toerisme in Nederland.
Dat neemt niet weg dat het kabinet onderkent dat de btw-verhoging op logies een impact
heeft op de betrokken sector, zoals ook uit de impactanalyse blijkt. Het kabinet zal,
naast deze analyse voorafgaand aan de invoering, de ontwikkelingen vanaf 2026 volgen
en de Kamer hierover informeren.3
De Staatssecretaris van Financiën,
E.H.J. Heijnen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.H.J. Heijnen, staatssecretaris van Financiën