Brief regering : Kabinetsreactie op het WKR-advies 'Vaart maken met visie. Met toekomstvisie richting geven aan klimaatbeleid'
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Nr. 1539
BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 oktober 2025
Met deze brief reageer ik op het advies Vaart maken met visie. Met toekomstvisie richting geven aan klimaatbeleid dat de Wetenschappelijke Klimaatraad (WKR) op 15 juli publiceerde. Eventuele opvolging
van dit advies is aan een volgend kabinet.
Het advies van de WKR
In het advies beantwoordt de WKR de vraag hoe regering en parlement het klimaatbeleid
consistenter, voorspelbaarder en toekomstgerichter kunnen maken met behulp van toekomstvisies.
De raad stelt vast dat het klimaatbeleid te veel op de korte termijn gericht is en
dat de samenleving vraagt om een toekomstvisie van de regering die richting geeft
aan langetermijnklimaatbeleid en die de samenleving houvast en perspectief biedt.
De WKR adviseert regering en parlement om een «Klimaatvisie» op te stellen die richting
geeft aan het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van klimaatbeleid en deze visie voorafgaand
aan het (volgende) Klimaatplan op te stellen en het opstellen en herijken van deze
visie vast te leggen in de klimaatbeleidscyclus.
De Raad doet de volgende vijf aanbevelingen om te komen tot een Klimaatvisie die bijdraagt
aan langetermijnklimaatbeleid en die wordt vastgelegd in de klimaatbeleidscyclus:
1. Geef de Minister die verantwoordelijk is voor klimaatbeleid een coördinerende rol
bij het opstellen en herijken van de Klimaatvisie.
2. Richt een parlementaire commissie voor de toekomst op, die de Klimaatvisie bevraagt
en waakt over de samenhang met toekomstvisies op andere beleidsvraagstukken.
3. Stel een interdepartementale werkgroep onder verantwoordelijkheid van de ambtelijke
top aan, die zorgt voor het opstellen van de Klimaatvisie en de afstemming met andere
departementen en bestuurlijke niveaus.
4. Laat de coördinerend Minister burgers betrekken bij het opstellen van de Klimaatvisie,
om aan te sluiten bij wat leeft in de samenleving, recht te doen aan diversiteit en
bij te dragen aan een breed draagvlak.
5. Zorg voor de doorwerking van de Klimaatvisie in de ontwerp, uitvoerings- en evaluatiefase
van klimaatbeleid en ander beleid dat hiermee samenhangt.
Verder geeft de Raad drie criteria voor een toekomstvisie om richting te geven aan
klimaatbeleid:
1. Langetermijn-tijdshorizon: een toekomstvisie schetst een beeld van de samenleving
van minimaal 25 jaar vooruit, op basis van een doorkijk van tenminste 100 jaar vooruit,
en maakt richtinggevende keuzes mogelijk in het hier en nu.
2. Samenhang: een toekomstvisie benut kansen en lost knelpunten op tussen mitigatie-
en adaptatiedoelen en tussen klimaatdoelen en andere beleidsdoelen.
3. Invoelbaarheid: een toekomstvisie biedt duidelijkheid en maakt de voordelen en uitdagingen
van een klimaatneutrale en klimaatbestendige samenleving invoelbaar.
Reactie op de aanbevelingen
Het kabinet dankt de WKR voor het heldere rapport en de handvatten die het biedt voor
visievorming. Het kabinet onderschrijft dat een visie de maatschappij houvast en perspectief
biedt en bijdraagt aan de langetermijnoriëntatie van het klimaatbeleid. Daarom zit
in de cyclus van de Klimaatwet een klimaatplan dat de hoofdlijnen van het klimaatbeleid
voor de volgende tien jaar geeft. Zoals de WKR ook in het rapport benoemt is het kabinet
van mening dat (de totstandkoming van) het ontwerp Klimaatplan al een aantal van de
noodzakelijke elementen bevat zoals omschreven door de Raad. Het gaat daarbij bijvoorbeeld
om het formuleren van een pad naar 2050, aandacht voor de samenhang tussen verschillende
opgaven, de coördinerende rol van de Minister van Klimaat en Groene Groei, hoogambtelijke
interdepartementale betrokkenheid en een langetermijnbeleidsagenda. Deze elementen
kunnen met behulp van de adviezen van de Raad in een volgend Klimaatplan doorontwikkeld
worden. De planbureaus hebben hierin in ieder geval een belangrijke rol. Zo is het
kabinet bijvoorbeeld in gesprek met het Planbureau voor de Leefomgeving over of de
Klimaat en Energieverkenning naast doelbereik (in 2030) ook kan kijken naar of een
klimaatneutrale samenleving op langere termijn in zicht is. Ook zijn bij het opstellen
van het Klimaatplan maatschappelijke partijen intensief betrokken en heeft er een
uitgebreide consultatie plaatsgevonden. Het kabinet onderschrijft het belang de betrokkenheid
van burgers bij het opstellen van het klimaatbeleid en een visie, wat onder andere
gebeurt via het Nationaal Burgerberaad Klimaat. Het past bij de rol van de Tweede
Kamer om de samenhang van kabinetsvisies en -beleid in het oog te houden en om het
kabinet daarop aan te spreken. Het advies helpt daarbij. Het is aan het parlement
om hier al dan niet een parlementaire commissie voor in te stellen.
In het Klimaatplan zijn de visie en de beleidsagenda tegelijkertijd ontwikkeld, vanuit
de overtuiging dat dit beter is voor concrete doorwerking. Het kabinet gaat graag
op basis daarvan met de WKR het gesprek aan hoe we verder invulling kunnen geven aan
de behoefte aan meer langetermijndenken en de verankering hiervan in de klimaatbeleidscyclus.
De verdere opvolging van het advies is aan een volgend kabinet.
De Minister van Klimaat en Groene Groei,
S.T.M. Hermans
Indieners
-
Indiener
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei