Brief regering : Weerbaarheid en militaire mobiliteit spoor
30 821 Nationale Veiligheid
Nr. 321
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 oktober 2025
De wereld om ons heen verandert. Geopolitieke spanningen en cyberdreigingen nemen
toe, met als gevolg dat de internationale veiligheidssituatie is verslechterd en de
kans op een grootschalig conflict in Europa reëel is. Dit raakt ook Nederland: het
dreigingsbeeld verslechtert en onze vitale infrastructuur moet daartegen weerbaar
zijn. Op 6 december jl. heeft het Kabinet de Kamer geïnformeerd1 over de weerbaarheidsopgave waar we als Nederland voor staan in het licht van de
sterk veranderde geopolitieke situatie. Daarin heeft het kabinet aangekondigd met
prioriteit te werken aan de robuustheid, redundantie en het herstelvermogen van de
vitale processen in onder meer het domein logistiek en transport, waaronder het spoor.2
Een sterk, goed verbonden en beschermd spoor is essentieel voor onze veiligheid en
onze maatschappij. De vanzelfsprekendheid waarmee de samenleving ervanuit gaat dat
het spoor beschikbaar is en treinen op tijd rijden, staat onder druk. In Europa zijn
er diverse voorbeelden van verdachte incidenten en sabotage op het spoor. Dit vraagt
om een grotere weerbaarheid en capaciteit van ons spoorsysteem.
Het is cruciaal dat Nederland beschikt over een weerbaar spoorsysteem. Nederland is
een belangrijk doorvoerland binnen de NAVO en belangrijk voor de Europese economie,
en zodoende belangrijk voor de veiligheid van het NAVO-gebied. Onze havens, wegen
en ook ons spoor zijn essentieel om defensiematerieel en troepen van NAVO-lidstaten
snel en efficiënt te verplaatsen. Vanwege de NAVO-taak van Host Nation Support (HNS)3
moet Nederland dit vervoer faciliteren. Nederland heeft hier veel ervaring mee: er
vindt reeds in toenemende mate militair transport plaats door Nederland, bijvoorbeeld
voor vervoer van militair materieel naar Oekraïne en in het geval van NAVO-oefeningen.
Gezien de geopolitieke ontwikkelingen, is de verwachting dat de hoeveelheid militair
vervoer via Nederland de komende periode toeneemt. Zowel in omvang als frequentie.
Deze militaire transporten gaan over water en weg en zetten ook druk op de toch al
schaarse capaciteit op het Nederlandse spoor. Het is belangrijk om onze infrastructuur
hier op voor te bereiden. Om Nederland goed verbonden te houden met onder andere defensielocaties
en goed beschermd te zijn en blijven tegen digitale en fysieke dreigingen, is het
dus belangrijk om te investeren in onze infrastructuur.
IenW heeft veel vitale sectoren onder zich. Bewuste verstoring van hun operatie kan
leiden tot maatschappelijke ontwrichting. Daarnaast speelt IenW een grote rol in het
vergroten van de capaciteit voor militaire mobiliteit. Dit vraagt om het versneld
verhogen van de weerbaarheid van deze vitale sectoren. Het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving
(OFL) is, door de Minister van IenW en mij, gevraagd om hierbij te helpen. Christophe
van der Maat zal als onafhankelijk voorzitter verkennen wat er nodig is om versneld
weerbaar te worden. Een belangrijk onderdeel daarvan is het delen van inzichten tussen
sectoren. De uitkomsten van de verkenning verwachten we eind dit jaar. De Minister
zal de Kamer over de uitkomsten informeren.
Vooruitlopend op de brede weerbaarheidstafel heb ik, samen met ProRail het OFL gevraagd
om een impactanalyse op te stellen van ons spoorsysteem. Het advies biedt zicht op
de noodzakelijke eerste stappen die Nederland moet zetten om de betrouwbaarheid en
beschikbaarheid van het spoor te borgen in de veranderende context en militair transport
zo goed mogelijk te faciliteren. Dit advies laat zien dat maatregelen noodzakelijk
zijn. Er is bijvoorbeeld een startpakket van € 600 miljoen geïdentificeerd waarmee
de volgende kabinetsperiode een eerste slag kan worden gemaakt om te komen tot een
weerbaar spoor waar ook militair transport efficiënt over vervoerd kan worden.
Maar er moet meer gebeuren. Met deze brief informeer ik u naast de uitkomsten van
de impactanalyse weerbaarheid en militaire mobiliteit over de herbeoordeling van de
vitale spoorprocessen, het vergroten van de prioriteit voor defensie op het spoor
en internationale ontwikkelingen.
Adviesrapport impactanalyse weerbaarheid en militaire mobiliteit
Ik ben de heer Van der Maat erkentelijk voor zijn werk de afgelopen periode en voor
de adviezen die hij heeft gegeven. Bij de totstandkoming van dit advies zijn ook de
NCTV en het Ministerie van Defensie betrokken. De conclusies die in het adviesrapport
worden getrokken onderschrijf ik volledig.
De huidige context vraagt om een herijking van de uitgangspunten die we tot nu toe
hebben gehanteerd voor het spoor. De wereld is snel veranderd en iedereen, zowel de
sector als overheid, moet nu een stap zetten om zich met urgentie aan te passen. De
eerste noodzakelijke stap hiervoor is het verhogen van de beveiliging, het herstelvermogen
van het spoor en de capaciteit voor militair vervoer. Hiervoor treffen we maatregelen
en versterken de samenwerking. Zo kunnen we het spoor voor de maatschappij weerbaarder
maken, kunnen we aan onze defensietaken blijven voldoen en kunnen we de samenleving
goed door laten draaien.
Reactie op de aanbevelingen
Het adviesrapport biedt een duidelijk en relevant kader waar IenW, Defensie en ProRail
de komende tijd mee aan de slag moeten. Het gaat daarbij niet alleen om de veiligheid
van Nederland, maar ook om de veiligheid van de NAVO, terwijl onze samenleving blijft
draaien. Dit zal niet altijd makkelijk zijn want de aanbevelingen kunnen verstrekkende
gevolgen hebben en leiden tot verandering ten opzichte van hoe zaken nu zijn georganiseerd.
Tegelijkertijd zie ik ook dat we in het huidige geopolitieke klimaat geen tijd te
verliezen hebben en dit gezamenlijk moeten oppakken. Dit vraagt ook iets van een nieuw
Kabinet.
Enkele van de aanbevelingen vragen om gerichte investeringen. Deze investeringen zijn
noodzakelijk om aan onze internationale verplichtingen te kunnen voldoen zonder dat
het civiele vervoer ernstige hinder ondervindt van militair transport per spoor. Ook
zijn ze nodig om de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van het spoor te borgen. Het
zijn investeringen met een dual-use karakter: ze zijn relevant voor Defensie en onze
nationale veiligheid, én dragen breder bij aan onze bereikbaarheid en leveringszekerheid.
Het Basiskwaliteitsniveau Spoor (BKN) voorziet nu niet in deze investeringen, omdat
het BKN is gericht op een normaal gebruik in vredestijd. Gezien de geopolitieke ontwikkelingen,
het waken voor onze economie en cyberveiligheid, het dreigingsbeeld en onze verplichting
voor Host Nation Support verschuift de basis waar we van uit moeten gaan waardoor
de uitgangspunten van het BKN niet langer toereikend zijn om de betrouwbaarheid en
beschikbaarheid van het spoor te borgen.
Om te komen tot de nieuwe basis voor de weerbaarheid van en de militaire mobiliteit
per spoor is in de impactanalyse een startpakket van concrete maatregelen benoemd.
Het gaat om een combinatie van zowel infrastructurele als niet-infrastructurele maatregelen
die impact maken en voor een volgend kabinet maakbaar zijn. De kosten van het startpakket
bedragen 600 miljoen euro inclusief BTW.4 Het is aan een volgend kabinet om hier keuzes in te maken.
Ondanks de demissionaire status van dit kabinet kan een groot deel van de aanbevelingen
direct worden opgepakt. Dit zijn de aanbevelingen die zien op het beleid voor draagvlak
en prioritering. Voor de aanbevelingen over maatschappelijk draagvlak wil ik samen
met ProRail en vervoerders een samenhangende aanpak opstellen. De aanbevelingen rondom
weerbaarheid kunnen worden meegenomen in de vervolgaanpak vitaal spoor.
De aanbevelingen over de organisatie en samenwerking rond weerbaarheid en militaire
mobiliteit die betrekking hebben op de relatie tussen IenW en ProRail bespreek ik
in mijn overleggen met de Raad van Bestuur van ProRail. Daarnaast werken het Ministerie
van IenW en het Ministerie van Defensie aan een nieuwe governance-structuur om de
afstemming per modaliteit en intermodaal te verbeteren. De relevante aanbevelingen
neem ik mee in dat traject.
Het spoor als vitale infrastructuur
De verslechterde (internationale) veiligheidssituatie en het daarbij behorende dreigingsbeeld
vragen om een weerbaar Nederland. De bescherming van de vitale infrastructuur is al
langere tijd onderdeel van het kabinetsbeleid. Het Ministerie van Infrastructuur en
Waterstaat (IenW) werkt reeds nauw samen met sectorpartijen, het Ministerie van Defensie
en de NCTV. Het kabinet werkt momenteel ook aan de doorontwikkeling van de bescherming
van de vitale infrastructuur om te komen tot een aanpak die robuuster en meer adaptief
is. Er wordt gewerkt aan een versterking van de huidige nationale aanpak door de wet-
en regelgeving, het huidige beleidsinstrumentarium en de governance te actualiseren
en toekomstbestendiger te maken. Daarbij is er de rijksbrede weerbaarheidsopgave5, waarbinnen extra aandacht is voor de bescherming van vitale processen en sectoren.
De NCTV en Defensie zijn coördinerend binnen de rijksbrede aanpak en IenW is verantwoordelijk
voor de sectorale aanpak.
Herbeoordeling vitaal en aanwijzing vitale aanbieders
Het vervoer van personen en goederen over de (hoofd)spoorweginfrastructuur is aangemerkt
als vitaal proces. Hieronder vallen: 1) vervoer van goederen; 2) aanbieden van veilige
spoorweginfrastructuur; 3) inclusief (goederen)stations; en 4) aanbieden van veilige
spoorweginfrastructuurcapaciteit. Deze als vitaal aangewezen processen worden periodiek
herbeoordeeld. Daarnaast zijn op basis van de vitaalbeoordeling, de handreiking vitaal
van de NCTV en de aanstaande wetgeving over (cyber)weerbaarheid criteria opgesteld
voor het aanwijzen van de vitale aanbieders in de spoorsector. Dit zijn partijen die
diensten leveren die essentieel zijn voor de continuïteit van het spoor en om die
reden een grote rol hebben in het verhogen van de weerbaarheid. Om welke partijen
dit gaat, kan ik vanwege vertrouwelijkheid helaas niet publiekelijk delen.
De herbeoordeling concludeert dat het spoor een vitaal proces blijft. Er heeft geen
wezenlijke wijziging van het spoorproces en haar subprocessen plaatsgevonden en op
korte termijn zal dat hoogstwaarschijnlijk niet veranderen. De dreigingen voor het
spoor zijn sinds de vorige vitaalbeoordeling wel gewijzigd. Het spoor heeft zich,
in aanvulling op reeds bestaande dreigingen (waaronder cyberdreigingen), te verhouden
tot wezenlijk nieuwe (hybride) dreigingen. Sabotage (door statelijke actoren of activistische
groepen), strategische afhankelijkheid van buitenlandse mogendheden en klimaatverandering
zijn hierbij het meest relevant. Om de dreigingen het hoofd te bieden, zal ik de samenwerking
met de aangewezen vitale aanbieders intensiveren, onder meer door een samenwerkingsagenda
Vitaal Spoor op te stellen.
Besluit Capaciteitsverdeling voor prioritering militair vervoer
Hoewel er al regelmatig militair vervoer via het spoor plaatsvindt en het inplannen
van militaire transporten tot nu toe elke keer gelukt is, is het voor ProRail elke
keer een uitdaging om deze goed in te passen in de planning. Het feit dat tijdstippen
en routes van deze militaire transporten vaak kort van tevoren bekend zijn in combinatie
met de bijzondere eigenschappen van deze transporten (afwijkende afmetingen, gevoelige
lading en de gewenste aansluiting op paden aan de grens), maakt het in de praktijk
namelijk lastig om op het gewenste moment capaciteit te vinden voor deze transporten
op ons druk bereden spoornet. Gezien de bijzondere aard en het belang van deze transporten
is een soepele en ongehinderde doorgang hiervan wenselijk.
Defensie, ProRail en IenW hebben dit voorjaar de handen ineengeslagen om te zoeken
naar mogelijkheden hiertoe. Er wordt nu nauw samengewerkt aan een nieuwe wijziging
van het Besluit waarmee voldoende capaciteit voor militaire transporten in de toekomst
gegarandeerd is. Zo zorgen wij er voor dat Nederland ook per spoor bijdraagt aan de
versterking van de NAVO. Ik verwacht de consultatie van deze wijziging eind dit jaar
te starten. Parallel hieraan zullen IenW, de NCTV en Defensie de onderliggende afspraken
en processen inrichten. Hiermee geeft het kabinet mede invulling aan de wens om beter
sturing te geven aan situaties waarin door schaarste keuzes gemaakt moeten worden
tussen maatschappelijke en militaire belangen.6
Internationale inspanningen: North Sea Baltic Corridor
Het streven is om de samenwerking met de landen om ons heen verder te intensiveren.
Militair transport stopt niet bij de grens. Op dit vlak werkt het Ministerie van Defensie
via de NAVO en de Permanent Structured Cooperation (PESCO) reeds aan de harmonisatie van relevante wet- en regelgeving. IenW speelt
een cruciale rol bij militair transport vanwege de afhankelijkheid van de modaliteiten.
Het spoor speelt daarin een cruciale rol. Daarom ben ik de afgelopen maanden ook twee
keer op bezoek geweest bij de NAVO. In deze gesprekken hebben we uitgewisseld wat
er nodig is om militair transport snel en efficiënt uit te voeren. De NAVO heeft aangeven
de inspanningen van IenW te waarderen. Ik ben dan ook voornemens om hen in het eerste
kwartaal uit te nodigen voor een bezoek om hierover door te praten.
Initiatieven als de North Sea Baltic corridor laten zien hoe via harmonisatie grensoverschrijdende
militaire transporten in de praktijk kunnen worden vormgegeven. De TEN-T verordening
(EU)2024/1679 van 13 juni 20247 markeert een nieuwe fase in de ontwikkeling van de samenwerking op de spoorgoederencorridors.
Voor de North Sea Baltic corridor betekent dit een uitbreiding van de corridor met
Finland, Zweden en Oekraïne aan de ene kant en het wegvallen van Tsjechië als lid
aan de andere kant. Om de nieuwe samenwerking van de Raad van Bestuur te bestendigen,
is ondertekening van een nieuwe gezamenlijke verklaring van Ministers tot instellen
van de nieuwe raad van bestuur van de spoorgoederencorridor North Sea Baltic nodig.
Gezien het belang van internationale samenwerking voor militaire mobiliteit en gezien
het belang van de North Sea Baltic corridor voor spoorvervoer van west naar oost en
vice versa, is op initiatief van Nederland, een passage opgenomen over samenwerking
op militaire mobiliteit in de gezamenlijke verklaring van Ministers. Op dit moment
ondertekenen de negen deelnemende lidstaten van de North Sea Baltic corridor de nieuwe
gezamenlijke verklaring. Op korte termijn wordt de samenwerking op militaire mobiliteit
binnen de North Sea Baltic corridor verder vormgegeven.
Tot slot
Onze fysieke infrastructuur is een slagader die onze economie verbindt met de Europese
markten. Investeringen in de weerbaarheid van onze transportnetwerken dragen daarom
niet alleen bij aan onze veiligheid en de veiligheid van de NAVO, maar ook aan onze
economie en welvaart. We staan voor een belangrijke opgave. Ik zal de Kamer begin
2026 nader informeren over de ontwikkelingen en nadere acties, waaronder de opvolging
van de aanbevelingen uit de impactanalyse en de voortgang op de samenwerkingsagenda
Vitaal Spoor.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
A.A. Aartsen
Indieners
-
Indiener
A.A. Aartsen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat