Brief regering : Gezondheidsraad (GR) advies inzake HPV-vaccinatie en werkagenda Gezondheidsraad
32 793 Preventief gezondheidsbeleid
Nr. 868 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 oktober 2025
Met deze brief informeer ik uw Kamer over het geactualiseerde advies van de Gezondheidsraad
inzake de HPV-vaccinatie, mijn beleidsreactie daarop en de geactualiseerde werkagenda
van de vaste commissie Vaccinaties van de Gezondheidsraad.
Adviesaanvraag Gezondheidsraad
Op 28 november 2024 heeft VWS de Gezondheidsraad (GR) gevraagd om een actualisatie
van het advies over het vaccinatieprogramma tegen HPV. In de adviesaanvraag wordt
de GR gevraagd een uitspraak te doen over de effectiviteit van het programma en of
het vaccinatieprogramma aanpassingen behoeft. Op 7 oktober jl. is het advies van de
Gezondheidsraad «Vaccinatie tegen HPV (2025)» gepubliceerd (zie bijlage). Hieronder
volgt een samenvatting van het GR-advies en mijn besluit.
Advies Gezondheidsraad
Inleiding
HPV-infecties komen veel voor maar leiden meestal niet tot ziekte. Langdurige HPV-infecties
kunnen in sommige gevallen verschillende vormen van kanker veroorzaken bij mannen
en vrouwen. Baarmoederhalskanker is de meest voorkomende HPV-gerelateerde kanker.
Daarom wordt binnen het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) aan meisjes sinds 2010 en aan
jongens sinds 2022 vaccinatie aangeboden tegen HPV. In het programma wordt gebruik
gemaakt van een 2-valent vaccin dat bescherming biedt tegen HPV-typen 16 en 18. Deze
typen veroorzaken de meeste HPV-gerelateerde kankergevallen. In het GR-advies doet
de commissie Vaccinaties een uitspraak over de effectiviteit van het huidige programma
en geeft de commissie advies over mogelijke aanpassingen in het programma.
Effectiviteit huidig programma
De personen uit het eerste cohort dat voor vaccinatie in aanmerking kwam, bereikten
recentelijk de leeftijd waarop zij in aanmerking komen voor het bevolkingsonderzoek
baarmoederhalskanker. De gegevens uit het bevolkingsonderzoek laten zien dat de vaccineffectiviteit
tegen baarmoederhalskanker bij volledige vaccinatie zeer hoog is (in dit cohort rond
90%). Ook in andere landen wordt hoge effectiviteit van het vaccin en een afname in
het aantal gevallen baarmoederhalskanker gezien. Andere typen kanker die veroorzaakt
kunnen worden door HPV zijn kanker van de anus, vulva, vagina, penis en de mondkeelholte.
Het is al langer bekend dat vaccinatie tot 90% van de HPV-infecties die tot deze vormen
van kanker kunnen leiden kan voorkomen. Omdat voor deze vormen van kanker geen bevolkingsonderzoek
bestaat, kan de effectiviteit van vaccinatie tegen deze vormen van kanker daar niet
uit worden afgeleid. Wel laat een Deens onderzoek zien dat in de 15 jaar na vaccinatie
veel minder vaak voorstadia van anuskanker worden gezien en in een Fins onderzoek
is vastgesteld dat bij gevaccineerde vrouwen geen vulvakanker en mondkeelkanker werd
gezien in de 10 jaar na vaccinatie, terwijl dit bij ongevaccineerde vrouwen wel werd
gezien.
HPV-vaccins en vaccinkeuze
Op dit moment wordt gebruik gemaakt van een 2-valent vaccin tegen HPV. Er zijn ook
een 4-valent en een 9-valent vaccin beschikbaar die veilig en effectief zijn. Deze
vaccins beschermen alle tegen de HPV-typen (16 en 18) die de meeste gevallen van kanker
veroorzaken. Het 9-valente vaccin beschermt daarnaast tegen meer HPV-typen die kanker
kunnen veroorzaken. De GR constateert dat met de 2- of 4-valente vaccins 65%–85% van
alle kankergevallen veroorzaakt door HPV kunnen worden voorkomen, terwijl het 9-valente
vaccin 75%–95% kan voorkomen. Ook biedt het 9-valente vaccin bescherming tegen genitale
wratten. De ziektelast van deze aandoening is hoog en de aandoening komt vaak voor,
er worden jaarlijks naar schatting ruim 45.000 gevallen geconstateerd. Tot slot laat
onderzoek zien dat het 9-valente vaccin bescherming biedt tegen stembandwratten, al
is het vaccin hier niet voor geregistreerd.
Kosteneffectiviteit
De GR heeft in haar advies gekeken naar de kosteneffectiviteit van de verschillende
vaccins. Het door de GR aangehaalde onderzoek laat zien dat het 9-valente vaccin kosteneffectief
is in vergelijking met het huidige 2-valente vaccin. Het 9-valente vaccin valt ondanks
hogere kosten ruim binnen de referentiewaarde voor preventieve interventies. Dit komt
met name doordat het 9-valente vaccin meer gevallen van voorstadia van baarmoederhalskanker
en genitale wratten, en de daarmee gemoeide diagnostiek en behandelkosten, voorkomt.
Advies
De GR oordeelt dat het gebruik van het 9-valente vaccin de effectiviteit van het programma
kan verhogen, omdat dit vaccin 75%-tot 95% van de HPV-gerelateerde gevallen van kanker
kan voorkomen. Daarnaast heeft het 9-valente vaccin een werkzaamheid van 80% tegen
genitale wratten en is volgens de GR voldoende aannemelijk dat het vaccin ook beschermt
tegen stembandwratten. De ziektelast van deze aandoeningen zou volgens de GR voldoende
aanleiding geven om vaccinatie ook in te zetten om deze aandoeningen te voorkomen.
Daarom zou het doel van het vaccinatieprogramma moeten worden aangepast: van het voorkómen
van HPV-gerelateerde kanker naar het voorkomen van HPV-gerelateerde ziekte en aandoeningen.
Alle vaccins worden op dit moment, in lijn met de registratie, toegediend in een 2 doses-schema.
Het is onbekend in hoeverre de vaccins op lange termijn bescherming bieden bij 1 dosis.
De GR adviseert daarom een schema van 2 doses aan te houden. Meer evidentie over de
effectiviteit van vaccinatie met 1 dosis zou aanleiding kunnen geven om opnieuw te
adviseren over HPV. Verder constateert de GR dat de deelnamegraad aan HPV-vaccinatie
sinds 2010 varieert tussen ongeveer 45 en 60%. De vaccinatiegraad laat de laatste
jaren een duidelijke toename zien (in 2024 63% voor meisjes en 59% voor jongens).
De GR adviseert de deelname onder de huidige doelgroep te onderzoeken, zodat kan worden
geanticipeerd op eventuele opkomst-bevorderende maatregelen. Tot slot benadrukt de
GR het belang van het verzamelen, langer bewaren en uitwisselen van vaccinatiegegevens
om de effectiviteit en resultaten van het programma te kunnen monitoren.
Besluit
Ik ben de Gezondheidsraad zeer erkentelijk voor het zorgvuldig geformuleerde advies.
Ik ben verheugd van de Gezondheidsraad te vernemen dat de effectiviteit van het huidige
programma met het 2-valente vaccin hoog is. Er kunnen met het 9-valente vaccin nog
meer gevallen van HPV-gerelateerde ziekte voorkomen worden. Daarom besluit ik dit
advies over te nemen. Omdat de huidige voorraad vaccins rond het najaar van 2026 zal
opraken, is het noodzakelijk dit najaar vaccins aan te schaffen. Daarbij zal ik in
navolging van het geactualiseerde advies van de Gezondheidsraad het RIVM de opdracht
geven tot de aanschaf van het 9-valente vaccin. De kosten hiervan passen binnen het
huidige beschikbare financiële kader voor 2026. Het streven is om bij een nieuw af
te sluiten contract vooralsnog geen meerjarige afnameverplichtingen aan te gaan. In
het geval een vervolgaanschaf tot een financieel knelpunt leidt, zal hier eerst dekking
voor gevonden moeten worden.
Het streven is vanaf het moment dat de huidige voorraad vaccins rond het najaar van
2026 zal opraken, te beschikken over het 9-valente vaccin en dit in het gehele land
in te zetten. Vanaf dat moment wordt dan binnen het programma aan alle kinderen in
hun tiende levensjaar het 9-valente vaccin aangeboden. De GR geeft aan dat kinderen
die een eerste prik met het 2-valente vaccin hebben gehad, de serie kunnen afmaken
met 1 prik van het 9-valente vaccin. Tot slot, in navolging van het advies om de deelname
onder de huidige doelgroep te monitoren, onderzoekt het RIVM bij welke (sub)groepen
de vaccinatiegraad achterblijft om zodoende bij deze groepen nader onderzoek te verrichten
en interventies in te zetten.
Werkagenda vaste commissie Vaccinaties
De werkagenda van de vaste commissie Vaccinaties van de Gezondheidsraad biedt inzicht
in de vaccinatieonderwerpen waarover advies zal worden uitgebracht. Deze agenda wordt
minimaal drie keer per jaar geëvalueerd en herzien op basis van prioriteringsoverleggen
tussen de Gezondheidsraad, het RIVM, Zorginstituut Nederland en het College ter Beoordeling
van Geneesmiddelen (CBG). Hierbij wordt onder andere rekening gehouden met nieuwe
vaccins die op de markt komen en de epidemiologische situatie. Op basis van het prioriteringsoverleg
van afgelopen juli stelt de Gezondheidsraad een nieuwe werkagenda voor. De meest actuele
werkagenda, gebaseerd op de uitkomsten van het meest recente prioriteringsoverleg,
voeg ik als bijlage bij deze brief.
Op de werkagenda voor 2025 staan adviezen over COVID-19-vaccinatie, RSV-vaccinatie
bij ouderen, HPV-vaccinatie (gepubliceerd en gedeeld met uw Kamer), pneumokokkenvaccinatie
voor kinderen en RSV-immunisatie bij kinderen.
Voor 2026 zijn adviezen voorzien over COVID-19-vaccinatie, meningokokken B-vaccinatie
voor kinderen, Dengue vaccinatie in Caribisch Nederland en gecombineerde hepatitis
A- en B-vaccinatie voor mannen die seks hebben met mannen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.Z.C.M. Tielen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport