Brief regering : Stand van zaken moties inzake gewasbeschermingsmiddelen
27 858 Gewasbeschermingsbeleid
Nr. 734
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 oktober 2025
Middels deze brief maak ik u mijn inzet kenbaar op een tweetal aangenomen moties van
het lid Podt. Het betreft hier moties met Kamerstuk 27 858, nr. 721 en met Kamerstuk 27 858, nr. 728, ingediend tijdens het tweeminutendebat gewasbeschermingsmiddelen van 3 september
jongstleden, die ik eerder had ontraden.
Motie met Kamerstuk 27 858, nr. 721
De motie van lid Podt vraagt de regering om een plan van aanpak vast te stellen «om
te zorgen dat uitgekochte boerderijen niet massaal omgezet worden in intensieve, niet-essentiële
teelten zoals sier- en bollenteelt».
De zorg van het lid Podt is volgens het dictum gericht op omzetten van grasland naar
teelt van hoogrenderende gewassen na een beëindigingsregeling.
Op dit moment is landbouwgrond geen onderdeel van de landelijke beëindigingsregelingen
veehouderijlocaties (Lbv), alleen bedrijfsgebouwen. Voor deelnemers van de Lbv-regelingen
geldt dat de regelingen reeds gesloten zijn. Het onverkort uitvoeren van de motie
betekent dat aanvragers van deze regelingen met aanvullende eisen worden geconfronteerd,
namelijk regulering van landbouwgrond in eigendom, waarvoor dan geen compensatie wordt
geboden. Het op deze manier veranderen van de spelregels acht ik onhaalbaar, maar
bovenal onwenselijk. Voor het opnemen van eisen omtrent grondgebruik in toekomstige
beëindigingsregelingen geldt dat landbouwgrond daarmee onderdeel wordt van de steunmaatregelen.
Dat betekent dat moet worden voldaan aan de eisen die de steunkaders hieraan stellen.
Los van of de Europese Commissie hiermee zal instemmen, betekent dit dat de uit productie
genomen cultuurgronden moeten worden omgezet naar bos of natuur. Dit beperkt het toekomstig
gebruik zodanig, dat er geen enkele economische ontwikkeling meer op deze gronden
kan plaatsvinden. Dat zou ik uiteraard zeer onwenselijk vinden. Daarnaast zal, indien
grond opkoop onderdeel wordt van een uitkoopregeling, veel meer geld beschikbaar gesteld
moeten worden vanwege de kosten hiervoor. Dit is bij eerdere regelingen overwogen
maar daar is vanwege de budgettaire gevolgen en om doelmatigheidsredenen niet voor
gekozen.
Ik wil de motie zo invullen dat ik, zodra in de toekomst beëindigingsregelingen worden
uitgewerkt waarbij wél aankoop van grond aan de orde is, zal bezien in hoeverre het
dan mogelijk en wenselijk is om het toekomstige gebruik van deze grond te reguleren.
Daarnaast, heb ik tijdens het commissiedebat van 15 mei jl. aangegeven dat de sector
inzet op een reductie van het gebruik chemisch gewasbeschermingsmiddelen. Ik wijs
bijvoorbeeld op de Ambitie Toekomst Bollenvak van de KAVB. Dit initiatief juich ik
toe en daarover blijf ik met de sector in gesprek.
Motie met Kamerstuk 27 858, nr. 728
De motie van het lid Podt die de regering verzoekt om «in overleg met relevante kennisinstellingen
een centraal register op te zetten waarbij het professioneel middelengebruik op percelen
binnen twee weken na toepassing wordt geregistreerd;» en om «de toegang tot eventuele
privacygevoelige informatie op voorwaarden beschikbaar te maken voor kennisinstellingen».
De sector heeft een projectvoorstel uitgewerkt voor de ontwikkeling van een (privaat)
benchmarkinginstrument. Hierin kunnen telers hun geregistreerd middelengebruik gaan
delen om onder andere vergelijkingen met collega’s te maken. Ik ben op dit moment
met de sector in gesprek over een financiële bijdrage hieraan door het Rijk. In het
huidige voorstel wordt voorzien in jaarlijkse rapportages met geaggregeerde gegevens
over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in teelten, onder andere te gebruiken
bij beleidsevaluaties en statistiekverplichtingen.
Ik wil met de sector bezien op welke manier deze jaarrapportages ook met geïnteresseerde
onderzoekers gedeeld kunnen worden en of er mogelijkheden zijn om meer gedetailleerdere
data voor onderzoeksdoeleinden beschikbaar te stellen, zonder dat dat invloed heeft
op de deelnamebereidheid van telers aan het benchmarkinginstrument bijvoorbeeld door
te privacy gevoelige data weg te laten. Ik geef op deze manier invulling aan de motie
en zal uw Kamer informeren over de voortgang van dit project.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur