Brief regering : Inzet ondersteuning regionale capaciteit t.b.v. medische evacuaties uit de Gazastrook
23 432 De situatie in het Midden-Oosten
Nr. 611
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 oktober 2025
Met deze brief informeren wij uw Kamer over de inzet van het kabinet omtrent de ondersteuning
van de regionale capaciteit voor medische evacuaties uit de Gazastrook. In deze brief
zal ook ingegaan worden op de invulling van de extra bijdrage van 25 miljoen euro
voor hulp aan mensen uit Gaza, die uit begrotingsartikel 4.1 voor humanitaire hulp
komt, zoals toegezegd tijdens het Commissiedebat Humanitaire Hulp d.d. 25 september
2025.
De humanitaire situatie in Gaza
Het groot menselijk leed dat zich in de Gazastrook voltrekt, baart het kabinet grote
zorgen. De maandenlange blokkade door Israël van humanitaire hulp is medio mei gedeeltelijk
opgeheven, maar de toegang en distributie van humanitaire hulp blijft ruim onvoldoende.
De intensivering van geweld in Gaza-stad verergert de humanitaire situatie, beperkt
de toegang tot hulp en vergroot de risico’s voor hulpverleners.
Het langdurige conflict heeft geleid tot de bijna volledige ineenstorting van de gezondheidsinfrastructuur
in Gaza. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) waren er tot en met 11 september
jl. in totaal 793 aanvallen op de gezondheidszorg geregistreerd, waarvan 125 op gezondheidsinstellingen.
De enkele ziekenhuizen en klinieken die nog in gebruik zijn, functioneren daardoor
ver onder hun oorspronkelijke capaciteit, medische voorraden zijn schaars en zorgpersoneel
werkt onder levensgevaarlijke omstandigheden.
Het kabinet zet zich onverminderd in om de oorlog te beëindigen, de gijzelaars vrij
te krijgen en de Gazastrook grootschalig, ongehinderd en onvoorwaardelijk van humanitaire
hulp te voorzien door gemandateerde hulporganisaties, waaronder de Verenigde Naties,
de Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging en andere internationale ngo’s. In dit kader
verwelkomt het kabinet de inspanningen van de Amerikaanse president Trump die op 29 september
jl. een plan ter beëindiging van het conflict in de Gazastrook presenteerde, waaronder
de opschaling van humanitaire hulp. Uw Kamer ontving op 1 oktober een appreciatie
van het plan zoals toegezegd door de Minister van Buitenlandse Zaken tijdens het Notaoverleg
Mensenrechten van 29 september jl.
Medische evacuaties uit de Gazastrook
Door de toestroom van grote aantallen patiënten, het gebrek aan medische benodigdheden
en het beperkt aantal medische evacuaties loopt de druk op het gezondheidssysteem
in Gaza steeds verder op. Uit de meest recente cijfers van de WHO blijkt dat op 17 september
jl. in totaal 15.600 patiënten geregistreerd stonden voor medische evacuatie, waaronder
3.800 kinderen. Het Palestijnse Ministerie van Volksgezondheid en de WHO gaan ervan
uit dat het werkelijke aantal mensen dat een medische evacuatie nodig heeft drie tot
vier keer hoger ligt dan de geregistreerde cijfers, door toegangsbarrières en onvolledige
registratie. Tussen 7 oktober 2023 en 17 september 2025 zijn er volgens de WHO 7.802
patiënten geëvacueerd, waaronder 5.369 kinderen.
Volgens cijfers van de WHO ontvangen Egypte (3.995 patiënten), de Verenigde Arabische
Emiraten (1.499 patiënten), Qatar (970 patiënten), Turkije (441 patiënten), EU-lidstaten
(325 patiënten, met name Italië, Spanje en Roemenië) en Jordanië (254 patiënten) de
meeste geëvacueerde patiënten. Al wordt het grootste deel van de patiënten in de regio
opgevangen, de capaciteit staat in verschillende landen onder druk. Zo kampt Egypte
met tekorten en kiest Jordanië er, met name uit financiële overwegingen, voor om zich
vooral te richten op minder complexe zorg. De behoefte aan ondersteuning in de regio
is dan ook groot en urgent.
Nederlandse inzet voor medische evacuaties binnen de regio
De interdepartementale Taskforce Medische Evacuaties van Gazanen binnen de regio, waar zowel het Ministerie van Buitenlandse Zaken als het Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport in vertegenwoordigd zijn, coördineert het Nederlandse beleid langs
drie sporen.
Allereerst door medische en humanitaire hulp aan mensen uit Gaza te ondersteunen via
een additionele bijdrage van 25 miljoen euro. Daarnaast is er diplomatieke inzet richting
Israël en landen in de regio, gericht op verruiming van de mogelijkheden voor medische
evacuaties, humanitaire toegang voor onze humanitaire partners en het recht op terugkeer
van patiënten. Nederland werkt hierbij nauw samen met andere Europese en gelijkgezinde
landen. Ten slotte wordt in kaart gebracht of aanbod van Nederlandse medische expertise
en/of goederen kan aansluiten op de hulpbehoefte in de regio. Met deze brief informeer
ik u over de voortgang op deze drie sporen.
Het kabinet draagt met 25 miljoen euro direct bij aan de ondersteuning van de medische
hulp in Gaza en het verlichten van de overbelasting van de zorg in de regio, zoals
in Egypte en Jordanië. Deze steun financiert medische behandelingen, specialistische
zorg, medicijnen en revalidatiediensten, maar ook structurele elementen zoals training,
versterking van ziekenhuizen, herstel van water- en sanitaire voorzieningen en voedselhulp.
De Nederlandse bijdrage bereikt daarmee op korte termijn duizenden mensen die betere
zorg krijgen en creëert tegelijkertijd iets meer ademruimte voor de zorgstelsels in
Egypte en Jordanië die onder druk staan door de toestroom van patiënten. Het snelste
en meest effectieve resultaat bereiken we door te investeren in onze betrouwbare humanitaire
partners die o.a. met Nederlandse steun reeds in Gaza en de regio (Egypte, Jordanië,
de Westelijke Jordaanoever) actief zijn. De complementariteit tussen de verschillende
expertises van deze partners, die hieronder wordt belicht, zorgt voor een breed bereik
van mensen in nood in zowel Gaza als in de regio:
Allereerst is 5 miljoen euro gereserveerd voor concrete bilateraal geïnitieerde steun
aan de regio via de WHO. Hiermee wordt Egypte ondersteund, in de vorm van medische
goederen en daaraan gerelateerde trainingen. Ook wordt Jordanië via de WHO met 1 miljoen
euro ondersteund ten behoeve van de opvang van medische evacuees. Verder is 2 miljoen
euro direct beschikbaar voor de WHO, waarmee Nederland het centrale coördinatiesysteem
van de WHO ondersteunt voor medische evacuaties en begeleiding van Gazaanse patiënten
naar ontvangende landen.
Save the Children ontvangt 0,8 miljoen euro voor behandeling in Egypte van ongeveer zeshonderd patiënten,
voornamelijk kinderen, uit Gaza. Deze patiënten en hun begeleiders krijgen medische
behandeling in private klinieken, inclusief noodzakelijke nazorg zoals psychosociale
zorg, protheses en fysiotherapie. Daarnaast zal Save the Children aanvullende diensten leveren ter versterking van het Egyptische gezondheidssysteem,
zoals training van ambulancepersoneel dat evacuees uit Gaza ophaalt aan de grens.
De Dutch Relief Alliance (DRA) ontvangt 3 miljoen euro om haar humanitaire en medische inzet in Gaza uit te
breiden. De bijdrage verlicht de druk op het overbelaste gezondheidssysteem door basiszorg
te bieden, waaronder behandeling van verwondingen, infectieziekten, chronische aandoeningen
en zorg bij zwangerschap en bevallingen, aangevuld met psychosociale hulp. Daarnaast
wordt voedselhulp verstrekt, toegang tot schoon water en sanitaire voorzieningen hersteld
en gezinnen ondersteund in de vorm van cash transfers, waarmee zij zelf kunnen voorzien in basisbehoeften en zorgkosten. Hiermee beoogt
de DRA circa 197.000 mensen direct te bereiken, waaronder kinderen, mensen met een
handicap en door vrouwen of kinderen geleide huishoudens.
Het Nederlandse Rode Kruis ontvangt 6 miljoen euro voor medische hulp aan patiënten uit Gaza in Jordanië en
Egypte. Circa 1,4 miljoen euro gaat naar het Palestine Hospital van de Palestijnse Rode Halve Maan, dat geëvacueerde patiënten opvangt in Egypte
en spoedzorg, gespecialiseerde behandelingen en revalidatie biedt. Daarnaast wordt
4,3 miljoen euro ingezet via het Middle East Crisis Appeal van de Internationale Federatie van Rode Kruis- en Rode Halve Maanverenigingen ter
ondersteuning van de Egyptische en Jordaanse Rode Halve Maan. Daarmee worden in Jordanië
naar verwachting 200 medische-evacuees en 300 begeleiders geholpen met specialistische
zorg en psychosociale begeleiding, en in Egypte circa 3.000 mensen, waaronder 2.000
patiënten die revalidatiezorg ontvangen.
Nederland draagt 2,5 miljoen euro bij aan de inzet van het Internationaal Comité van het Rode Kruis (ICRC) in de Palestijnse gebieden. Deze steun maakt het mogelijk medische zorg te
combineren met beschermings- en coördinatieactiviteiten, waaronder veilige toegang
tot spoedeisende hulp voor de Palestijnse Rode Halve Maan. In Gaza ondersteunt het
ICRC het veldhospitaal in Rafah (120 bedden), twee ziekenhuizen en vijf eerstelijnsgezondheidscentra
met (specialistische) zorg, training, apparatuur en medicijnen. Daarnaast worden revalidatiediensten
aangeboden via het Artificial Limb and Polio Centre en krijgen patiënten psychosociale zorg. Het ICRC levert tevens brandstof en materialen
om ziekenhuizen operationeel te houden.
De bijdrage van 4,7 miljoen euro aan het VN Humanitaire Fonds voor de Palestijnse Gebieden richt zich op levensreddende medische zorg en het draaiende houden van cruciale diensten
in Gaza. Hiermee worden circa 100.000 consultaties en 13.000 ziekenhuisopnames ondersteund
met kritieke medische goederen voor 17 ziekenhuizen, evenals behandelingen voor ondervoede
kinderen en moeders. Ook voorziet de bijdrage in evacuaties, traumazorg, revalidatie,
medicijnen en water- en sanitaire voorzieningen in zorginstellingen. Minstens de helft
van de middelen gaat naar lokale ngo’s, die met hun kennis en nabijheid een sleutelrol
spelen in de uitvoering.
Met de extra bijdrage van 3 miljoen euro kan UNICEF circa 140.000 kinderen, moeders en andere patiënten in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever
bereiken met levensreddende zorg. De inzet richt zich op versterking van de zorgsystemen
en acute medische hulp, onder meer via ondersteuning van prenatale en neonatale zorg
in ziekenhuizen in Gaza met essentiële apparatuur en medicijnen. Daarnaast verstrekt
UNICEF protheses aan kinderen die wachten op revalidatie en zet het mobiele teams
in voor basiszorg, waaronder vaccinaties, behandeling van ondervoeding, zorg voor
zuigelingen en moederzorg.
Diplomatieke inzet van het kabinet
De landen in de regio die medische evacuees ontvangen uit de Gazastrook, geven aan
baat te hebben bij diplomatieke steun. Zo is het van belang dat grensovergangen open
zijn en de Israëlische autoriteiten snel toestemming verlenen aan de WHO voor de evacuatie
van patiënten. Al verloopt die toestemming op dit moment relatief spoedig volgens
de WHO, zijn er ook landen in de regio – die beschikken over extra medische capaciteit
– die signaleren dat uitreis- en terugkeer toestemming van de Israëlische autoriteiten
een obstakel vormt om verder op te schalen.
Nederland zet zich daarom diplomatiek actief in richting Israël en omliggende landen,
middels een combinatie van diplomatieke druk en dialoog. Uw Kamer is op 9 september
jl. geïnformeerd over de inspanningen die het kabinet tot dusver heeft verricht (Kamerstuk
2025Z15784). Zo dringt Nederland bijvoorbeeld aan op humanitaire toegang, verruiming van de
mogelijkheden voor evacuaties uit de Gazastrook en op het recht op terugkeer van Gazanen
naar de Gazastrook.
Er vindt voortdurend informatie-uitwisseling plaats over de situatie in Gaza en benodigde
steun voor medische evacuaties met Ministers van Buitenlandse Zaken uit de regio,
inclusief de Golfstaten. De Minister van Buitenlandse Zaken voerde bijvoorbeeld gesprekken
voorafgaand aan en tijdens de High Level Week van de Algemene Vergadering van de VN
met Jordanië, Egypte, Saoedi-Arabië, Qatar, Verenigde Arabische Emiraten, Duitsland,
Frankrijk, Noorwegen, Denemarken, het Verenigd Koninkrijk, Finland en Zweden. In deze
constructieve gesprekken werd brede waardering uitgesproken voor de Nederlandse inzet,
specifiek voor de toegezegde financiële bijdrage aan medische evacuaties naar de regio.
Daarnaast sprak de Staatssecretaris Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp met verschillende
hulporganisaties, zoals het Nederlandse Rode Kruis en de Dutch Relief Alliance. Ook zijn de Nederlandse diplomatieke posten actief betrokken in de outreach naar de landen in de regio.
De Minister van Buitenlandse Zaken bezoekt volgende week Egypte waar hij met zijn
evenknie zal spreken over de hoge humanitaire noden in de regio. Hij spreekt eveneens
met zijn collega’s in de Golflanden tijdens de aanstaande EU-GCC ministeriële bijeenkomst
in Koeweit. Hij spreekt daar bijvoorbeeld met Saudi-Arabië en Qatar over de mogelijkheden
voor het vergroten van hun opvangcapaciteit, zeker waar het complexe medische hulp
aan kinderen betreft. De Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingshulp zijn voornemens binnenkort af te reizen naar Saudi-Arabië
waar dit ook ter sprake zal komen.
De diplomatieke inzet vindt plaats in nauwe samenwerking met gelijkgestemde partners.
Een voorbeeld hiervan is de recente aansluiting van Nederland bij een Deense ministeriële
verklaring, samen met 22 andere landen, waarin Israël wordt opgeroepen tot een staakt
het vuren en de heropening van de medische corridor tussen Gaza en de Westelijke Jordaanoever
en medische hulp tot Gaza toe te laten. In dit kader spreekt de Staatssecretaris Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingshulp op 3 oktober met de Deense Minister van Buitenlandse Zaken
over hoe Nederland en Denemarken hierin verder samen kunnen optrekken.
Match regionale behoefte met Nederlandse medische expertise en goederen
Zoals genoemd, besteedt het kabinet 5 miljoen euro aan concrete steun voor de regio
via de WHO. De noden voor wat betreft de medische hulp en opvang van medische evacuees
zijn het hoogst in Egypte en Jordanië. Nederland is in gesprek met de verschillende
hulporganisaties en autoriteiten binnen de regio, waaronder Egypte en Jordanië, om
hun medische behoefte in kaart te brengen zodat Nederland daar direct op kan aansluiten.
Dit gaat in nauwe samenwerking met de WHO: de WHO is de spin in het web in de coördinatie
van medische evacuaties en begeleiding van Gazaanse patiënten naar ontvangende landen.
Op dit moment is de WHO de enige organisatie die medische evacuaties mogelijk kan
maken vanuit Gaza. Met de 5 miljoen euro ondersteunt Nederland de coördinerende taken
van de WHO en zorgsystemen in Egypte en Jordanië.
Op basis van een brede navraag als onderdeel van diplomatieke contacten binnen de
regio, is gebleken dat er momenteel geen directe behoefte bestaat aan concrete medische
expertise. Als zich een specifieke behoefte voordoet, kan alsnog worden gekeken naar
mogelijkheden om deze te accommoderen. Nederlandse artsen zijn weliswaar werkzaam
in Gaza en de regio, maar vanuit hun contractuele betrekkingen met daar aanwezige
internationale hulporganisaties.
Complexe medische hulp voor de meest kwetsbare patiënten
Voor kinderen uit Gaza die complexe zorg nodig hebben, betekent dit dat zij vaak afhankelijk
zijn van medische evacuatie naar ziekenhuizen buiten Gaza. Tegelijkertijd leggen complexe
gevallen extra druk op zorgsystemen in de regio, omdat er vaak meerdere operaties
nodig zijn om patiënten te behandelen, of meerdere behandelingstrajecten en -experts.
In een aantal landen is die capaciteit beperkt, waardoor een land als Jordanië bijvoorbeeld
de keuze maakt om complexe gevallen op dit moment niet op te nemen.
Het is helder dat de behandeling van complexe gevallen een geïntegreerd zorgsysteem
nodig heeft, wat een lange termijn benadering vraagt. Het kabinet tracht via humanitaire
partners en bilateraal geïnitieerde steun bij te dragen aan het herstel en de versterking
van de beschikbare capaciteit, zowel binnen Gaza als in opvanglanden zoals Egypte
en Jordanië. De medische hulp die hulporganisaties, mede in private klinieken, kunnen
leveren, verlicht hiermee de druk op het reguliere zorgsysteem. Hiermee kan een aanzienlijke
bijdrage worden geleverd om kwetsbare patiënten sneller toegang te geven tot complexe
en tot urgente zorg.
Uit ervaringen van andere Europese landen valt op te merken dat de organisatie van
evacuaties van patiënten naar eigen land over vele schijven gaat en niet op stel en
sprong kan worden georganiseerd. Belemmeringen lijken te liggen bij onder andere de
screening van patiënten, de emotionele impact van scheiding van families en kinderen
en het niet kunnen of mogen terugkeren naar de Gazastrook.
Inzet van gelijkgestemde landen
Nederland behoort tot de koplopers met de bijdrage van 25 miljoen voor hulp aan mensen
uit Gaza en levert daarmee een substantiële bijdrage aan humanitaire en medische ondersteuning
in Gaza en de regio. Het kabinet meent dat steun aan hulporganisaties die reeds in
de regio actief zijn de snelste en meest zinvolle manier is om zoveel mogelijk patiënten
te helpen.
Een rondgang met de vraag over bijdragen van gelijkgestemde landen, laat zien dat
Denemarken (6,7 miljoen), Duitsland (30 miljoen), Italië (16 miljoen), het Verenigd
Koninkrijk (1 miljoen) en Zweden (38 miljoen) additionele financiering hebben vrijgemaakt.
Dit zijn bedragen mede ter ondersteuning van de medische capaciteit in Gaza en de
regio. Het kabinet onderzoekt mogelijkheden om krachten te bundelen met deze landen.
Alles afwegende is het kabinet van mening dat we met de hierboven geschetste inzet
een groot verschil kunnen maken bij het verbeteren van de medische hulp in de regio.
Op één spoor is het, na extensieve contacten met organisaties en landen in de regio,
echter niet mogelijk gebleken op korte termijn een significant verschil te maken of
acute tekorten te lenigen; dat betreft de complexe hoog-specialistische medische zorg.
In verband met gebrek aan capaciteit in enkele landen en obstakels v.w.b. toegankelijkheid
of politieke wil in andere landen is gebleken dat nu sprake is van een tekort in de
regio. Aan beide aspecten zal het kabinet met voorrang werken. Tegelijkertijd zal
het kabinet in de tussenliggende termijn bezien in hoeverre enkele kinderen die complexe
hoog-specialistische zorg nodig hebben, die in direct levensgevaar verkeren, waarvoor
nu in de regio geen onmiddellijke hulp beschikbaar is, tijdelijk in Nederland kunnen
worden geholpen. Daarbij zal het kabinet gebruik maken van de kennis en triage van
het WHO alsook van de ervaring die andere Europese landen in dit kader hebben opgedaan.
Daarbij heeft het kabinet tevens aandacht voor preventieve veiligheidsaspecten, zoals
de screening van de patiënten en een beperkt aantal meereizende begeleiders, alsook
de sociale impact die gepaard gaat met het overbrengen van kinderen uit hun thuissituatie.
Het aantal gevallen dat Nederland zal kunnen en gaat opnemen zal overigens zeer beperkt
zijn en er zal ook rekening worden gehouden met de beschikbare zorgcapaciteit voor
Nederlandse kinderen. We blijven primair focussen op opvang in de regio en blijven
álle landen in de regio oproepen om een bijdrage te leveren.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
D.M. van Weel
De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
A. de Vries
Indieners
-
Indiener
D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken -
Medeindiener
A. de Vries, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken