Brief regering : Reactie op het amendement van het lid Kostic c.s. ter vervanging van nr. 10 over middelen voor het verminderen van apenproeven (Kamerstuk 36725-VIII-11)
32 336 Dierproeven
32 793
Preventief gezondheidsbeleid
Nr. 170
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 oktober 2025
Ik wil graag, als één van mijn laatste activiteiten voor het politieke reces, een
oproep doen aan uw Kamer in relatie tot aangenomen amendement Kostic c.s.1
Er is door uw Kamer dit jaar veel gesproken over proeven in Nederland met niet-humane
primaten (NHP), een belangrijk onderwerp waar u ongetwijfeld ook morgen weer over
zult spreken. Ik voel een diepe verantwoordelijkheid om uw Kamer, voorafgaande aan
het reces, te informeren over het belang dat dit type onderzoek speelt voor de behandeling
van patiënten in Nederland.
Wanneer we in Nederland spreken over onderzoek met NHP dan spreken we over het Biomedical
Primate Research Centre (BPRC). Het BPRC is in Nederland de plek waar het meeste onderzoek
met NHP wordt gedaan. Het BPRC voert het NHP-onderzoek uit met apen uit eigen fok.
Dit is een unieke situatie waarin het centrum onafhankelijk van import uit derde landen
onderzoek kan doen. Europa heeft een beperkt aantal van dit soort primatencentra,
het aantal centra met een eigen zelfstandig fokprogramma is nog kleiner.
NHP-onderzoek wordt nog steeds veel toegepast daar waar de complexiteit van de menselijke
biologie en ziekteprocessen moeilijk in andere modellen te reproduceren zijn. U moet
dan denken aan ziektes die aangrijpen op het immuunsysteem of het zenuwstelsel. Ziektes
die door het BPRC worden onderzocht zijn dan ook geen onbekende ziektes, maar juist
die waarover breed zorgen leven in de samenleving. Denk aan AIDS, of Alzheimer. Het
BPRC heeft ook een grote rol gespeeld bij de ontwikkeling van de Corona-vaccins en
bestudeert nu het ziekteverloop van post-COVID. Als Minister van VWS sta ik ervoor
dat Nederlandse patiënten uitzicht hebben op een behandeling. Dat principe is voor
mij leidend.
Juist in deze onzekere tijden, waarin onverwacht ook onderzoek, geneesmiddelen en
zorg een pion zijn geworden van geopolitieke belangen moeten we borgen dat we als
Nederland strategische onafhankelijkheid behouden op zaken die kernwaarden zijn voor
onze samenleving.
Uitzicht op een behandeling van een ernstige ziekte is daar één van.
Ik ben, net als uw Kamer, ervan overtuigd dat de toekomst proefdiervrij moet zijn,
en dit ook zal zijn. Ook ik wil het aantal proeven met NHP zo snel mogelijk, en veilig,
afbouwen. De weg om hier te komen is echter onderwerp van gesprek. Dit jaar heeft
uw Kamer het rapport van de onafhankelijke onderzoekscommissie Bijker2 ontvangen, waarin verschillende scenario’s zijn beschreven om onderzoek met NHP in
Nederland naar de toekomst toe vorm te geven. Ik wil benadrukken dat onderzoek met
NHP in Nederland onderhevig is aan strenge controle. Alleen bij hoge uitzondering
en met nadrukkelijke toestemming van de Centrale Commissie Dierproeven mag in Nederland
onderzoek met NHP worden verricht. Ik weet uit eigen ervaring hoe streng deze eisen
zijn als je onderzoek wilt doen.
Ik wil uw Kamer oproepen om het BPRC vooralsnog te behouden als openbare onderzoeksinstelling
met een volwaardige zelfstandige fokkolonie. Het BPRC is voor nu onmisbaar, zowel
voor onderzoek met NHP, maar ook juist om de transitie naar een proefdiervrije toekomst
vorm te geven. Hun kennis en expertise is van onschatbare waarde om nieuwe proefdiervrije
modellen te valideren. We moeten onze onderzoek infrastructuur koesteren, juist nu.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
J.A. Bruijn
Indieners
-
Indiener
J.A. Bruijn, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport