Brief regering : Erkenning van Spoedeisende Hulp Arts als medisch specialist
29 247 Acute zorg
Nr. 466 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 oktober 2025
Op 9 september jl. verzocht uw Kamer mij een schriftelijke reactie te geven op een
brief van de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen (NVSHA) getiteld:
erkenning SEH-arts als medisch specialist (kenmerk 2025Z14338/2025D38141). In de brief pleit de beroepsvereniging ervoor dat Defensie bepaalde categorieën
artsen die bij Defensie werkzaam zijn, te weten: zij die door het Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport zijn erkend als klinisch medisch specialist, op passende wijze te
belonen.
Ik begrijp het standpunt van de NVSHA. Vanwege de onzekere geopolitieke situatie en
de daarmee samenhangende inzet van Defensie in het kader van hoofdtaak één, is het
des te meer van belang dat officieren die werkzaam zijn als klinisch medisch specialist
in het vakgebied spoedeisende geneeskunde (SEH-artsen) behouden blijven voor Defensie.
Ook de autoriteit die binnen Defensie integrale analyses uitvoert naar medische capaciteiten
en middelen, de Militair Geneeskundige Autoriteit, onderschrijft de toegevoegde waarde
van deze specialisten. Dit vanwege hun cruciale rol en positie binnen de operationele
en niet-operationele militaire gezondheidszorg.
Tegen deze achtergrond acht ook ik het noodzakelijk dat ongewenste inkomensverschillen
bij deze categorieën personeel worden voorkomen. Daarom heeft Defensie het voornemen
om het vakgebied spoedeisende geneeskunde op te nemen in tabel 26 van de Inkomstenregeling
Militairen (IRM). Hierdoor kunnen ook de SEH-artsen, mits zij voldoen aan de geldende
eisen, voortaan aanspraak maken op de Toelage Officier Medisch Specialist (TOMS) en
de eventuele aanvulling (ATOMS) daarop. Daarmee kom ik tegemoet aan de geuite wensen
van de beroepsvereniging met betrekking tot beloning. Met betrekking tot de rangverhoging:
deze is geen vanzelfsprekend gevolg van opname in tabel 26 van de IRM.
Over deze door mij voorgenomen wijziging, treed ik op korte termijn in gesprek met
de vakcentrales. Zodra ik overeenstemming heb bereikt, zal ik uw Kamer hiervan op
de hoogte stellen.
De Staatssecretaris van Defensie, G.P. Tuinman
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G.P. Tuinman, staatssecretaris van Defensie