Brief regering : Invulling van juridische counseling en rechtsbijstand
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 3479
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ASIEL EN MIGRATIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 september 2025
Met ingang van 12 juni 2026 is het Asiel- en migratiepact van toepassing. De Asielprocedureverordening
(APR) bevat de bepalingen over de asielprocedure en de juridische ondersteuning die
de asielzoeker moet krijgen. Zoals uw Kamer bekend1 diende de Nederlandse invulling ten aanzien van de inrichting rondom deze juridische
counseling en rechtsbijstand nog te worden bepaald.
In de huidige Nederlandse asielprocedure heeft een asielzoeker reeds vanaf de start
van zijn asielprocedure in de administratieve fase recht op kosteloze rechtsbijstand
van een advocaat. Daarnaast staat het de asielzoeker vrij om een beroep te doen op
het advies van VluchtelingenWerk Nederland (VWN). Onder de Asielprocedureverordening,
die per 12 juni 2026 van toepassing wordt, worden lidstaten minimaal verplicht om
de asielzoeker vanaf de start van zijn asielprocedure kosteloze onafhankelijke juridische
ondersteuning («counseling») aan te bieden. Juridische counseling heeft een andere,
lichtere betekenis dan rechtsbijstand. Ook uit de huidige Procedurerichtlijn volgt
geen verplichting tot het bieden van rechtsbijstand in de bestuurlijke fase van de
asielprocedure. De Nederlandse asielprocedure kent dus momenteel extra juridische
waarborgen bovenop de minimumnorm uit de huidige en nieuwe Europese asielwetgeving.
Het kabinet streeft ernaar om de Nederlandse asielprocedure te versoberen tot het
Europees minimum en, zoals neergelegd in het regeerprogramma, rechtsbijstand bij asielaanvragen
zoveel mogelijk te beperken. De Nederlandse invulling aan de Europese norm rondom
juridische counseling en rechtsbijstand is indachtig deze ambities bepaald en is een
balans tussen het belang van een zorgvuldige en efficiënte asielprocedure enerzijds
en een versobering van de nationale invulling naar het Europees minimum anderzijds.
Juridische counseling in plaats van rechtsbijstand
In de toekomstige asielprocedure zal de asielzoeker vanaf het moment dat hij zijn
asielverzoek in Nederland registreert juridische counseling ontvangen, in plaats van
rechtsbijstand.
Uit de Asielprocedureverordening kan worden opgemaakt dat counseling voornamelijk
informerend van aard is en gericht is op het bieden van informatie over het verloop
van de procedure. Die informatie moet toegespitst zijn op de procedure waarin de aanvrager
zich bevindt en antwoord bieden op vragen, rekening houdend met individuele omstandigheden.
Juridische counseling dient gratis voorzien te worden wanneer de asielzoeker daarom
verzoekt. Een counselor mag worden belast met het verstrekken van counseling aan meerdere
verzoekers tegelijk.
De uitvoering van deze taken zal niet aan de asieladvocatuur worden gevraagd. Een
lidstaat mag in zijn eigen wetgeving inregelen hoe hierin wordt voorzien. De counseling
moet worden geboden door «onafhankelijke juridische counselors, die krachtens het
nationale recht zijn erkend of toegelaten om de verzoekers counseling te verstrekken,
dan wel door niet-gouvernementele organisaties die krachtens het nationale recht zijn
geaccrediteerd om juridische diensten of vertegenwoordiging aan verzoekers te bieden.»
Gelet op het voorgaande heb ik de IND gevraagd de uitvoering van deze taken op zich
te nemen. De precieze invulling is onderwerp van gesprek met de IND.
Behoud correcties en aanvullingen
In de toekomstige asielprocedure wordt het verplicht een geluidsopname van het gehoor
met de asielzoeker over zijn vluchtmotieven te maken. In de huidige procedure wordt
alleen een rapport van het gehoor opgemaakt. De opname zal worden toegelaten als bewijs
in de beroepsprocedure. Hoewel de Asielprocedureverordening lidstaten de mogelijkheid
biedt om als gevolg daarvan de asielzoeker geen gelegenheid te bieden voor het leveren
van correcties en aanvullingen op het verslag van zijn gehoor, zal in de Nederlandse
asielprocedure de vreemdeling nog wel in de gelegenheid worden gesteld om opmerkingen
te maken bij het verslag.
Het schrappen van de voornemenprocedure steunt op de onderbouwing dat – vanwege de
mogelijkheid tot het bieden van correcties en aanvullingen – de asielprocedure nog
steeds voldoet aan de Europese verplichting van het recht van eenieder te worden gehoord
voordat een individuele maatregel wordt genomen. Door een expliciet moment van hoor-
en wederhoor in de administratieve fase te houden, kan de asielzoeker zijn correcties
en aanvullingen indienen voordat tegen hem een voor hem nadelige individuele maatregel
wordt genomen. Met deze stap in de asielprocedure wordt maximaal gewaarborgd dat de
beslissing van de IND is gestoeld op een volledig verslag van het asielgehoor, waarover
tussen IND en asielzoeker met zijn gemachtigde geen verschil van inzicht bestaat.
Hiermee worden onnodige discussies en vertraging in beroep voorkomen. Vanaf het moment
van de correcties en aanvullingen zal daarom worden voorzien in kosteloze rechtsbijstand
door een advocaat. Dat de vreemdeling aan het einde van de administratieve fase van
de asielprocedure al een advocaat heeft, maakt bovendien dat deze het dossier al kent
ten tijde van het besluit en dat een eventueel beroep snel kan worden ingediend en
geformuleerd.
Ook tijdens de beroepsfase zal aan de asielzoeker gefinancierde rechtsbijstand worden
aangeboden door een asieladvocaat, hetgeen verplichtend volgt uit de Asielprocedureverordening.
Beroeps-, Grens-, Dublin- en Opvangprocedures
De toekomstige asielgrensprocedure en de procedure tot vaststelling van de verantwoordelijke
lidstaat onder de Asiel en migratiebeheer verordening (AMBV) kennen afwijkende – korte
– termijnen en hebben gevolgen bij het niet halen van deze termijnen, te weten het
alsnog toegang moeten bieden tot Nederland respectievelijk het niet meer kunnen overdragen
aan de verantwoordelijke lidstaat. Daarbij geldt voorts dat onder de AMBV (Dublin)-procedure
de asielzoeker in terugnamezaken in beginsel niet meer wordt gehoord. In overnamezaken
waarin wel een gehoor is afgenomen, is in de regel beperkte ruimte voor het indienen
van correcties en aanvullingen na het gehoor.
In deze procedures blijft het recht op kosteloze rechtsbijstand kort na de start van
de procedure gehandhaafd omdat dit in deze specifieke procedures bijdraagt aan het
halen van deze termijnen. De advocaat kan in deze procedure reageren op de stukken
van de IND, echter wordt hier geen specifieke termijn voor gegeven.
De nieuwe Opvangrichtlijn verplicht lidstaten, gelijk aan de huidige Opvangrichtlijn,
om te voorzien in kosteloze rechtsbijstand en vertegenwoordiging bij gevallen van
beroep of toetsing voor een rechterlijke instantie, wanneer dat nodig is om de daadwerkelijke
toegang tot de rechter te waarborgen. Het gaat hierbij niet om asielbesluiten, maar
om besluiten over het recht op opvang en om vrijheidsbeperkende of -ontnemende maatregelen.
Dit staat los van het beperken van de rol van de asieladvocatuur. De kosteloze toegang
tot een advocaat zal in deze gevallen behouden blijven.
Vervolg
De huidige inrichting van het stelsel volgt uit de Wet op de rechtsbijstand (Wrb)
en is onder meer nader uitgewerkt in het Besluit vergoedingen rechtsbijstand (Bvr).
De vergoedingen van de advocaat in de asielprocedure sluiten nu nog aan op het huidige
sporenbeleid en inrichting van de asielprocedure.
Met het vervallen van de voornemenprocedure en het sporenbeleid zullen de verwijzingen
in het Bvr vanaf 12 juni 2026 niet meer aansluiten.2 Daarom zijn wijzigingen nodig, die in samenspraak met de relevante ketenpartners
worden vastgesteld. Deze wijzigingen vergen een separaat traject en zijn niet ondergebracht
in de AMvB die ter uitvoering van het Asiel- en Migratiepact wordt opgesteld. De betreffende
AMvB tot wijziging van het Bvr zal in het kader van de voorhangprocedure met uw Kamer
en de Eerste Kamer worden gedeeld. Ik verwacht op die manier tegemoet te zullen komen
aan de wens uit de door uw Kamer aangenomen motie van het lid Van Nispen3, waarin wordt gevraagd om transparantie rondom dit onderwerp en voorstellen hiertoe
tijdig aan de relevante partners voor te leggen.
De Minister van Asiel en Migratie,
D.M. van Weel
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Asiel en Migratie