Brief regering : Reactie op brief derde met oproep tot verbod op handel in dolfijnen en zeezoogdieren vanuit Koninkrijk der Nederlanden
36 800 XIV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2026
Nr. 6
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 september 2025
Mevrouw K.G. laat zich in haar brief kritisch uit over het houden en verhandelen van
zeezoogdieren in het Koninkrijk.
Het welzijn van dieren gaat mij aan het hart. Zoals ik aangegeven heb in mijn brief
van 26 mei 2025, met Kamerstuk 36 600 XIV, nr. 81 getiteld «Stand van zaken ontwikkeling beleid Dierentuinen», heb ik onlangs een traject
in gang gezet, waarmee ik de toekomstbestendigheid van de dierentuinen wil waarborgen.
Dit wil ik doen door de regelgeving rondom het vergunningsstelsel aan te passen, met
welzijn, educatie en conservatie als speerpunten. Het is belangrijk dat dierentuinen
invulling blijven geven aan maatschappelijke doelen, terwijl er gekeken moet worden
naar zorgen rondom het houden en het welzijn van dieren in gevangenschap.
In Nederland mogen alleen dierpresentaties en interacties door dierentuinen aangeboden
worden die voldoen aan de geldende wet- en regelgeving. Welzijnseisen zijn in Nederland
opgenomen in de vergunning van dierentuinen, dus ook bij het Dolfinarium. Onder bepaalde
omstandigheden kunnen zeezoogdieren gehouden worden, maar niet als dat is met als
doel van dierpresentaties en interacties die puur voor het vermaak van mensen zijn;
dit omdat ze niet het vereiste educatieve karakter hebben. In Nederland zijn voorschriften
aan de vergunning verbonden waardoor er geen dierpresentaties uitgevoerd mogen worden
die het natuurlijk gedrag van dolfijnen tegengaat en of het welzijn schaden.
Dierentuinen moeten zich naast de geldende wet- en regelgeving voor de dierentuinen
ook houden aan de regels rondom export. Dat betekent dat een dierentuin zich moet
houden aan regels rondom welzijn (Besluit houders van dieren) en aan de CITES-regelgeving
(vergunning). In het Besluit houders van dieren is geregeld dat de vergunninghouder
zich er bij overdracht van dieren, ook als het om export gaat, van verzekert dat de
ontvangende partij de dieren zal houden, huisvesten en verzorgen op een wijze die
overeenkomt met de eisen van voornoemd besluit. Indien uit de beoordeling blijkt dat
de ontvangende dierentuin zich hieraan zal houden, mag het dier geëxporteerd worden.
Tegen die achtergrond zie ik geen reden om een algeheel verbod in te stellen op export
van dolfijnen en andere zeezoogdieren.
De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur