Brief regering : Uitvoering van de Europese verordening inzake transparantie en gerichte politieke reclame
36 013 EU-voorstel: Verordening betreffende transparantie en gerichte politieke reclame COM (2021) 731
Nr. 5
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 september 2025
De Raad van de Europese Unie heeft de verordening inzake transparantie en gerichte
politieke reclame1 (hierna: de verordening) vastgesteld. Hiermee wordt beoogd de integriteit van democratische
processen binnen de Europese Unie te waarborgen.
De verordening is vanaf 10 oktober 2025 rechtstreeks van toepassing in de EU-lidstaten.
Het kabinet werkt sinds 2024 aan een uitvoeringswet, waarin een aantal instanties
belast wordt met de uitvoering van de taken uit de verordening.
De betrokken instanties zijn het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat),
de Autoriteit Persoonsgegevens (hierna: AP) en de Autoriteit Consument en Markt (hierna:
ACM). Duidelijk is dat tijdige inwerkingtreding van de uitvoeringswet niet haalbaar
is. Met deze brief wordt u geïnformeerd over de inhoud van de verordening en de uitvoering
ervan in Nederland.
Inhoud van de verordening
De verordening normeert en harmoniseert de regels omtrent politieke reclame in de
Europese Unie. De regels zorgen ervoor dat politieke reclame gemakkelijk te herkennen
is, zodat burgers begrijpen wie er achter de reclame zit en weten of ze gerichte reclame
hebben ontvangen. Volgens de verordening mogen lidstaten in hun nationale wetgeving
geen bepalingen over de transparantie van politieke reclame invoeren die afwijken
van de bepalingen in deze verordening.2
De voorschriften in de verordening hebben betrekking op reclame die tot doel heeft
de uitkomst van een verkiezing, referendum, het stemgedrag of een wetgevingsproces
te beïnvloeden. Inhoud die onder de redactionele verantwoordelijkheid valt en standpunten
die op persoonlijke titel worden geuit vallen niet onder de definitie van politieke
reclame. Politieke meningen zijn dus uitgezonderd van de verplichtingen uit de verordening.
De verordening en bijhorende bepalingen richten zich op aanbieders van politieke reclamediensten
en uitgevers van politieke reclame, maar legt ook verantwoordelijkheden bij de opdrachtgevers,
veelal politieke partijen en maatschappelijke organisaties. Deze bepalingen uit de
verordening licht ik hierna toe.
Labels bij politieke reclame
De verordening schrijft voor dat politieke reclame voorzien moet worden van een label.
Uit het label moet de identiteit van de opdrachtgever van de politieke reclameboodschap
blijken. Daarnaast moet, indien van toepassing, helder blijken met welke verkiezing,
referendum of wetgevingsproces de politieke reclame verband houdt. Als er gebruik
is gemaakt van targetingtechnieken, moet ook dit aangegeven worden. Deze labels worden
afgestemd op het gebruikte medium.
De Europese Commissie heeft hier formats voor vastgesteld.3
Transparantieverklaring bij politieke reclame
Bij politieke reclame moet ook een transparantieverklaring beschikbaar worden gesteld,
bij de reclame zelf of op een plaats die gemakkelijk (online) toegankelijk is. Een
verwijzing hiernaar moet worden opgenomen in het label. De politieke reclameboodschap
moet samen met de transparantieverklaring gedeponeerd worden in een online Europees
register.
De transparantieverklaring moet de identiteit van de opdrachtgever bevatten, informatie
over wie een vergoeding heeft verstrekt voor de reclameboodschap, de periode waarin
de reclameboodschap zal worden gepubliceerd of verspreid, de totale waarde of andere
voordelen die de aanbieder van de politieke reclame heeft ontvangen, de publieke of
private oorsprong van de bedragen, of deze bedragen van binnen of buiten de EU afkomstig
zijn en de methode die is gebruikt om de waarde te berekenen, de verkiezing, het referendum
of wetgevingsproces waarmee de politieke reclame verband houdt en een verwijzing naar
officiële informatie hierover.
Targetting van politieke reclame
De verordening stelt ook extra regels omtrent het gebruik van persoonsgegevens bij
het gericht aanbieden, oftewel het targetten, van politieke reclame. Zo worden nadere,
strengere regels gesteld voor de verwerking van persoonsgegevens, in aanvulling op
de voorwaarden en beginselen die de Algemene Verordening Gegegevensbescherming (AVG)
reeds stelt. Gerichte online politieke reclame is daardoor alleen toegestaan onder
strikte voorwaarden.
De verwerkingsverantwoordelijke moet de persoonsgegevens van de betrokkene zelf verzameld
hebben en uitdrukkelijk toestemming hebben voor het gebruik ervan. Ook mogen bijzondere
categorieën persoonsgegevens, zoals gegevens waaruit de raciale, etnische afkomst
of politieke voorkeur blijkt, niet worden gebruikt voor profilering. Bovendien mogen
persoonsgegevens niet worden gebruikt voor targeting-technieken als de betrokkene
ten minste één jaar jonger is dan de volgens de nationale regels geldende kiesgerechtigde
leeftijd.
Verbod buitenlandse opdrachtgevers
De verordening bevat ook een verbod op politieke reclame van opdrachtgevers van buiten
de EU, in de drie maanden voorafgaand aan een verkiezing of referendum.
Voorbereiding van de uitvoeringswet
Het kabinet werkt aan een wet om de verordening in Nederland uit te voeren. Nadat
de verordening in maart 2024 is aangenomen, heeft mijn ministerie samen met de andere
betrokken departementen (Economische Zaken, Justitie & Veiligheid en Onderwijs, Cultuur
& Wetenschap) en het Commissariaat, de AP en de ACM verkend welke taken uit de verordening
het best belegd kunnen worden bij welke organisatie. De complexiteit van de verordening
vraagt om een zorgvuldige afweging over waar de verschillende taken uit de verordening
het beste kunnen worden belegd.
De uitvoeringswet is in het voorjaar voor een uitvoeringstoets gedeeld met de betrokken
instanties.4 Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is op 8 september jl.
uitgebracht.5 Momenteel werk ik aan het nader rapport, waarna het wetsvoorstel bij uw Kamer wordt
ingediend.
Het niet tijdig in werking treden van de Nederlandse uitvoeringswet laat de toepasselijkheid
van de verordening per 10 oktober onverlet. Welke normen omtrent politieke reclame
in Nederland tijdens de aankomende Tweede Kamerverkiezing toepasselijk zijn, is dus
helder. Uit gesprekken tussen mijn ministerie, de betrokken instanties en marktpartijen
blijkt dat veel marktpartijen al hard aan het werk zijn om hun werkprocessen zo aan
te passen en in te richten dat zij de verordening zo goed mogelijk naleven op het
moment dat deze van toepassing wordt.
Tijdelijk aanwijzingsbesluit
Tijdens de aanstaande Tweede Kamerverkiezing van 29 oktober 2025 is de uitvoeringswet
nog niet van kracht. Vooruitlopend op de uitvoeringswet heb ik samen met het Commissariaat,
de AP en de ACM gewerkt aan een aanwijzingsbesluit.6 Daarin wordt het Commissariaat aangewezen als bevoegde autoriteit en krijgen de andere
betrokken instanties enkele noodzakelijke taken toebedeeld. Zo wordt duidelijk welke
instanties de verordening in Nederland gaan uitvoeren. Hierdoor kan het Commissariaat
vooruitlopend op de inwerkingtreding van de uitvoeringswet al werken aan normuitleg,
uitvoeringsbeleid en voorlichting geven aan marktpartijen die politieke reclame aanbieden
en uitgeven.
In het besluit worden de toezichts- en sanctietaken die volgen uit de verordening
nog niet belegd bij de betrokken instanties. Ik acht hiertoe een formele wet noodzakelijk,
omdat in de verordening zelf niet is opgenomen welke organisaties in Nederland belast
worden met het toezicht op de naleving van de verschillende onderdelen van de verordening.7 Uitzondering hierop is de AP, die in de verordening rechtstreeks wordt belast met
het toezicht op de naleving van de artikelen 18 en 19 en hiertoe ook sanctietaken
krijgt.8 Zodra de uitvoeringswet in werking is getreden, zullen de handhavende bevoegdheden
voor de overige onderdelen ook zijn belegd.
Samenwerking met de Europese Commissie
Er zijn enkele onderdelen van de verordening die in deze fase vragen oproepen of tot
maatschappelijke discussies kunnen leiden. Dit betreft de reikwijdte, omgang met gehanteerde
definities en het effect van de verordening. Mijn ministerie is hierover in gesprek
met de Commissie en krijgt hierbij vanuit de Commissie ook ondersteuning. Nederland
bevordert naleving van de verordening zo veel mogelijk en gebruikt deze periode om
te leren wat de uitwerking van deze complexe stelselwijziging in de praktijk betekent
voor de betrokken instanties, politieke partijen en marktpartijen.
Ook ben ik in gesprek met de Commissie over de beleidswijziging van enkele grote platforms,
die van plan zijn om politieke reclame per dit najaar te weren met een verwijzing
naar de verordening. Op dit moment is onvoldoende duidelijk wat deze beleidswijziging
in de praktijk betekent voor de communicatie van politieke partijen, overheden en
maatschappelijke organisaties. Nederland pleit daarom voor continue dialoog met de
betrokken partijen om voor de benodigde helderheid te zorgen. Correcte interpretatie
van de Europese regels is evenwel van het grootste belang. Daarom steunt Nederland
de Commissie om met de platforms in gesprek te gaan en voor de benodigde helderheid
te zorgen.
Deze regelgeving is voor alle lidstaten, ketenpartners in Nederland en de EU nieuw.
Ik zal hier de komende tijd, samen met de betrokken instanties en de andere partijen
die een rol hebben, zo goed mogelijk uitvoering aan geven.
Ik zet daarbij vooral in op bewustwording en informatieverschaffing. Door de uitwisseling
van informatie en vragen wordt de uitvoering van de verordening verder verduidelijkt
en beter uitvoerbaar. De precieze toepassing van de verordening moet gaandeweg vorm
krijgen in de praktijk. Ik ben ervan overtuigd dat samenwerking met betrokkenen bijdraagt
aan naleving van de verordening in verkiezingstijd.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
F. Rijkaart
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F. Rijkaart, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties