Brief regering : Reactie op het advies DINGtiid t.a.v. Landelijke Kennistafel Fries
33 335 Regels met betrekking tot het gebruik van de Friese taal in het bestuurlijk verkeer en in het rechtsverkeer (Wet gebruik Friese taal)
Nr. 24 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 september 2025
Met deze brief informeer ik u namens het kabinet over mijn reactie op het advies van
DINGtiid inzake de mogelijke inrichting van een landelijke commissie Fries. Dit advies
is uitgebracht naar aanleiding van de door uw Kamer aangenomen moties Bevers (VVD)
en Van der Molen (CDA) (1162)1 en Romke de Jong (D66) c.s. (1161)2, waarin wordt verzocht te onderzoeken of een landelijke commissie Frysk ingesteld
kan worden en hoe de wettelijke zorgplicht en verantwoordelijkheid voor de Friese
taal en cultuur verder uitgewerkt kunnen worden.
Samenvatting advies
DINGtiid adviseert de oprichting van een Landelijke Kennistafel Fries (LKF) om de
rol van het Rijk binnen het Friese taaldossier te versterken en te bestendigen. Hoewel
binnen de bestaande structuur van de Bestjoersôfspraak Fryske Taal en Kultuer (BFTK)
al regelmatig overleg plaatsvindt over de uitvoering en monitoring van het Friese
taalbeleid, ziet DINGtiid behoefte aan versterkte coördinatie en strategische afstemming
vanuit het Rijk op bestuurlijk niveau. De oprichting van de LKF zou hieraan kunnen
bijdragen.
Volgens het advies van DINGtiid dient de LKF zich te richten op de uitvoering van
de verantwoordelijkheden die voortvloeien uit het Europees Handvest voor regionale
talen en talen van minderheden. De focus ligt hierbij op onderwerpen waarvoor het
Rijk direct verantwoordelijk is, zoals het naleven van Europese verplichtingen en
het stimuleren van beleid ter bescherming van het Fries. Ook geeft DINGtiid aan dat
de LKF ingericht moet worden langs bestaande structuren en een Rijksintern gremium
moet zijn. «Binnen de kaders van de Europese rapportagecyclus en in het verlengde
daarvan ook de BFTK, is er een helder, werkbaar en voorspelbaar werkplan, zowel inhoudelijk
als in tijdspanne.»
DINGtiid adviseert de kennistafel samen te stellen uit een diverse groep leden, met
een bestuurlijke en maatschappelijke achtergrond. Afhankelijk van de agenda kan de
voorzitter van de LKF in voorkomende gevallen ook vakministers uitnodigen om aan specifieke
vergaderingen deel te nemen.
DINGtiid adviseert de LKF jaarlijks in juni bijeen te laten komen. In een ambtelijke
voorbereidingsvergadering een halfjaar eerder wordt de agenda voor de jaarvergadering
voorbereid en vastgesteld. De LKF heeft aldus DINGtiid geen eigen middelen nodig,
maar wel een ambtelijk secretariaat om de tafel effectief te ondersteunen. Dit secretariaat
zal verantwoordelijk zijn voor zowel de voorbereiding en verslaglegging van de vergadering
en het uitzetten van actiepunten. DINGtiid adviseert om de vergadering van de LKF
op te splitsen in een inhoudelijk en een bestuurlijk deel. Bij het inhoudelijk deel
wordt de door het secretariaat verzamelde inbreng gepresenteerd en in het bestuurlijk
deel worden besluiten genomen. Bij het tweede deel is alleen het bestuurlijk contingent
aanwezig is, aangevuld met DINGtiid ter advisering.
Appreciatie advies
Allereerst wil ik DINGtiid danken voor hun advies. Het advies biedt waardevolle inzichten
in de wijze waarop de zorgplicht voor de Friese taal effectiever kan worden ingevuld
door het Rijk. Het Fries is een officiële Rijkstaal en maakt deel uit van het rijke
culturele erfgoed van Nederland. Het kabinet onderschrijft het belang van het behoud
en het bevorderen van het Fries.
Het kabinet staat positief tegenover de oprichting van een Landelijke Kennistafel
Fries (LKF) om haar zorgplicht voor het Fries verder te versterken en bestendigen.
Deze tafel kan van op verschillende manieren van waarde zijn. De tafel geeft kennis
en expertise uit het Friese veld een directe toegang tot het Rijk en verkleint daarmee
de afstand tussen Den Haag en Fryslân.
Graag onderschrijf ik de bevinding van DINGtiid dat de LKF moet worden ingericht volgens
bestaande structuren. De kennistafel moet zich bewegen binnen de bestaande wettelijke
en beleidsmatige kaders, met respect voor de provinciale autonomie en de al gedefinieerde
verantwoordelijkheden in de samenwerking tussen het Rijk en de provincie Fryslân.
Deze verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in het Europees Handvest voor regionale
talen of talen van minderheden, het Kaderverdrag inzake de bescherming van minderheden,
de Wet Gebruik Friese taal en de BFTK. Wel biedt de LKF de mogelijkheid om tussen
de cycli van de BFTK nieuwe ontwikkelingen te signaleren. De LKF kan op die manier
bijdragen aan een zorgvuldige uitvoering en monitoring van de ambities die in de BFTK
zijn vastgelegd en zorgt ervoor dat structurele aandacht voor het Fries ook op bestuurlijk
niveau in de Rijksagenda wordt verankerd.
Ik zie de LKF als complementair aan de bestaande overleggen binnen het BFTK-proces
en het jaarlijkse inhoudelijke werkbezoek dat ik aan Fryslân afleg. De LKF dient daarbij
te worden gezien als overlegtafel en niet als adviescommissie. Ik zal in de komende
maanden in overleg treden met de betrokken partijen, waaronder de provincie Fryslân,
andere departementen en DINGtiid, om te komen tot een plan van aanpak voor de oprichting,
samenstelling en invulling van de tafel. Zo wordt er nagedacht om DINGtiid te betrekken
bij het ophalen van signalen uit het Friese veld ter voorbereiding van de agenda van
de LKF. De samenstelling van de tafel zal worden uitgewerkt tijdens een bijeenkomst
met DINGtiid, de provincie Fryslân en de betrokken departementen. Tijdens deze bijeenkomst
zal door betrokken partijen gezamenlijk verkend worden hoe een brede en representatieve
samenstelling kan worden gerealiseerd. Het uitgangspunt daarbij is dat de tafel geen
Haagse aangelegenheid wordt, maar een door het Friese veld gedragen overlegstructuur
waarin de inbreng van lokale kennis en expertise centraal staat. Ik hecht er aan dat
we de inrichting van de kennistafel budgetneutraal uitvoeren gezien de budgettaire
opgaven waar het Rijk voor staat. Ik streef ernaar uw Kamer in het najaar hier verder
over te informeren.
Namens het kabinet,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, F. Rijkaart
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F. Rijkaart, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties