Brief regering : Voortgang bestuurlijke afspraken zorg voor aangeboren hartafwijkingen

Nr. 945
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 september 2025

Op 16 september 2025 publiceerde de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) een viertal
rapporten over inspectiebezoeken aan de afdelingen hartchirurgie van respectievelijk
het UMC Groningen, UMC Utrecht, UMC Leiden en Erasmus MC. Deze bezoeken vonden plaats
in november 2024. Ook publiceerde de IGJ een oplegger met conclusies over de landelijke
samenwerking tussen de vier genoemde centra en de voortgang van de uitvoering van
de afspraken uit het bestuurlijk akkoord over zorg voor patiënten met een aangeboren
hartafwijking. Tot slot publiceerde de IGJ een rapport over een inspectiebezoek aan
het UMC Groningen op 11 juli 2025. Dit extra bezoek deed de IGJ naar aanleiding van
berichtgeving in de media over de bezetting van hartchirurgen in het UMC Groningen.
Alle rapporten zijn als bijlage toegevoegd aan deze brief.

De IGJ concludeerde naar aanleiding van de bezoeken in november kort samengevat dat
hoewel de voorwaarden voor goede en veilige zorg in de vier afzonderlijke centra aanwezig
zijn, de zorg bij aangeboren hartafwijkingen landelijk nog onvoldoende toekomstbestendig
georganiseerd is. Kwaliteitsregistraties zijn onvoldoende bruikbaar voor gezamenlijk
leren en verbeteren en ook kan de IGJ op basis van de beschikbare data niet concluderen
hoe de kwaliteit van de zorgverlening of overleving na chirurgische interventies aan
het hart in een centrum zich verhouden tot de andere centra in Nederland of Europa.

Specifiek voor het centrum in het UMC Groningen (UMCG) geldt dat de IGJ tijdens een
inspectiebezoek op 11 juli 2025 heeft geconcludeerd dat een kwetsbare situatie is
ontstaan in de formatie, waarna de IGJ een aantal maatregelen heeft opgelegd. De IGJ
volgt de kwaliteit van de zorg voor kinderen met een aangeboren hartafwijking in het
UMCG met extra aandacht. Op 15 september 2025 maakte het UMCG bekend dat de operaties
voor deze groep patiënten voorlopig worden stilgelegd.1 Zowel de Patiëntenfederatie als de Hartstichting hebben aangegeven dat dit een zwaar
besluit met grote impact op patiënten in de regio is, maar wel het juiste besluit.
Het UMCG heeft aangegeven dat patiënten voor wie in de komende maanden een operatie
gepland staat, terecht kunnen in de andere kinderhartcentra in Nederland.

Tot slot stelt de IGJ in het overkoepelende rapport vast dat er nog onvoldoende voortgang
geboekt wordt bij de uitvoering van de afspraken uit het bestuurlijk akkoord over
zorg voor aangeboren hartafwijkingen en dat de patiëntenorganisaties nog niet betrokken
werden bij de uitvoering van de afspraken. Dat sluit aan bij mijn conclusie na het
ontvangen van een brief van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra
(NFU) afgelopen zomer. In deze brief wordt gerapporteerd over de voortgang van de
uitvoering van de bestuurlijke afspraken die in juni 2024 zijn gemaakt met de umc’s.
Ik heb deze brief als bijlage toegevoegd, evenals de reactie die ik aan de NFU heb
gestuurd. Ook heb ik gesproken met de patiëntenorganisaties en gevraagd hoe zij betrokken
worden bij de uitvoering van de afspraken. Zij geven aan tot nog toe vooral geïnformeerd
te worden, maar zich onvoldoende betrokken te voelen bij de besluitvorming.

De rapportages van de IGJ en de brief van de NFU baren mij grote zorgen. Daarom heb
ik begin oktober alle umc’s uitgenodigd voor een gesprek over de voortgang. Daarbij
heb ik ook de IGJ en de patiëntenorganisaties uitgenodigd. Ik vind het van belang
dat de afspraken uit het bestuurlijk akkoord nu echt op korte termijn ook vertaald
gaan worden in tastbare en concrete resultaten, zodat patiënten en hun naasten kunnen
blijven rekenen op kwalitatief goede zorg en verdere verbetering van de kwaliteit.
Ook is het belangrijk dat we die kwaliteit objectief kunnen meten en vergelijken.
Ik zal uw Kamer na dit gesprek informeren over de uitkomst daarvan.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
J.A. Bruijn