Brief regering : Invulling afspraken jeugdzorg Overhedenoverleg voorjaar 2025
36 800 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2026
Nr. 4
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 september 2025
In mijn brief van 25 april jl.1 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van het overhedenoverleg van 16 april
2025. In dit overhedenoverleg van 16 april is destijds onder andere gesproken over
de problematiek van de jeugdzorg en het advies van de commissie Van Ark.
Met uw Kamer is per brief van 25 april 2025 gedeeld dat er bij Voorjaarsnota 2025
voor de jaren 2025–2027 cumulatief circa 3 miljard euro beschikbaar komt voor gemeenten
voor zowel jeugdzorg als voor de terugval in 2026 in het Gemeentefonds. Voor 2028
en verder worden de beheers- en inhoudelijke maatregelen uit de Hervormingsagenda
Jeugd versterkt en worden aanvullende maatregelen uitgewerkt. Tevens hebben we uw
Kamer toen laten weten dat het kabinet zich ervan bewust was dat hiermee niet aan
de wens voor compensatie van door gemeenten gedane uitgaven voor de jeugdzorg in de
jaren 2023 en 2024 tegemoet is gekomen. Het kabinet heeft destijds in het Overhedenoverleg
aangegeven bereid te zijn om over deze compensatie te willen doorpraten en daarover
uiterlijk in augustus van dit jaar conclusies te trekken. In afwachting daarvan heeft
de VNG de aangekondigde ingebrekestelling opgeschort.
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de gemaakte afspraken, mede namens de Minister-President,
de Staatssecretaris van Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane en de Staatssecretaris
van Jeugd, Preventie en Sport.
Invulling afspraken Overhedenoverleg 16 april 2025 aangaande de jeugdzorg
Het kabinet en de VNG zijn tot gezamenlijke afspraken gekomen over de compensatie
van de incidentele tekorten 2023 en 2024 in de jeugdzorg.
Gemeenten hebben in totaal 728 miljoen euro ontvangen van het Rijk die ze kunnen inzetten
ter ondersteuning van de transformatie van de Jeugdhulp conform de afspraken in de
Hervormingsagenda. Het gaat dan om het versterken van de sociale basis en stevige
lokale teams, met tevens aandacht voor het verbeteren van kind- en gezinsbescherming
en de bredere integrale aanpak sociaal domein. Rijk en gemeenten kunnen zo gezamenlijk
werken aan betere jeugdzorg.
Bij de decentralisatie van de jeugdzorg is de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg
overgegaan van de provincies naar de gemeenten. Hierbij is destijds vanuit het provinciefonds
10 miljoen euro teveel overgemaakt aan gemeenten. De VNG heeft dit erkend. Onderdeel
van de gezamenlijk gemaakte afspraken is dat deze 10 miljoen structureel wordt overgeboekt
van het gemeentefonds naar het provinciefonds. Hierbij heeft het kabinet uitvoering
gegeven aan de oproep van het IPO om deze «weeffout» te corrigeren.2 Dit zal het eerstvolgende begrotingsmoment worden verwerkt.
De VNG heeft laten weten het kabinet erkentelijk te zijn dat het zich gegeven de economische
omstandigheden maximaal heeft ingespannen om de financiële situatie van gemeenten
in 2026 en verder te verbeteren. Verder heeft de VNG aangegeven dat dit kabinet gezien
de financiële ruimte, in goed overleg met gemeenten tijdens de diverse overhedenoverleggen,
op een goede wijze financieel, invulling heeft gegeven aan het rapport Van Ark, naast
de beleidsmatige invulling waar op dit moment gezamenlijk aan wordt gewerkt. Er is
wat de gemeenten betreft op dit moment een werkbare financiële positie voor gemeenten.
De VNG heeft verder benadrukt dat het richting de toekomst van belang blijft met elkaar
balansvraagstukken (vraagstukken over de balans tussen ambities, taken, middelen en
uitvoeringskracht) te adresseren als deze zich voordoen.
Balansvraagstukken zullen ook in de (nabije) toekomst aandacht blijven vragen.
Het streven is om bij balansvraagstukken door een gezamenlijke verdere uitwerking
een meer compleet beeld te hebben van aard en omvang en mogelijke maatregelen. Daarbij
zal steeds zowel gekeken worden naar de financiële aspecten, de inhoudelijke sturing
als de rolneming door zowel Rijk als medeoverheden.
Motie lid Dobbe3 en Motie lid Fiers4
Er is naar de mening van het kabinet voldaan aan de motie van lid Dobbe die de regering
verzoekt om de resterende ingeboekte bezuinigingen op het Gemeentefonds te schrappen,
vanuit de overweging dat gemeenten zich genoodzaakt zouden kunnen zien lokaal te bezuinigingen
op de jeugdzorg.
Dit gezien de afspraken bij de Voorjaarsnota 2025, bovenstaande afspraken voor compensatie
voor de jaren 2023 en 2024 en de gezamenlijke conclusie dat met de gemaakte afspraken
er zowel financieel als beleidsmatig op een goede wijze invulling is/wordt gegeven
aan het rapport Van Ark en er wat gemeenten betreft sprake is van een werkbare financiële
positie voor gemeenten.
Ook is het kabinet van mening dat hiermee uitvoering is gegeven aan de motie van lid
Fiers die de regering verzoekt het financiële advies van de commissie-Van Ark integraal
en volledig over te nemen en dit bij de voorjaarsnota te regelen, vanuit de overweging
dat gemeenten adequaat gefinancierd dienen te worden voor medebewindstaken.
Motie Chakor5
Graag maak ik van deze gelegenheid gebruik om u te informeren dat ik samen met de
VNG, het IPO en de Unie van Waterschappen in gesprek ben over het verzoek van mevrouw
Chakor aan de regering om een interbestuurlijke studiegroep advies uit te laten brengen
met daarin een gedeelde probleemanalyse, mogelijke oplossingen, onderscheiden verantwoordelijkheden
en beleidsopties voor het takenpakket en de bekostiging van decentrale overheden.
Verder maak ik graag van deze gelegenheid gebruik om u te laten weten dat dhr. drs.
J.M.M. Polman onafhankelijk voorzitter wordt van deze studiegroep. Ik hoop uw Kamer
hier begin november nader over te informeren.
Vervolgafspraken
Tot slot laat ik u graag weten dat het kabinet de overhedenoverleggen graag ook in
de toekomst voortzet. Het overhedenoverleg dat op 4 september stond gepland kon helaas
geen doorgang vinden. Momenteel wordt er naar een nieuw moment gezocht. Vanzelfsprekend
zullen we uw Kamer op de hoogte houden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
F. Rijkaart
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F. Rijkaart, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties