Brief regering : Reactie op verzoek commissie over een publieke versie van de financiële doorrekening capaciteitsdoelstellingen van de NAVO
28 676 NAVO
Nr. 551
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 september 2025
Uw Kamer heeft mij verzocht om voor Prinsjesdag een publieke versie van de financiële
doorrekening capaciteitsdoelstellingen van de NAVO te sturen. Zoals ik u eerder in
het verslag van de NAVO-top van 10 juli1 heb medegedeeld, is het niet mogelijk om deze doorrekening volledig te derubriceren,
aangezien de NAVO-capaciteitsdoelstellingen voortkomen uit hooggerubriceerde verdedigingsplannen.
Om tegemoet te komen aan uw wens voor openbare informatie deel ik in deze brief informatie
over de financiële en personele doorrekening van de NAVO-capaciteitsdoelstellingen 2025 die wel voor openbaarmaking geschikt is.
Voor het volledig invullen van de NAVO-capaciteitsdoelstellingen 2025 is jaarlijks
structureel minimaal 16–19 miljard euro nodig, in aanvulling op de Ontwerpbegroting
2025. Daarnaast zijn bovenop de huidige formatie 17.000–18.000 voltijd equivalent
extra nodig om de directe personele behoefte van deze capaciteitsdoelstellingen in
te vullen. De kosten voor het invullen van de NAVO-capaciteitsdoelstellingen weerspiegelen
in brede zin de groeigebieden binnen de NAVO, te weten landmanoeuvre-eenheden, grondgebonden
vuursteuneenheden, joint enablement2 en grondgebonden luchtverdediging. Naast een kwantitatieve ophoging vraagt NAVO in
veel gevallen ook om grotere voorraden en een hogere gereedheid binnen alle domeinen.
De financiële en personele doorrekening van de NAVO-capaciteitsdoelstellingen 2025 is maximaal gebaseerd op directe ervaring met de door de NAVO
gevraagde capaciteiten. De personele raming betreft uitsluitend de directe personeelsbehoefte
nodig voor de ontwikkeling en inzetbaarheid van de gevraagde capaciteiten. Voor de
financiële doorrekening geldt dat waar directe ervaring ontbreekt (bijvoorbeeld omdat
de NAVO een nieuwe capaciteit vraagt) de kosten geschat zijn, waar mogelijk op basis
van de kosten van een vergelijkbare capaciteit. Naast directe kosten heeft Defensie
ook de bijbehorende kosten voor de benodigde voorraden, vastgoed en IT, operationele
en logistieke reserve en indirecte kosten en bedrijfsvoering meegenomen in de berekening.
Daarnaast is er een risico-reservering ingesteld om rekening te houden met de risico’s
inherent aan investeringstrajecten en een onzekerheidsmarge om voor zover mogelijk
rekening te houden met onvoorspelbare factoren als de mondiale geopolitieke- en veiligheidssituatie,
de arbeidsmarkt, defensie-industriële capaciteit en technologische ontwikkelingen.
Tot slot wil ik nogmaals benadrukken dat deze doorrekening zich alleen richt op de
NAVO-capaciteitsdoelstellingen 2025. Aanvullende kosten die niet in deze doelstellingen
zijn opgenomen, zoals het invullen van taken die de NAVO aanvullend van Nederland
verwacht (waaronder de grootschalige doorvoer van militair materieel en het verdedigen
van het eigen grondgebied) en militaire activiteiten buiten NAVO-verband3 zijn niet meegenomen. Uiteraard blijf ik uw Kamer op de geëigende manier informeren
over relevante ontwikkelingen en nieuwe plannen om zo inzicht te geven in wat NAVO
van Nederland vraagt en de mogelijke financiële consequenties daarvan.
Voor verdere informatie over de NAVO-capaciteitsdoelstellingen 2025, de NATO Priority
Targets, en de totstandkoming en uitkomst van de doorrekening hiervan verwijs ik u
graag naar de eerder verzonden brieven en bijbehorende vertrouwelijke bijlages over
deze onderwerpen.4 Tijdens de vertrouwelijke technische briefing over de Strategische Capaciteiten van
de NAVO (gepland 25 september) kan verder worden ingegaan op eventuele verdere vragen
ten aanzien van de doorrekening.
De Minister van Defensie,
R.P. Brekelmans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.P. Brekelmans, minister van Defensie