Brief regering : Voorhang Subsidieregeling beroeps- en belangenverenigingen decentraal bestuur 2026 - 2030
36 600 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025
Nr. 147
DE BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 11 september 2025.
De wens om over de voorgenomen voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling
nadere inlichtingen te ontvangen kan door ten minste dertig leden van de Kamer te
kennen worden gegeven uiterlijk op 7 november 2025.
De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling kan niet eerder worden
gedaan dan op 8 november 2025 dan wel binnen veertien dagen na het verstrekken van
de in de vorige volzin bedoelde inlichtingen.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 september 2025
Hierbij ontvangt u de concept-subsidieregeling beroeps- en belangenverenigingen decentraal
bestuur. Met de hierin voorgestelde subsidie kunnen de verenigingen hun doelgroepen
voorzien van opleiding, ontwikkeling, advies en informatievoorziening. De subsidieregeling
vervangt de subsidieregelingen «Professionaliseringsfonds burgemeesters» en «Professionaliseringsfonds
politieke ambtsdragers, griffiers, rekenkamers en rekenkamercommissies».
Deze concept-subsidieregeling wordt aan u voorgelegd in het kader van de wettelijk
voorgeschreven voorhangprocedure, bedoeld in artikel 4.10, vierde en zesde lid, van
de Comptabiliteitswet 2016 en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich hierover uit te
spreken. Uw Kamer heeft hiertoe de gelegenheid tot 10 oktober 2025. De beoogde inwerkingtredingsdatum
van de regeling is 1 januari 2026.
Met deze regeling wordt voorzien in opleiding, informatievoorziening en ondersteuning
van burgemeesters, wethouders, raadsleden, statenleden, secretarissen, griffiers en
rekenkamerleden via hun beroeps- en belangenverenigingen. Op het gebied van politieke
ambtsdragers zijn zij daarmee complementair aan de inzet van politieke partijen. Deze
verenigingen vormen mede de oren en ogen van het decentraal bestuur. Daarbij zijn
zij in staat in samenwerking met elkaar doelmatig en doeltreffend de doelgroepen te
voorzien in hun ondersteuningsbehoefte. Kennis die wordt verworven door de verenigingen
blijft behouden voor het openbaar bestuur. Deze subsidieregeling stut daarmee de kennisinfrastructuur
van het decentraal bestuur, die op haar beurt zorgt voor een goed bestuur en een robuuste
rechtsstaat met goed toegeruste ambtsdragers.
Vanuit de evaluatie naar de voorgaande subsidieregelingen en de gesprekken met de
verenigingen zijn een aantal verbeterpunten aan de orde gekomen die zijn verwerkt
in de regeling.1 Zo zijn de beleidstheorie en subsidiabele activiteiten concreter uitgewerkt in de
regeling en toelichting. Hiermee is na afloop van deze regeling de doelmatigheid en
doeltreffendheid beter vast te stellen. Ook worden de verenigingen met deze regeling
gevraagd een didactische visie te ontwikkelen waarin zij aangeven op welke wijze de
verenigingen duurzaam werken aan opleiding en ontwikkeling van de doelgroepen. Daarnaast
biedt deze regeling meerjarige zekerheid. Er is een looptijd van vijf jaar voor deze
regeling opgenomen. De voorgestelde looptijd is 1 januari 2026 tot 1 januari 2031.
Ook wordt met de uitvoering van de regeling beter rekening gehouden met de administratieve
lasten voor de verenigingen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
F. Rijkaart
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F. Rijkaart, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties