Brief regering : Teruggaaf van belasting van personenauto’s en motorrijwielen (bpm) bij export
32 800 Maatregelen op het gebied van autobelastingen («Autobrief»)
Nr. 90
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 september 2025
Teruggaaf van belasting van personenauto’s en motorrijwielen (bpm) is onder voorwaarden
mogelijk wanneer een motorrijtuig wordt geëxporteerd. De hoogte van de teruggaaf is
afhankelijk van zowel de bpm die voor het motorrijtuig is betaald en de leeftijd van
de auto. De teruggaafregeling kent diverse voorwaarden die de uitvoering compliceren.
Een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft op 2 februari 2023
duidelijk gemaakt dat lidstaten een zekere vrijheid hebben om, binnen de grenzen van
het fiscaal discriminatieverbod1, de teruggaaf van bpm bij export nader vorm te geven.2
De huidige voorwaarden voor de teruggaaf van bpm zijn belastend. Zowel voor belastingplichtigen
als voor de Belastingdienst dat op deze voorwaarden moet toezien. In opdracht van
het Ministerie van Financiën is door Revnext onderzocht wat de effecten van verschillende
vereenvoudigingen van de huidige teruggaveregeling van bpm zouden kunnen betekenen
voor het Nederlandse wagenpark. Dit onderzoek maakt duidelijk dat de teruggaveregeling
budgetneutraal kan worden vereenvoudigd wanneer er tevens voor zou worden gekozen
de doelgroep van de regeling te beperken. Via deze weg bied ik u graag inzicht in
het onderzoek zoals dat door Revnext is uitgevoerd.
Het onderzoek van Revnext bevat waardevolle aanknopingspunten voor het vereenvoudigen
van de huidige teruggaveregeling van bpm. Ik ben voornemens op korte termijn via internetconsultatie
een voorstel voor te leggen. Gevraagd zal worden om te reageren op het idee om de
eis van een duurzame registratie binnen 13 weken in een ander EU- of EER land te laten
vervallen. Daarbij zal ik tevens inventariseren welke reacties het idee oproept om
de teruggaaf niet langer voor te behouden aan motorrijtuigen zonder essentiële gebreken.
In essentie zal deze aanpassing resulteren in de verplichting om bpm te voldoen bij
inschrijving in het kentekenregister en recht op teruggaaf wanneer de tenaamstelling
van het motorrijtuig in het kentekenregister wordt beëindigd. De derving die kan ontstaan
door het laten vervallen van de genoemde voorwaarden kan worden opgevangen door te
teruggaaf voor te behouden aan motorrijtuigen die jonger zijn dan twaalf jaar.
Het laten vervallen van de eis dat een voertuig binnen 13 weken duurzaam en aantoonbaar
moet worden geregistreerd in een andere EU- of EER-lidstaat vergroot de kans op een
carrousel. Bij een carrousel wordt de tenaamstelling in het kentekenregister beëindigd met
het oog op het verkrijgen van de rest bpm op basis van de wettelijke afschrijvingstabel.
Hierna zou het motorrijtuig opnieuw tenaamgesteld kunnen worden en zou de bpm-aangifte
kunnen worden gedaan met behulp van een koerslijst of taxatierapport. Via deze weg
zou een deel van de op een auto rustende bpm tussentijds kunnen worden verzilverd.
Vastgesteld is dat de eis om een voertuig binnen 13 weken duurzaam in een EU- of EER-lidstaat
in te schrijven niet kan vervallen zonder het risico op een carrousel via een andere
weg te beperken. In de internetconsultatie zal worden gevraagd om te reageren op het
idee om pas na één jaar een verzoek om teruggaaf van BPM in behandeling te nemen.
Als het motorrijtuig in die periode niet opnieuw in het kentekenregister is geregistreerd
volgt volledige teruggaaf van de bpm die nog op het motorrijtuig rustte. Wanneer een
motorrijtuig tussentijds wel opnieuw wordt tenaamgesteld blijft teruggaaf van bpm
achterwege. Hierbij wordt voor specifieke ondernemers een soepeler regime voorzien.
Ondernemers die voorzien in een waarborg ontvangen de resterende bpm onmiddellijk
terug bij het uitschrijven van een motorrijtuig in het kentekenregister. Wanneer motorrijtuigen
binnen een jaar opnieuw worden ingeschreven zal de teruggaaf voor deze motorrijtuigen
worden herzien. De teruggaaf zal in dat geval niet plaatsvinden of onder voorwaarden
worden bepaald aan de hand van de wettelijke afschrijvingstabel over de periode waarin
het motorrijtuig uitgeschreven is geweest.
Op basis van de reacties uit de internetconsultatie en een eventuele uitvoeringstoets
door de Belastingdienst wordt vastgesteld of de bpm-teruggaaf budgetneutraal vereenvoudigd
kan worden. Als dat zo is zullen daarvoor de benodigde vervolgstappen worden gezet.
Uw Kamer zal hier dan uiteraard ook over worden geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Financiën,
E.H.J. Heijnen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.H.J. Heijnen, staatssecretaris van Financiën