Brief regering : Leveringen militaire goederen aan Oekraïne
22 054 Wapenexportbeleid
               36 045
                Situatie in Oekraïne
         
Nr. 463
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 september 2025
In vervolg op de vorige update van leveringen van militaire goederen aan Oekraïne
                  (Kamerstuk 22 054, nr. 453, dd. 17 februari 2025) informeer ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken
                  en de Staatssecretaris voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp over de laatste
                  stand van zaken omtrent de levering van militaire goederen aan Oekraïne. Nederland
                  heeft sinds de aanvang van de grootschalige agressieoorlog circa € 13,6 mld. aan militaire
                  steun begroot. De vertrouwelijke bijlage1 bevat een totaaloverzicht van de tot en met 31 augustus 2025 door Defensie geleverde
                  goederen. Tevens ontvangt uw Kamer als bijlage bij deze brief het doeltreffendheid,
                  doelmatigheid, en evaluatie kader (CW3.1) gebaseerd op de huidige stand van zaken
                  met betrekking tot militaire steun aan Oekraïne die via Defensie verloopt.
               
In het openbare overzicht meldt het kabinet de leveringen die nieuw zijn ten opzichte
                  van het vorige overzicht (Kamerstuk 22 054, nr. 453, dd. 17 februari 2025). Per levering wordt een afweging gemaakt of openbaarmaking
                  mogelijk is. De operationele veiligheid blijft leidend in de afweging om informatie
                  al dan niet openbaar te maken. Ook houdt Defensie rekening met de belangen van bij
                  leveringen betrokken derde partijen, zoals internationale partners en het bedrijfsleven.
                  Deze lijst is derhalve niet uitputtend.
               
Nederlandse militaire steun
De Nederlandse steun aan Oekraïne is omvangrijk. Gezien de voortdurende hoge Oekraïense
                  noden enerzijds en de zwaarwegende Europese en Nederlandse veiligheidsbelangen anderzijds,
                  heeft het kabinet met de Voorjaarsbesluitvorming besloten om aanvullend budget beschikbaar
                  te stellen van € 3,2 mld. voor militaire steun voor de periode 2025–2027. Ook heeft
                  het kabinet besloten om € 2 mld. aan budget dat gepland stond voor 2026, naar de begroting
                  van 2025 over te hevelen. Dit heeft geleid tot een verhoging van het Nederlands realisatietempo
                  van militaire steun. Mede dankzij de versnellingsoperatie zijn zo goed als alle beschikbare
                  middelen voor militaire steun aan Oekraïne juridisch verplicht of zijn hiervoor plannen
                  en projecten geïdentificeerd.
               
De versnellingsoperatie is essentieel aangezien de Russische militaire inzet en agressie
                  aan de frontlinie onverminderd intensief is. Een sterke Oekraïens krijgsmacht zorgt
                  ervoor dat de Russische dreiging ook voor de rest van Europa meer op afstand blijft.
                  Het is van groot belang dat de Oekraïense defensiecapaciteit en slagkracht wordt versterkt
                  voor de lange termijn. In de toekomst zal het structureel voortzetten van steun door
                  internationale partners cruciaal blijven om toekomstige Russische agressie tegen te
                  gaan of af te schrikken, zoals ook door Nederland is vastgelegd in een tienjarige
                  bilaterale veiligheidsovereenkomst2. Het kabinet roept internationaal ook onverminderd op tot deze vorm van burden sharing.
               
Financiële stand van zaken levering van militaire goederen
De totale waarde van de gerealiseerde militaire steun aan Oekraïne bedroeg op 31 augustus
                  2025 € 8,7 mld. Dit is een toename van € 2,82 mld. of 48 procent ten opzichte van
                  de vorige leveringenbrief. De Nederlandse steun bestaat uit:
               
Type steun
4 feb. 2025
31 aug. 2025
Directe levering (vervangingswaarde)
€
2,05 mld.
€
2,4 mld.
Commerciële verwervingen
€
3,73 mld.
€
6,1 mld.
NAVO-fonds
€
0,1 mld.
€
0,18 mld.
Totaal
€
5,88 mld.
€
8,7 mld.
• Directe levering: Defensie zal het geleverde materieel uit eigen voorraad waar nodig zo spoedig mogelijk
                        aanvullen of vervangen. De totale vervangingswaarde van de materiële steun bedroeg
                        op 31 augustus 2025 in totaal € 2,4 mld.
                     
• Commerciële verwervingen: De waarde van de commercieel verworven militaire goederen ten behoeve van Oekraïne
                        bedraagt op dit moment € 6,1 mld. Hieronder valt de recente aangekondigde bijdrage
                        van € 500 mln. aan het Prioritized Ukraine Requirement List initiatief (PURL), waarmee Nederland snel Amerikaanse wapensystemen heeft verworven
                        voor acute Oekraïense behoeften, bijvoorbeeld ten aanzien van luchtverdediging. Andere
                        bijdragen aan internationale samenwerkingsprojecten of specifieke donaties die commercieel
                        worden verworven, zoals het Build with Ukraine coproductie-project, worden na realisatie bij de commerciële leveringen opgeteld.
                        De realisatie betreft in deze gevallen de betaling aan het samenwerkingsproject. De
                        levering via dergelijke projecten aan Oekraïne zal op een later moment plaatsvinden.
                     
• NAVO-fonds: Nederland heeft tot op heden € 179 mln. bijgedragen aan het NAVO Ukraine Comprehensive Assistance Package (UCAP). In 2026 zal hier een extra bedrag t.w.v. € 25 mln. aan worden toegevoegd
                        conform de Voorjaarsnota 2025. Uit het UCAP levert NAVO niet-letale steun, zoals eerder
                        met de Kamer gedeeld (Kamerstuk 22 054, nr. 377 dd. 16 december 2022 en Kamerstuk 22 054, nr. 387 dd. 13 april 2023).
                     
Industrie
Commerciële verwerving bij de defensie-industrie is essentieel voor de voortzetting
                  van steun aan Oekraïne. De industriële capaciteit is op dit moment nog niet afdoende
                  om Oekraïne tijdig van de juiste steun te voorzien en tevens de eigen gereedheid te
                  verhogen. Beide zijn noodzakelijk gezien de verslechterde veiligheidssituatie en het
                  regeneratievermogen van de Russische strijdkrachten. Het kabinet blijft zich daarom
                  nationaal en internationaal inspannen om de industriële capaciteit te verhogen. Zo
                  maakt Defensie bijvoorbeeld waar mogelijk gebruik van het hoogtechnologische en innovatieve
                  karakter van het Nederlandse bedrijfsleven voor verwevingen ten behoeven van militaire
                  steun aan Oekraïne. Over de kabinetsinspanningen om nationaal en internationaal industriële
                  capaciteit te verhogen wordt uw Kamer voor het verkiezingsreces geïnformeerd middels
                  een Kamerbrief met een update over de nationale inspanningen rondom opschaling industrie
                  en innovatie. In EU-verband worden de onderhandelingen over het Europees Defensie-Industrie
                  Programma (EDIP) naar verwachting dit jaar afgerond. Daarnaast zijn de onderhandelingen
                  in september 2025 gestart over het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (MFK), waaronder
                  de opschaling en innovatie in de defensie-industrie.
               
Een cruciaal onderdeel van het opschalen van de industriële capaciteit is het versterken
                  van de industriesamenwerking met Oekraïne, bijvoorbeeld door directe verwerving bij
                  de Oekraïense industrie. Nederland past het «Government to Business»-model toe om de steun aan Oekraïne te coördineren en te controleren. Dit model biedt
                  op dit moment de meest transparante en efficiënte manier om de middelen te beheren
                  en te waarborgen dat de steun effectief wordt ingezet. Door dit model heeft Defensie
                  een helder zicht op de betrokken bedrijven, kan de voortgang gecontroleerd worden
                  en kunnen lessons learned verzameld worden om de steun in de toekomst verder te verbeteren.
               
Nederland werkt daarnaast aan een samenwerking met de Oekraïense overheid en bedrijven
                  om coproductie van Oekraïens materieel in Nederland mogelijk te maken. In lijn met
                  de Defensie Strategie voor Industrie en Innovatie (DS-II) en het Actieplan Productiezekerheid
                  Onbemenste Systemen (APOS) ziet Defensie concrete kansen op het gebied van gezamenlijke
                  productie van onder andere onbemenste systemen. Het kabinet verwacht op korte termijn
                  gezamenlijk met Oekraïne de intentie uit te spreken om deze coproductie mogelijk te
                  maken. Tevens werkt Defensie aan een Memorandum of Understanding (MoU) om deze samenwerking te formaliseren en de basis te leggen voor succesvolle
                  samenwerking tussen Nederlandse en Oekraïense bedrijven. Bovendien streeft Defensie
                  vraagbundeling na daar waar behoeften voor Oekraïne en Nederland overeenkomen, zo
                  wordt optimaal gebruik gemaakt van de beschikbare productiecapaciteit. Dit initiatief
                  zal niet alleen het productievermogen voor Oekraïne vergroten, maar ook de Nederlandse
                  industrie ten goede komen door de uitwisseling van kennis en expertise.
               
De markt voor defensiematerieel staat onder druk met als gevolg dat de prijzen voor
                  verschillende soorten materieel snel stijgen. Hierdoor moet Defensie voor commerciële
                  verwervingen continu de afweging maken tussen de prijs en het urgente operationele
                  belang van Oekraïne. Hierbij is het mogelijk dat snelheid van levering zwaarder weegt
                  dan de beste prijs.
               
Training
De aanhoudende oorlog maakt dat het blijven opleiden van Oekraïense militairen een
                  absolute noodzaak is. Opleidingen stellen Oekraïense militairen in staat de door Nederland
                  en andere partners en bondgenoten geleverde goederen en systemen goed te gebruiken
                  en vergroten de overlevingskansen van de militairen. De genoemde cijfers zijn gebaseerd
                  op de gegeven trainingen tot en met augustus 2025.
               
Nederland zet in Duitsland bij het Specialized Training Command (ST-C) onder de EU trainingsmissie voor Oekraïense militairen (EUMAM) trainers in
                  voor verschillende trainingen: zoals Leopard 1 tank crew training en Panzerhouwitser
                  artilleriegeschut operator training. In totaal heeft Nederland met 71 trainers bijgedragen
                  aan het opleiden van ongeveer 250 Oekraïense militairen. Naast de bijdrage in Duitsland
                  draagt Nederland ook met 75 trainers bij aan mariniersopleidingen.
               
Sinds 2022 levert Nederland een bijdrage aan operatie Interflex, een trainings- en
                  opleidingsprogramma in het Verenigd Koninkrijk (VK) gericht op het snel en grootschalig
                  trainen van Oekraïense militairen op het gebied van militaire basisvaardigheden en
                  leiderschapstraining. Tot nu toe zijn via operatie Interflex circa zestigduizend Oekraïense
                  militairen getraind. Mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken informeer ik u
                  hierbij dat de Nederlandse bijdrage in 2026 wordt voortgezet met circa negentig militairen
                  per rotatie van de Koninklijke Landmacht. Met deze voortzetting levert Nederland een
                  belangrijke bijdrage aan de continuïteit van trainingen van Oekraïense militairen
                  en de effectiviteit van Oekraïense strijdkrachten. De kosten van de bijdrage aan deze
                  training worden geraamd op € 5 mln. voor 2026 en worden gefinancierd uit het Budget
                  Internationale Veiligheid (BIV). Daarnaast blijft Nederland met twee trainers bijdragen
                  aan de medische training Interbow in het Verenigd Koninkrijk. Ook blijft Nederland
                  met maximaal twintig trainers een bijdrage leveren aan een training voor Oekraïense
                  marinierseenheden in Roemenië. Tot slot zetten diverse eenheden en afdelingen van
                  Defensie (CLAS, CLRS, CZSK, DOSCO en COMMIT) zich in om trainingen in Nederland te
                  verzorgen voor Oekraïners. Tot september 2025 hebben er 19 specialistische trainingen
                  plaatsgevonden waarin circa 220 Oekraïners zijn getraind. In toenemende mate zijn
                  deze specialistische trainingen verbonden aan de leveringen zoals de F-16's of mijnenjagers.
               
Toetsing
Voor alle leveringen is, waar nodig, een zorgvuldige, maar gezien de uitzonderlijke
                  omstandigheden versnelde, toetsing aan de EU-wapenexportcriteria verricht door de Minister van Buitenlandse Zaken, waarna door de Minister
                  van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp of de Staatssecretaris voor Buitenlandse
                  Handel een exportvergunning is afgegeven.3 Ook bij eventuele nieuwe leveringen zal deze zorgvuldige en versnelde toetsing waar
                  nodig plaatsvinden.
               
Effecten krijgsmacht
De effecten van de geleverde steun op de gereedheid van de Nederlandse strijdkrachten
                  en op het behalen van de NAVO-capaciteitsdoelen worden, gezien het Nederlands belang
                  van een veilig Europa door Defensie als significant, maar acceptabel beoordeeld. Defensie
                  neemt maatregelen om deze gevolgen zoveel mogelijk te mitigeren. Zo zijn er maatregelen
                  om de aankoop van vervangend materieel te versnellen en wordt project- en inkoopcapaciteit
                  versterkt. Ook weegt defensie in zijn steunvoorziening aan Oekraïne het belang om
                  eigen personeel blijvend te kunnen instrueren, opleiden en trainen tegenover strategische
                  belangen. Het kabinet zal ook bij toekomstige verzoeken aandacht houden voor de effecten
                  op de gereedheid, gezien de veranderende veiligheidssituatie waarin de Nederlandse
                  krijgsmacht haar operationele gereedheid moet verhogen.
               
Europese Vredesfaciliteit
Vanuit de Europese Vredesfaciliteit (European Peace Facility – EPF) is reeds ongeveer 6 miljard euro gecommitteerd aan steun voor Oekraïne. Dit
                  gebeurt onder andere via leveringen van militair materieel van EU-lidstaten uit eigen
                  voorraad, aanschaf bij de industrie en de financiering van de gemeenschappelijke kosten
                  van EUMAM. Daarnaast wordt een deel van de rente-inkomsten over de geïmmobiliseerde
                  Russische centrale banktegoeden (windfall profits) via de EPF uitgegeven aan militaire steun aan Oekraïne. Het gaat tot op heden om
                  twee tranches van in totaal ongeveer € 3,3 mld. (tranche 1 a € 1,4 mld. en tranche 2
                  a € 1,9 mld.). Nederland is binnen de tweede tranche als uitvoerder (implementing actor) verantwoordelijk voor het verwerven van € 100 miljoen aan drones bij de Oekraïense
                  defensie industrie.
               
Nederland krijgt voor de geleverde steun tot begin 2023 en voor bijdragen aan de EPF-munitie-initiatieven
                  ruim € 440 mln. gecompenseerd. Hiervan is € 52,8 mln. in 2024 reeds uitbetaald, het
                  is de verwachting dat het resterende bedrag in de jaren tot en met 2027 volgt. Besluitvorming
                  over vergoedingen voor leveringen vanaf Q2 2023 ligt stil vanwege de Hongaarse blokkade
                  op het aannemen van volgende tranches steun. In totaal heeft Nederland tot en met
                  20 juli 2025 ruim € 3,3 mld. gedeclareerd. Uw Kamer wordt via de reguliere leveringenbrieven
                  op de hoogte gehouden van declaraties en compensatie via de EPF.
               
De Minister van Defensie,
                  R.P. Brekelmans
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 R.P. Brekelmans, minister van Defensie
