Brief regering : Geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 16 september 2025
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 3225
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 september 2025
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad Algemene Zaken van 16 september
2025.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
D.M. van Weel
Geannoteerde Agenda Raad Algemene Zaken 16 september 2025
Op 16 september a.s. vindt de Raad Algemene Zaken (RAZ) plaats in Brussel. Op de agenda
staan de voorbereiding van de Europese Raad (ER) van 23–24 oktober, het Wetgevingsprogramma
2026 van de Europese Commissie, de jaarlijkse rechtsstaatsdialoog, een rechtsstaatsdiscussie
over kandidaat-lidstaten en vereenvoudiging en betere regelgeving. De Minister van
Buitenlandse Zaken is verhinderd; de Permanent Vertegenwoordiger van Nederland bij
de EU zal Nederland vertegenwoordigen.
Voorbereiding Europese Raad 23–24 oktober
De RAZ zal de agenda van de ER vaststellen. Op het moment van schrijven is de agenda
van de ER nog niet bekend. Naar verwachting zal de ER stilstaan bij de situatie in
het Midden-Oosten, Oekraïne, concurrentievermogen, de problematiek rondom knellende
regelgeving ten aanzien van huisvesting, de EU in de wereld en migratie. Er vindt
tevens een Eurotop plaats. Na het vaststellen van de agenda zal uw Kamer de kabinetsinzet
ontvangen middels de gebruikelijke wegen.
Wetgevingsprogramma
De Europese Commissie zal tijdens de Raad een Letter of Intent presenteren, wat de basis vormt voor haar Commissie Werkprogramma (CWP) 2026. Naar
verwachting zal het werkprogramma 2026 op 21 oktober 2025 worden gepubliceerd. Na
deze presentatie zal de Raad van gedachten wisselen met de Commissie over het werkprogramma.
Dit programma is op het moment van schrijven nog niet bekend. Uw Kamer zal naar verwachting
begin december de kabinetsappreciatie van het Commissie werkprogramma ontvangen.
Jaarlijkse rechtsstaatsdialoog: horizontale discussie
Tijdens de Raad vindt de jaarlijkse horizontale rechtsstaatsdialoog plaats op basis
van het rechtsstaatrapport voor 2025 dat de Commissie op 8 juli jl. publiceerde.1 Uw Kamer ontving een appreciatie van dit rapport.2 Dit rapport doet verslag van de rechtsstatelijke situatie in de EU als geheel en
in de lidstaten afzonderlijk, aan de hand van vier pijlers: justitieel stelsel, corruptiebestrijding,
pluriformiteit en vrijheid van de media en andere institutionele kwesties die verband
houden met checks and balances. Aan het rechtsstaatrapport 2025 is voor het eerst ook een interne marktdimensie
toegevoegd. Tijdens de Raad zal worden gesproken over de bredere, horizontale ontwikkelingen
op het terrein van rechtsstatelijkheid in de EU, zoals die in het algemene deel van
het rechtsstaatrapport 2025 worden geschetst. Het kabinet zal tijdens de Raad in lijn
met de kabinetsappreciatie van het rechtsstaatrapport interveniëren. Tijdens de Raad Algemene Zaken
van 24 november a.s. zullen de landenhoofdstukken van Bulgarije, Tsjechië, Duitsland
en Ierland worden besproken.
Rechtsstaatdiscussie over kandidaat-lidstaten
In aanvulling op voorgenoemde rechtsstaatdiscussie zullen de lidstaten in een afzonderlijke
sessie spreken over de rechtsstatelijke trends en ontwikkelingen in een aantal kandidaat-lidstaten.
Over Albanië, Montenegro, Noord-Macedonië en Servië zijn, net als vorig jaar, aparte
landenhoofdstukken opgenomen in het rechtsstaatrapport van de Commissie. In tegenstelling
tot de hoofdstukken over de lidstaten bevatten deze hoofdstukken geen aanbevelingen,
omdat die onderdeel zullen uitmaken van de landenrapportages die bij het jaarlijkse
uitbreidingspakket worden uitgebracht en voor het toetredingsproces van de kandidaat-lidstaten
leidend zijn.
Het kabinet vindt het positief dat deze vier kandidaat-lidstaten wederom zijn meegenomen
in dit rechtsstaatrapport, omdat het een extra mechanisme biedt om de situatie op
het gebied van de rechtsstaat in deze landen te monitoren. Het kabinet verwelkomt
de verschillende hervormingsprocessen in de kandidaat-lidstaten, waarbij gebrekkige
implementatie in de praktijk een punt van aandacht blijft. Ook deelt het kabinet de
verschillende zorgen die in het rechtsstaatrapport worden benoemd. Het kabinet onderschrijft
de nadruk die het rapport legt op de rechtsstaat en het functioneren van democratische
instellingen, die een centraal onderdeel vormen van de Kopenhagencriteria. Hier mogen
tijdens de toetredingsonderhandelingen geen concessies op worden gedaan. Tijdens de
Raad zal het kabinet in lijn met de kabinetsappreciatie van het rechtsstaatrapport
interveniëren.
Lunch over vereenvoudiging en betere regelgeving.
Tijdens de Raad zal een werklunch plaatsvinden over vereenvoudiging en betere regelgeving.
Voor het kabinet is het verminderen van onnodige regeldruk en administratieve lasten
een prioriteit. Het kabinet verwelkomt daarom de ambitieuze agenda van de Commissie
en de zes omnibuspakketten die het sinds februari heeft gepubliceerd om regeldruk
te verminderen. Het kabinet let er bij voorstellen op dat beleidsdoelstellingen niet
worden ondermijnd, en dat de rechtszekerheid en investeringszekerheid geborgd blijven.
Overig
EU-toetredingsproces met Albanië: openen cluster 4
Afhankelijk van instemming van lidstaten zal naar verwachting en marge van de Raad
Algemene Zaken een Intergouvernementele Conferentie (IGC) met Albanië worden georganiseerd.
De Commissie heeft aanbevolen om Cluster 4 (Groene agenda en duurzame connectiviteit)
te openen. Er zijn geen opening benchmarks waar Albanië aan moet voldoen voorafgaand aan het openen van Cluster 4. Wel moet
de Raad overeenstemming bereiken over gepaste closing benchmarks, waar Albanië gedurende het toetredingsproces aan dient te werken en aan moet voldoen
voorafgaand aan het onder voorbehoud sluiten van de hoofdstukken die behoren tot Cluster 4.
Na het vaststellen van deze closing benchmarks kan Cluster 4 geopend worden.
Voor het openen van een cluster geldt dat ook de voortgang op bredere rechtsstaatthema’s
en hervormingen gewogen wordt. Het kabinet verwijst hiervoor naar de bevindingen van
het landenrapport van de Commissie uit 2024 dat door Albanië op verschillende vlakken
voortgang is geboekt, zoals aangegeven in de kabinetsappreciatie.3 Eventuele tekortkomingen, zoals gebrekkige institutionele capaciteit, infrastructuurontwikkeling
en de stappen die het land moet zetten rondom overname, implementatie en handhaving
van het relevante EU-acquis, zal Albanië gedurende het toetredingsproces moeten aanpakken.
Het kabinet staat zeer kritisch tegenover verdere uitbreiding van de EU en houdt streng
vast aan eisen voor EU-lidmaatschap, inclusief de zogenoemde Kopenhagencriteria. Hervormingen
op het gebied van goed bestuur, transparantie en de rechtsstaat zijn belangrijk en
waar mogelijk ondersteunt Nederland daarbij. Er worden geen concessies gedaan aan
deze criteria. Het kabinet heeft een positieve grondhouding ten aanzien van het openen
van Cluster 4 voor Albanië, mits Nederlandse aandachtspunten zoals gebrekkige institutionele
capaciteit en te maken voortgang rondom overname, implementatie en handhaving van
relevant EU-acquis in voldoende mate in de closing benchmarks verankerd zijn. Het krachtenveld in de Raad lijkt zich te bewegen richting brede
steun voor deze stap.
Motie lid Dassen over voorlopige maatregelen EU-Hof inzake verbod op Pride-marsen
in Hongarije.
Om uitvoering te geven aan de motie van het lid Dassen, die de regering verzoekt de
Commissie formeel te verzoeken om het aanvragen van een voorlopige maatregel bij het
EU-Hof inzake het wettelijke verbod op Pride-marsen in Hongarije, is op 15 juli jl.
een brief aan de Commissie verstuurd die als bijlage bij deze geannoteerde agenda
is opgenomen.4 In de brief wordt de Commissie opgeroepen om zo spoedig mogelijk in actie te komen
om de wetgeving waarmee Pride-marsen worden verboden direct een halt toe te roepen,
waaronder het verzoek om voorlopige maatregelen. In reactie ontving Nederland op 13 augustus
jl. een brief van de Commissie, die eveneens als bijlage bij deze geannoteerde agenda
is opgenomen. Daarin bevestigt de Commissie dat deze kwestie haar volle aandacht heeft,
de recente wetswijzigingen in Hongarije en de verenigbaarheid met het Unierecht momenteel
nader bestudeert en Hongarije om opheldering heeft gevraagd over verschillende bepalingen.
Indieners
-
Indiener
D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.