Brief regering : Nazending correcte versie brief over beoordeling voorstel Europese Commissie betreffende verdere wederzijdse tariefliberalisatie tussen de EU en Oekraïne
36 045 Situatie in Oekraïne
Nr. 214
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 september 2025
Op 28 juli jl. heeft de Europese Commissie (hierna: Commissie) een voorstel gedeeld
                  voor een Raadsbesluit betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden
                  ingenomen in het Associatiecomité, ingesteld bij de Associatieovereenkomst tussen
                  de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds,
                  en Oekraïne, anderzijds, met betrekking tot de verlaging en afschaffing van douanerechten.
                  Het standpunt betreft een aanpassing van de Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA), het handelsverdrag met Oekraïne dat onderdeel vormt van het Associatieakkoord
                  EU-Oekraïne.
               
Deze brief zal eerst de inhoud van het voorstel schetsen, om vervolgens de kabinetspositie
                  ten aanzien van het voorstel toe te lichten.
               
Inhoud van het voorstel
Het voorstel kent drie onderdelen: (1) een wederzijdse markttoegangspijler; (2) een
                  productiestandaardenpijler, waarbij van Oekraïne verwacht wordt EU-productiestandaarden
                  uit het EU-acquis over te nemen; en (3) een vrijwaringsmaatregelenpijler.
               
In de afspraken over wederzijdse markttoegang wordt de bestaande markttoegang, die
                  voor industriële producten al volledig is, over en weer verder verbeterd voor landbouwproducten.
               
Voor toegang tot de Europese markt wordt onderscheid gemaakt tussen drie soorten productgroepen:
                  minder gevoelige, gevoelige en zeer gevoelige producten. Op een aantal minder gevoelige
                  producten, zoals gefermenteerde melk, paddenstoelen en druivensap, wordt de handel
                  volledig geliberaliseerd. Voor gevoelige producten zoals boter, haver en gerstgrutten
                  worden de tariefcontingenten verhoogd naar het niveau van het grootste handelsvolume
                  van de afgelopen jaren. Voor de meest gevoelige producten wordt voor een aantal producten,
                  zoals granen, suiker, pluimveevlees, eieren, maïs en honing, de markttoegang verbeterd
                  ten opzichte van de huidige situatie onder de DCFTA met Oekraïne. Op rundvlees, varkensvlees
                  en schapenvlees zijn de quota in het geheel niet verhoogd vergeleken met de huidige
                  situatie onder het DCFTA. Deze meest gevoelige producten uit Oekraïne waren eerder
                  merendeels onderhavig aan vrijwaringsmaatregelen onder de autonome handelsmaatregelen
                  die op 6 juni jl. zijn komen te vervallen.
               
Voor Europese toegang tot de Oekraïense markt kunnen Nederlandse en Europese exporteurs
                  voor de export naar Oekraïne van de meeste landbouwproducten profiteren van verminderde
                  tarieven of zelfs volledige liberalisatie. Oekraïne zal de bestaande tariefcontingenten
                  voor gevoelige producten als varkensvlees, pluimveeproducten en suiker substantieel
                  uitbreiden.
               
De productiestandaardenpijler voorziet in verdere Oekraïense overname en implementatie
                  van EU-productiestandaarden. Het gaat hierbij om 22 stukken EU-wetgeving inclusief
                  de onderliggende gedelegeerde en uitvoeringsregelingen. Overname en implementatie
                  van EU-regelgeving voor SPS- en dierenwelzijn is al afgesproken onder het Associatieakkoord
                  voor de Europese sanitaire-, fytosanitaire- en dierenwelzijnsregelgeving. De uitvoering
                  hiervan is neergelegd in het Priority Action Plan (PAP)1. In het huidige voorstel is regelgeving opgenomen die nog niet volledig overgenomen
                  of geïmplementeerd is maar er is ook nieuwe regelgeving opgenomen. Het betreft onder
                  andere EU-regelgeving met betrekking tot dierenwelzijn, gewasbeschermingsmiddelengebruik,
                  diergeneesmiddelen (waaronder antibioticagebruik), additieven, plantgezondheid, de
                  uitvoering van controles, milieu (waterkwaliteit, emissies), verbod op gebruik van
                  bepaalde hormoonstoffen en genetisch gemodificeerde organismen, voer en veevoer.
               
Een verdere implementatie van EU-regelgeving helpt Oekraïne de regelgeving verder
                  in lijn te krijgen met het acquis communautaire, een voorwaarde in het EU-toetredingsproces. Ook draagt het bij aan een meer gelijk
                  speelveld met Europese landbouwproducenten. In de afspraken met Oekraïne wordt de
                  verhoging van specifieke gevoelige tariefcontingenten voor import naar de EU voorwaardelijk
                  gemaakt aan implementatie van deze Europese standaarden uiterlijk per eind 2028, met
                  jaarlijkse rapportage door Oekraïne over de voortgang hierop.
               
De vrijwaringspijler biedt de EU en Oekraïne de mogelijkheid tot het nemen van vrijwaringsmaatregelen
                  in het geval van marktverstoringen met negatieve consequenties. Voor de EU kan dit
                  ook het geval zijn bij marktverstoringen in één of enkele lidstaten.
               
Naast deze drie pijlers hebben Oekraïne en de Commissie afgesproken om Oekraïense
                  landbouwexporteurs ondersteuning te bieden bij herstel van hun export naar derde landen
                  buiten de EU.
               
Tenslotte zijn de partijen overeengekomen dat in 2028 een evaluatie van de handelsrelatie
                  plaats zal vinden, om te bezien of verdere wederzijdse liberalisatie mogelijk is.
               
Kabinetspositie ten aanzien van het voorstel
Het kabinet heeft de grootschalige, voortdurende Russische invasie van Oekraïne ten
                  scherpste veroordeeld. Europa staat voor een historische veiligheidsuitdaging die
                  omvangrijker is dan het sinds het einde van de Koude Oorlog heeft gezien. De veiligheid
                  en toekomst van Oekraïne staan op het spel, en daarmee de veiligheid van Europa als
                  geheel. Het kabinet blijft Oekraïne onverminderd steunen in tijd van oorlog, herstel
                  en wederopbouw, zo lang als dat nodig is. Dit om Oekraïne in staat te stellen zichzelf
                  te verdedigen en tevens sterk te positioneren met het oog op de toekomst. Steun aan
                  de Oekraïense economie is van groot belang, aangezien deze hard wordt geraakt door
                  de Russische oorlog die in het land woedt. Door de oorlog is het BBP van Oekraïne
                  met zo’n 30% gedaald.
               
Het kabinet verwelkomde daarom de autonome handelsmaatregelen ten gunste van Oekraïne
                  in 20222 en de verlenging ervan in 20233 en 2024.4 Hiermee kon mogelijk een deel van de negatieve economische consequenties voor Oekraïne
                  als gevolg van de oorlog gemitigeerd worden. Na de laatste verlenging van de autonome
                  handelsmaatregelen in 2024 heeft de Commissie aangekondigd deze niet nogmaals te verlengen,
                  maar met een permanente oplossing te komen door herziening van de DCFTA-afspraken.
               
Gelet op het blijvende belang van economische steun aan Oekraïne, kan het kabinet
                  de voorgestelde afspraken over verruiming van de wederzijdse tariefliberalisatie met
                  Oekraïne steunen. Deze afspraken bieden een meer permanente vorm van economische steun
                  aan Oekraïne en nemen de onzekerheid rondom de jaarlijkse verlenging van de eerdere
                  autonome handelsmaatregelen weg.
               
Geopolitiek is dit voorstel een belangrijk signaal dat de EU vastberaden is de steun
                  aan Oekraïne ook op langere termijn voort te zetten met een meer permanente vorm van
                  economische steun. De voorgestelde maatregelen dragen bij aan een sterkere positie
                  van Oekraïne tegenover de voortdurende Russische agressie, door ondersteuning van
                  de Oekraïense economie en draagt op langere termijn bij aan herstel van stabiliteit
                  in het land. Ook biedt de verdergaande markttoegang van Oekraïne richting Europese
                  bedrijven kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven om meer richting Oekraïne te exporteren
                  en zo bij te dragen aan de wederopbouw van Oekraïne.
               
Het kabinet heeft zich in Brussel ingezet voor meer ruimte voor Oekraïense export
                  naar de EU, in lijn met de motie-Paternotte en Kamminga.5 Het kabinet is content met de balans die de Commissie heeft gevonden in de bereikte
                  markttoegang voor Oekraïne in dit akkoord waarbij producten ingedeeld zijn naar concurrentiegevoeligheid.
                  Deze is ruimhartiger dan de verwachtingen vooraf, die beperkt waren gezien het lastige
                  krachtenveld binnen de EU. De volledige tariefliberalisering op een aantal minder
                  gevoelige landbouwproducten is hierbij in het bijzonder een positief punt te noemen.
                  Daarbij hecht het kabinet er tegelijkertijd waarde aan dat rekening wordt gehouden
                  met de gevolgen voor de concurrentiekracht van gevoelige sectoren en mogelijke marktverstoringen
                  op het gebied van landbouw. De benadering met minder vergaande aanvullende markttoegang
                  voor gevoelige en zeer gevoelige landbouwproducten in combinatie met de voorwaarde
                  van overname van EU-standaarden komt hieraan tegemoet.
               
Het kabinet betreurt de door de Commissie voorgestelde vrijwaringsclausule. Het kabinet
                  is voorstander van de mogelijkheid tot vrijwaringsmaatregelen in de overeenkomst,
                  om rekening te kunnen houden met mogelijke marktverstoringen op het gebied van landbouw.
                  De vrijwaringsclausule in kwestie biedt echter de mogelijkheid om vrijwaringsmaatregelen
                  te nemen op basis van de marktsituatie in één of enkele EU-lidstaten. Het kabinet
                  heeft zich hier tegen uitgesproken en zal zich hier tegen uit blijven spreken, aangezien
                  dit de integriteit van de interne markt ondermijnt.
               
Om voor gevoelige landbouwproducten tot een gelijker speelveld te komen heeft het
                  kabinet zich van het begin af aan hard gemaakt voor het verder overnemen en implementeren
                  van EU-productiestandaarden door Oekraïne, zoals al is afgesproken onder het Associatieakkoord
                  voor de Europese sanitaire-, fytosanitaire- en dierenwelzijnsregelgeving. Positief
                  zijn de afspraken tot uitbreiding van het overnemen van EU-regelgeving, zoals rond
                  diergeneesmiddelengebruik. Daarbij vindt het kabinet controle en handhaving van de
                  afspraken van belang, met het oog op het voorkomen van (insleep van) resistente bacteriën
                  en het behouden van het gelijk speelveld. Overname van EU-regelgeving ondersteunt
                  tevens het toetredingstraject van Oekraïne tot de EU. Het kabinet is daarom tevreden
                  met de voorwaarden die hierover aan Oekraïne worden gesteld om de aanvullende markttoegang
                  te behouden.
               
Het voorliggende akkoord biedt aanzienlijke verbetering van de markttoegang voor Oekraïne
                  ten opzichte van de markttoegang onder de huidige DCFTA, maar is minder dan onder
                  de tijdelijk autonome handelsmaatregelen. In tegenstelling tot de tijdelijke autonome
                  handelsmaatregelen, die sinds 2022 jaarlijks vernieuwd werden, is hierbij van belang
                  dat deze markttoegang van blijvende aard is, hetgeen Oekraïense landbouwexporteurs
                  zekerheid biedt. Hoewel de markttoegang voor Oekraïne minder ruim is dan onder de
                  tijdelijke autonome handelsmaatregelen, die op 6 juni jl. zijn verlopen, neemt dit
                  blijvende karakter de onzekerheid weg die de jaarlijkse vernieuwing van de autonome
                  maatregelen met zich meebracht.
               
Tegelijkertijd stelt de Commissie rekening te hebben gehouden met zorgen van Europese
                  landbouwproducenten rondom gevoelige productgroepen, waaronder ook landbouwproducten
                  die voor Nederlandse boeren mogelijk onderhavig zijn aan marktverstoringen, zoals
                  suiker, eieren en pluimveevlees. Op deze producten zijn de tariefcontingenten minder
                  of niet uitgebreid. Hierdoor zullen de importvolumes niet hoger liggen dan in voorgaande
                  jaren. Ook is het mogelijk in het geval van marktverstoringen met negatieve consequenties
                  vrijwaringsmaatregelen te nemen op alle additionele tariefcontingenten; dit was eerder
                  onder de DCFTA nog niet mogelijk. Door deze factoren wordt geen negatieve impact op
                  Nederlandse landbouwproducenten verwacht ten opzichte van de situatie zoals die onder
                  de autonome handelsmaatregelen tot 6 juni jl. gold. Tegelijkertijd biedt de verdere
                  verruiming van tariefcontingenten aan Oekraïense zijde ook kansen voor Europese landbouwexport.
               
Overige beoordelingen en implicaties
Het oordeel ten aanzien van de bevoegdheid voor het voorstel is positief. Het voorstel
                  heeft betrekking op het innemen van een standpunt ten aanzien van de verlaging en
                  afschaffing van douanerechten. Op het terrein van gemeenschappelijke handel is sprake
                  van een exclusieve bevoegdheid van de EU (artikel 3, lid 1, onder e, VWEU). Gezien
                  de exclusieve bevoegdheid van de Unie op het terrein van de gemeenschappelijke handelspolitiek,
                  is het subsidiariteitsbeginsel niet van toepassing.
               
Het oordeel ten aanzien van de proportionaliteit is positief. Het doel van het voorstel
                  is het innemen van een standpunt dat leidt tot de economische ondersteuning van Oekraïne
                  ten tijde van Russische agressie, evenals ondersteuning van het Oekraïense toetredingsproces
                  tot de EU. Het voorgestelde optreden is geschikt om deze doelstelling(en) te bereiken
                  omdat hiermee de handelsrelaties met Oekraïne, in de vorm van Oekraïense landbouwexporten
                  naar de EU en landbouwimporten vanuit de EU, wordt bestendigd en dat is een belangrijke
                  pijler van de Oekraïense economie. Tegelijkertijd draagt deze bestendiging bij aan
                  de integratie van Oekraïne in de interne markt, zowel door middel van meer wederzijdse
                  markttoegang als door de (verplichte) overname van EU-productiestandaarden. Bovendien gaat het voorgestelde optreden niet verder dan noodzakelijk,
                  omdat zowel handelsliberalisatie als verdere integratie van Oekraïne in de interne
                  markt binnen het Associatieakkoord vallen.
               
De Commissie geeft aan dat het voorstel geen financiële impact heeft op uitgaven van
                  de Unie, maar wel op de inkomsten, aangezien het voorstel tot minder inkomsten uit
                  heffingsgelden zal leiden ten opzichte van de huidige afspraken onder de DCFTA. Echter
                  is er juist een toename van inkomsten ten aanzien van de afgelopen drie jaar (2022–2025),
                  aangezien er onder de autonome handelsmaatregelen helemaal geen tarieven werden geheven.
                  De financiële implicaties zijn daarmee in zijn geheel gering. Ook levert de verlenging
                  geen extra regeldruk en administratieve lasten op.
               
Het kabinet is dan ook voornemens in te stemmen met het voorstel van de Commissie
                  om de handelsrelatie met Oekraïne en de Europese Unie verder te bestendigen middels
                  de aanpassing van het Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA), het handelsverdrag met Oekraïne.
               
De Minister van Buitenlandse Zaken,
                  R.P. Brekelmans
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 R.P. Brekelmans, minister van Buitenlandse Zaken
