Brief regering : Tussenuitspraak CBb en wijziging van de concessie voor het Hoofdrailnet
29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan
Nr. 1261 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 augustus 2025
Met deze brief informeer ik u over de conceptwijziging van de hoofdrailnet-concessie
(hierna: de HRN-concessie) naar aanleiding van de tussenuitspraak van het College
van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) van 30 juni jl. De tussenuitspraak is gedaan
in het kader van het beroep van MaaS-dienstverleners (ook wel bedrijvenkaartaanbieders)
ingesteld tegen het besluit van 21 december 2023, waarbij de HRN-concessie voor de
periode 2025–2033 is verleend aan NS.
De MaaS-dienstverleners hebben in de procedure aangegeven dat de HRN-concessie onvoldoende
voorwaarden bevat om te voorkomen dat NS misbruik maakt van haar machtspositie. Het
CBb geeft deze partijen daarin gelijk en concludeert dat afspraken in de HRN-concessie
(specifiek artikel 44 van de HRN-concessie), zoals geformuleerd, materieel onvoldoende
zijn om het risico op misbruik van de economische machtspositie door NS te voorkomen.
Het CBb heeft IenW de opdracht gegeven deze gebreken te herstellen door de HRN-concessie
voor 1 september a.s. te wijzigen.
De landsadvocaat heeft namens het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aan
het CBb aangegeven dat de deadline van het CBb vanwege de benodigde afstemming, beoordeling
en consultatie niet kan worden behaald. In reactie daarop heeft het CBb het ministerie
de opdracht gegeven zich te houden aan een tijd- en stappenschema dat is voorgesteld
door (vertegenwoordiging van de) MaaS-dienstverleners (VIM). In lijn met dat schema
wordt de conceptwijziging van de HRN-concessie uiterlijk 1 september a.s. aan de MaaS-dienstverleners
voorgelegd. Ook wordt het referentieaanbod aan de MaaS-dienstverleners voorgelegd.
Tevens wordt de conceptwijziging van de HRN-concessie ter consultatie aan het LOCOV
voorgelegd, dit in lijn met de procedure als omschreven in de Wet Personenvervoer
2000.1 Na ontvangst van de reacties wordt de conceptwijziging van de HRN-concessie en het
referentieaanbod zo nodig aangepast. De concessiewijziging wordt vervolgens vastgesteld.
Het conceptbesluit over het referentieaanbod van NS aan kaartaanbieders wordt na voorlegging
aan de MaaS-dienstverleners vastgesteld.
De conceptwijziging van de HRN-concessie herstelt de door de CBb geconstateerde gebreken.
Zo wordt vereist dat het referentieaanbod van NS transparant, non-discriminatoir en
concurrerend is waardoor een gelijk speelveld wordt gecreëerd. Hoewel deze vereisten
al besloten lagen in de MaaS-waardige bestekseisen waar de HRN-concessie naar verwijst,
worden deze vereisten nu ook expliciet opgenomen in de HRN-concessie zelf. Ook is
opgenomen hoe het referentieaanbod moet worden berekend en hoe de concessieverlener
dit referentieaanbod beoordeeld. Tenslotte wordt voorkomen dat toekomstige wijzigingen
in de MaaS-waardige bestekseisen automatisch (negatieve) gevolgen kunnen hebben voor
MaaS-dienstverleners.
Om aan de voorwaarden transparant, non-discriminatoir, en concurrerend voor een gelijk
speelveld te voldoen, is onder meer bepaald dat de besluitvorming inzake het referentieaanbod
navolgbaar is en dat de uitkomst hiervan gepubliceerd wordt. Daarnaast is opgenomen
dat het referentieaanbod van NS aparte reselltarieven bevat voor het consumentensegment
en het zakelijke segment en binnen elk segment voor spits, dal doordeweeks en weekend.
Ik acht dit noodzakelijk met het oog op het realiseren van een gelijk speelveld. Deze
segmentering leidt er immers toe dat MaaS-aanbieders per segment de gemiddelde kortingen
in het aanbod van NS op de retailmarkt kunnen «matchen». Daarmee wordt invulling gegeven
aan de tussenuitspraak van het CBb die voorschrijft dat derden het aanbod van NS moeten
kunnen «matchen».
Ik vertrouw erop dat de HRN-conceptconcessiewijziging hiermee voldoet aan de tussenuitspraak
van de CBb.
Tenslotte informeer ik u hierbij dat, in het kader van de inbreukprocedure over de
gunning van de HRN-concessie 2025–2033, de Europese Commissie recent heeft besloten
om deze inbreukprocedure naar het Hof van Justitie van de Europese Unie (EU-Hof) te
brengen.2
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, A.A. Aartsen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.A. Aartsen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat