Brief regering : Onderzoeksrapport 'Psychisch geweld in het strafrecht; Een verkennend onderzoek naar de strafrechtelijke aanpak van psychisch geweld'
28 345 Aanpak huiselijk geweld
31 015
Kindermishandeling
Nr. 286
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 augustus 2025
Hierbij bied ik uw Kamer het onderzoeksrapport Psychisch geweld in het strafrecht; Een verkennend onderzoek naar de strafrechtelijke
aanpak van psychisch geweld aan. Dit onderzoek is uitgevoerd door de Rijksuniversiteit Groningen in opdracht
van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC), als onderdeel van het meerjarig
WODC-onderzoeksprogramma Aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling 2024–2030.
De strafrechtelijk aanpak van psychisch geweld vormt een belangrijk onderdeel van
de bredere aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling en het voorkomen van
femicide. Onze samenleving is recent opgeschrikt door een aantal vreselijke zaken
waarin meisjes en vrouwen zijn omgebracht. We weten op basis van prevalentieonderzoek
dat er in Nederland honderdduizenden mensen maandelijks, wekelijks of dagelijks slachtoffer
zijn van psychisch geweld (waaronder dwingende controle). Dit betreft zowel vrouwen
als mannen, maar vooral vrouwen lopen het risico hiervan dodelijk slachtoffer te worden.
In navolging van de toenmalige Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en Staatssecretaris
Rechtsbescherming zet ik mij samen met de Staatssecretaris Langdurige en Maatschappelijke
Zorg en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, evenals de betrokken
uitvoeringsorganisaties, met overtuiging in om de aanpak van dit grote veiligheidsprobleem
in Nederland verder te versterken.
De centrale probleemstelling van het onderzoek is: Hoe verloopt de strafrechtelijke
aanpak van psychisch geweld? In het onderzoeksrapport wordt antwoord gegeven op de
volgende vragen:
• Wat is het juridisch kader van de strafrechtelijke aanpak van psychisch geweld?
• Hoe gaan professionals om met casussen waarin sprake lijkt te zijn van psychisch geweld?
• Wat vinden professionals van het strafrechtelijk aanpakken van psychisch geweld?
• Wat is de aard en het verloop van zaken van psychisch geweld waarin de afgelopen twee
jaar strafrechtelijke vervolging heeft plaatsgevonden?
• Hoe ziet de bewijsvoering eruit in zaken waarin vervolging voor psychisch geweld plaatsvindt?
• Wat vinden professionals van het voornemen om psychisch geweld apart strafbaar te
stellen?
Ik ben de onderzoekers zeer erkentelijk voor hun gedegen werk. De bevindingen van
dit onderzoek zullen worden meegenomen in de uitwerking van het wetsvoorstel en de
bijbehorende memorie van toelichting, zoals aangekondigd in de brief van 10 juli jl.1 Via dezelfde brief is uw Kamer reeds geïnformeerd over de contouren van dit wetsvoorstel.
Momenteel wordt dit wetsvoorstel voorbereid, mede op basis van een internationale
rechtsvergelijking die nog later dit jaar wordt verwacht. Het wetsvoorstel zal naar
verwachting voor de zomer van 2026 in consultatie gaan. In de memorie van toelichting
zal ook aan de orde komen hoe het wetsvoorstel past in het bredere beleid ter verbetering
van de strafrechtelijke aanpak van psychisch geweld. De bevindingen van dit onderzoek
onderstrepen het belang hiervan. Op dit moment wordt al gewerkt aan het vergroten
van kennis over psychisch geweld onder professionals van o.a. Veilig Thuis, de politie
en het Openbaar Ministerie. Ook vindt – zoals in de brief van 10 juli reeds toegelicht
– momenteel een pilot plaats die gericht is op het verbeteren van de dossiervorming,
dat noodzakelijk is om tot een betere bewijsvoering te komen. Een belangrijk aandachtspunt
is daarbij het in kaart brengen van de stelselmatigheid van het geweld en het patroon
van de gedragingen. Verder start op korte termijn een publiekscampagne over dwingende
controle, naar verwachting op 25 september a.s. Om (strafrechtelijk) te kunnen ingrijpen
is het immers cruciaal om maatschappelijke bewustwording over dit fenomeen te bevorderen,
zodat mensen signalen kunnen herkennen en zodat zij weten hoe zij kunnen helpen om
het geweld te stoppen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D.M. van Weel
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid